n STELLEGIE OELEWAPPERS (Club der Pantoffelhelden)

Vergelijkbare documenten
EEN MOOIE KERSTSURPRISE

ANDROMACHE. Deel 1 van De Troje Trilogie. door KOOS TERPSTRA

Huis met huishoudster

AFBLIJVEN. Eenakter voor senioren. door JANNY SPIJKER

PANTOFFELHELDEN (Club der Pantoffelhelden)

GEEN GEHOOR. Eenakter. door JANNY SPIJKER

De afspraak van vijf uur (Bookends)

Even uw aandacht. Veel leesplezier! Toneelfonds J. Janssens Antwerpen.

n PITTIG WIEFIE (Champagner zum frühstück)

Hersenschimmen. Eenakter. door CEES HEIJDEL ARNOLD FICKWEILER

BEDTIJD. Eenakter. door CEES HEIJDEL ARNOLD FICKWEILER

DELEN. Eenakter voor dames. door RIENEKE KROESE-HEIJM

DINER VOOR ÉÉN. (Dinner for one) Eenakter. vertaling/bewerking HENK HARMSEN

ANTON IN DE NATUUR. Serie eenakters voor kinderen. door CEES HEIJDEL EN ARNOLD FICKWEILER.

WIE ZORGT VOOR WIE? Eenakter. door MICHEL MEISSEN

ZUSSEN, SUSSEN! Eenakter voor 6 dames. door TON HENDRIKS

BELOFTE. Eenakter in twee scènes. door EVE SLUIS-DE BRUIN

DE RODE ROUTE. Korte eenakter. door CEES HEIJDEL ARNOLD FICKWEILER

Mens! Durf te leven. Eenakter over Passie Uitstekend geschikt als straattheater. door LIEKE FABER

KOMT U OOK EEN HANDJE GEVEN?

DE BOEKENBOEVEN. Volwassenen voor kinderen. door MIEKE VAN DE KERKHOF

Dokter Larieman. Toneelstukje voor de jeugd. door FRANS V.D. HEYDE

Een lichte lunch. Eenakter. door PETER VAN STRAATEN


BIECHTEN (Confessions)

IEDEREEN DOET HET, DUS IK OOK?

Op Leven en Dood. 8 korte eenakters. door CORRIE VAN DER ROL

DE GRUWELIJKE WAARHEID

Blijspel in één bedrijf. door JIM KEULEMANS

De geur van Kamperfoelie (Scent of Honeysuckle)

ZO LEEP AS N VOS (DER MEISTERLUGNER) (neie bewarking van Ach vader lieg niet meer) Klucht in drie bedrieven. deur HANS KIRCHHOFF

KOP DER VEUR MARIE! (Graaien & Snaaien)

EEN FEESTELIJK DINER

Even uw aandacht. Veel leesplezier! Toneelfonds J. Janssens Antwerpen.

ANNELIE EN JODOKUS. Toneelstuk in zes bedrijven. Volwassenen spelen voor kinderen. door MARI-ANNE VAN DER VEER SWANK

(CLUB DER PANTOFFELHELDEN)

Ben. Eenakter uitstekend geschikt voor lokatietoneel. door LIEKE FABER-DE GROOT

Even uw aandacht. Veel leesplezier! Toneelfonds J. Janssens Antwerpen.

HET APEPOOTJE. Thriller in één bedrijf. door BAS DE HAAS

Oma achter het Internet

Rode Wijn. Thriller. door ANNEKE VAN GENDEREN

BOERIN IN RUSTE. Eenakter. door PIET BREMER

DE BAOS OP DE KOFFIE (Hausbesuche)

Superkip. Een vrolijke SKETCH. Voor 2 mannen en 1 vrouw 2 vrouwen en 1 man is ook mogelijk. Tijdsduur: ca. 15 minuten. Door. Peter van den Bijllaardt

HIELEMAOL HOTELDEBOTEL! (Hotel te koop)

TWEE AAN TWEE VERLIEFD (Two by Two in Love)

STARTPROBLEMEN: SAMEN BEHANGEN

BIJ VLAGEN. kort toneelstuk in 5 scènes. door. Eve Sluis - De Bruin

BUUL-SIT. Eenakter. door EVE SLUIS-DE BRUIN

Eenakter. door MARIANNE KEMMER

DIKKIE. Eenakter voor dames. door KEES PIJPERS

PLAMUREN IS PLAMUREN (Tante Bella s Beautysalon)

AAN LAGER WAL. Komisch toneelstuk in één bedrijf. door M. ADRIAANSZ

FF W88. Eenakter voor jongeren. door MARIANNE KEMMER

Mie Tarzan, joe Jantje

DROMEN ZIJN...? Komisch toneelspel in twee bedrijven. door K. RIJKES

Bedaar, Truus bedaar!

DE ENGE LAP. Een onwaarschijnlijk stuk voor kinderen door kinderen. door NICO VAN DEN RAAD

Tragikomedie in één bedrijf. door BAS DE HAAS

De Genodigde. Eenakter. door ANNEKE VAN GENDEREN

DE GAST DIE NIET MOCHT KOMEN MET KERSTMIS

TEST. Eenakter. door BRIAN LAURET

Madeleine: Fictie of werkelijkheid?

Eenakter door FRITS RIJPERMAN

Luister je? Eenakter. door J.J.M. OUWEHAND

Even uw aandacht. Veel leesplezier! Toneelfonds J. Janssens Antwerpen.

BINNENIN DE REGENBOOG

Fred, Skelet en Zonderhoofd

Grensgeval. Eenakter. door CEES HEIJDEL & ARNOLD FICKWEILER

VAKANTIE IN DE RIMBOE

Het geheim van de landkaart

Uutvinden is mien hobby

OME ROEF ZIT IN DE WEG! (Eene Deern van de Straat)

ALLEMAOL TENIEL. Bliedspul in drie bedrieven. deur WIL EEFTING

Dit is geen dialoog. een dialoog voor jong volwassenen. door J.J.M. OUWEHAND

Als oma zich er mee bemoeit

Miep. Monoloog. door RIENEKE KROESE-HEIJM

Onmin. Kluchtige eenakter. door PIP BARNARD

EN MORGEN? Eenakter. door WIM ZOMER

DE TREIN GEMIST. Éénakter. door CEES HEIJDEL ARNOLD FICKWEILER

VRUCHTWATER. Eenakter over het baarmoederlijke leven van een tweeling. door EDWIN WOONS GONNIE KLERCQ

OPA ZIEDSPAN (Opa, jetzt reichts!)

UIT MET DE BRUID. Eenakter voor dames. door ARIS BREMER

Eenakter. door EDWIN WOONS

BESTUURS- EN ANDERE ZAKEN

ASSEPOESTER DE POPPEN AAN HET DANSEN

SINTERKLAAS EN DE VRIENDELIJKE HUISGEEST

EEN BEETJE BROOD VOOR DE EENDJES (A Little Something For The Ducks)

MET INNIGE DEELNEMING

"DE BOLLE" Monoloog. door EVE SLUIS DE BRUIN

Kerels kieken. Een enigszins absurdistische eenakter. met hilarische wendingen. door JAN VEENSTRA

INTENSIVE CARE. Eenakter. door HANS PIJPERS

Eenakter. door ALBI NIEUWENHUIS

DE DINO'S EN DE DINA'S

Boter, kaas en nog veel meer

EEN BESLUIT. (In beslút) Eenakter voor 5 dames. door BAUKJE MIEDEMA. uit het Fries vertaald door. Gurbe Dijkstra

DE REK IS TER UUT (Dolce Vita bei Anita)

Tot de dood ons scheidt

GERDA DREIT DEUR (Petri heil und Weidemanns dank)

ECHTE ZUSSEN DOEN SAMSAM

Transcriptie:

n STELLEGIE OELEWAPPERS (Club der Pantoffelhelden) Bliedspul in drie bedrieven deur HANS SCHIMMEL Bewarkt en overzet in algemien dialect deur Ben ten Velde TONEELUITGEVERIJ VINK B.V. (Grimas Theatergrime verkoop) Tel: 072-5 11 24 07 E-mail: info@toneeluitgeverijvink.nl Website: www.toneeluitgeverijvink.nl

VOORWAARDEN Alle amateurverenigingen die het stuk: N STELLEGIE OELEWAPPERS - CLUB DER PANTOFFELHELDEN gaan opvoeren, dienen in alle programmaboekjes, posters, advertenties en eventuele andere publicaties de volledige naam van de oorspronkelijke auteur: HANS SCHIMMEL te vermelden. De naam van de auteur moet verschijnen op een aparte regel, waar geen andere naam wordt genoemd. Direct daarop volgend de titel van het stuk. De naam van de auteur mag niet minder groot zijn dan 50% van de lettergrootte van de titel. U dient tevens te vermelden dat u deze opvoering mag geven met speciale toestemming van het I.B.V.A. Holland bv te Alkmaar. Copyright: 2016 Anco Entertainment bv - Toneeluitgeverij Vink bv Internet: www.toneeluitgeverijvink.nl E-mail: info@toneeluitgeverijvink.nl Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, verfilming, video opname, internet vertoning (youtube e.d.) of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van I.B.V.A. HOLLAND bv te Alkmaar, welk bureau in deze namens de Uitgever optreedt. Het is niet toegestaan de tekst te wijzigen en/of te bewerken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van I.B.V.A. HOLLAND bv te Alkmaar, welk bureau in deze namens de Uitgever optreedt. Vergunning tot opvoering van dit toneelwerk moet worden aangevraagd bij het Auteursrechtenbureau I.B.V.A. HOLLAND bv Postbus 363 1800 AJ Alkmaar Telefoon 072-5112135 Website: www.ibva.nl Email: info@ibva.nl ING bank: 81356 IBAN: NL08INGB0000081356 BIC: INGBNL2A

Geen enkele andere instantie dan het IBVA heeft de bevoegdheid genoemde rechten van u te claimen, of te innen. Auteursrechten betekenen het honorarium (loon!) voor de auteur van wiens werk door u gebruik wordt gemaakt! Auteursrechten moeten betaald worden voor elke voorstelling, dus ook voor try-outs, voorstellingen in/voor zorginstellingen, scholen e.d. Vergunning tot opvoering: 1. Aankoop van minimaal 9 tekstboekjes bij de uitgever. 2. U vult het aanvraagformulier in op www.ibva.nl of u zendt de aanvraagkaart (tevens bewijs van aankoop), met uw gegevens, naar I.B.V.A. Holland. Uw aanvraag dient tenminste drie weken voor de eerste opvoering in bezit te zijn van I.B.V.A. Holland. 3. U krijgt daarop de nota toegestuurd. Na betaling wordt u de vereiste vergunning toegestuurd. Vergunning tot HER-opvoering(en): 1. U vult het aanvraagformulier in op www.ibva.nl of u zendt de aanvraagkaart met uw gegevens naar I.B.V.A. Holland. Uw aanvraag dient tenminste drie weken voor de eerste opvoering in bezit te zijn van I.B.V.A. Holland. 2. U krijgt daarop de nota toegestuurd. Na betaling wordt u de vereiste vergunning toegestuurd. Opvoeringen zonder vergunning zijn niet toegestaan en strafbaar op grond van de Auteurswet 1912. Zij worden gerechtelijk vervolgd, terwijl de geldende rechten met 100% worden verhoogd. Het tarief wordt met 20% verhoogd voor opvoeringen waarvoor geen toestemming werd aangevraagd binnen drie weken voorafgaand aan de voorstelling. Het is verboden gebruik te maken van gekregen, geleende, gehuurde of van anderen dan de uitgever gekochte tekstboekjes. Rechten BELGIË: Toneelfonds JANSSENS, afd. Auteursrechten, Te Boelaerlei 107-2140 Bght ANTWERPEN Telefoon (03)3.66.44.00. Geen enkele andere instantie heeft de bevoegdheid genoemde rechten van u te claimen, of te innen.

PERSONEN: Willem 40/55 jaar. Een aardige man, die echter niet tegen zijn vrouw opgewassen is. Een stiekeme genieter. Frits 40/55 jaar. Evenals Willem heeft ook Frits thuis niets in te brengen en zit hij onder de plak van zijn vrouw. Als zich maar even de gelegenheid voordoet, gaat hij met Willem naar nachtclub Esmee. Otto 40/55 jaar. De derde vriend van het trio, Otto, heeft ook niets te vertellen bij zijn vrouw. Rinus 40/55 jaar. Een totaal ander type als de drie vrienden. Zeer overtuigd van zichzelf en niet van plan, welke vrouw dan ook te gehoorzamen. Hij heeft zich tot doel gesteld om Willem, Frits en Otto te helpen om onder het juk van hun vrouwen uit te komen. Trijn 40/55 jaar. Echtgenote van Willem. Zolang deze maar doet wat zij zegt, is ze tevreden. Ze is van mening, dat wanneer je mannen zo weinig mogelijk ruimte geeft, zij dan heel gelukkig en tevreden zijn. Roelie 40/55 jaar. Hartsvriendin van Trijn en echtgenote van Frits. Ze is er van overtuigd dat mannen behoren tot het zwakke geslacht. Suzanne 40/55 jaar. Hoe meer ze haar man Otto provoceert, hoe meer hij doet wat ze zegt. Carmen 30/45 jaar. Bardame van nachtclub Esmee. Christa 40/65 jaar. Conciërge. Heel nieuwsgierig en niet vies van een flinke borrel. 4

DECOR: Woonkamer van Willem en Trijn. Drie deuren: ingang, deur naar de slaapkamer en deur naar de keuken. Bank, tafel en vier stoelen. De overige inrichting wordt aan de regisseur over gelaten. TIJD: Het toneelstuk speelt in de tegenwoordige tijd. 5

EERSTE BEDRIJF (Als het doek op gaat staat Willem in de woonkamer en heeft een schort voor en neemt ongeïnteresseerd stof af. Dan draait hij de plumeau om en doet alsof het een degen is) WILLEM: Kom maor op as jij durft. Ik maok gehakt van joe, aole kreie! Kom hier, zeg ik, en vecht as n kerel, aokelig ding, daj bent! Jij slappe zak! Tjakkaa!!! (Maakt vechtbewegingen) TRIJN: (Achter het toneel. Zeer luid) WILLEM!!! WILLEM: (Gaat votdaodelijk in de houding staan. Plumeau als een geweer tegen zijn schouder) Jao mien doefie, wat is ter? TRIJN: (Achter het toneel) As jij klaor bent met stof af nemen, gao dan eem naor de stomerij um mien kleren op te haolen. WILLEM: Komp goed heur, mien doefie. TRIJN: (Achter het toneel) En begun op tied met koken. Ik heb gien zin um lang op mien eten te moeten wachten as ik straks naor huus kom. WILLEM: Jao doefie. TRIJN: (Achter het toneel) En niet te lang in de stad rondlummelen graog, aans kom jij niet klaor met de huusholding. WILLEM: (Maakt een beweging alsof hij iemand wurgt) Jao doefie. TRIJN: (Achter het toneel) Jij mag wel bliede wezen dat ik ter veur zorg dat jij je vrije dag nuttig besteedt. Wat zol jij toch zunder mij moeten begunnen? WILLEM: (Voor zichzelf) Nou, ik heb wel n idee. TRIJN: (Achter het toneel) Wat zeg jij? WILLEM: Dat ik gien idee heb. TRIJN: (Komt op. Aangekleed om uit te gaan) Zo, ik gao der van deur. Ik wil niet as leste in t koffiehuus an kommen. WILLEM: Waorum gao jij dan niet eerder van huus? TRIJN: As ik je niet alles veur zol moeten kauwen, zol ik eerder vot kunnen en als eerste in t koffiehuus kunnen wezen. t Kost mij behoorlijk veul muite um met joe saomen te leven Willem. Maor zunder mij zol jij nog gien kop koffie kunnen zetten. WILLEM: Ik ben bliede dat ik joe heb doefie. TRIJN: Jao, ik offer mij gehiel en al belangeloos veur joe op. WILLEM: Jao jij bent de miest belangeloze persoon die ik ken. Zonder joe zol ik de was niet kunnen doen, niet kunnen strieken, niet kunnen afwassen. Um van de rest van de huusholding maor niet te spreken. TRIJN: Vergeet niet dat jij zunder al die bijscholings van mij, 6

gegarandeerd de helft al weer vergeten zol wezen. Onder mijn leiding ben jij in staot in zekere zin zelfstandig te functioneren en je zelf te kunnen verzorgen as ik ter niet meer ben. WILLEM: Ben jij van plan dood te gaon dan? TRIJN: Hoe kom jij nou op zo n raor idee? WILLEM: Ikke? Jij bent ter toch over begunt. TRIJN: Klets toch niet. Dat zol je wel willen hè mij overleven. WILLEM: Maor jij zee zo pas toch dat eh nou jao jij zee zo pas toch dat ik mij ok na joen dood hiel goed zol kunnen verzorgen. TRIJN: Ik ben nou ienmaol n veuruutdenkende vrouw. Ik zee dat jij, deur mien toedoen, in staot bent je zölf te verzorgen as ik ter niet meer zol wezen. Denk maor niet dat ik eerder gao dan jij, ik prakkezeer der niet over. WILLEM: Jao doefie. TRIJN: t Wordt de hoogste tied dat ik gao. Deur al die stress in dit huus heb ik mien ontspanning bitterhard neudeg. WILLEM: Laot je deur mij niet op hollen. Ik zol niet willen dat jij je vriendinnen laot wachten. TRIJN: Wij gaon vanmiddag kookrecepten met mekaore ruilen. WILLEM: Maor jij kookt toch nooit. TRIJN: Nee, jij. Maor jij denkt ter hielemaol niet bij nao hoe muu ik ter van word um alles op te schrieven, en t joe dan nao die tied uut te stukken. En dat alles, umdat jij zo n belabberd geheugen hebt en niks ontholt van wat ik je vertel. WILLEM: Jao doefie. TRIJN: Nou, tot laoter op de dag. (Trijn af) WILLEM: Och, och, wat n opluchting, daor ben ik gelukkig n tiedtie van af. Tis net aj buuten bent en de wolken trekt op, dan wordt t iniens beter weer. (Er wordt geklopt. Willem gaat naar de deur) FRITS: (Komt op, heeft dezelfde schort als Willem voor) Kun je mij n pak suuker lienen? Ik ben t vergeten te kopen. WILLEM: Gien probleem. FRITS: Roelie hef heur tante beloofd um n keeke met te nemen, maor die kan ik zunder suuker niet bakken. WILLEM: Waorum bakt ze die keeke zölf niet dan? FRITS: Waorom doe jij t huushollen, in plaots van Trijn? WILLEM: Jij hebt geliek. Op de ien of andere manier bent wij niet tegen oeze vrouwen opwassen en as ze de kans zollen zien, dan mussen wij nog veul meer doen. FRITS: Vrouwen bent vrömde wezens. Ik denk dat gien enkele man ooit in staot zal wezen um n vrouw te begriepen en dat is al zo vanaf de tied van Adam en Eva. (Er wordt gebeld) 7

WILLEM: Der wordt al weer beld, mensen, mensen, wat jao n drokte. (Willem doet open) OTTO: (Komt op. Heeft dezelfde schort als Willem en Frits voor. Heeft een lege glazen koffiekan van een koffieapparaat bij zich. Hij strekt zijn arm en gebruikt de kan als een buikspreekpop. Doet de deksel voortdurend open en dicht) Hallo Willem, ik ben n arme koffiekanne die zit te springen um koffie. Kun jij mij wat koffie lienen? WILLEM: Moment. (Gaat naar de keuken) FRITS: (Ironisch) Grapjurk. OTTO: Nou en? Laot mij toch. Thuus mag ik dit niet doen. WILLEM: (Komt op. Heeft ook een glazen koffiekan in zijn hand en een plastic zakje met koffie. Gebruikt zijn koffiekan ook als buikspreekpop) Hier, kiek ies eem beste kameraod. Ik heb wat veur je met nomen. OTTO: (Ook weer in de weer met zijn kan) Ooohhh dat is hiel arg aordeg van joe. WILLEM: (Tegen Frits) Hol ies eem vast. (Geeft de koffiekan en gaat af) FRITS: Wat moet ik met die kanne? OTTO: Buukspreken, wat dacht jij dan? (Met zijn kan) Hallo Frits, alles kits achter de rits? FRITS: Hol toch op man met die flauwe kul. OTTO: (Met de koffiekan) Waor is je gevuul veur humor bleven Fritsie? (Pakt de koffiekan van Frits af en houdt beide kannen op borsthoogte, alsof het vrouwenborsten zijn) An wie döt je dit denken? FRITS: Gien idee. OTTO: (Met verdraaide stem) Mien naom is Carmen en mien beroep is bardame. FRITS: Jij wilt toch zeker die koffiekannen niet met de borsten van Carmen vergelieken? OTTO: t Maokt mien leven riek, as ik naor de borsten van Carmen kiek. An elke kaante íén exemplaor, geleuf mij, t is waor. (Otto en Frits moeten lachen) WILLEM: (Komt op, heeft een glazen koffiekan bij zich) Wat is ter an de hand? Heb ik wat mist? OTTO: Nee heur, Frits en ik haaren t over Carmen. FRITS: De spetter van nachtclub Esmee. WILLEM: (Dromerig) Mmmmm Carmen FRITS: Dit was Brandpunt en dan nou n gedicht van mien hand. OTTO: Van joen hand? Kun jij dichten dan? 8

FRITS: Ik heb verborgen talenten. WILLEM: Laot heuren dat gedicht. FRITS: (Neemt een pose aan) Wij zijn hele stoere kerels en we wonen deur aan deur. Goede vrienden, ja dat zijn we houden niet van veel gezeur. Onze vrouwen zullen ervaren dat we echte kerels zijn. En ze zullen er nog achter komen Voor ons geen water bij de wijn. WILLEM: Blikskater kerel. Jij kunt jao dichten as n grote! (Klapt in zijn handen) FRITS: Eem wachten der komp nog een couplet. Van voren grijs, van achteren kaal ach, de jeugd, dat was eenmaal. Haren groeien uit de oren de potentie ging verloren. Maar al zijn wij oude knarren de mooie Carmen kan ons nog steeds verwarren. wij laven ons aan de boezem der natuur en de borsten van Carmen zijn rijp en puur. (Alle drie lachen en slaan elkaar op de schouders Op dat moment komen Trijn, Roelie en Suzanne op) TRIJN: Wat is hier in vredesnaom an de hand? WILLEM: (Stotterend) Bent eh Bent Jullie bent ter al weer jao, dat is rap. ROELIE: Kunnen wij jullie dan gien moment allent laoten? TRIJN: t Koffiehuus is vandaag gesloten en we blieven hier. FRITS: Arme Willem, ik ben bliede dat dit theekransie niet bij mij plaots vindt. SUZANNE: Kan ien van de heren oes messchien uut leggen waorom jullie hier bent? OTTO: Wij kwamen mekaore gehiel en al toevallig tegen. WILLEM: Klopt dat is waor, gehiel toevallig. Otto en Frits bent hier omdat wij huusholdelijke ervaorings uit wollen wisselen. TRIJN: Lul toch niet zo. OTTO: Echt waor heur Trijn, echt waor. TRIJN: Jullie zitten je tied te verdoen met allerlei onbenulligheden, met as gevolg dat t wark blef liggen. Nou an de slag dan maor 9

weer. WILLEM: Jao doefie. ROELIE: (Tegen Frits) Dat geldt ok veur joe. FRITS: Jao Roelie. OTTO: (Zachtjes tegen Willem en Frits) Ik wacht op t moment dat niet wij, maor oeze vrouwen n stappie terugge doen. WILLEM: (beeldend brengen) Jij hebt n verkeerde veurstelling van de dinger. Kiek as n man n stappie terugge döt, döt hij dat umdat hij bange is. As n vrouw n stappie terugge döt, döt ze dat um n aanloop te nemen. SUZANNE: (Tegen de mannen) Ik denk dat t veur ieder en iene t beste is, dat jullie vertrekken. FRITS: Dat denk ik ok. Kom op kerels, an t wark. De centen van de baos bent niet van blik. (Frits en Otto gaan af. Willem gaat naar de keuken) TRIJN: Je moet ter toch niet an denken dat oeze mannen ooit allent achter zollen blieven. ROELIE: Ze zollen zich zölf verwaarlozen en der zol niks van terechte kommen. SUZANNE: Dat denk ik ok, maor hoe zol de wereld der uut zien zonder mannen? TRIJN: n Wereld zunder oorlog met gelukkige, dikke vrouwen. (Lachen alle drie) SUZANNE: As vrouw moet je wel ongeleufelijk veul fantasie hebben um van n man te hollen um zijn kwaliteiten. ROELIE: Over fantasie gesproken. Gister heeft Frits mij n stuk uut de kraante veur lezen. Daor stun in dat ter in de Stille Oceaon n eiland lig, waor vrouwen leven die geld betaolen um seks met mannen te hebben. TRIJN: Is t niet aans um? Ik bedoel, dat de mannen betaolen um seks met de vrouwen te hebben. ROELIE: Nee, de vrouwen betaolen. SUZANNE: En verder? ROELIE: Umgerekend kregen ze elke keer twenteg euro. Frits zee ok nog dat hij z n koffer wol pakken en daor hen wol gaon. TRIJN: En wat heb jij daorop zegd? ROELIE: Dat ik met hum met gao, umdat ik wel ies wil zien hoe hij drie maond van twenteg euro leeft. (Lachen. Er wordt geklopt) TRIJN: Wie zullen we daor hebben? CHRISTA: (Komt naar binnen) Waor is die grappenmaoker? TRIJN: Wie bedoel jij? CHRISTA: Je man natuurlijk. 10

TRIJN: Ik heb nooit weten dat Willem n grappenmaoker is. CHRISTA: t Was ook niet serieus bedoeld. Elke keer as hij t trappenhuus daon hef, lig ter links en rechts nog overal rommel. ROELIE: Dat klinkt mij bekend in de oren. Elke keer verget Frits wel waor argens te stofzoegen. TRIJN: (Tegen Christa) Maor gao verder, je hebt vast nog meer te vertellen. CHRISTA: Vriendelijk as ik ben moet ik hum ok iedere keer de hoekies laoten zien die hij over slat. SUZANNE: Dat moet ik bij Otto ok altied as hij stof afnomen hef. ROELIE: Kerels! (Tegen Christa) Maor jij doet zo opgewonden, der is vast meer an de hand. CHRISTA: Hij hef in alle hoeken die ik hum heb laoten zien, n rood kruus tekend met n rooje stift en nog niet afwaosbaor ok, zal ik je vertellen! SUZANNE: Oh en nou? TRIJN: Laoten we eerst maor ies gaon kieken. CHRISTA: En dan? TRIJN: As t waor is wat jij zegt, dan zal ik hum ies eem de oren wassen. Dan kreg hij n bössel in de handend drukt, en ik beloof je dat nao die tied t trappenhuus nog nooit zo schoone west is. (Trijn, Roelie en Suzanne af. Christa pakt uit haar zak/tas/schort een plat drankflesje. Neemt een flinke slok en gaat dan de anderen achterna) WILLEM: (Komt op. Kijk om zich heen) O, o, wat toch n rust. (Er wordt geklopt) Jammer genog, is t al weer weer veurbij. (Doet open) CARMEN: (Komt op, sexy gekleed) Hallo Willem, hier ben ik dan. (Willem schrikt behoorlijk en kan van verbazing geen woord uitbrengen. Zijn mond gaat open en dicht, maar er komt geen geluid uit. Carmen kijkt om zich heen) Gezellig hier zeg. Ik wus wel dat t mij hier zol bevallen. WILLEM: Carmen! CARMEN: Dat is n verrassing hè? WILLEM: Dat zol je wel kunnen zeggen jao. Maor zol jij mij willen vertellen hoe jij hier kommen bent? CARMEN: Met n taxi. De chauffeur wacht beneden op zien geld. Kun jij mij eem dertig euro lienen? WILLEM: Maor wat kom jij hier doen en hoe weet jij waor ik woon? CARMEN: Dat heb jij mij de leste keer dat jij bij oes in de nachtclub was zölf verteld. Bovendien heb jij zegd dat ik hiel goed bij joe en joen woning en dan met naome in joen berre zol passen. Nou en 11

daor ben ik dus. WILLEM: In vredesnaom gao vot. Wat denk jij dat ter gebeurt as Trijn je hier zöt. CARMEN: Wie is Trijn? WILLEM: Trijn is eh nou jao CARMEN: Jij hebt mij verteld dat jij vrijgezel bent. WILLEM: (Zichtbaar nerveus) O jao heb eh heb ik dat? Daor kan ik mij eem niks van herinneren. CARMEN: Grapjas! Jij en je twei kameraoden hebben zich zo wat de harsens in slaogen, umdat jullie alle drie met mij willen trouwen. WILLEM: Wat kom jij hier doen en wat wil jij van mij? CARMEN: n Paor dagen logeren schat. Ik krieg thuus neie raomen en ik heb gien zin in de kolde te zitten. Daorum dacht ik bij mij zölf dat ik wel n tiedtie een tijdje bij jou kun wonen. WILLEM: (Ontzet) Maor eh maor dat eh dat giet niet umdat eh umdat CARMEN: Umdat wat? WILLEM: Umdat eh omdat hier behalve ik nog iene woont. CARMEN: Aha die Trijn zeker waor as jij t over haaren. Jij bent dus toch trouwd. WILLEM: Jao, zo kun je t ongeveer wel uut drukken jao. Hoewel trouwd ik weet niet of dat nou wel de juuste uutdrukking is CARMEN: (Dreigend) Wat is dan wel de juuste uutdrukking? As ze n oogie op je hef, zal ze mij nog leren kennen. Ik duld gien concurrente. Vertel op, wie is die Trijn? WILLEM: Mien eh mien zuster. Wij wonen saomen min of meer. CARMEN: Waorum heb jij dat niet metien zegd? Ik verheug mij der op um kennis te maoken met je zuster. WILLEM: Maor ik eh ik zal heur eerst veur moeten bereiden. CARMEN: Daor hebben wij t nog wel over. Heb jij nou eem dertig euro veur de taxi? WILLEM: Jao gien probleem, maor eh doe mij n plezier en maok je eem onzichtbaor veurdat mien vr veurdat mien zuster je zöt. CARMEN: Doe toch niet zo paniekerig. Wat kan der nou gebeuren as jij mij an heur veur stelt? WILLEM: (Pakt zijn portemonnee en geeft haar geld) Daor wil ik niet ies over nao denken en gao nou, de taxichauffeur wacht op joe. (Willem duwt haar in de richting van de deur. Dan klinken achter het toneel de stemmen van de vrouwen) Ojee, daoor zul je ze hebben. CARMEN: Wie zul je daor hebben? WILLEM: Dat leg ik je laoter wel uut. Naor de slaopkamer, en wel hiel 12

rap! (Duwt Carmen in de richting van de slaapkamer) CARMEN: (Betekenisvol) Oh jij hebt wel híél veul haost. Nou, zo snel giet dat bij mij niet heur. WILLEM: Naor binnen, ik leg je laoter alles wel uut. (Duwt Carmen naar binnen en sluit de deur) Tjongejonge, dat was op n nippertie. TRIJN: (Komt samen met Roelie, Suzanne en Christa op) Daor ben jij mannegie. Met joe heb ik n appeltie te schillen. CHRISTA: Ik ben zo aller barstens vreselijk opgefokt deur dit alles. n Borrel zol der nou wel in gaon. WILLEM: Jou kennende heb jij wel n veurraodje bij je. CHRISTA: Ik? Hoe kom jij daor nou bij? Wat denk jij wel niet?! WILLEM: Hoe dan ok, wij hebben gien drank in huus. ROELIE: (Tegen Trijn) Hij geleuft ok alles wat je hum wies maokt hè? Waor stiet de drankfles? TRIJN: In de slaopkaomer. Alles moet ik verstoppen in dit huus. As ik t rond zol laoten slingeren zol ik hum binnen de korste keren naor n ontwenningskliniek moeten brengen. Hij kan nog gien vingergoed vol drank verdraogen. (Loopt richting slaapkamer) WILLEM: (Als door een wesp gestoken. Rent naar de slaapkamerdeur en verspert deze met zijn lichaam) Dat eh dat giet nou niet. Je kunt hier niet naor binnen. SUZANNE: Niet te geleuven! As Otto mij zo n grote mond zol durven geven, dan was hij nog lang niet klaor met mij. TRIJN: Ben jij niet goed bij je verstaand?! Waorum mag ik niet naor de slaopkaomer? ROELIE: Messchien hef hij daor zien vriendin verstopt. (Lachen allemaal, behalve Willem) TRIJN: Willem en n vriendin? Laot mij niet lachen. Willem is t soort kerel dat over twaolf naokte vrouwen hen stapt en t dan nog niet in de gaoten hef. (Tegen Willem) En nou an de kaante! WILLEM: Nee. CHRISTA: Gedraogt hij zich ok zo as je met hum naor berre wilt Trijn? TRIJN: Nee, daor veur moet ik wat uut trekken. SUZANNE: Wat dan? TRIJN: De stekker van de tillevisie. (Tegen Willem) En nou opgedonderd! WILLEM: (Ruikt) Ik krieg opiens n brandlucht in mien neuze, ik denk dat de keuken in de fik stiet. TRIJN: Wat?! Jao, dat ontbrak ter nog maor an grappenmaoker. (Behalve Christa, gaan allen af naar de keuken. Christa pakt haar fles en neemt een slok. Gaat dan de anderen achterna) 13

CARMEN: (Komt uit de slaapkamer) Wie denkt hij eigenlieks dat ik ben? Zie ik ter uut as n miljonair? Elke minuut dat de taxichauffeur wacht, tikt zien meter maor deur. (Carmen naar buiten) SUZANNE: (Komt op met Willem, Trijn, Roelie en Christa) Zölfs de neuze van je man warkt niet zo as t heurt. CHRISTA: En kippig is hij ok, aans zol hij t stof in t trappenhuus wel zien. ROELIE: Hij haar op zien minst zien excuus an kunnen bieden veur t feit dat hij oes onneudeg naor de keuken leut gaon. TRIJN: Zo bent de kerels. Wij vrouwen zollen oeze fouten votdaodelijk toe geven. Veuropgesteld dat wij fouten zollen hebben natuurlijk. WILLEM: Ik heb toch echt n brandlucht roken. Um hielemaol zeker te wezen stel ik veur dat ieder en iene naor buuten giet, zo dat ik t hiele huus kan controleren. t Liekt mij t beste dat jullie allemaol in de woning van Suzanne of Roelie wachten tot ik t sein veilig geef. TRIJN: Wat n onzin. Der is hielemaol niks an de hand en alles is veilig. Zo en nou is t tied veur n borrel. (Loopt in de richting van de slaapkamer. Willem is niet snel genoeg om haar de weg te versperren) WILLEM: (Rent naar Trijn) Nee!!! Niet naor binnen gaon!!! Daor is naomelijk TRIJN: Hol je mond en staon blieven! (Willem staat aan de grond genageld) SUZANNE: Met je man schient warkelijk wat niet in orde te wezen, maor jij kunt hum in ieder geval uut laoten praoten. TRIJN: (Bij de slaapkamerdeur) Mien man kreg van mij altied t leste woord. Hij mag dus zien excuus an bieden. (Trijn gaat af in de slaapkamer) CHRISTA: Ik moet zeggen dat ik dit allemaol grappiger vin dat mieste programma s op de tillevisie, en as ik nou n borrel zol kriegen, zol ik mij metien n stuk beter vuulen. (Trijn komt met een fles drank uit de slaapkamer) ROELIE: En? Hef Willem de minister-president in de slaopkaomer verstopt? SUZANNE: Of lig ter n naokte vrouw op jullie berre? (Vrouwen lachen) WILLEM: (Verbaasd) Is joe daor binnen niks eh is je niks op vallen? 14

Als u het hele stuk wilt lezen dan kunt u via www.toneeluitgeverijvink.nl de tekst bestellen en toevoegen aan uw zichtzending. Voor advies of vragen helpen wij u graag. info@toneeluitgeverijvink.nl 072 5112407 Samenspelen is ons motto