Inspectierapport Alles Kids (BSO) Buitenom 1 8313AG Rutten Registratienummer 206180706 Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Noordoostpolder Datum inspectie: 21-02-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Concept
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectie-activiteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties, of indien hier een andere aanleiding toe is. Beschouwing Algemene informatie Buitenschoolse opvang (BSO) is aangesloten bij. In hetzelfde gebouw bevindt zich ook het Kinderdagverblijf (KDV) van dezelfde houder: KDV Alles Kids. De houder heeft ook een BSO en KDV te Bant. Dit inspectierapport betreft de BSO te Rutten. De opvang wordt aangeboden op maandag t/m vrijdag en biedt plaats aan maximaal 20 kinderen. Tevens is KDV De Draaitol van de Stichting Peuterspeelzalen Noordoostpolder (SPN) in dit gebouw gevestigd en het 'buurthuis'. Tijdens schoolvakanties vinden hier activiteiten plaats. Kinderen die bij de BSO worden opgevangen, mogen hierbij aanschuiven. Inspectiegeschiedenis De houder is sinds 1 januari 2014 verantwoordelijk voor alle aangesloten vestigingen van Alles Kids. Bij Alles Kids is sprake van een vast team beroepskrachten. Sindsdien heeft de houder zich als zeer betrokken en deskundig getoond en is er voor geen van de aangesloten vestigingen handhaving geadviseerd. Huidige inspectie Bij het inspectiebezoek was de houder aanwezig, zij was ingeroosterd op de BSO en was werkzaam op de groep als beroepskracht. De houder en toezichthouder hebben elkaar gesproken, waarbij de toezichthouder aan het eind van het inspectiebezoek een terugkoppeling heeft gegeven aan de houder. Het inspectiebezoek heeft plaatsgevonden tijdens de voorjaarsvakantie. Tijdens deze onaangekondigde reguliere inspectie zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Hiermee voldoet de houder aan de getoetste eisen vanuit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk De observatie van de pedagogische praktijk vond plaats op een dinsdag ochtend op de basisgroep. Er waren 18 kinderen aanwezig met twee beroepskrachten en een snuffel stagiaire. Bij binnenkomst van de toezichthouder bij de groep met de oudste kinderen zitten alle kinderen aan tafel te eten en drinken. Bij binnenkomst van de toezichthouder bij de groep met de jongste kinderen zijn de kinderen zich aan het klaar maken om buiten te gaan spelen. Buiten spelen alle kinderen van het KDV en beide groepen van de BSO samen. Van de jongste groep kinderen zijn twee kinderen aan het knutselen in het 'buurthuis'. Emotionele veiligheid "De beroepskracht communiceert met de kinderen". Observatie: aan tafel vraagt een van de beroepskrachten: 'Luister eens, hebben jullie liever ontbijtkoek?' Ja, knikken de kinderen. 'Kom ik zo terug'. Persoonlijke competentie "Er is wederzijdse interactie tussen de beroepskracht en individuele kinderen". Observatie: een van de kinderen zit 'in de zon' en probeert dit te ontwijken door te verzitten. De beroepskracht ziet dit en legt uit dat de zon tussen de zonneschermen doorschijnt, 'kom maar naar de andere kant van de tafel, dan heb je er geen last meer van'. Het kind gaat aan de andere kant van de tafel zitten. Sociale competentie "De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie". De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. De beroepskrachten helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Observatie: tijdens het buiten spelen ontstaat een conflict: een van de kinderen wil alleen spelen met de bal, terwijl een ander kind ook met die bal wil spelen. De beroepskracht loopt naar beide kinderen toe: 'Leg je de bal weg?' 'Nee', antwoordt het kind dat alleen wil spelen. De beroepskracht doet haar best om uit te leggen dat beide kinderen samen kunnen spelen. Het kind dat alleen wil spelen blijft volhouden. De beroepskracht stelt voor aan het kind dat mee wil spelen om een tweede bal te pakken. Dit lijkt de oplossing, hierna spelen allebei de kinderen elk met een 'eigen' bal. Normen en waarden "Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn." Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag. Observatie: als de jongere kinderen klaar zijn om naar buiten gaan, spreekt de beroepskracht eerst de kinderen aan: 'Wij lopen zo door het buurthuis om naar buiten te gaan, dan lopen wij als muisjes er voorbij. Wat zegt een muis alweer?' Alle kinderen blijven stil; omdat een muis 'niets' zegt, licht een van de kinderen de beroepskracht zachtjes toe. 4 van 10
De pedagogische praktijk voldoet aan de voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw J. de Haan, houder Alles Kids) Interview (beroepskrachten) Observaties (pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimten) 5 van 10
Personeel en groepen Onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden eisen voor verklaringen omtrent het gedrag. Ook gelden normen voor opvang in groepen en beroepskracht-kindratio. Verklaring omtrent het gedrag De aanwezige beroepskracht en de houder beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Deze VOG's voldoen aan de voorwaarden. Aanvullende informatie De aanwezige stagiaire betrof een snuffelstage van 2 dagen, dus minder dan 60 uur. In dit geval is het beschikken over een VOG geen vereiste. Passende beroepskwalificatie De aanwezige beroepskracht en de houder beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Kinderopvang. Deze diploma's voldoen aan de voorwaarden. Opvang in groepen Bij BSO Alles Kids worden per dagdeel maximaal 20 kinderen opgevangen in 2 basisgroepen: - een groep in de leeftijd van 4 en 5 jarigen en - een groep vanaf 6 jaar. De opvang in basisgroepen voldoet aan de voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Tijdens het inspectiebezoek waren aanwezig: - de groep in de leeftijd van 4 en 5 jarigen: 10 kinderen met 1 beroepskracht en - de groep vanaf 6 jaar: 8 kinderen met 1 beroepskrachten en een snuffel stagiaire. Er werd aan de beroepskracht-kindratio voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw J. de Haan, houder Alles Kids) Interview (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Alles Kids Website : http://www.alleskidsrutten.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Alles Kids B.V. Adres houder : Buitenom 1 Postcode en plaats : 8313AG Rutten KvK nummer : 65921763 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : 088-0029910 Onderzoek uitgevoerd door : E. Kerkenaar Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Noordoostpolder Adres : Postbus 155 Postcode en plaats : 8300AD EMMELOORD Planning Datum inspectie : 21-02-2017 Opstellen concept inspectierapport : 10-03-2017 Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10