BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Vergelijkbare documenten
Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie.

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

KLeIn erfgoed SUBSIDIEAANVRAAG VOOR DE INSTANDHOUDINGSWERKEN AAN HET. Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Directie Monumenten en Landschappen

RECLAME- EN UITHANGBORDEN Titel 6 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. 1. Doelstelling

gevelverfraaiing (zie bijgevoegde lijst van subsidieerbare werken):

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Gelet op de nieuwe gemeentewet, meer bepaald artikel 117, alinea 1 en artikel 118, alinea 1 ;

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

MILIEUVERGUNNINGEN IN BRUSSEL :

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Reglement versterking van de economische bedrijvigheid in de kernen van de stad Kortrijk, specifiek ter ondersteuning van actieve handelscomités

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

ADVIES. 15 september 2016

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Werken aan een beschermd gebouw

gelet op het besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 27/05/2010 tot uitvoering van de voornoemde ordonnantie;

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJK REGERING AGENDA VAN DE MINISTERRAAD VAN DONDERDAG 20 SEPTEMBER 2018

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Leegstand bestrijden. Belangrijkste maatregelen van de Regering Nut Geschiktheid. 8 gemeentelijke observatoria voor de huisvesting subsidiëren

HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

BELASTINGREGLEMENT OP HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN VERGUNNINGEN EN ATTESTEN OP HET VLAK VAN STEDENBOU EN MILIEU

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. BRUGEL-Advies

Reglement tot het toekennen van een gemeentelijke aankoop- en vervolgpremie.

HOUDENDE ORGANISATIE VAN DE STEDELIJKE HERWAARDERING.

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003

ADVIES. 10 maart 2014

Wie heeft recht op een premie?

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

ADVIES. Ontwerp van gewestelijk natuurplan voor Brussel. 11 april 2014

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed provincie Limburg VAREND ERFGOED IN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be

Rise- Innovatieve start-ups

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Adres: Schuttershofstraat LANAKEN België IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Gewestelijke Ontwikkelingscommissie ACTIVITEITENVERSLAG VAN HET JAAR 2006

Oostende - Middenkust

NOTA AAN HET VERENIGD COLLEGE VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE

Uittreksel uit het vergunningenregister

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Strategische nota meerjarenplanning

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury

Aanvraag van een planologisch attest

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

Artikel 1. Begrippenkader. Voor de toepassing van dit reglement verstaat men onder:

ADVIES. Ontwerp van richtplan van aanleg. «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019

'Vademecum publieksevenementen' - Plaatsing van gelegenheidsinstallaties op de openbare ruimte

heeft u een. Opmerkelijke. boom brussels hoofdstedelijk gewest

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 mei

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Omgeving - Omgevingsvergunningen

Algemene beschrijving

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

meldings- en vergunningsplicht

AANVRAAG VAN SUBSIDIES VOOR WERKEN TOT BEHOUD VAN EEN BESCHERMD GOED

Omgeving - Omgevingsvergunningen

STEDELIJK REGLEMENT VOOR HET VERLENEN VAN SUBSIDIE VOOR HET RESTAUREREN VAN GEBOUWEN MET ERFGOEDWAARDE

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen. 21 september 2017

- 1/5 - (door de aanvrager in te vullen) vanaf 1 januari Informatie over de aanvraag: A. Aanvrager: ... B. Ligging van het goed: ...

Notaris Ines van Opstal

Bureau 31/08/2016 Nota 56

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN

BASISDOSSIER VAN BBP GEMEENTE BRUSSEL. Advies van de gewestelijke ontwikkelingscommissie inzake het basisdossier van het BBP Nr.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring

Séance du 10 juin 2015/ Zitting van 10 juni 2015 ORDRE DU JOUR/DAGORDE

Notaris Hans Van Overloop

UW WINKEL IN EEN NIEUW KLEEDJE?

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Gemeentereglement voor het toekennen van premies voor de aanpassing van de woning die door een senior bewoond wordt.

MEMORIE VAN TOELICHTING

Project CityGate I - Goederen in Anderlecht

ADVIES. 17 april 2013

ADVIES. 20 september 2018

Brussels Parlement. Datum: juli Verslag aan het Brussels Parlement voorgelegd door de Staatssecretaris belast met het gelijkekansenbeleid

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer. Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid art. 117, 119bis en 135, 2;

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJK REGERING AGENDA VAN DE MINISTERRAAD VAN DONDERDAG 21 FEBRUARI 2019

ADVIES. Strategische uitvoerbaarheidsstudie betreffende de vestiging van een biomethanisatie-eenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Onderhavige kennisgeving van onderzoek loopt geenszins vooruit op het advies van de Gemeente aangaande dit dossier.

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR DE AANLEG OF DE PLAATSING VAN SCHERMEN OF GRONDDAMMEN LANGS EEN GEWESTWEG DIE HET WEGVERKEERSLAWAAI VERMINDEREN

Transcriptie:

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen Commissie voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en het grondbeleid VERGADERING VAN DONDERDAG 2 MAART 2000 Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 1999-2000

2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN INHOUD INTERPELLATIE van de heer Yaron Pesztat (F) tot de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, van personen, betreffende de toekomst van de Zuidwijk. (Sprekers: De heren Yaron Pesztat, Mohamed Azzouzi, Bernard Clerfayt, Philippe Debry en Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels van personen) MONDELINGE VRAGEN van mevrouw Béatrice Fraiteur (F) aan de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen, betreffende het beleid inzake de bescherming van het onroerend erfgoed. (Sprekers: Mevrouw Béatrice Fraiteur en de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen) van mevrouw Evelyne Huytebroeck (F) aan de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen, betreffende de herbestemming van van de brouwerij Wielemans (Sprekers: Mevrouw Evelyne Huytebroeck en de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen) van de heer Joël Riguelle (F) aan de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, van personen, betreffende het feit dat er geen termijn gesteld is om een beslissing te nemen over de aanvragen om bescherming of om omschrijving op de bewaarlijst (Sprekers: De heren Joël Riguelle en Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, van personen) Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 1999-2000

VERGADERING VAN DONDERDAG 2 MAART 2000 3 Voorzitterschap: de heer Joël Riguelle, Oudste lid in jaren - De vergadering wordt om 15.00 uur geopend. INTERPELLATIE VAN DE HEER YARON PESZTAT (F) TOT DE HEER ERIC ANDRÉ, STAATSSECRETA- RIS BIJ HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET RUIMTELIJKE ORDE- NING, STADSVERNIEUWING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN EN BEZOLDIGD VERVOER VAN PERSONEN, betreffende de toekomst van de Zuidwijk. De heer Yaron Pesztat (in het Frans).- De saga van de Zuidwijk begint in 1987, toen Herman De Croo, als minister van Verkeerswezen, aankondigde dat hij van de komst van de HST in het Brussels Gewest gebruik wou maken om een project voor de ontwikkeling van de wijk op te zetten. Oorspronkelijk ging het om een groots opgezet project dat erin bestond de sporen te overbruggen met een gebouw waar 600.000 m 2 kantoorruimte tot stand zou worden geplaatst. In 1989 werd de heer Picqué Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij legde de spelregels vast. De NMBS kreeg via Eurostation de toestemming om haar activiteiten te ontwikkelen aan de oostkant van het Zuidstation, waar ze 200.000 m 2 aan kantooroppervlakte mocht bebouwen. Ten westen, de kant op van Sint-Gillis, nam een aantal gewestelijke overheidsinstanties via de operator Brussel-Zuid deel aan een ontwikkelingsproject waarvoor er een richtschema werd opgesteld. Het was een ambitieus plan dat in verschillende BBP s tot uiting kwam en een aanzienlijke herstructurering van de stadsstructuur beoogde. De bedoeling was de wijk te structureren ten opzichte van de Vijfhoek. Er zouden ook twee pleinen, één aan de kant van Sint-Gillis en één aan de kant van Anderlecht, aangelegd worden. Tenslotte zouden er kantoren en hotels maar ook collectieve voorzieningen en nieuwe en gerenoveerde woningen komen. Deze zouden gefinancierd worden met de op de kantoren en hotels geheven stedenbouwkundige lasten. (Voorzitter: de heer Bernard Clerfayt) Tien jaar later is het eindresultaat rampzalig, want alleen de kantoren en de parkeerterreinen zijn in aanbouw. Er zijn nog geen woningen en geen collectieve voorzieningen. Een deel van de pleinen is reeds aangelegd, maar dan wel dankzij het samenwerkingsakkoord tussen de Staat en het Gewest. Wat zijn de redenen voor deze mislukking? Het Gewest heeft helemaal geen controle over de gronden waarop het project uitgevoerd zou worden. De projectontwikkelaars hebben zich op de wijk gestort. Zij hebben gekocht en verkocht. De prijzen zijn enorm gestegen, verdubbeld en zelfs verdrievoudigd. De terreinen zijn dus in waarde gestegen. Bijgevolg kon het overheidsproject waarvoor bepaalde onroerende goederen via een onteigeningsprocedure moesten worden aangekocht, niet uitgevoerd worden. Daardoor is het Brussels Gewest geen enkele van zijn verbintenissen nagekomen. Dat is wat gebeurt als men niet op voorhand de volledige controle over de terreinen heeft. In Frankrijk bestaan er regelingen om speculatie te voorkomen, maar niet in België. Ecolo heeft het recht van voorkoop voorgesteld, maar op dit ogenblik staat het Brussels Gewest nergens. Het Gewest is verantwoordelijk voor deze situatie. Hoe zal het deze wijk uit het slop halen? In 1989 was het al geen gezonde wijk, maar vandaag is ze er tien keer erger aan toe. Het gewestproject heeft de situatie alleen maar verergerd. Deze kwestie wordt in een nieuw daglicht gesteld sedert men weet dat de NMBS een HST-terminal wil bouwen op het emplacement van het rangeerstation van Schaarbeek en dat achter dit project een vastgoedproject van de NMBS schuilgaat, namelijk het nutte maken van haar gronden. Als dat in Schaarbeek gebeurt, zal dit gebied de investeringen aantrekken en zal dit ten koste van de ontwikkeling van de Zuidwijk gaan. Hoe denkt het Brussels Gewest het Zuidstation nieuw leven in te blazen? Kan het project rangeerstation Schaarbeek het project rond het Zuidstation niet op het spel zetten? Is de waarde van de gronden niet dermate gedaald dat het Gewest zijn oorspronkelijk project kan uitvoeren? Wat is er gebeurd met de inwoners van de panden die onteigend zouden worden? De heer Mohamed Azzouzi (in het Frans).- De socialistische fractie vindt dat eerst de werken in de Zuidwijk en het oorspronkelijke project voltooid moeten worden. Wij maken ons niet alleen zorgen over het stedenbouwkundige aspect en het erbarmelijke imago van de locatie Brussel- Zuid, maar ook over de sociale gevolgen voor de aangrenzende wijken. Deze locatie ligt op het grondgebied van drie gemeenten: Brussel, Anderlecht en Sint-Gillis, waar kansarme bevolkingsgroepen leven. (Voorzitter: de heer Sven Gatz) Om de problemen in deze wijken op te lossen beweert de overheid dat zij de positieve gevolgen van de bouw van de HST-terminal zoveel mogelijk wil benutten. Zo was zij van plan sociale woningen te financieren. Maar acht jaar later zijn de projectontwikkelaars, waaronder de NMBS, nog steeds niet begonnen met de bouw van kantoren. Het geld is dus nog niet beschikbaar en de wederoplevingsmaatregelen zijn nog niet getroffen. Het vastgoedproject zal pas uitgevoerd kunnen worden als de HST-terminal in Brussel-Zuid voltooid is. In dat verband dient men ervoor te zorgen dat de HST-terminal in Schaarbeek het project niet opnieuw op losse schroeven zet. Nu het GBP besproken worden, dient men daar op te letten. De heer Bernard Clerfayt (in het Frans).- Iedereen maakt zich zorgen over de omgeving van het Zuidstation. Ik deel de mening van degenen die zich zorgen maken over de ontwikkeling van de wijk (woningen, enz.). De overheid moet daarvoor zorgen. In die geest sluit ik me aan bij deze interpellatie.

4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN Zoals anderen het reeds gezegd hebben, vinden wij het belangrijk dat de eventuele aanleg van een tweede HST-terminal niet ten koste van de bestaande kantoorzone gaat. Het ontwerp van GBP voorziet daartoe in beschermingsmaatregelen. Hoe kunnen de infrastructuren die nodig zijn voor de aanleg van de wijk, gefinancierd worden? Eerst met de belastingen en het samenwerkingsakkoord met de federale overheid en vervolgens met de stedenbouwkundige lasten die de projectontwikkelaars zullen moeten betalen om bij te dragen tot de aanleg van de wijk. Zijn er in dit dossier lasten berekend? Ik ben gekant tegen het recht van voorkoop, want dit beginsel doet afbreuk aan het eigendomsrecht. De heer Philippe Debry (in het Frans).- Het is jammer dat de ontwikkeling van Brussel-Zuid afhangt van de kantoorbouw. (Voorzitter: de heer Bernard Clerfayt) De andere voorzieningen kunnen bijgevolg pas aangelegd worden na het bouwen van de kantoren. Het bedrijf l Oréal moet in Brussel blijven. Naar verluidt zal de vergunning niet toegekend kunnen worden. Brussel en in het bijzonder de Zuidwijk is echter een ideale locatie voor dit bedrijf, waarvan het moederbedrijf in Parijs gevestigd is. Het moederbedrijf had oorspronkelijk Nijvel gekozen als vestigingsplaats voor het dochterbedrijf, maar de directie in Parijs eiste dat l Oréal-België in Brussel werd gevestigd, omwille van het imago, om rekening te houden met de wensen van de bedienden en ook omdat twee derde van de omzet van het bedrijf in Vlaanderen wordt gehaald en de directie dus in een tweetalig gebied wil blijven. Het Gewest zou initiatieven moeten nemen om dit bedrijf in Brussel te houden, in een gebied waar kantoren toegelaten zijn. van personen (in het Frans).- Het project rond het Zuidstation en de desbetreffende beslissingen zijn geen persoonlijke initiatieven. Ik vraag mij trouwens af of de maatschappij Brussel-Zuid, die onder het voorzitterschap van Charles Picqué opgericht werd, efficiënt werkt. Het deel van de Zuidwijk aan de kant van Sint-Gillis is helemaal geen voorbeeld van een wederopleving, in tegenstelling tot het deel dat in Anderlecht ligt. Bij de vernieuwing van de wijk waren er moeilijkheden die de werken sterk vertraagd hebben. Nu zou het project eindelijk vlot verlopen. Er kan met precieze vervaldagen gewerkt worden. In Brussel zijn er niet veel soortgelijke vernieuwingsprojecten die snel en met succes uitgevoerd werden. De aanslepende, hinderlijke en vuile bouwplaatsen bevestigen het beeld dat de Brusselaars hebben van grote openbare werken en wekken de indruk van een logge en trage overheid. Een van de oorzaken van dit gebrek aan efficiëntie is het feit dat er geen hecht partnerschap is tussen de openbare en de privé-sector. Het voorbeeld van onze buurlanden moet ons aansporen om de uitgevoerde projecten en de projecten in uitvoering te evalueren. Ik laat een vergelijkende studie uitvoeren over onder meer de problematiek van de grootschalige heraanleg van de wijken. Wat de middelen betreft die de overheid heeft om op te treden, heeft de heer Clerfayt het probleem duidelijk uiteengezet. Ik ben tegen het recht van voorkoop, want het brengt lang aanslepende procedures met zich. Ik ben er eveneens principieel tegen gekant, maar ik ben bereid na te denken over de wettelijke middelen waarover wij zouden kunnen beschikken wanneer het om een hele wijk gaat. De ontwikkeling van de Zuidwijk wordt beheerd door een privé-vennootschap die bijna volledig rechtstreeks en onrechtstreeks door het Brussels Gewest gesubsidieerd wordt. Krachtens een beheerscontract met het Gewest is deze vennootschap ermee belast vastgoedprojecten te bevorderen met het oog op het bouwen en het renoveren van gebouwen bestemd voor kantoren, handelszaken en woningen, binnen de door het BBP bepaalde perimeter Fonsny I tussen de Fonsnylaan en de Merode-, de Claes- en de Ruslandstraat, op vier huizenblokken. Brussel-Zuid heeft als hoofddoel de percelen te herkavelen in coherente eenheden en die vervolgens te verkopen aan particuliere en openbare ontwikkelaars wier projecten goedgekeurd zijn. Ik heb ernstige twijfels over de efficiëntie van deze vennootschap. Ik wil de resultaten van het werk van Brussel-Zuid vergelijken met wat deze vennootschap kost. Ik zal vervolgens uitvoerig verslag aan de regering uitbrengen. Op de vraag of de tweede HST-terminal op het emplacement van het rangeerstation van Schaarbeek de wederopleving van de Zuidwijk in het gedrang kan brengen, antwoord ik dat het ontwerp van GBP reeds rekening houdt met de noodzaak om de bestaande administratiegebieden van de stad verder te ontwikkelen alvorens nieuwe ontwikkelingen aan te vatten. De gronden van de NMBS in Schaarbeek liggen in een gebied dat wordt beschouwd als een gebied van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg. Dat betekent dat de gronden voor de spoorwegen bestemd blijven, zolang de regering niet aangetoond en beslist heeft dat ze een nieuwe bestemming moeten krijgen. Volgens het ontwerp van GBP moet aan de volgende twee voorwaarden voldaan zijn : - er moet in de 3 grote administratiegebieden van de stad minstens 730.000 m 2 aan nieuwe kantoren, waarvan 180.000 m 2 in het administratiegebied Brussel-Zuid, en 150.000 m 2 aan gerenoveerde kantoren bijkomen. - er kunnen elders geen gronden gevonden worden die de bestemmingen kunnen krijgen die vastgesteld zijn voor de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg.

VERGADERING VAN DONDERDAG 2 MAART 2000 5 De ontwikkeling van nieuwe bestemmingen op de gronden van de NMBS aan het rangeerstation van Schaarbeek wordt slechts op lange termijn overwogen. Er is dus tijd genoeg om het project Zuidwijk af te werken. De waarde van de gronden binnen de perimeter van het station is niet overdreven hoog en staat de uitvoering van het project niet in de weg. Vanaf eind 1997 is de vennootschap Brussel-Zuid via verkopen uit de hand of gerechtelijke onteigeningen beginnen huizen te kopen in de huizenblokken A en B. Vandaag is het aankoopprogramma in die twee huizenblokken bijna rond. Er ontbreken slechts 3 kleine gronden op het toekomstige Hollandplein tegenover het Zuidstation uitgang Fonsny. De programma s om meer dan 30 gezinnen elders te huisvesten zijn uitgevoerd. Ze hebben van Brussel-Zuid en in nauwe samenwerking met de gemeente Sint-Gillis sociale en financiële steun gekregen om te verhuizen en zich elders te installeren. Na die verhuizingen is het sloopwerk begonnen. Het is bijna klaar in huizenblok B (dat van Test-Aankoop). Die aankopen, verhuizingen en sloopwerken maken het mogelijk de projecten uit te voeren die door de firma s Test- Aankoop, Eurobalken, de Sint-Gillissche Haard of nog Espace midi ingediend zijn. Wat huizenblok C betreft, worden er reeds gronden aangekocht om het Hollandplein te herverkavelen. Volgens de planning zouden de werken omstreeks 2002 van start gaan. Wat huizenblok D betreft, heeft Brussel-Zuid contact opgenomen met een groep die een onvoltooid hotel in de Engelandstraat wil afwerken. Momenteel maakt Brussel-Zuid vooral werk van de 3 andere huizenblokken. Er wordt rekening gehouden met het sociale aspect. De inwoners die elders een woning moeten krijgen, krijgen administratieve en sociale steun van de vzw CAFA. Die steun omvat ook financiële tegemoetkomingen voor de gezinnen die moeten verhuizen en die bewijzen dat ze vóór 1998 in dat gebied woonden. Er worden maatregelen genomen om hen te helpen bij hun verhuizing, bij hun installatie in een nieuwe woning en bij het betalen van de huurwaarborg. Ze krijgen tevens een maandelijkse toelage om een deel van de nieuwe huur te betalen. De heer Yaron Pesztat (in het Frans).- Ik dank u voor uw antwoord. U legt concrete bewijzen voor dat het project vordert. Ik heb echter vragen bij de toekomst en bij de manier waarop het Gewest lessen zal trekken uit deze geschiedenis. Uit uw antwoord onthoud ik dat u gekant bent tegen een veralgemening van het recht van voorkoop, maar niet tegen een recht van voorkoop per gebied. Uit de studies die u laat uitvoeren zal blijken dat de Franse regeling grotendeels gebaseerd is op de uitoefening van een recht van voorkoop in een heel gebied. van personen (in het Frans).- Ik ben het er helemaal mee eens dat er aan bijzondere wettelijke bepalingen moet worden gedacht wanneer het om een hele wijk gaat. De Franse en Engelse regeling zijn verschillend en werken met privé-operatoren en overheidsinstanties. Tot nu toe waren wij hiertoe niet in staat. MONDELINGE VRAGEN Bescherming van het onroerend erfgoed Mevrouw Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Mijn vraag gaat over de overlegcommissie van de gemeente Ukkel, die in januari is bijeengekomen om een advies uit te brengen over de bouw van een groot sportcomplex op de grond van het château de Lorraine aan de rand van het Zoniënwoud. Uit het onderzoek van het dossier blijkt dat dit kasteel helemaal niet beschermd is en dat de vier villa s die er één heel mee vormen, evenmin beschermd zijn. Door druk van de omwonenden heeft de overlegcommissie een aanvraag ingediend bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en heeft de gemeente zich verzet tegen het slopen van het kasteel. Zou de staatssecretaris, in plaats van te rekenen op het initiatief van de omwonenden om het kasteel te beschermen, niet beter de middelen aanwenden die hem door de ordonnantie inzake het behoud van het onroerend erfgoed worden aangereikt, om ons onroerend erfgoed te beschermen door een efficiënt, coherent en proactief beleid te voeren? Zou men in dit geval niet moeten overwegen om het architecturale geheel te beschermen? Zou die verhoogde bescherming verenigbaar zijn met het ontwerp van GBP 2? van personen (in het Frans).- Het onroerend erfgoed geval per geval redden is geen aanvaardbaar gewestelijk beleid. Ik heb een campagne opgezet om het onroerend erfgoed in verschillende reeksen te beschermen naargelang van de bouwperiode. De eerste reseks is gepland voor de maand april en omvat de onroerende goederen die van voor 1400 dateren, namelijk de archeologische overblijfselen en de overblijfselen van de eerste omwalling. De tweede reeks omvat de onroerende goederen op de Grote Markt van vóór 1695 en de derde reeks de andere onroerende goederen van het Gewest van 1400 tot het einde van de XVII e eeuw. Het onroerend erfgoed dat dateert uit de periode van de stichting van Brussel tot 1830, is

6 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN het opmerkelijkst en het meest bedreigd. Er worden andere reeksen overwogen voor het meer hedendaagse erfgoed. Bovendien hebben wij andere, specifiekere maatregelen genomen die de bouwwerken niet zullen blokkeren. Ik vind dat bouwen en het erfgoed beschermen hand in hand moeten gaan en elkaar niet mogen uitsluiten. Voor de villa in Ukkel hebben wij het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen gevraagd om te weten of een deel van het gebouw moet worden beschermd. Het respect voor het landschap is een belangrijk element. Het gaat er immers om te kiezen tussen de redding van een villa die niet beschermd dient te worden en een landschap dat zijn intrinsieke kwaliteiten heeft. Ik blijf ervan overtuigd dat de huidige stedenbouwkundige procedures borg staan voor het behoud van ons erfgoed. Wij zijn van zins een proactief beleid te voeren om het onroerend erfgoed te beschermen. Om een onroerend erfgoed te beschermen moet de bestemming ervan gewaarborgd worden. Mevrouw Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Hoe staat het met de vier andere villa s? van personen (in het Frans).- Ik ben niet van plan de villa s te beschermen, maar ik zal nadenken over de bescherming van de landschappen. De herbestemming van de brouwerij Wielemans Mevrouw Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Mijn vraag gaat over de brouwerij Wielemans, een locatie van gewestelijke belang. Ik sluit mij daarmee aan bij de interpellatie van de heer Yaron Pesztat over de wederopleving van de Zuidwijk, want de brouwerij ligt in hetzelfde gebied. In 1989 had het Gewest 12 miljoen uitgegeven om de voorgevel van de brouwerij te renoveren. Aan alle kanten drong er water binnen in het gebouw. Het kon een gevaar voor de voorbijgangers vormen. In juli 1998 hebben de eigenaar en het Gewest een overeenkomt gesloten waarbij de eigenaar er zich toe verbond een deel van de werken aan het Gewest terug te betalen. Vandaag is de eigenaar failliet en zit hij in de gevangenis. Nu blijkt dat het Gewest de voorgeschoten bedragen kwijt zou zijn. Wat zal het Gewest doen? Behoort een rechtsvordering tot de mogelijkheden? Kan het Gewest een krachtdadig optreden overwegen, zoals de gedwongen verkoop van het gebouw? Het zou ook jammer zijn af te zien van de idee om er evenementen te organiseren in het kader van Brussel 2000. Is het ten slotte mogelijk om werken aan te vatten die in aanmerking zouden komen voor structuurfondsen? van personen (in het Frans).- Het Gewest heeft voor die werken nooit fondsen ter beschikking gesteld om eventuele investeerders aan te trekken. Het ging om een specifieke tegemoetkoming om de gevels te versterken en het verval van het gebouw tegen te gaan. Deze tegemoetkoming werd slechts toegestaan omdat ze ertoe bijdroeg om de toekomstige kosten van de algemene restauratie te verminderen. Volgens de deskundigen heeft dat het Gewest tientallen miljoenen bespaard die anders tijdens de volledige restauratie toegekend hadden moeten worden. Ik vond het beter vooruitziend te zijn en verkoos daarom een onderhoud boven een grondige renovatie. In verband met de mogelijkheden om de geïnvesteerde bedragen terug te vorderen, heb ik u reeds in december laten weten dat ik wel degelijk van plan ben om die bedragen terug te vorderen. In verband met uw vraag aan welke stappen het Gewest denkt, is het niet erg opportuun dat de regering haar plannen al ontvouwt. Ik heb echter wel de mogelijkheid om de huidige eigenaar van het Blomme-gebouw te onteigenen laten bestuderen. Door de recente gerechtelijke ontwikkelingen heb ik elke vordering in die zin geschorst of uitgesteld. Ik heb twee deskundigen moeten aanwijzen, de ene in stedenbouwkundig recht en de andere in vennootschapsrecht. Ze zullen mij adviseren over de strategie die het best in deze zaak wordt gevolgd. Ik heb de andere eigenaars ontmoet. Zij hebben mij tegen eind april een ontwikkelingsproject beloofd dat het Blommegebouw erin integreert. Een gedwongen verkoop zou bepaalde schuldeisers ertoe gebracht hebben zich tegen het Gewest te keren. Wat de organisatie van evenementen in het kader van Brussel 2000 betreft, lijkt het onwaarschijnlijk, gelet op de huidige situatie van de eigenaar, dat er in dit gebouw evenementen georganiseerd worden. Het ziet er niet naar uit dat er snel schot in deze zaak zal komen, maar die mogelijkheid kon niet overwogen worden toen de overeenkomst tussen de eigenaar en het Gewest ondertekend werd. Mevrouw Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Ik betreur niet dat het Gewest zich met dit project ingelaten heeft. Ik heb daarentegen vragen over de toekomst van het gebouw, van de grond en van de hele wijk. Eind april zou er een nieuw project ingediend moeten worden. Weet de nieuwe eigenaar dat hij voor het gebouw geld uit structuurfondsen kan krijgen? van personen (in het Frans).- Er zijn twee eigenaars. De ene is een Belg en de ander een Fin. De Fin heeft aan de Belg een mandaat gegeven om hem te vertegenwoordigen.

VERGADERING VAN DONDERDAG 2 MAART 2000 7 Termijn om een beslissing te nemen over de aanvragen om bescherming of om inschrijving op de bewaarlijst De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de regering te vragen om een onroerend goed in zijn gemeente te beschermen of op de bewaarlijst te laten opnemen. Dit verzoek wordt aan de dienst van Monumenten en Landschappen gericht. De ordonnantie voorziet in geen enkele termijn om de procedure in te stellen. Bij de ontvangst van het dossier wordt geen enkel ontvangstbewijs afgegeven. Zou de ordonnantie niet verbeterd moeten worden door er dwingende termijnen in op te nemen die door de regering en haar diensten nageleefd moeten worden? Ik wens een lijst te ontvangen van de aanvragen die sinds het begin van de nieuwe zittingsperiode zijn ingediend. Ik wil tevens weten binnen welke termijnen die aanvragen behandeld werden en welk advies de regering over die aanvragen heeft uitgebracht. Wat is de regering van plan met haar beschermingsbeleid voor parken en groene ruimten, aangezien zij het vaste voornemen heeft om het groene netwerk te versterken en de groene wandeling uit te breiden waarvan het tracé in het GewOP is opgenomen, maar dat niet integraal in het GBP II terug te vinden is? Kunt u mij inlichtingen geven over de aanvraag die voor de locatie Hogenbos is ingediend? van personen (in het Frans).- Luidens artikel 7, 2, en artikel 18, 2, van de ordonnantie van 4 maart 1993 inzake het behoud van het onroerende erfgoed kunnen de gemeenten vragen dat een op hun grondgebied gelegen goed beschermd of opgenomen wordt op de bewaarlijst. Deze maatregel bestond al in de wet van 1931, maar ik moet toegeven dat de gemeenten, op enkele uitzonderingen na, deze mogelijkheid zelden gebruikt hebben. U wenste de lijst te krijgen van de aanvragen die de gemeenten ingediend hebben. Het antwoord is jammer genoeg ontgoochelend, want sinds het begin van de zittingsperiode is er tot nu toe nog geen enkele aanvraag bij de dienst Monumenten en Landschappen ingediend! Het project voor een gewestelijke groene wandeling loopt inderdaad langs een reeks locaties die allemaal beschermd zijn of op de bewaarlijst zijn opgenomen als ze een wetenschappelijk, historisch of esthetisch belang hebben dat de bescherming verantwoordt. Hier lijkt niets over het hoofd gezien te zijn. Wat het dossier van de locatie Hogenbos betreft, kan ik u zeggen dat het volledig was volgens de milieucommissie, die bijgevolg een aanvraag heeft gediend bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, die een ongunstig advies heeft uitgebracht. Ze vond dat er geen reden was om de locatie te beschermen omdat ze niet waardevol genoeg was. Een stedenbouwkundig project zou beter zijn. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Zal u maatregelen nemen om uw bestuur aan te sporen om de dossiers sneller te behandelen? Het is algemeen bekend dat de vertegenwoordigers van Monumenten en Landschappen vaak afwezig waren op de overlegvergaderingen. van personen (in het Frans).- Ik heb onlangs al maatregelen in die zin genomen, want dat was inderdaad nodig. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Als ik mijn vraag over de beschermde locaties uitbreid tot de locaties waarvoor bescherming is aangevraagd, kan u mij dan zeggen of er voor andere locaties bescherming is aangevraagd? Ik denk met name aan de locatie Kattebroek. - De vergadering wordt om 16.25 uur gesloten. De ordonnantie en de uitvoeringbesluiten schrijven geen dwingende termijnen voor. Ik denk dat een dergelijke maatregel de huidige werking van mijn bestuur niet zou verbeteren. Met een dergelijke termijn zou de dienst Monumenten en Landschappen het dossier moeten afhaspelen of zou ze zelfs verplicht zijn om een ongunstig advies uit te brengen, omdat er dan niet genoeg tijd zou zijn om het dossier te bestuderen. De vragen aan de diensten hoeven misschien niet allemaal met dezelfde prioriteiten te worden behandeld. U wijst mij eveneens op een lacune in de wetgeving in verband met de administratieve procedure en meer bepaald het ontbreken van een ontvangstbewijs. In de praktijk wordt voor elke aanvraag die bij de dienst Monumenten en Landschappen wordt ingediend een dergelijk ontvangstbewijs afgegeven en, voor zover mogelijk, wordt de stand van het dossier aan de aanvrager meegedeeld.

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen Commissie voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en het grondbeleid VERGADERING VAN DONDERDAG 2 MAART 2000 Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 1999-2000

2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN INHOUD INTERPELLATIE van de heer Yaron Pesztat (F) tot de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, van personen, betreffende de toekomst van de Zuidwijk. (Sprekers: De heren Yaron Pesztat, Mohamed Azzouzi, Bernard Clerfayt, Philippe Debry en Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels van personen) MONDELINGE VRAGEN van mevrouw Béatrice Fraiteur (F) aan de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen, betreffende het beleid inzake de bescherming van het onroerend erfgoed. (Sprekers: Mevrouw Béatrice Fraiteur en de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen) van mevrouw Evelyne Huytebroeck (F) aan de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen, betreffende de herbestemming van van de brouwerij Wielemans (Sprekers: Mevrouw Evelyne Huytebroeck en de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk vervoer van personen) van de heer Joël Riguelle (F) aan de heer Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, van personen, betreffende het feit dat er geen termijn gesteld is om een beslissing te nemen over de aanvragen om bescherming of om omschrijving op de bewaarlijst (Sprekers: De heren Joël Riguelle en Eric André, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, van personen) Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 1999-2000

VERGADERING VAN DONDERDAG 2 MAART 2000 3 Voorzitterschap: de heer Joël Riguelle, Oudste lid in jaren - De vergadering wordt om 15.00 uur geopend. INTERPELLATIE VAN DE HEER YARON PESZTAT (F) TOT DE HEER ERIC ANDRÉ, STAATSSECRETA- RIS BIJ HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET RUIMTELIJKE ORDE- NING, STADSVERNIEUWING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN EN BEZOLDIGD VERVOER VAN PERSONEN, betreffende de toekomst van de Zuidwijk. De heer Yaron Pesztat (in het Frans).- De saga van de Zuidwijk begint in 1987, toen Herman De Croo, als minister van Verkeerswezen, aankondigde dat hij van de komst van de HST in het Brussels Gewest gebruik wou maken om een project voor de ontwikkeling van de wijk op te zetten. Oorspronkelijk ging het om een groots opgezet project dat erin bestond de sporen te overbruggen met een gebouw waar 600.000 m 2 kantoorruimte tot stand zou worden geplaatst. In 1989 werd de heer Picqué Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij legde de spelregels vast. De NMBS kreeg via Eurostation de toestemming om haar activiteiten te ontwikkelen aan de oostkant van het Zuidstation, waar ze 200.000 m 2 aan kantooroppervlakte mocht bebouwen. Ten westen, de kant op van Sint-Gillis, nam een aantal gewestelijke overheidsinstanties via de operator Brussel-Zuid deel aan een ontwikkelingsproject waarvoor er een richtschema werd opgesteld. Het was een ambitieus plan dat in verschillende BBP s tot uiting kwam en een aanzienlijke herstructurering van de stadsstructuur beoogde. De bedoeling was de wijk te structureren ten opzichte van de Vijfhoek. Er zouden ook twee pleinen, één aan de kant van Sint-Gillis en één aan de kant van Anderlecht, aangelegd worden. Tenslotte zouden er kantoren en hotels maar ook collectieve voorzieningen en nieuwe en gerenoveerde woningen komen. Deze zouden gefinancierd worden met de op de kantoren en hotels geheven stedenbouwkundige lasten. (Voorzitter: de heer Bernard Clerfayt) Tien jaar later is het eindresultaat rampzalig, want alleen de kantoren en de parkeerterreinen zijn in aanbouw. Er zijn nog geen woningen en geen collectieve voorzieningen. Een deel van de pleinen is reeds aangelegd, maar dan wel dankzij het samenwerkingsakkoord tussen de Staat en het Gewest. Wat zijn de redenen voor deze mislukking? Het Gewest heeft helemaal geen controle over de gronden waarop het project uitgevoerd zou worden. De projectontwikkelaars hebben zich op de wijk gestort. Zij hebben gekocht en verkocht. De prijzen zijn enorm gestegen, verdubbeld en zelfs verdrievoudigd. De terreinen zijn dus in waarde gestegen. Bijgevolg kon het overheidsproject waarvoor bepaalde onroerende goederen via een onteigeningsprocedure moesten worden aangekocht, niet uitgevoerd worden. Daardoor is het Brussels Gewest geen enkele van zijn verbintenissen nagekomen. Dat is wat gebeurt als men niet op voorhand de volledige controle over de terreinen heeft. In Frankrijk bestaan er regelingen om speculatie te voorkomen, maar niet in België. Ecolo heeft het recht van voorkoop voorgesteld, maar op dit ogenblik staat het Brussels Gewest nergens. Het Gewest is verantwoordelijk voor deze situatie. Hoe zal het deze wijk uit het slop halen? In 1989 was het al geen gezonde wijk, maar vandaag is ze er tien keer erger aan toe. Het gewestproject heeft de situatie alleen maar verergerd. Deze kwestie wordt in een nieuw daglicht gesteld sedert men weet dat de NMBS een HST-terminal wil bouwen op het emplacement van het rangeerstation van Schaarbeek en dat achter dit project een vastgoedproject van de NMBS schuilgaat, namelijk het nutte maken van haar gronden. Als dat in Schaarbeek gebeurt, zal dit gebied de investeringen aantrekken en zal dit ten koste van de ontwikkeling van de Zuidwijk gaan. Hoe denkt het Brussels Gewest het Zuidstation nieuw leven in te blazen? Kan het project rangeerstation Schaarbeek het project rond het Zuidstation niet op het spel zetten? Is de waarde van de gronden niet dermate gedaald dat het Gewest zijn oorspronkelijk project kan uitvoeren? Wat is er gebeurd met de inwoners van de panden die onteigend zouden worden? De heer Mohamed Azzouzi (in het Frans).- De socialistische fractie vindt dat eerst de werken in de Zuidwijk en het oorspronkelijke project voltooid moeten worden. Wij maken ons niet alleen zorgen over het stedenbouwkundige aspect en het erbarmelijke imago van de locatie Brussel- Zuid, maar ook over de sociale gevolgen voor de aangrenzende wijken. Deze locatie ligt op het grondgebied van drie gemeenten: Brussel, Anderlecht en Sint-Gillis, waar kansarme bevolkingsgroepen leven. (Voorzitter: de heer Sven Gatz) Om de problemen in deze wijken op te lossen beweert de overheid dat zij de positieve gevolgen van de bouw van de HST-terminal zoveel mogelijk wil benutten. Zo was zij van plan sociale woningen te financieren. Maar acht jaar later zijn de projectontwikkelaars, waaronder de NMBS, nog steeds niet begonnen met de bouw van kantoren. Het geld is dus nog niet beschikbaar en de wederoplevingsmaatregelen zijn nog niet getroffen. Het vastgoedproject zal pas uitgevoerd kunnen worden als de HST-terminal in Brussel-Zuid voltooid is. In dat verband dient men ervoor te zorgen dat de HST-terminal in Schaarbeek het project niet opnieuw op losse schroeven zet. Nu het GBP besproken worden, dient men daar op te letten. De heer Bernard Clerfayt (in het Frans).- Iedereen maakt zich zorgen over de omgeving van het Zuidstation. Ik deel de mening van degenen die zich zorgen maken over de ontwikkeling van de wijk (woningen, enz.). De overheid moet daarvoor zorgen. In die geest sluit ik me aan bij deze interpellatie.

4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN Zoals anderen het reeds gezegd hebben, vinden wij het belangrijk dat de eventuele aanleg van een tweede HST-terminal niet ten koste van de bestaande kantoorzone gaat. Het ontwerp van GBP voorziet daartoe in beschermingsmaatregelen. Hoe kunnen de infrastructuren die nodig zijn voor de aanleg van de wijk, gefinancierd worden? Eerst met de belastingen en het samenwerkingsakkoord met de federale overheid en vervolgens met de stedenbouwkundige lasten die de projectontwikkelaars zullen moeten betalen om bij te dragen tot de aanleg van de wijk. Zijn er in dit dossier lasten berekend? Ik ben gekant tegen het recht van voorkoop, want dit beginsel doet afbreuk aan het eigendomsrecht. De heer Philippe Debry (in het Frans).- Het is jammer dat de ontwikkeling van Brussel-Zuid afhangt van de kantoorbouw. (Voorzitter: de heer Bernard Clerfayt) De andere voorzieningen kunnen bijgevolg pas aangelegd worden na het bouwen van de kantoren. Het bedrijf l Oréal moet in Brussel blijven. Naar verluidt zal de vergunning niet toegekend kunnen worden. Brussel en in het bijzonder de Zuidwijk is echter een ideale locatie voor dit bedrijf, waarvan het moederbedrijf in Parijs gevestigd is. Het moederbedrijf had oorspronkelijk Nijvel gekozen als vestigingsplaats voor het dochterbedrijf, maar de directie in Parijs eiste dat l Oréal-België in Brussel werd gevestigd, omwille van het imago, om rekening te houden met de wensen van de bedienden en ook omdat twee derde van de omzet van het bedrijf in Vlaanderen wordt gehaald en de directie dus in een tweetalig gebied wil blijven. Het Gewest zou initiatieven moeten nemen om dit bedrijf in Brussel te houden, in een gebied waar kantoren toegelaten zijn. van personen (in het Frans).- Het project rond het Zuidstation en de desbetreffende beslissingen zijn geen persoonlijke initiatieven. Ik vraag mij trouwens af of de maatschappij Brussel-Zuid, die onder het voorzitterschap van Charles Picqué opgericht werd, efficiënt werkt. Het deel van de Zuidwijk aan de kant van Sint-Gillis is helemaal geen voorbeeld van een wederopleving, in tegenstelling tot het deel dat in Anderlecht ligt. Bij de vernieuwing van de wijk waren er moeilijkheden die de werken sterk vertraagd hebben. Nu zou het project eindelijk vlot verlopen. Er kan met precieze vervaldagen gewerkt worden. In Brussel zijn er niet veel soortgelijke vernieuwingsprojecten die snel en met succes uitgevoerd werden. De aanslepende, hinderlijke en vuile bouwplaatsen bevestigen het beeld dat de Brusselaars hebben van grote openbare werken en wekken de indruk van een logge en trage overheid. Een van de oorzaken van dit gebrek aan efficiëntie is het feit dat er geen hecht partnerschap is tussen de openbare en de privé-sector. Het voorbeeld van onze buurlanden moet ons aansporen om de uitgevoerde projecten en de projecten in uitvoering te evalueren. Ik laat een vergelijkende studie uitvoeren over onder meer de problematiek van de grootschalige heraanleg van de wijken. Wat de middelen betreft die de overheid heeft om op te treden, heeft de heer Clerfayt het probleem duidelijk uiteengezet. Ik ben tegen het recht van voorkoop, want het brengt lang aanslepende procedures met zich. Ik ben er eveneens principieel tegen gekant, maar ik ben bereid na te denken over de wettelijke middelen waarover wij zouden kunnen beschikken wanneer het om een hele wijk gaat. De ontwikkeling van de Zuidwijk wordt beheerd door een privé-vennootschap die bijna volledig rechtstreeks en onrechtstreeks door het Brussels Gewest gesubsidieerd wordt. Krachtens een beheerscontract met het Gewest is deze vennootschap ermee belast vastgoedprojecten te bevorderen met het oog op het bouwen en het renoveren van gebouwen bestemd voor kantoren, handelszaken en woningen, binnen de door het BBP bepaalde perimeter Fonsny I tussen de Fonsnylaan en de Merode-, de Claes- en de Ruslandstraat, op vier huizenblokken. Brussel-Zuid heeft als hoofddoel de percelen te herkavelen in coherente eenheden en die vervolgens te verkopen aan particuliere en openbare ontwikkelaars wier projecten goedgekeurd zijn. Ik heb ernstige twijfels over de efficiëntie van deze vennootschap. Ik wil de resultaten van het werk van Brussel-Zuid vergelijken met wat deze vennootschap kost. Ik zal vervolgens uitvoerig verslag aan de regering uitbrengen. Op de vraag of de tweede HST-terminal op het emplacement van het rangeerstation van Schaarbeek de wederopleving van de Zuidwijk in het gedrang kan brengen, antwoord ik dat het ontwerp van GBP reeds rekening houdt met de noodzaak om de bestaande administratiegebieden van de stad verder te ontwikkelen alvorens nieuwe ontwikkelingen aan te vatten. De gronden van de NMBS in Schaarbeek liggen in een gebied dat wordt beschouwd als een gebied van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg. Dat betekent dat de gronden voor de spoorwegen bestemd blijven, zolang de regering niet aangetoond en beslist heeft dat ze een nieuwe bestemming moeten krijgen. Volgens het ontwerp van GBP moet aan de volgende twee voorwaarden voldaan zijn : - er moet in de 3 grote administratiegebieden van de stad minstens 730.000 m 2 aan nieuwe kantoren, waarvan 180.000 m 2 in het administratiegebied Brussel-Zuid, en 150.000 m 2 aan gerenoveerde kantoren bijkomen. - er kunnen elders geen gronden gevonden worden die de bestemmingen kunnen krijgen die vastgesteld zijn voor de gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg.

VERGADERING VAN DONDERDAG 2 MAART 2000 5 De ontwikkeling van nieuwe bestemmingen op de gronden van de NMBS aan het rangeerstation van Schaarbeek wordt slechts op lange termijn overwogen. Er is dus tijd genoeg om het project Zuidwijk af te werken. De waarde van de gronden binnen de perimeter van het station is niet overdreven hoog en staat de uitvoering van het project niet in de weg. Vanaf eind 1997 is de vennootschap Brussel-Zuid via verkopen uit de hand of gerechtelijke onteigeningen beginnen huizen te kopen in de huizenblokken A en B. Vandaag is het aankoopprogramma in die twee huizenblokken bijna rond. Er ontbreken slechts 3 kleine gronden op het toekomstige Hollandplein tegenover het Zuidstation uitgang Fonsny. De programma s om meer dan 30 gezinnen elders te huisvesten zijn uitgevoerd. Ze hebben van Brussel-Zuid en in nauwe samenwerking met de gemeente Sint-Gillis sociale en financiële steun gekregen om te verhuizen en zich elders te installeren. Na die verhuizingen is het sloopwerk begonnen. Het is bijna klaar in huizenblok B (dat van Test-Aankoop). Die aankopen, verhuizingen en sloopwerken maken het mogelijk de projecten uit te voeren die door de firma s Test- Aankoop, Eurobalken, de Sint-Gillissche Haard of nog Espace midi ingediend zijn. Wat huizenblok C betreft, worden er reeds gronden aangekocht om het Hollandplein te herverkavelen. Volgens de planning zouden de werken omstreeks 2002 van start gaan. Wat huizenblok D betreft, heeft Brussel-Zuid contact opgenomen met een groep die een onvoltooid hotel in de Engelandstraat wil afwerken. Momenteel maakt Brussel-Zuid vooral werk van de 3 andere huizenblokken. Er wordt rekening gehouden met het sociale aspect. De inwoners die elders een woning moeten krijgen, krijgen administratieve en sociale steun van de vzw CAFA. Die steun omvat ook financiële tegemoetkomingen voor de gezinnen die moeten verhuizen en die bewijzen dat ze vóór 1998 in dat gebied woonden. Er worden maatregelen genomen om hen te helpen bij hun verhuizing, bij hun installatie in een nieuwe woning en bij het betalen van de huurwaarborg. Ze krijgen tevens een maandelijkse toelage om een deel van de nieuwe huur te betalen. De heer Yaron Pesztat (in het Frans).- Ik dank u voor uw antwoord. U legt concrete bewijzen voor dat het project vordert. Ik heb echter vragen bij de toekomst en bij de manier waarop het Gewest lessen zal trekken uit deze geschiedenis. Uit uw antwoord onthoud ik dat u gekant bent tegen een veralgemening van het recht van voorkoop, maar niet tegen een recht van voorkoop per gebied. Uit de studies die u laat uitvoeren zal blijken dat de Franse regeling grotendeels gebaseerd is op de uitoefening van een recht van voorkoop in een heel gebied. van personen (in het Frans).- Ik ben het er helemaal mee eens dat er aan bijzondere wettelijke bepalingen moet worden gedacht wanneer het om een hele wijk gaat. De Franse en Engelse regeling zijn verschillend en werken met privé-operatoren en overheidsinstanties. Tot nu toe waren wij hiertoe niet in staat. MONDELINGE VRAGEN Bescherming van het onroerend erfgoed Mevrouw Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Mijn vraag gaat over de overlegcommissie van de gemeente Ukkel, die in januari is bijeengekomen om een advies uit te brengen over de bouw van een groot sportcomplex op de grond van het château de Lorraine aan de rand van het Zoniënwoud. Uit het onderzoek van het dossier blijkt dat dit kasteel helemaal niet beschermd is en dat de vier villa s die er één heel mee vormen, evenmin beschermd zijn. Door druk van de omwonenden heeft de overlegcommissie een aanvraag ingediend bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en heeft de gemeente zich verzet tegen het slopen van het kasteel. Zou de staatssecretaris, in plaats van te rekenen op het initiatief van de omwonenden om het kasteel te beschermen, niet beter de middelen aanwenden die hem door de ordonnantie inzake het behoud van het onroerend erfgoed worden aangereikt, om ons onroerend erfgoed te beschermen door een efficiënt, coherent en proactief beleid te voeren? Zou men in dit geval niet moeten overwegen om het architecturale geheel te beschermen? Zou die verhoogde bescherming verenigbaar zijn met het ontwerp van GBP 2? van personen (in het Frans).- Het onroerend erfgoed geval per geval redden is geen aanvaardbaar gewestelijk beleid. Ik heb een campagne opgezet om het onroerend erfgoed in verschillende reeksen te beschermen naargelang van de bouwperiode. De eerste reseks is gepland voor de maand april en omvat de onroerende goederen die van voor 1400 dateren, namelijk de archeologische overblijfselen en de overblijfselen van de eerste omwalling. De tweede reeks omvat de onroerende goederen op de Grote Markt van vóór 1695 en de derde reeks de andere onroerende goederen van het Gewest van 1400 tot het einde van de XVII e eeuw. Het onroerend erfgoed dat dateert uit de periode van de stichting van Brussel tot 1830, is

6 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN het opmerkelijkst en het meest bedreigd. Er worden andere reeksen overwogen voor het meer hedendaagse erfgoed. Bovendien hebben wij andere, specifiekere maatregelen genomen die de bouwwerken niet zullen blokkeren. Ik vind dat bouwen en het erfgoed beschermen hand in hand moeten gaan en elkaar niet mogen uitsluiten. Voor de villa in Ukkel hebben wij het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen gevraagd om te weten of een deel van het gebouw moet worden beschermd. Het respect voor het landschap is een belangrijk element. Het gaat er immers om te kiezen tussen de redding van een villa die niet beschermd dient te worden en een landschap dat zijn intrinsieke kwaliteiten heeft. Ik blijf ervan overtuigd dat de huidige stedenbouwkundige procedures borg staan voor het behoud van ons erfgoed. Wij zijn van zins een proactief beleid te voeren om het onroerend erfgoed te beschermen. Om een onroerend erfgoed te beschermen moet de bestemming ervan gewaarborgd worden. Mevrouw Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Hoe staat het met de vier andere villa s? van personen (in het Frans).- Ik ben niet van plan de villa s te beschermen, maar ik zal nadenken over de bescherming van de landschappen. De herbestemming van de brouwerij Wielemans Mevrouw Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Mijn vraag gaat over de brouwerij Wielemans, een locatie van gewestelijke belang. Ik sluit mij daarmee aan bij de interpellatie van de heer Yaron Pesztat over de wederopleving van de Zuidwijk, want de brouwerij ligt in hetzelfde gebied. In 1989 had het Gewest 12 miljoen uitgegeven om de voorgevel van de brouwerij te renoveren. Aan alle kanten drong er water binnen in het gebouw. Het kon een gevaar voor de voorbijgangers vormen. In juli 1998 hebben de eigenaar en het Gewest een overeenkomt gesloten waarbij de eigenaar er zich toe verbond een deel van de werken aan het Gewest terug te betalen. Vandaag is de eigenaar failliet en zit hij in de gevangenis. Nu blijkt dat het Gewest de voorgeschoten bedragen kwijt zou zijn. Wat zal het Gewest doen? Behoort een rechtsvordering tot de mogelijkheden? Kan het Gewest een krachtdadig optreden overwegen, zoals de gedwongen verkoop van het gebouw? Het zou ook jammer zijn af te zien van de idee om er evenementen te organiseren in het kader van Brussel 2000. Is het ten slotte mogelijk om werken aan te vatten die in aanmerking zouden komen voor structuurfondsen? van personen (in het Frans).- Het Gewest heeft voor die werken nooit fondsen ter beschikking gesteld om eventuele investeerders aan te trekken. Het ging om een specifieke tegemoetkoming om de gevels te versterken en het verval van het gebouw tegen te gaan. Deze tegemoetkoming werd slechts toegestaan omdat ze ertoe bijdroeg om de toekomstige kosten van de algemene restauratie te verminderen. Volgens de deskundigen heeft dat het Gewest tientallen miljoenen bespaard die anders tijdens de volledige restauratie toegekend hadden moeten worden. Ik vond het beter vooruitziend te zijn en verkoos daarom een onderhoud boven een grondige renovatie. In verband met de mogelijkheden om de geïnvesteerde bedragen terug te vorderen, heb ik u reeds in december laten weten dat ik wel degelijk van plan ben om die bedragen terug te vorderen. In verband met uw vraag aan welke stappen het Gewest denkt, is het niet erg opportuun dat de regering haar plannen al ontvouwt. Ik heb echter wel de mogelijkheid om de huidige eigenaar van het Blomme-gebouw te onteigenen laten bestuderen. Door de recente gerechtelijke ontwikkelingen heb ik elke vordering in die zin geschorst of uitgesteld. Ik heb twee deskundigen moeten aanwijzen, de ene in stedenbouwkundig recht en de andere in vennootschapsrecht. Ze zullen mij adviseren over de strategie die het best in deze zaak wordt gevolgd. Ik heb de andere eigenaars ontmoet. Zij hebben mij tegen eind april een ontwikkelingsproject beloofd dat het Blommegebouw erin integreert. Een gedwongen verkoop zou bepaalde schuldeisers ertoe gebracht hebben zich tegen het Gewest te keren. Wat de organisatie van evenementen in het kader van Brussel 2000 betreft, lijkt het onwaarschijnlijk, gelet op de huidige situatie van de eigenaar, dat er in dit gebouw evenementen georganiseerd worden. Het ziet er niet naar uit dat er snel schot in deze zaak zal komen, maar die mogelijkheid kon niet overwogen worden toen de overeenkomst tussen de eigenaar en het Gewest ondertekend werd. Mevrouw Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Ik betreur niet dat het Gewest zich met dit project ingelaten heeft. Ik heb daarentegen vragen over de toekomst van het gebouw, van de grond en van de hele wijk. Eind april zou er een nieuw project ingediend moeten worden. Weet de nieuwe eigenaar dat hij voor het gebouw geld uit structuurfondsen kan krijgen? van personen (in het Frans).- Er zijn twee eigenaars. De ene is een Belg en de ander een Fin. De Fin heeft aan de Belg een mandaat gegeven om hem te vertegenwoordigen.