ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255

ECLI:NL:RBMNE:2014:1155

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:RBAMS:2017:5266

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBNHO:2013:7657

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:RBZWB:2014:7153

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ9713

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBGEL:2017:1576

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ4585

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6817

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7352

ECLI:NL:RBGEL:2013:4571

ECLI:NL:RBHAA:2008:BF5730

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:RBAMS:2014:290

ECLI:NL:RBOVE:2014:5578

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBUTR:2012:BX7313

ECLI:NL:RBMNE:2017:1920

ECLI:NL:RBASS:2011:BU9407

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

ECLI:NL:RBROT:2016:6088

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

ECLI:NL:RBMNE:2017:2752

ECLI:NL:GHARL:2015:9831


ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBMNE:2016:6315

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

LJN: CA1235,Sector kanton Rechtbank Alkmaar, CV EXPL

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2013:2662

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9714

Transcriptie:

ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 18-11-2009 Datum publicatie 22-01-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 624032 UC EXPL 09-4911 MVV Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig Onverschuldigde betaling. Terugvordering van betaling aan energiemaatschappij na afsluiting meter. Valse zegels electriciteitsmeter. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK UTRECHT Sector kanton Locatie Utrecht zaaknummer: 624032 UC EXPL 09-4911 MVV vonnis d.d. 18 november 2009 inzake [eiser], wonende te [woonplaats], verder ook te noemen [eiser], eisende partij, gemachtigde: mr.drs. A. Boumanjal, tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Eneco Services B.V., gevestigd te Rotterdam, verder ook te noemen Eneco, gedaagde partij, gemachtigde: mr. A. Ester.

Verloop van de procedure De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 20 mei 2009. Eneco heeft voorafgaand aan de comparitie nog stukken in het geding gebracht. De comparitie is gehouden op 31 augustus 2009. Daarvan is aantekening gehouden. Hierna is uitspraak bepaald. De feiten 1.0 [eiser] bewoont de stacaravan aan [adres] (hierna: de woning). [eiser] neemt elektriciteit af ten behoeve van zijn woning. 1.1 Op 15 januari 2008 heeft Eneco tezamen met de Regiopolitie Utrecht de woning bezocht, de woning afgesloten van het elektriciteitsnet en de elektriciteitsmeter die was geplaatst in een kast aan de buitenzijde van de woning weggenomen. 1.2 Eneco heeft [eiser] bij brief van 17 januari 2008 als volgt bericht: Op 15/01/2008 10:15 uur heeft ENECO Netbeheer B.V. bij u op het adres [adres], de volgende onregelmatigheden geconstateerd: * Van de elektriciteitsmeter werden de ijkzegels en het zegel van de hoofdaansluitkast verbroken, waardoor de meter niet meer voldoet aan de eisen volgens de Meetcode genoemd in art. 31 lid 1 onderdeel b van de Elektriciteitswet 1998 en vervangen dient te worden. Dit alles zonder de uitdrukkelijke toestemming van ENECO Netbeheer B.V. Op grond van de artikelen 13 lid 1, 4 lid 6 en 4 lid 2 van de Algemene voorwaarden ( ) stellen wij u hiervoor, als eigenaar/netgebruiker c.q. afnemer in de zin van artikel 1 van bovengenoemde voorwaarden, aansprakelijk. Van de elektriciteitsmeter hebben wij het energieverbruik herberekend, dit naar een jaargemiddelde. Gelet op het misbruik hebben wij de energietoevoer afgesloten. Alleen wanneer u het volledige notabedrag ( ) betaalt, zal tot heraansluiting worden overgegaan. 1.3 De desbetreffende factuur bedroeg 2.667,54, bestaande uit 2.248,82 aan Totaal ontvreemd energieverbruik, 57,22 aan Totaal materiaal kosten en 361,50 aan Totaal Arbeidsloon. 1.4 [eiser] heeft de factuur voldaan waarna Eneco een nieuwe meter heeft geplaatst en de elektriciteitstoevoer heeft hersteld.

1.5 Eneco heeft aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit door [eiser]. De zaak is in augustus 2008 geseponeerd omdat er naar het oordeel van de Officier van Justitie onvoldoende wettig bewijs is voor vervolging van [eiser]. Het geschil en de beoordeling daarvan 2.1 [eiser] vordert veroordeling van Eneco, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, tot betaling aan [eiser] tegen kwijting van een bedrag van 2.667,54 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling van gemeld bedrag door [eiser] aan Eneco tot aan de dag van terugbetaling door Eneco, alsmede tot betaling van een bedrag van 2.000,- ter vergoeding van geleden immateriële schade, met veroordeling van Eneco in de proceskosten. 2.2 [eiser] stelt ter onderbouwing van zijn vorderingen - samengevat - dat Eneco op 15 januari 2008 ten onrechte de elektriciteitsmeter heeft verwijderd. De op de foto s van Eneco getoonde zegels op de meter zijn dezelfde als die bij het aangaan van de overeenkomst op de meter zaten. Bovendien is op de foto s te zien dat de zegels nog intact zijn. [eiser] heeft de meters niet aangeraakt. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de strafzaak wegens diefstal is geseponeerd. Daar komt bij dat Eneco de zaak niet in den minne heeft willen schikken. De afsluiting is dan ook onrechtmatig. Aangezien elektriciteit een eerste levensbehoefte is, was [eiser] genoodzaakt de factuur van Eneco te voldoen. [eiser] heeft aldus onverschuldigd aan Eneco betaald, aldus [eiser]. Bovendien heeft [eiser] grote immateriële schade geleden omdat hij verstoken is geweest van (gas en) elektriciteit, aldus [eiser]. 3.1 Het verweer van Eneco strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van [eiser] in zijn vordering, althans tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten. De inhoud van het verweer komt hierna bij de beoordeling van het geschil aan de orde. 4.1 Tussen partijen is niet in geschil dat op basis van de overeenkomst tussen partijen en de daarbij behorende algemene voorwaarden [eiser] als contractant aansprakelijk is voor schade aangebracht aan de meter en schade die het gevolg is van manipulatie van de meter. In deze zaak gaat het derhalve om het antwoord op de vraag of (de verzegeling van de) de meter is gemanipuleerd. Wie, als vast is komen te staan dat er is gemanipuleerd, de zegels heeft verbroken, is in het licht van de contractuele aansprakelijkheid van [eiser] dan ook niet relevant. In zoverre kan de stelling van [eiser] dat niet is komen vast te staan dat hij de meters heeft gemanipuleerd zijn vordering niet dragen. 4.2 Eneco heeft ter onderbouwing van haar stelling dat de meter is gemanipuleerd betoogd dat twee van haar speciaal opgeleide medewerkers hebben geconstateerd dat de verzegeling van de

hoofdaansluitkast was verbroken en dat bij nadere controle van de meter bleek dat ook de fabriekszegels van het telwerkhuis waren verbroken. Deze zegels waren vervangen door valse zegels. Ter zitting heeft Eneco nader uiteengezet dat zij onder valse zegels verstaat andere dan de originele fabriekszegels, daaronder begrepen fabriekszegels die na te zijn verbroken weer zijn dichtgemaakt. Eneco heeft foto s overgelegd van originele fabriekszegels en foto s van de (zegels aan de) meter van [eiser] zoals die op 15 januari 2008 werd aangetroffen. Ter zitting heeft Eneco bovendien de meter van [eiser], met zegels, getoond. 4.3 De kantonrechter is van oordeel dat de niet onderbouwde stelling van [eiser] dat de zegels niet vals zijn, gelet op de wijze waarop Eneco haar betoog heeft onderbouwd, zijn vordering niet kan dragen. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat de kantonrechter ter zitting heeft geconstateerd dat de zegels die zich aan de meter van [eiser] bevonden, afwijken van de fabriekszegels. Uit de foto s van de fabriekszegels blijkt dat deze een gelijkmatige vorm hebben (behoudens waar de zegel om de draad is gevouwen) en een duidelijke inslag aan weerszijde. De zegels aan de meter van [eiser] hebben een aanmerkelijk gehavende rand. Bovendien is de inslag aan weerszijde van de zegels vanaf één punt weggedrukt, wellicht ten gevolge van het dichtknijpen met een niet voor verzegeling bestemde tang. Voorts neemt de kantonrechter daarbij in aanmerking dat de gemachtigde van [eiser] ter zitting heeft betoogd dat de zegels zouden zijn verbroken door medewerkers van (aannemers) van Eneco die aan de meter zouden hebben gewerkt en dat de zoon van [eiser] daarover zou kunnen getuigen, maar dat bij doorvragen [eiser] heeft verklaard dat die medewerkers eerst nadat de meter was vervangen, dus aan/bij de huidige meter, werkzaamheden hebben verricht. 4.4 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de kantonrechter aan de vraag of [eiser] moet worden toegelaten tot bewijs van de door hem gestelde feiten en omstandigheden niet meer toe. 4.5 De vordering tot (terug)betaling zal worden afgewezen. De vordering tot immateriële schadevergoeding deelt dat lot. 4.6 [eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. Beslissing De kantonrechter: - wijst de vordering af; - veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Eneco, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op 350,- aan salaris gemachtigde. Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.F. van Vugt, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 november 2009.