Montage- en Gebruikershandleiding. Nefit SolarLine Pakket zonne-energiesystemen

Vergelijkbare documenten
Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding (2008/03)

ST. Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding (2010/05)

Montage- en Gebruikershandleiding Nefit SolarLine Pakket zonne-energiesystemen

Montage- en Gebruikershandleiding. Nefit SolarLine Pakket zonne-energiesystemen

Nefit Economy cv-boilers

S OLARL INE VOOR DE ZAKELIJKE MARKT. Nefit houdt Nederland warm S OLARL INE Z ONNE- ENERGIEOPLOSSINGEN

VMBO PIE. Zonneboiler

1. Onderhoud en garantie

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding

CV module Plus Installatievoorschriften

Inbedrijfstelling van de installatie

2. Onderhoud en garantie

OEG Zweistrang-Solarstation Compact Montage- und Bedienungsanleitung OEG Compact Two-Line Solar Station Installation and User Manual

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding

Handleiding. Zonnegascombi V2. Zonneboiler uitbreidingsset ten behoeve van ondersteuning ruimteverwarming. Versie 1.00

TECHNISCHE INFORMATIE. HEAT PIPE 160 Easy

Installatiehandleiding & inbedrijfname DSS drukgevuld zonneboilersysteem

Installatie-instructie

Onderdelenboek. SolarLine

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar

GEBRUIKERSHANDLEIDING

HEAT - PIPE 160 Easy

ATAG cv-zonneboiler CBHotTop

MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

Nefit SolarLine Zonneboilers. Nefit h o u d t Nederla nd w a r m. Zonneboilersystemen

Itho voorverwarmer zonneboilers

Handleiding. Uitbreidingsset S.M.A.R.T.

Nefit SolarLine Zonneboilers. Nefit houdt Nederland warm

AANSLUITSCHEMA 1 - VOOR CV HOUTKACHELS Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een bestaand cv systeem

Gebruikshandleiding. Zonneboilers. 8X /09.12 Wijzigingen voorbehouden.

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

AANSLUITSCHEMA BUFFERVAT - VOOR CV HOUTKACHELS MET BUFFERVAT Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een buffervat

montagehandleiding CV EN SANITAIR HOTRUN TYPE 37 / TYPE 70 ELEKTRISCHE GEISER Elwa International BV De Dollard AV Watergang

Composiet verdeler met pompgroep

De nieuwe standaard in eenvoud, design en rendement

inhoud Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB februari 2010 Aansluiten zonneboiler Katern voor scholing, her- en bijscholing

Tercal verwarmingssystemen

Nefit houdt Nederland warm. Gebruikersinstructie. Nefit Economy HR

Itho Daalderop Zonneboilers en zonnecollectoren. product-

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Installatiehandleiding. Composiet verdeler. Model Industrie

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

IZEN douche WTW Infofiche

VIH 80 / VIH 120 / VIH 150

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket L2A. Lijnopstelling

Nederland nl. Installatievoorschriften Remeha voorraadvat HWST-A 300. prof.remeha.nl

Voor de installateur Montage-instructie dakdoorvoerset en muurdoorvoerset Nefit TopLine HR

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Gebruikshandleiding. 8X /05.12 Wijzigingen voorbehouden.

HENCO INSTALLATIEHANDLEIDING COMPOSIET VERDELER

Energiemeter en Modulator CL 2356

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Installatie-instructie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren

Nefit boiler 200 liter Nefit boiler 300 liter

Oplaadboilers vanderbeyl OLB-200, OLB-300 en OLB-500, DDS en ES

Remeha staande boiler type 120/40

Internet: Nefit B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Nefit houdt Nederland warm. Gebruikersinstructie

HiTAC -filterpatroon vervangen worden. Tevens wordt dan de kalk uit het reservoir

Nefit SolarLine Zonneboilers. Nefit houdt Nederland warm. SolarLine. Zonneboilersystemen

Montage-instructie. Nefit TopLine Aansluitset cv/ww

Cascade-opstelling Nefit EcomLine HR pakket E2, E3, E4, E5 en E6. Lijnopstelling

METING WARMTEVERBRUIK SATELLIETEN GE556Y101 GE556Y101. Omschrijving. Belangrijkste eigenschappen. Functies. Toepassing.

Nefit SolarLine Zonneboilers. Nefit houdt Nederland warm. SolarLine Zonneboilersystemen

I N S T A L L A T I E V O O R S C H R I F T E N W A T E R S Y S T E M E N BRINK HRE MET OPLAADBOILER OF ZONNEBOILER SYSTEMEN

GE556Y306 Satellieten voor geïndividualiseerde collectieve installaties

Voor de installateur. Installatie-instructie. Nefit Douche-WTW

Zehnder ComfoFond-L Aardwarmtewisselaar met gesloten water-glycolcircuit


U n i e k i n t e c h n i e k e n v o r m g e v i n g

SERVICE HANDBOEK DUURZAME ENERGIE. Installatievoorschrift collectoren en terugloopvat

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Installatievoorschrift. ATAG Comfort Boilers. 8A /09.11 Wijzigingen voorbehouden.

Handleiding. Itho Daalderop WPV 150L/200L. 1. Veiligheid & voorschriften Veiligheid

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2007 Bewaren a.u.b.!

Nederland nl. Installatie- en servicehandleiding. Buffervat Gelaagd buffervat P 750-2, P

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F. voor de vakman. Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker

Remeha Aqua Cella. Indirect gestookte oplaadboiler

Voor de installateur. Montage-instructie. muur- en dakdoorvoerset Nefit EcomLine HR-toestellen (07/2013) NL

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper

H A N D L E I D I N G Website:

Spoel-vullen EnviLine warmtepomp

Electrische Boiler. Installatie, gebruik en onderhoud TNC 10 TNC 15 TNC 30 TNC 50 TNC 80 TNC 80 H TNC 100 TNC 100 H TNC 150 TNC 150 H

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

4 INSTALLATIE. 4.1 Inbouwmaten Toestel met leidingen naar onderen aangesloten: Brink Climate Systems BV 10. Toestel + montagebeugel

Zonneboiler-systemen. Comfort-lijn Hygiëne-lijn Systemen op maat

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

installatiehandleiding Clearline zonneboilersysteem

remeha boiler type 120/40

Montage-instructie. Branderset Hoog rendement Gaswandketel

P2050 Hybride verdeler

Nefit SolarLine II zonneboilers. SolarLine II Warm water met zonneenergie

Gebruikers- en service-instructie

Technisch handboek Titano Smart Pro. Ferroli Titano Smart Pro. V5 2019

Elke Recoh-drain is voorzien van een sticker met eigen nummer. Deze sticker moet leesbaar blijven. Indien deze niet leesbaar is vervalt de garantie.

De nieuwe standaard in eenvoud, design en rendement

Installatie-instructie

Transcriptie:

Montage- en Gebruikershandleiding Nefit SolarLine Pakket 1-110 2-110 zonne-energiesystemen

Voorwoord Nefit B.V. levert, als Nederlandse fabrikant van cv-toestellen en energiesystemen, complete zonne-energiesystemen, het Nefit SolarLine pakket 1-110 en 2-110 zonne-energiesysteem. Een Nefit SolarLine pakket 1-110 en 2-110 zonne-energiesysteem - ook wel de Nefit SolarLine zonneboiler - is een duurzame energiebron ten behoeve van de warmwatervoorziening. In deze installatie-instructie wordt de installatie, ingebruikstelling en het onderhoud van het hele systeem beschreven. De installatie van de collector(en) en de boiler worden in aparte handleidingen beschreven. SCHADE AAN INSTALLATIE LET OP! Afsluitkraan onder de automatische ontluchter altijd dicht draaien na het ontluchten! 2

Inhoudsopgave 1 Algemeen..................................................4 1.1 Zonne-energiesysteem algemeen.................................4 1.2 Nefit SolarLine zonne-energiesystemen..............................4 1.3 Zonnekeur-label.............................................4 1.4 Voorbereiding..............................................5 1.5 Voorschriften..............................................5 2 Systeem Opbouw............................................6 2.1 Principeschema.............................................6 3 Installatie...................................................7 3.1 Oriëntatie en hellingshoek zonnecollectoren...........................7 3.2 Installatie collectoren.........................................7 3.3 Installatie boiler.............................................8 3.4 Installatie pumpunit...........................................9 3.4.1 Montage vulunit.......................................... 10 3.4.2 Montage collectorcircuit...................................... 10 3.4.3 Isolatie leidingen.......................................... 10 3.5 Installatie warmwatersysteem................................... 11 3.5.1 Inlaatcombinatie.......................................... 11 3.5.2 Thermostatisch mengventiel.................................... 11 3.5.3 Instelling Nefit combitoestel.................................... 11 3.6 Elektrische installatie........................................ 11 3.6.1 Aansluiting netspanning...................................... 11 3.6.2 Installatie extra thermostaat of sensor tbv naverwarmer..................... 11 4 In bedrijfstelling............................................ 12 4.1 Algemeen............................................... 12 4.1.1 Vullen en ontluchten van het collectorcircuit........................... 12 4.1.2 Volumestroom collectoren controleren en instellen........................ 13 4.1.3 Instellingen regeling........................................ 13 4.1.4 Continu in bedrijf.......................................... 14 5 Onderhoud en gebruik....................................... 15 5.1 Collectoren............................................... 15 5.2 Controleer de systeemdruk..................................... 15 5.3 Controle beschermingsgraad................................... 16 5.4 Controle boiler............................................. 16 6 Specificaties............................................... 17 6.1 Flowunit................................................. 17 6.2 Vulunit.................................................. 17 6.3 Solarvloeistof............................................. 17 7 Checklist (Inbedrijfname, inspectie en onderhoud)................. 18 3

1 Algemeen 1 Algemeen 1.1 Zonne-energiesysteem algemeen Een zonne-energiesysteem kan uitstekend gebruikt worden voor het leveren van energie voor een warmwatervoorziening. De constante warmwatervraag over het hele jaar laat zich goed combineren met het zonne- energieaanbod. In de zomermaanden wordt het energieverbruik voor de warmwatervraag voldoende afgedekt met een zonnecollectorsysteem. Een Nefit toestel met warmwatervoorziening waarborgt de warmwaterlevering indien de zonne-energie niet toereikend is. 1.2 Nefit SolarLine zonneenergiesystemen Het Nefit SolarLine zonne-energiesystemen leveren energie voor een energie- zuinige warmwatervoorziening. Het systeem bestaat uit collectoren op het dak en een voorraadvat in huis. De collector zet het zonlicht om in warmte. Via een separaat vloeistofcircuit wordt de warmte van de collector overgedragen aan het (tap)water in het voorraadvat. De benaming van het Nefit SolarLine 1-110 en 2-110 zonne-energiesysteem is uit de volgende delen samengesteld: 1: één zonnecollector; 2: twee zonnecollectoren; 110: één 110 liter boiler (voorraadvat). Fig. 1 Zonne-aanbod in relatie met warmwatervraag A Energieverbruik voor warm water B Energieaanbod van zonnecollectorsysteem M Maanden Q Warmte 1.3 Zonnekeur-label De Nefit SolarLine zonne-energiesysteem beschikken over het Zonnekeurlabel. Dit betekent dat de Nefit Solar- Line zonne-energiesystemen voldoen aan de kwaliteits-, veiligheids- en opbrengsteisen die het Zonnekeurlabel stelt. Als zodanig levert het systeem een belangrijke bijdrage in de reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen. 4

Algemeen 1 1.4 Voorbereiding Voor u met de montage van het Nefit SolarLine zonneenergiesysteem begint, wordt geadviseerd deze installatie-instructie en de instructies voor de montage van de collectoren en de boiler aandachtig door te nemen. Deze tijdsbesteding zal u veel tijd besparen tijdens de montage. 1.5 Voorschriften Als installateur en/of eigenaar moet u er voor te zorgen dat de gehele installatie aan de geldende veiligheidsvoorschriften voldoet, zoals die zijn opgenomen in: NEN 1006 Voorschriften voor drinkwaterinstallaties NEN 1010 Veiligheidseisen voor laagspanningsinstallaties NEN 3028 Veiligheidseisen voor verwarmingsinstallaties NPR 3378 Toelichting bij NEN 1078 Plaatselijk geldende voorschriften De elektrische installatie dient te voldoen aan de NEN 1010 en aan plaatselijk geldende voorschriften. De warmwater- leiding moet volgens de geldende voorschriften in NEN 1006 en de bijbehorende VEWIN-werkbladen worden aangesloten. Het is belangrijk om de lengte van collectorleidingen en van warmwaterleidingen in de woning zo kort mogelijk te houden. Omdat water in de leidingen afkoelt, treedt onnodige opbrengstverlies op. De maximale leidinglengte tussen zonneboiler en naverwarmer is 6 meter van Ø 15 mm. Het collectorcircuit mag alleen gevuld worden met Solarvloeistof. Deze vloeistof is vorstbestendig. Voor de toepassing van deze vloeistof is een Kiwa-attest afgegeven. Kiwa-ATA nr: K12787 5

2 Systeem Opbouw 2 Systeem Opbouw 2.1 Principeschema Fig. 2 Principeschema 1: Collector 11 Temperatuursensor collector 2 Pomp 12 Temperatuursensor zonneboiler 3 Terugslagklep 13 Nefit zonneboiler 110 liter (staand) 4 Flowregelaar 14 Ontluchtingsblok 5 Drukmeter 15 Thermostatisch mengventiel 6 Overstortventiel 16 Inlaatcombinatie 7 Expansievat 17 Nefit toestel met warmwatervoorziening 8 Vulkraan collectorcircuit 18 Solarthermostaat of Solarsensor 1) 9 Expansievat console 19 Aanvoerleiding tot onderkant collector 2) 10 SolarLine regeling 1) De solarthermostaat of sensor is niet altijd noodzakelijk. Raadpleeg de installatie-instructie van het cv-toestel of de solarthermostaat/sensor noodzakelijk is. 2) Bevindt de collector zich op dezelfde hoogte of lager dan het solarstation dan wel de boiler, dan moet de aanvoerleiding van de collector zo aangelegd worden dat deze eerst minimaal naar de onderkant van de collector gaat. Vanaf dat punt wordt de leiding omhoog gebracht naar het solarstation of de boiler. 6

Installatie 3 3 Installatie 3.1 Oriëntatie en hellingshoek zonnecollectoren Om een gunstig rendement van de zonneboiler te verkrijgen moeten de collectoren naar het zuiden gericht worden. De collector moet in een schaduwvrije opstelling geplaatst worden. Voor een schuindakopstelling is de oriëntatie van de collectoren afhankelijk van de bestaande constructie. Bij een platdakopstelling kan de positie van de collectoren geoptimaliseerd worden, om 100% van de zonneenergie op te vangen. De energieopbrengst van de collector is het hoogst wanneer de collectoren tussen zuid-oost en zuid-west zijn gepositioneerd. De optimale hellingshoek van de collectoren is tussen de 30 en 60. Figuur 3 geeft de energieopbrengst van de collectoren afhankelijk van de positionering weer. GEBRUIKSTIP door zoninstraling. Houd rekening met de zoninstraling. Vermijd schaduwen van bomen en gebouwen. Houd rekening met een lagere zonstand in de winter! Fig. 3 Instralingsgrafiek 3.2 Installatie collectoren Voor de montage van de collectoren: zie de montagehandleiding die bij de aansluitset van de collectoren is toegevoegd. Bevindt de collector zich op dezelfde hoogte of lager dan het solarstation dan wel de boiler, dan moet de aanvoerleiding van de collector zo aangelegd worden dat deze eerst minimaal naar de onderkant van de collector gaat. Vanaf dat punt wordt de leiding omhoog gebracht naar het solarstation of de boiler. 7

3 Installatie 3.3 Installatie boiler Voor de montage van de boiler zie de montagehandleiding die bij de boiler is toegevoegd. De leidingen naar de collectoren sluit u aan op de "cv" aansluitingen van de boiler. Dit zijn de twee buitenste aansluitingen van de boiler. De leiding vanaf de collectoren (heet water) wordt altijd op de linker aansluiting gemaakt (Gezien vanaf de voorkant van de boiler. Dit is ongeacht of de boiler wordt opgehangen of staat op de grond. De leiding naar de pompunit toe wordt altijd op de rechter aansluiting gemaakt. De volgorde van de sanitair aansluiting kunt u bepalen door het plaatsen van de dompelbuizen. Hangt u de boiler aan de muur, dan sluit u het collector circuit als volgt aan. Bij onderaansluiting van de boiler (fig. 4) dient de lange dompelbuis voor het "uitstroom warmwater" gebruikt te worden. Plaats u de boiler op de grond, dan sluit u het collectorcircuit als volgt aan. Bij bovenaansluiting (fig. 5) dient de lange dompelbuis voor het "inlaat koudwater" gebruikt te worden. Fig. 4 Pos. 1: Pos. 2: Pos. 3: Pos. 4: 3 4 2 1 Aansluiting hangende boiler Inlaat koudwater Uitstroom warmwater Aanvoer (heet water van de collectoren) Retour (water naar de pompunit voor de collectoren) 2 1 1 4 3 Fig. 5 Pos. 1: Pos. 2: Pos. 3: Pos. 4: Aansluiting staande boiler Uitstroom warmwater Inlaat koudwater Retour (Water naar de pompunit voor de collectoren) Aanvoer (Heet water van de collectoren)! 8

Installatie 3 3.4 Installatie pumpunit De montage van de flowunit bestaat uit de volgende handelingen: Monteer de montagebeugel met bijgeleverde schroeven aan de wand. Positioneer de montagebeugel zoals in figuur 6 is aangegeven. Schuif het achterdeel van de isolatie over de montagebeugel. Steek de pomp boven in het gat van de montagebeugel en op de onderste steun. Monteer het bijgeleverde T-stuk (met teflontape). Plaats het voorste deel van de isolatie over de pomp. Klik de beide isolatiedelen in elkaar. SCHADE AAN INSTALLATIE 1 2 3 Van Boiler 4 LET OP! De flowunit dient altijd rechtop geplaatst te worden, in verband met de keerklep en de flowregelaarinstelling. 6 SCHADE AAN INSTALLATIE LET OP! De flowunit dient in de retourleiding geplaatst te worden. 5 Fig. 6 Pos. 1: Pos. 2: Pos. 3: Pos. 4: Pos. 5: Pos. 6: Opbouw flowunit T-stuk keerklep pompschakelaar flowregelaar isolatiedelen montagebeugel 9

3 Installatie 3.4.1 Montage vulunit De vulunit bestaat uit de volgende eenheden: overstortventiel drukmeter (manometer) vul- en aftapkraan 1 2 expansievatkoppeling aansluitkoppeling leidingen expansievat Plaats de bovenstaande onderdelen met teflontape op de expansievatconsole volgens figuur 7 en draai de delen vast. De aansluit koppeling is voorzien van een 15 mm knelkoppeling. Met de bijgeleverde slang kan de afvoer van de overstort op de riolering worden aangesloten. 3.4.2 Montage collectorcircuit Voorzichtig: Schade aan de installatie door gebruik kunststof leidingen (bijv. PE-buis)! Gebruik alleen materialen die bestand zijn tegen de temperaturen, max. 150 C die optreden in zonnesystemen. De leidingen tussen collector, pumpunit en boiler kan men aanleggen met 15 mm koper leiding. Om warmteverlies uit de leidingen te beperken dient de zonneboiler zo dicht mogelijk bij de collector geplaatst te worden. Voor langere afstanden kan men eventueel twintube toepassen. Twintube is een voorgeïsoleerde set van aanvoer- en retourleiding, waarin tevens een kabel is opgenomen om de collectorsensor mee aan te sluiten. De Twintube wordt niet standaard bijgeleverd en kan men extra bestellen. Er is voldoende zonneboiler vloeistof voor max 20 mtr. leiding, standaard meegeleverd. Fig. 7 Pos. 1: Pos. 2: Pos. 3: Pos. 4: Pos. 5: 5 4 Vulunit druk-/overstortcombinatie vul- en aftapkraan zonneboilercircuit expansievatkoppeling aansluitkoppeling leidingen console 3 3.4.3 Isolatie leidingen De inpandige leidingen moeten goed geïsoleerd worden, zodat fysiek contact met de leidingen niet mogelijk is. Het toegepaste isolatiemateriaal moet een temperatuur van 180 C kortstondig kunnen weerstaan.! 10

Installatie 3 3.5 Installatie warmwatersysteem 3.5.1 Inlaatcombinatie Plaats een inlaatcombinatie in de koudwatertoevoerleiding van het Nefit SolarLine zonne-energiesysteem. De inlaatcombinatie behoort niet tot de standaard leveromvang. 3.5.2 Thermostatisch mengventiel Plaats het meegeleverde thermostatische mengventiel na het Nefit combitoestel. Dit mengventiel bevat geen terugslagklep. Het thermostatische mengventiel begrenst de uitstroomtemperatuur van het zonne-energiesysteem waarmee een constante warmwateruitstroomtemperatuur wordt verkregen. Het meegeleverde mengventiel is instelbaar tussen de 40 en 62 C. Stel het mengventiel in op de hoogste stand, dit komt overeen met 65 C. 3.5.3 Instelling Nefit combitoestel Stel de uitstroomtemperatuur op het combitoestel in op minimaal 62 C. Indien de watertemperatuur uit de zonneboiler lager is dan 60 C, dan zal het combitoestel het water opwarmen. 3.6 Elektrische installatie 3.6.1 Aansluiting netspanning Monteer de zonneboilerregelaar zoals beschreven is in de instructie van de regelaar. De wandcontactdoos moet dan ook met randaarde worden uitgerust. De elektrische installatie dient te voldoen aan de geldende voorschriften. 3.6.2 Installatie extra thermostaat of sensor tbv naverwarmer Afhankelijk van het gekozen Nefit combitoestel als naverwarmer, is een extra Solarthermostaat of Solarsensor nodig. De solarthermostaat of sensor zorgt ervoor dat de brander van de naverwarmer uit gaat wanneer de uitstroomtemperatuur van de zonneboiler boven de 60 C komt. De Solarthermostaat/sensor wordt niet standaard meegeleverd. 11

4 In bedrijfstelling 4 In bedrijfstelling 4.1 Algemeen Het Nefit SolarLine zonne-energiesysteem dient als volgt in bedrijf gesteld te worden: Vul- en ontlucht het collectorcircuit Controleer en stel de flowregelaar af Controleer de instellingen van de regeling 4.1.1 Vullen en ontluchten van het collectorcircuit Procedure voor het vullen en ontluchten van het collectorcircuit: Zet de terugslagklep in stand A. stand N = terugslagklep functioneert normaal stand A = terugslagklep staat open in twee richtingen Zet de stelschroef van de flowregelaar op stand F. Vul het collectorcircuit met behulp van een vulpomp met Nefit Solarvloeistof. Let tijdens het vullen op de drukmeter. Loopt de druk op, dan dient het circuit ontlucht te worden. De druk in het systeem neemt af. Het vullen kan wederom voorgezet worden. Herhaal dit proces totdat er geen luchtbellen in het kijkglaasje van de flow- indicator zichtbaar zijn. Controleer de installatie op lekkage. De vuldruk dient tussen de 1,3 en 1,5 bar te zijn. Het op druk brengen van de installatie kan gebeuren met elektrische perspompen, handpompen of boormachinevulpompen. Zet de terugslagklep weer dicht in stand N. Monteer de isolatie op de pomp ( paragraaf 4.1.2). Na het vullen van het collectorcircuit moet ontlucht worden via de speciale ontluchter(s). De speciale ontluchters moeten na het ontluchten worden gesloten. Fig. 8 Terugslagklep flowunit SCHADE AAN INSTALLATIE LET OP! Na het ontluchten moet de afsluiter onder de ontluchter gesloten worden. Gebeurt dit niet dan kan de installatie vloeistof verliezen. LEVENSGEVAAR LET OP! Bij het ontluchten kan solarvloeistof vrijkomen. De solarvloeistof kan zeer warm zijn.! 12

In bedrijfstelling 4 GEBRUIKSTIP Voor het ontluchten, kan de zonneboilerregelaar de pomp continu laten draaien. Zie hiervoor de handleiding van de regelaar. GEBRUIKSTIP Zet de pomp tijdens het ontluchten in stand 3, zodat het ontluchten sneller verloopt. 4.1.2 Volumestroom collectoren controleren en instellen Voor het juist functioneren van het Nefit SolarLine zonne-energiesysteem is het noodzakelijk dat het collectorcircuit hydraulisch is ingeregeld. Stel de flow in op onderstaande waarden: flow 1-110 1 l/min 2-110 2 l/min Procedure voor het instellen van de flow: Om de juiste doorstroming van het collectorcircuit in te stellen, dient de circulatiepomp continu te draaien. Doe dit met behulp van de instelling op de zonneboilerregeling. Zet de schakelaar van de circulatiepomp op stand 1 en flowregelaar op stand F. Lees de doorstroming af op de flowunit. Is de flow te laag, dan dient u de circulatiepomp in een hogere stand te plaatsen. Met de fijnafstelling kunt u de doorstroming zodanig regelen, dat de flow op op de juiste waarde is ingesteld. De onderkant van de flowindicator geeft de waarde aan. Zie fig. 9. Monteer de isolatie op de pomp. 4.1.3 Instellingen regeling De regelaar staat standaard uit. Stel de regelaar in op automatisch bedrijf, via het servicemenu. De regelaar staat standaard ingesteld op een watertemperatuur van 60 C. Om de opbrengst van de zonneboiler te verhogen, kunt u deze op maximaal 85 C instellen. Fig. 9 Pos. 1: Instellingen flowregelaar IFlowindicator 1 13

4 In bedrijfstelling SCHADE AAN INSTALLATIE Door te hoge watertemperatuur LET OP! De maximale watertemperatuur van de zonneboiler mag nooit hoger ingesteld worden dan 85 C. Dit om schade aan het cv-toestel te voorkomen. 4.1.4 Continu in bedrijf Voor de goede werking moet de zonneboiler continu in bedrijf blijven. Daardoor kan het systeem het hele jaar door warm tapwater leveren, dus ook in de winter. Er is geen reden om het systeem uit te schakelen, omdat de collectoren gevuld zijn met Nefit Solarvloeistof, dat bestand is tegen zowel lage als hoge temperaturen. In wintertijd is de Nefit Solarvloeistof beschermd tegen bevriezing. Het systeem zal blijven functioneren en warm tapwater produceren, zodra er voldoende zonnewarmte aanwezig is. In zomertijd is het systeem beveiligd tegen oververhitting. Hierdoor wordt het sanitairwater in de zonneboiler maximaal 85 ºC. SCHADE AAN INSTALLATIE LET OP! Het collectorcircuit is voorzien van een overstortbeveiliging ten behoeve van overdruk. Deze mag nooit worden afgesloten.! 14

Onderhoud en gebruik 5 5 Onderhoud en gebruik Het Nefit SolarLine zonne-energiesysteem dient om de 2 tot 3 jaar op de volgende punten gecontroleerd te worden. 5.1 Collectoren Controleer de collectoren op vervuiling door luchtverontreiniging, zand en/of stof. Het schoonmaken van de glasplaat kan het beste met water gebeuren. Geen schuur- of oplosmiddelen toepassen! 5.2 Controleer de systeemdruk Controleer in koude toestand de druk in het collectorcircuit. Deze dient ca 1,3 bar te bedragen. Wanneer het zonne-energiesysteem in bedrijf is, of niet in koude toestand is, dan kunnen hogere drukken voorkomen. Wanneer de druk te laag is, waarschuw de installateur om het systeem bij te laten vullen. Voor het vullen moet gebruik gemaakt worden van Solarvloeistof om de vorstbestendigheid te blijven garanderen. 15

5 Onderhoud en gebruik 5.3 Controle beschermingsgraad De Nefit Solarvloeistof in het collectorcircuit dient gecontroleerd te worden op vorstbestendigheid. Is de beschermingsgraad tussen de 0 en -25 ºC, dan dient u een correctie uit te voeren. De controle kan alleen met de Nefit Solarvloeistofmeter uitgevoerd worden. Een eventuele afwijking in de beschermingsgraad kan worden gecorrigeerd met 100% Nefit Solarvloeistof. Procedure voor het corrigeren van de beschermingsgraad van de solarvloeistof: Voor de meting is het belangrijk dat de Nefit Solarvloeistof een zo homogeen mogelijk mengsel is. Laat hiervoor de circulatiepomp ongeveer 10 minuten draaien. Tap via de vulkraan een kleine hoeveelheid Nefit Solarvloeistof af. Meet de vorstbeschermingsgraad van de vloeistof met de solarvloeistofmeter. De vloeistofmeter dient geheel gevuld te zijn en vrij van luchtbellen. Bepaal de hoeveelheid 100% concentraat die toegevoegd moet worden volgens onderstaande tabel. Gemeten beschermingsgraad [ C] -8-10 -11-12 -14-16 -19-21 Toe te voegen concentraat [ltr] 3,8 3,5 3,2 2,9 2,6 2,2 1,8 1,4 Tab. 1 Tabel toe te voegen 100% concentraat 5.4 Controle boiler Raadpleeg de handleiding van de boiler voor het noodzakelijke onderhoud aan de boiler.! 16

Specificaties 6 6 Specificaties 6.1 Flowunit Voeding: 230 VAC, 50-60 Hz Opgenomen vermogen: ca. 30 W (pompstand I) ca. 45 W (pompstand II) ca. 60 W (pompstand III) Aansluitingen: - aanvoer - retour Pomptype Aansluitingen pomp: - pompaanvoerø = 1½" - pompretourø = 1½" Ø = 15 mm knel Ø = 15 mm knel Grundfos UPS 25-40, 130 mm Ø = 1½" Ø = 1½" keepklep pompschakelaar flowregelaar 6.2 Vulunit Expansievat: 1 bar voordruk 3 bar maximale druk 18 liter inhoud Overdrukventiel: 3 bar 6.3 Solarvloeistof Maximale temperatuur: 140 C Samenstelling 50% propeen glycol, 50% water Kiwa - ATA nr.: K12787 Beschermingsfactor: -35 C 17

7 Checklist (Inbedrijfname, inspectie en onderhoud) 7 Checklist (Inbedrijfname, inspectie en onderhoud) Met dit in bedrijfname, inspectie en onderhoudsprotocol heeft u een overzicht van de werkzaamheden die aan de Nefit SolarLine zonneboiler moet gebeuren. We raden u aan om eens in de 2 a 3 jaar onderhoud aan de installatie te verrichten. Vult het protocol in. U kunt dit protocol kopiëren om het voor latere inspecties en onderhoud te gebruiken.! 18

Checklist (Inbedrijfname, inspectie en onderhoud) 7 Gebruiker: Plaats: Inbedrijfstelling, inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Datum Algemene inbedrijfname Pagina 1. Aanvoer en retour goed geinstalleerd 12 2. Zonneboiler gevuld en gecontroleerd op lekdichtheid? 12 3. Zonneboiler circuit ontlucht? 4. Ontluchters gesloten? 12 5. Inbedrijfstelling Inspectie/Onderhoud 1. 2. 3. Vorst beveiliging gecontroleerd op C. 16 C C C C Collectorcircuit 1. Druk gemeten. (In koude toestand) (1,3 bar) 2. Stroming over de collectoren 3. Terugslagklep op positie "N"? 12 4. Thermostatisch mengventiel ingesteld? 11 Collectoren 1. Visuele controle van de collectoren 12 13 bar l/min bar l/min bar l/min bar l/min 1 1 1 2. Collectorsensor goed geplaatst en tot aanslag ingeschoven 1 1 1 3. Visuele controle van de montage van de collectoren 1 1 1 4. Visuele controle van de verbindingen tussen de collectoren en de doorvoer door het dak 1 1 1 5. Visuele controle van de isolatie van de leidingen 1 1 1 Boiler 1. Onderhoud aan de boiler doorgevoerd Regeling 1. Regelaar op automatisch ingesteld 13 2. Naverwarmer ingesteld op minimaal 60 C 11 Opmerkingen De zonne-installatie werd conform dit voorschrift gemonteerd en in bedrijf genomen, geïnspecteerd en onderhouden. 1 indien nodig. Firmastempel / datum / handtekening 19

Nefit B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer DealerLine: 0570-67 85 66 Consumenten Infolijn: 0570-67 85 00 Fax: 0570-67 85 86 Internet: www.nefitdealer.nl 7 747 008 353 12/2009