Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Vergelijkbare documenten
MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /RP/si

MLAV1/ /RP/bd

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /RTH/vive

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/pn.

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 725, SCHELDELAAN 600.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /FL/DL

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

MLVER/ /PAG/sdv

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

MLVER/ /RTH/AG/sdv

Besluit van de Bestendige Deputatie

BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

MLAV1/ /fl/bama

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Besluit van de Deputatie

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1026

MLAV1/ /LDS/lh

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990 en 12 december 1990;

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/AG

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /LDS-HS/lh

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. INDAVER MET BETREKKING TOT EEN AFVALVERWERKEND BEDRIJF, GELEGEN TE 2030 ANTWERPEN, POLDERVLIETWEG 5.

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het M.B. d.d waarbij in beroep het besluit d.d van de Bestendige Deputatie wordt bevestigd;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

MLAV1/ /MV/AG

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

2/MLAV1/ /MV/DL Milieuvergunningen

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

:.~~'l. ::?i. n'l AMV/ /1017

Besluit van de Deputatie

p r o v i n c i e Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AMV/ /1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

MLAV1/ /jvdm/bd

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

2/MLAV1/ /MV/IAN/PVB Milieuvergunningen

Overwegende dat het verzoek voldoet aan artikel 45 3 van het voormeld reglement;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

p r o v i n c i e Limburg

Besluit van de Deputatie

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

Vlaamse Regering ::J..~-

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN NV AURUBIS BELGIUM MET BETREKKING TOT EEN METALLURGISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2250 OLEN, WATERTORENSTRAAT 35.

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 13 januari 2017

Besluit van de Deputatie

De melding heeft betrekking op een terrein gelegen te Hofmeierlaan Brugge, kadastraal gekend in BRUGGE 18 AFD/DEEL ST-KRUIS, sectie B, 0279H

Transcriptie:

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen MLAV1/0200000333/MV/bd BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. RESIPLAST MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING VOOR DE VERWERKING VAN KUNSTHARSEN, GELEGEN TE 2160 WOMMELGEM, GULKENRODESTRAAT 3, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 7 januari 2003 ingediend door de N.V. Resiplast, gevestigd Gulkenrodestraat te 2160 Wommelgem strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting voor de verwerking van kunstharsen, gelegen te 2160 Wommelgem, Gulkenrodestraat 3, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 1-D-16/t, 1-D-16/S, te veranderen door : toevoeging met perceel D-16t; uitbreiding met: de productie van kunstharsen met een capaciteit van 1.200 ton/j (7.1.2); de bijkomende opslag van diverse giftige stoffen tot een totaal van 35 ton (17.3.2.3); de bijkomende opslag van diverse corrosieve, irriterende, oxiderende en schadelijke stoffen tot een totaal van 140 ton (17.3.3.3); de bijkomende opslag van diverse P2-producten tot een totaal van 30.000 liter (17.3.5.2); de bijkomende opslag P3-producten tot een totaal van 30.000 liter (17.3.6.2); de opslag van 105 ton milieugevaarlijke stoffen (17.3.8.3); wijziging door: het verminderen van de opslag P1-producten met 15.000 liter tot een totaal van 15.000 liter (17.3.4.2); het verwijderen van de kunststofbewerkingstoestellen (23.2.2); het verwijderen van de opslag van kunststoffen (23.3); Gelet op de melding van de volgende klasse 3-inrichtingen: de opslag van 65.000 liter P4-producten (17.3.7.1); diverse toestellen voor het bereiden van lijmen met een totale drijfkracht van 220 kw (26.1.1); Koningin Elisabethlei 22-2018 Antwerpen 1 - Tel 03/240.50.11 - Fax 03/240.57.79

Vlarem-rubricering volgens aanvrager : 7.1.2 17.3.2.3 17.3.3.3 17.3.4.2 17.3.5.2 17.3.6.2 17.3.7.1 17.3.8.3 23.2.2-23.3 26.1.1; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag : Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem): besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 30.10.1995 houdende vergunning voor de exploitatie van een inrichting voor de verwerking van kunstharsen voor de bouwnijverheid, met een termijn verstrijkend op 31.10.2015; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 7 augustus 2002 en werd vervolledigd op 29 november 2002 en op 7 januari 2003; op het feit dat op datum van 9 januari 2003 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 14 februari 2003 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 17 februari 2003 van het college van burgemeester en schepenen van Wommelgem (kenmerk 123.356/NVK 8.444/1/955); op volgende elementen uit dit advies : 1. Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijke milieudienst gelast met het onderzoek en de behandeling van milieudossiers. 2. Overwegende dat door de algemene luchtafzuiging in het bedrijf ook de dampen van de solventen en andere chemische stoffen met de lucht afgevoerd worden; dat het dan ook aangewezen lijkt om metingen op de afgevoerde lucht te laten uitvoeren, om uit te maken of filtering met actieve kool noodzakelijk is. 3. Overwegende dat omwille van de nabijheid van diverse woningen binnen de KMO-zone, het opstellen van een VR-nota hier aangewezen is, hoewel de limieten voor het opmaken van een VR-rapport niet overschreden worden; dat idealiter volgende elementen opgenomen worden: a) brandbestrijdingsmiddelen en producten voor de verschillende stoffen; b) toxiteit van de rook en dampen ingeval van brand; c) beschermingsmiddelen voor de brandweer; d) training en instructies voor het personeel. 4. Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de milieuraad; Gelet op het gunstig advies dd. 17 maart 2003 van de AMV (kenmerk AMV/A/VL1-9266); op volgende elementen uit dit advies : 1. Overwegende dat het voorwerp van onderhavige aanvraag in hoofdzaak de verandering betreft van een bedrijf dat kunstharsen en lijmen produceert (mengen, oplossen, formuleren, opwarmen en afvullen). Resiplast produceert kunstharsen zoals epoxyharsen, polyurethaanharsen, polymethylmethacrylaat- en vinylesterharsen en lijmen. De toepasselijke rubrieken voor de productie zijn 23.1 en 26.1 en niet 7.1 zoals aangevraagd. 2. Het formuleren bestaat in: 2 / 9

a) Het koud mengen van harsen of verharders met vulstoffen, additieven en pigmenten. Het mengen gebeurt zonder enige vorm van reactie. b) Het mengen van prepolymeren op basis van MDI en dibutylphtalaat in al dan niet opgewarmde toestand in drukloze ketels voorzien van roerders en pompen. c) Het koud mengen van N,N -alkylamines met dibutylphtalaat in een drukloze roerketel. d) Het mengen van verschillende polyolen in al dan niet opgewarmde toestand in drukloze ketels. 3. Verder worden zuivere grondstoffen en verschillende kwartsen en zanden (na mengen) afgevuld. Alle bovenvermelde procédés zijn vastgelegd in werkprocedures volgens de ISO 9001 norm. Emissies bij het formuleren zijn beperkt en bedragen, volgens de exploitant, minder dan 0,5% van het gebruikte oplosmiddel (berekend uit balansen). Alle grondstoffen worden opgeslagen in 200 l vaten en/of IBC-containers van 1.000 l. Mazout wordt opgeslagen in een bovengrondse dubbelwandige houder met overvulbeveiliging en lekdetectie. De bestaande ondergrondse houder wordt verwijderd conform Vlarem II. Lege vaten en vervuild solvent (MEK), afkomstig van het reinigen van mengkuipen en afvulmachines, wordt opgehaald door erkende verwervers of verwerkers. 4. Gezien de aard van het productieproces (mengen en afvullen) is het energieverbruik beperkt. Water wordt enkel gebruikt bij de sanitaire voorzieningen. Naar de toekomst toe en na studie zal gebruik gemaakt worden van de aankoop van grondstoffen in grote verpakkingen of opslagtanks zodat het verpakkingsafval verminderd wordt. De opslag van de gevaarlijke grondstoffen en eindproducten gebeurt in aparte magazijnen of buiten in veiligheidskluizen zodat voldaan wordt aan de afstandsregels. Uit de berekening van de SEVESO - coëfficiënten is het bedrijf niet VR-plichtig (bijlage 11). Zowel in de productieafdelingen als in de opslagmagazijnen zijn poederblussers, CO 2 blussers en brandhaspels aangebracht; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); op het laattijdig gunstig advies dd. 3 april 2003 van de AROHM (kenmerk N/109.765); op volgende elementen uit dit advies : 1. Het goed ligt in het gewestplan Antwerpen (KB van 03.10.1979) en volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven en voor kleine en middelgrote ondernemingen. 2. De aanvraag betreft de wijziging van een kunstharsen verwerkend bedrijf; zij is principieel in overeenstemming met het geldende gewestplan. 3. De huidige productie geschiedt in gebouwen waarvoor de nodige bouwvergunningen werden afgegeven. Wat betreft de aanleg van de parking bestaat over de stedenbouwkundige vergunningstoestand wel enige onduidelijkheid. Ook werden bij de bouwvergunning (voor het hoofdgebouw en de woning) dd. 09.05.1972 o.a. volgende voorwaarden opgelegd: a) In de zijdelingse bouwvrije strook van 6 meter mogen geen gebouwen (uitbreiding) verharde wegen of parkeerplaatsen aangelegd worden; b) Een groenaanplanting dient rondom het depot te worden aangelegd en behouden te worden. 4. Uit de bijgevoegde plannen is niet op te maken of deze voorwaarden worden nageleefd. Ook moet worden opgemerkt dat in de aanvraag op bladzijde 17 vermeld wordt dat geen stedenbouwkundige vergunning vereist is voor deze 3 / 9

verandering. Op het situeringsplan gelijkvloers staat evenwel aangeduid nieuwe bovengrondse tank voor dieselopslag. Voor de plaatsing van een dergelijke tank is wel degelijk een stedenbouwkundige vergunning vereist. 5. Gelet op het bovenstaande wordt een principieel gunstig advies verleend, onder de volgende voorwaarden: a) Rond het bedrijf dient een groenscherm te worden aangebracht; b) Voor de wederrechtelijk aangelegde parkings en de eventuele verharding van de zijdelingse bouwvrije stroken dient een regularisatie bekomen te worden; c) Voor de nieuwe opslagtank voor diesel dient een stedenbouwkundige vergunning bekomen te worden; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg (APSG); Gelet op het advies van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC) dd. 8 april 2003 waarbij de PMVC voorstelt om de termijn te verlengen met twee maanden; 1. Omschrijving en rubrieken De omschrijving en rubrieken, zoals voorgesteld door de AMV, worden overgenomen. Aan het verzoek van de exploitant in zijn brief van 19 maart 2003 om de rubriek 7.1 te laten vallen en te vervangen door de rubrieken 23.3.1 en de rubrieken 23.3.2 en 23.3.2 terug op te nemen werd deels tegemoet gekomen in het advies van de AMV. De PMVC stelt voor de juiste rubricering en omschrijving, zoals voorgesteld in het advies van de AMV te behouden. 2. Stedenbouwkundige verenigbaarheid De inrichting is stedenbouwkundig verenigbaar. 3. Openbaar onderzoek - bezwaren Er werden geen bezwaren ingediend. 4. Milieutechnische evaluatie De PMVC merkt op dat de plannen in het dossier niet duidelijk het groenscherm rond het bedrijf, zoals opgelegd in de bouwvergunning, en de parkings en andere verhardingen van de zijdelingse bouwvrije stroken weergeeft. De PMVC stelt termijnverlenging voor teneinde aan de exploitant een nieuw situeringsplan en uitvoeringsplan te vragen dat opgemaakt wordt conform de bepalingen van art. 5, 3 1 en 2 van Vlarem I en waarop eveneens het groenscherm, zoals opgelegd in de bouwvergunning, en de parkings en eventuele verhardingen van de zijdelingse bouwvrije stroken worden opgenomen. Inzake het voorstel van het schepencollege om emissiemetingen te laten uitvoeren op de luchtafzuiging van het bedrijf merkt de PMVC op dat in het dossier geen preventieve maatregelen voorzien zijn en de gevraagde uitbreidingen aanzienlijk zijn. De PMVC stelt dan ook voor om via een bijzondere voorwaarde het bedrijf een luchtemissiemeting op te leggen zodat kan nagegaan worden of men voldoet aan de Vlarem-voorwaarden V05 en V63. De PMVC volgt in principe de gunstige adviezen, mits in termijnverlenging een nieuw plan wordt ingediend. 5. Termijn: De vergunning kan verleend worden voor een termijn die verstrijkt op 31 oktober 2015 met een termijn voorafgaand aan de ingebruikname van 3 jaar. 6. Algemene en sectorale voorwaarden 4 / 9

De algemene en sectorale voorwaarden, zoals voorgesteld door de AMV, kunnen opgelegd worden. 7. Bijzondere voorwaarden: De bijzondere voorwaarde met betrekking tot de luchtemissiemeting, zoals voorgesteld door het schepencollege, kan opgelegd worden mits onderstaande formulering: Na de ingebruikname van de inrichting moeten door een erkend deskundige lucht de nodige luchtemissiemetingen worden uitgevoerd op de luchtafzuiging en de resultaten moeten getoetst worden aan de algemene en sectorale Vlarem-voorwaarden voor lucht (V05 en V63). Dit rapport moet binnen de 6 maanden na de ingebruikname in 5-voud worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid die het voor evaluatie overmaakt aan de AMV, de AMI, de VMM en het schepencollege De bijzondere voorwaarde met betrekking tot de opstelling van een veiligheidsnota, zoals voorgesteld door het schepencollege, wordt niet weerhouden omdat de opslag voldoet aan de Vlarem-voorwaarden en de te bestuderen aspecten, zoals voorgesteld door het schepencollege, vooral betrekking hebben op de brandveiligheid. De brandweervoorwaarden moeten tot stand komen in overleg tussen de exploitant en de plaatselijke brandweer en zijn voor onderhavige inrichtingen geen voorwerp van een Vlaremprocedure. De 3 bijzondere voorwaarden met betrekking tot de aanleg van een groenscherm, de regularisatie van de parkings en verhardingen en de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de nieuwe dieselopslagtank, zoals voorgesteld door de AROHM, worden niet weerhouden omdat dit stedenbouwkundige aspecten betreft; Gelet op de beslissing dd. 17 april 2003 van de bestendige deputatie van de provincieraad om de behandelingstermijn van de milieuvergunningsaanvraag te verlengen met 2 maanden, zoals voorgesteld door de PMVC; Gelet op het feit dat de exploitant op 18 juni 2003 een nieuw situeringsplan en uitvoeringsplan bezorgde; dat deze conform zijn met de vereisten van de PMVC; Gelet op het feit dat uit nazicht blijkt dat de bij de hoeveelheden, vermeldt in de omschrijving voor de rubrieken 17.3.2.3, 17.3.5.2, 17.3.6.2 en 17.3.7.2, weerhouden door de PMVC, telkens de totale opslagcapaciteit wordt vermeld in het eerste deel van de opsomming; dat dit eventueel tot verkeerde interpretaties zou kunnen leiden wordt de omschrijving voor deze rubrieken als volgt aangepast : uitbreiding met: de opslag van totaal 34 ton giftige producten tot een totale opslag 35 ton (17.3.2.3) de opslag van totaal 90 ton oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende producten tot een totale opslag 140 ton (17.3.3.3) de opslag van totaal 25000 l P2 - producten tot een totale opslag 30.000 l (17.3.5.2) de opslag van totaal 10.000 l P3 - producten tot een totale opslag 30.000 l (17.3.6.2) de opslag van totaal 15.000 l P4 - producten tot een totale opslag 65.000 l (17.3.7.2). Gelet op het feit dat met betrekking tot de voorgestelde bijzondere voorwaarde opgemerkt wordt dat de AMI niet als evaluator moet worden aangeschreven gezien de scheiding tussen vergunningverlener en toezichthouder; dat deze dienst de bijkomende informatie slechts wordt toegestuurd ter informatie ; dat 5 / 9

voorgesteld wordt deze voorwaarde als volgt aan te passen : Dit rapport moet binnen de zes maanden na de ingebruikname in 5-voud worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid die het voor evaluatie overmaakt aan de AMV, de VMM en het schepencollege en ter kennisgeving aan de AMI; Gelet op de ligging van de inrichting in een KMO-zone van het gewestplan Antwerpen; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 31 oktober 2015; ARTlKEL 1 - Voorwerp BESLUIT : Aan de N.V. Resiplast, gevestigd Gulkenrodestraat te 2160 Wommelgem wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een inrichting voor de verwerking van kunstharsen, gelegen te 2160 Wommelgem, Gulkenrodestraat 3, kadastergegevens (afdeling-sectieperceelnummer) 1-D-16/t, 1-D-16/S te veranderen door : toevoeging met perceel 16 T uitbreiding met: de opslag van totaal 34 ton giftige producten tot een totale opslag van 35 ton (17.3.2.3); de opslag van totaal 90 ton oxiderende, schadelijke, corrosieve en irriterende producten tot een totaal van 140 ton (17.3.3.3); de opslag van totaal 25.000 l P2-producten tot een totale opslag van 30.000 liter (17.3.5.2); de opslag van totaal 10.000 l P3-producten tot een totale opslag van 30.000 liter (17.3.6.2); de opslag van totaal 15.000 l P4-producten tot een totale opslag van 65.000 liter (17.3.7.2); de opslag van 105 ton milieugevaarlijke producten (17.3.8.3); de productie van kunstharsen met een totaal vermogen van 173,7 kw (23.1.2); het bereiden van lijmen met een vermogen van 173,7 kw (26.1.2); wijziging door de vermindering van de opslag van P1-producten van 30.000 l tot 15.000 l (17.3.4.2). Vlarem-rubricering: 17.3.2.3, 17.3.3.3, 17.3.4.2, 17.3.5.2, 17.3.6.2, 17.3.7.2, 17.3.8.3, 23.1.2, 26.1.2 6 / 9

ARTIKEL 2 Koppeling aan de bouwvergunning 1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een bouwvergunning vereist is krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, en deze bouwvergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de bouwvergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de bouwvergunning te melden aan de bestendige deputatie bij ter post aangetekende zending. 2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de bouwvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 3 De bouwvergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. 4 Deze geschorste bouwvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3 Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden (in bijlage) : 1. Algemene : V01, V02, V05; 2. Sectorale : V46, V63, V65; 3. Bijzondere : Na de ingebruikname van de inrichting moeten door een erkend deskundige lucht de nodige luchtemissiemetingen worden uitgevoerd op de luchtafzuiging en de resultaten moeten getoetst worden aan de algemene en sectorale Vlaremvoorwaarden voor lucht (V05 en V63); dit rapport moet binnen de zes maanden na de ingebruikname in 5-voud worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid die het voor evaluatie overmaakt aan de AMV, de VMM en het schepencollege en ter kennisgeving aan de AMI. ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn : 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer : a) deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum 7 / 9

waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de bestendige deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan. 2. die eindigt op 31 oktober 2015, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunning dd. 30 oktober 1995. ARTIKEL 6 - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7-1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. 8 / 9

ARTIKEL 8 - Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert IIlaan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, in zitting van 26 juni 2003. Aanwezig : de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren L. Helsen, J. Geuens en F. Geudens, mevrouw M. De Graef en de heren M. Wellens en C. Masson, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever : Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter, D. Toelen C. Paulus