1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Vergelijkbare documenten
1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar B/ Nr. 2 ADVIES RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

S T A T E N - G E N E R A A L A 1/

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal. Den Haag, 13 november De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr.1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal. Den Haag, 15 oktober De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

(R1974) Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken; Parijs, 27 mei 2010

Wijziging Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL

NOTA VAN TOELICHTING. 1 Voor lichamen die in de BES eilanden zijn gevestigd worden twee nieuwe fiscale heffingen ingevoerd ter

Tweede Kamer der Staten-Generaat-"N_o.:.

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN HET VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

TRACTATENBLAD VAN HET

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

TRACTATENBLAD VAN HET

1/2. Vergaderjaar

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar B/ Nr. 2 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

(R2075) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Verenigde Staten. Den Haag, 9 september 2016

(R 1891) Wijzigingen van de Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds; Washington, 28 april 2008 en 5 mei 2008

TRACTATENBLAD VAN HET

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

(R 1904) Verdrag inzake internationale zakelijke rechten op mobiel materieel en Protocol bij het Verdrag

TRACTATENBLAD VAN HET

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

TRACTATENBLAD VAN HET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK EN HET KONINKRIJK BELGIË

Staten-Generaal. s-gravenhage, 17 september De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

PROTOCOL AANVULLEND PROTOCOL

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 277 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

Overeenkomst tot oprichting van de internationale EU-LAC-Stichting; Santo Domingo, 25 oktober Den Haag, 5 april 2019

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

TRACTATENBLAD VAN HET

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staten-Generaal. Den Haag, 23 mei De goedkeuring wordt voor het gehele Koninkrijk gevraagd.

Verdrag van de Raad van Europa inzake cinematografische coproductie (herzien); Rotterdam, 30 januari Den Haag, 22 mei 2017

gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 152 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(R1938) Verdrag inzake het voorkomen van staatloosheid met betrekking tot statenopvolging; Straatsburg, 19 mei Den Haag, 23 februari 2011

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 135

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET

Directe belastingen, Internationale inlichtingenuitwisseling; Curaçao

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

AVENANT TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE HET KONINKRIJK SPANJE TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Transcriptie:

Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2010 2011 32 714 (R1949) Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, met betrekking tot de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen ondertekend te Willemstad op 13 november 1989; Parijs, 10 september 2009 A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 24 maart 2011. De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Ministers van Curaçao of Sint Maarten te kennen worden gegeven uiterlijk op 24 april 2011. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 maart 2011 Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 10 september 2009 te Parijs totstandgekomen Protocol tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot wijziging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, met betrekking tot de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Noorwegen tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen ondertekend te Willemstad op 13 november 1989 (Trb. 2009, 162 en Trb. 2010, 74). Een toelichtende nota bij dit Protocol treft u eveneens hierbij aan. De goedkeuring wordt voor Curaçao en Sint Maarten gevraagd. Aan de Gouverneurs van Curaçao en Sint Maarten is verzocht hogergenoemde stukken op 25 maart 2011 over te leggen aan de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten. kst-32714-1 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2011 Staten-Generaal, vergaderjaar 2010 2011, 32 714 (R1949), nr. 1 1

De Gevolmachtigde Ministers van Curaçao en Sint Maarten zijn van deze overlegging in kennis gesteld. De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal Staten-Generaal, vergaderjaar 2010 2011, 32 714 (R1949), nr. 1 2

TOELICHTENDE NOTA Dit protocol strekt ertoe artikel 27 (uitwisseling van inlichtingen) van de op 13 november 1989 te Willemstad tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk van Noorwegen gesloten Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1990, 4) te wijzigen. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Artikel 27 Uitwisseling van inlichtingen Het bestaande artikel 27 van het Verdrag wordt aangepast conform de laatst herziene versie van het daarmee corresponderende artikel in het OESO «Model Tax Convention on Income and Capital» (artikel 26). Dit OESO-artikel is in juli 2005 herzien om de mogelijkheden tot internationale informatie-uitwisseling te verruimen alsmede om aansluiting te zoeken met het eerder verschenen OESO «Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters» dat een grotere reikwijdte tot uitwisseling van inlichtingen kent. De belangrijkste wijzigingen zijn de uitbreiding van het bereik van het inlichtingenartikel, welke niet is gelimiteerd tot de in het artikel 2 van het Verdrag opgesomde belastingen, en de opname van de leden 4 en 5 waarin is bepaald dat een aangezochte staat informatieverstrekking niet kan weigeren op grond van het feit dat deze staat geen eigen heffingsbelang heeft («domestic interest») bij dergelijke informatie of vanwege de aanwezigheid van een nationaal bankgeheim. In afwijking van het OESO-modelverdrag, is op verzoek van de voormalige Nederlandse Antillen, in het tweede lid het woord «geheim» vervangen door «vertrouwelijk» in navolging van de gebruikelijke bewoordingen in de verschillende informatieuitwisselingsverdragen (TIEA s) die ten behoeve van de Nederlandse Antillen op dat moment werden gesloten. Hiermee is echter geen inhoudelijke afwijking beoogd. Noorwegen is lid van de Raad van Europa en partij bij het gegevensbeschermingsverdrag van de Raad van Europa 1. Het beschermingsniveau voor persoonsgegevens verstrekt aan Noorwegen wordt bepaald door het genoemde Raad van Europa verdrag. In het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) wordt het beschermingsniveau voor persoonsgegevens geregeld door de Wet bescherming persoonsgegevens BES (Stb. 349). De Wet bescherming persoonsgegevens BES geldt weliswaar niet voor Curaçao en Sint Maarten, maar gesteld kan worden dat het beschermingsniveau ten aanzien van door Noorwegen verstrekte persoonsgegevens op Curaçao en Sint Maarten adequaat is gewaarborgd. 1 Het op 28 januari 1981 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (Trb. 1988, 7 en laatstelijk Trb. 2004, 287). In het tweede lid is verder op verzoek van het Koninkrijk Noorwegen, een slotzin toegevoegd, die in het OESO-commentaar wordt aangedragen in gevallen waarbij de verdragsluitende partijen het wenselijk achten dat de aangezochte informatie ook mag worden gebruikt voor andere doeleinden. Hiermee wordt getracht, binnen de marges van de wetten en verdragen, een zo breed mogelijk informatie-uitwisseling met Noorwegen tot stand te brengen. In de praktijk kan met deze uitbreiding gedacht worden aan gevallen waarbij de verdragsluitende partijen de informatie zouden willen gebruiken voor het tegengaan van witwaspraktijken, corruptie en terrorisme- financiering. Op grond van artikel 65, vierde lid van de Algemene landsverordening Landsbelastingen kan immers toestemming worden verleend aan de bevoegde autoriteit van het verzoekende land om de verstrekte inlichtingen te gebruiken ten behoeve Staten-Generaal, vergaderjaar 2010 2011, 32 714 (R1949), nr. 1 3

van een onderzoek naar strafbare feiten. Voor de duidelijkheid wordt hier tenslotte opgemerkt dat bedoelde toevoeging geenszins dient te worden opgevat als vrijbrief voor de verdragsluitende partijen voor het doorgeven van onder het Verdrag verkregen informatie aan landen die niet aan dit Verdrag gebonden zijn. Ten aanzien van het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) kan het navolgende worden opgemerkt. Sinds 1 januari 2011 is een nieuw fiscaal stelsel van toepassing in het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). In dit nieuwe stelsel is de traditionele Nederlands-Antilliaanse winstbelasting vervangen door de vastgoedbelasting en de opbrengstbelasting. Deze heffingen komen niet alleen in de plaats van de in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van het Verdrag opgesomde belastingen, maar zijn tevens te beschouwen als «in wezen gelijksoortige belastingen» die na de datum van ondertekening van dit Verdrag zullen worden geheven. In de nota naar aanleiding van het verslag bij de Belastingwet BES is het voorgaande duidelijk verwoord, alwaar is gesteld dat «(...) In het voorgestelde fiscale stelsel voor de BES-eilanden (...) de door (...) lichamen behaalde winst niet meer via een traditionele winstbelasting in de belastingheffing (wordt) betrokken. In plaats daarvan wordt (...) de door lichamen behaalde winst forfaitair belast via de vastgoedbelasting en, bij uitdeling, via de opbrengstbelasting. De opbrengstbelasting beoogt alle door lichamen behaalde winst op enig moment te belasten, hetzij bij uitdeling hetzij bij het eindigen van de belastingplicht op de BES-eilanden, door middel van een eindafrekeningsverplichting (...)» 1. Dit betekent dat dit Verdrag in de nieuwe staatkundige verhouding in ieder geval van toepassing zal zijn op de inkomstenbelasting, loonbelasting, vastgoedbelasting en opbrengstbelasting die in het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) zullen worden geheven. Artikel 2 Inwerkingtreding Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het Protocol. In het eerste lid is bepaald dat het Protocol in werking treedt nadat beide partijen elkaar schriftelijk, via diplomatieke kanalen, hebben laten weten dat aan alle voorwaarden voor de inwerkingtreding zijn voldaan. In het tweede lid is bepaald dat het Protocol in werking treedt op de eerste dag van de derde maand na de datum van ontvangst van de laatste van de in het eerste lid bedoelde kennisgevingen. De bepalingen van dit Protocol zijn van toepassing op inlichtingen die dateren van voor de inwerkingtreding van dit Protocol. KONINKRIJKSPOSITIE Het Verdrag zal voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, alleen gelden voor Curaçao, Sint Maarten en het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). De staatkundige hervorming waarbij het land de Nederlandse Antillen is opgeheven, Bonaire, Sint Eustatius en Saba elk een openbaar lichaam van Nederland zijn geworden en Curaçao en Sint Maarten de status van zelfstandig land binnen het Koninkrijk hebben verkregen heeft geen gevolgen voor de status van verdragen die tussen de Nederlandse Antillen en derde landen zijn gesloten. De internationaalrechtelijke verplichtingen voortvloeiende uit de verdragen gaan van rechtswege over op de rechtsopvolgers van het land de 1 Kamerstukken II 2009/10, 32 189, nr. 7, blz. 26. Staten-Generaal, vergaderjaar 2010 2011, 32 714 (R1949), nr. 1 4

Nederlandse Antillen, te weten de landen Curaçao en Sint Maarten. Daarnaast blijft het Verdrag van toepassing op het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal Staten-Generaal, vergaderjaar 2010 2011, 32 714 (R1949), nr. 1 5