ECLI:NL:RBOBR:2014:3396

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0410

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBNHO:2017:484

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBLIM:2017:2368

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6817

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8864

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5266

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255

ECLI:NL:RBAMS:2014:290

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980

ECLI:NL:RBNHO:2017:2197

ECLI:NL:RBALM:2011:BU1896

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2016:7158

ECLI:NL:RBROT:2016:6088

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:OGEAC:2017:93

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBLIM:2017:7391

ECLI:NL:RBGRO:2009:BK5682

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:RBALK:2012:BX5783

ECLI:NL:RBOBR:2017:3330

ECLI:NL:RBROT:2012:BY3179

ECLI:NL:RBAMS:2017:3578

ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3910

ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9714

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885


ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

LJN: BX1386,Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, CV EXPL

ECLI:NL:RBZWB:2014:7352

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBAMS:2016:38

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1535

ECLI:NL:RBGEL:2017:1576

Transcriptie:

ECLI:NL:RBOBR:2014:3396 Instantie Datum uitspraak 26-06-2014 Datum publicatie 27-06-2014 Zaaknummer 2796388 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig Op tegenspraak Consumentenkoop van smart-tv, waarop het internet niet of moeilijk kan worden gebruikt. De Samsung televisie in kwestie betreft een Duits model en is niet bestemd voor de Benelux markt. Verweer verkoper dat niet tijdig is geklaagd, wordt verworpen. Consument heeft de bevoegdheid om de koopovereenkomst te ontbinden. Vindplaatsen Rechtspraak.nl TvC 2014, afl. 6, p. 289, m.nt. prof. mr. M.B.M. Loos Prg. 2014/208 Uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT Team Kanton, locatie s-hertogenbosch Zaaknummer: 2796388 / 317 Rolnummer: 14-1634 Uitspraak: 26 juni 2014 in de zaak van: [eiser], wonende te [woonplaats], eiser, gemachtigde: Hofman gerechtsdeurwaarders,

tegen: Qplaza B.V., gevestigd te Uden, gedaagde, gemachtigde: mr. W.J. de Vries. 1 De procedure Bij dagvaarding d.d. 11 februari 2014 heeft [eiser] gesteld en gevorderd als na te melden. Qplaza heeft een conclusie van antwoord genomen. Daarop is een comparitie van partijen bepaald. Deze heeft plaatsgevonden op 28 mei 2014. Ten slotte is vonnis bepaald. 2 Het geschil 2.1. [eiser] vordert de koop ongedaan te verklaren en om Qplaza te veroordelen om aan hem te betalen het bedrag van 2.175,-, vermeerderd met de rente van 1% per maand over dit bedrag vanaf 1 maart 2014 tot de dag van voldoening. [eiser] legt daaraan, kort weergegeven, het volgende ten grondslag. Qplaza heeft aan hem een televisie geleverd (in de dagvaarding staat dat [eiser] een televisie heeft geleverd, maar dit betreft zo heeft [eiser] ter zitting verklaard een fout, toev. Ktr.). De televisie is diverse malen gerepareerd door een door Samsung Benelux aangesteld bedrijf. De conclusie is dat de televisie niet te repareren is. De televisie is niet geleverd door Samsung Benelux. Onderhandelingen over een minnelijke oplossing hebben niet tot een regeling geleid. 2.2. Qplaza heeft hiertegen, kort weergegeven, het volgende verweer gevoerd. De dagvaarding is uiterst summier en voldoet niet aan de eisen van artikel 111 Rv. De grondslag van de vordering blijkt niet uit de dagvaarding. Hierdoor kan Qplaza zich niet verdedigen tegen de vordering van [eiser], zonder zelf de (mogelijke) gronden waarop [eiser] zich zou kunnen beroepen aan te vullen. Qplaza is onredelijk in haar belangen geschaad. Zij verzoekt de kantonrechter de dagvaarding nietig te verklaren. [eiser] heeft twee jaar fabrieksgarantie van Samsung. Als er een probleem is met de televisie, wordt dit opgepakt door Samsung. Qplaza verleent zelf geen garantie aan de koper van een product. In oktober 2013, derhalve 22 maanden na aankoop, heeft [eiser] gemeld dat er een probleem is met de televisie. Als deze is aangesloten op internet, loopt deze soms vast. Of dit probleem veroorzaakt wordt door de internetaansluiting van [eiser] zelf, of dat dit een intern probleem is in de televisie, staat niet vast. Verder kan de televisie wel op normale wijze zenders ontvangen en dvd s afspelen. Een beroep op non-conformiteit dient om die reden te worden afgewezen. Voor zover er sprake is van een gebrek, rechtvaardigt dit gebrek niet de algehele ontbinding van de koopovereenkomst. Coulancehalve heeft Qplaza op 5 februari 2014 aangeboden om de geleverde televisie terug te

nemen en een nieuwer model televisie te leveren tegen bijbetaling van 750,-. [eiser] heeft dit voorstel afgewezen en gevraagd om binnen drie dagen een ander voorstel te doen. Op 11 februari 2014 is Qplaza rauwelijks gedagvaard. Betwist wordt dat Qplaza contractuele rente van 1% per maand verschuldigd is. Eveneens wordt betwist dat Qplaza gehouden is tot betaling van buitengerechtelijke kosten. 2.3. Hetgeen partijen voor het overige hebben aangevoerd zal, indien en voor zover relevant, in het navolgende aan de orde komen. 3 De beoordeling 3.1. Aan Qplaza kan worden toegegeven dat de dagvaarding summier van inhoud is. Dit is echter geen grond voor nietigverklaring daarvan. Daartoe wordt dan ook niet overgegaan. Uit de dagvaarding blijkt voldoende duidelijk dat het gaat om een niet functionerende televisie van het type Samsung UE-55D7000. De correspondentie tussen partijen is aan de dagvaarding gehecht. Qplaza kan haar verweer aan de hand van de dagvaarding voldoende concreet maken. 3.2. Ingevolge artikel 25 Rv vult de rechter ambtshalve rechtsgronden aan. Kennelijk beroept [eiser] zich op non-conformiteit ex artikel 7:17 lid 2 BW. Daarin is onder meer bepaald dat een zaak niet beantwoordt aan de overeenkomst indien zij niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. 3.3. [eiser] heeft van een smart-tv als de televisie die hij bij Qplaza gekocht heeft, mogen verwachten dat hij daarop internet kan gebruiken. Kennelijk is dat niet mogelijk. Qplaza heeft althans niet betwist dat dat niet mogelijk is. Zij heeft enkel gesteld dat niet duidelijk is of dit probleem veroorzaakt wordt door de internetaansluiting van Qplaza zelf of dat dit een gebrek is van de televisie. Deze betwisting is onvoldoende gemotiveerd, nu [eiser] meerdere malen medewerkers van Samsung heeft ontvangen die hebben gepoogd de televisie te repareren. Het ligt voor de hand dat deze medewerkers, indien er sprake zou zijn van een gebrekkige internetaansluiting, dat geconstateerd zouden hebben. Dat is echter niet gebeurd. Ter onderbouwing van zijn stelling dat de televisie niet goed functioneert, heeft [eiser] bij dagvaarding een reparatierapport van Samsung in het geding heeft gebracht, waarin staat: Betreft een compatibiliteitsprobleem waar geen technische oplossing voorhanden is. Bovendien is dit een buitenlands model wat niet in aanmerking kan komen voor ECF. Qplaza heeft daar niets althans onvoldoende tegenover gesteld. Vaststaat derhalve, als onvoldoende gemotiveerd betwist, dat de televisie niet conform is. 3.4. Qplaza heeft aangevoerd dat [eiser] niet tijdig, derhalve pas na 22 maanden na aankoop, heeft geklaagd. Echter, als niet weersproken staat vast dat Qplaza bij aankoop van de televisie heeft gezegd dat [eiser] zich bij problemen met de televisie tot Samsung diende te wenden. Het feit dat [eiser] zich pas in een later stadium tot Qplaza wendde, is het gevolg van het feit dat hij, overeenkomstig het advies van Qplaza, eerst Samsung heeft benaderd ter oplossing van de problemen met de televisie. Onder die omstandigheden kan aan [eiser] niet worden tegengeworpen dat hij te laat heeft geklaagd. 3.5. Qplaza stelt zich verder op het standpunt dat het gebrek niet de algehele ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt, aangezien de televisie wel gebruikt kan worden om tv op te kijken en om dvd s op af te spelen. Artikel 7:22 lid 1 sub a BW bepaalt dat als het afgeleverde niet beantwoordt aan de overeenkomst, de koper bij een consumentenkoop de bevoegdheid om de overeenkomst te

ontbinden, tenzij de afwijking van het overeengekomene, gezien haar geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt In artikel 7:22 lid 2 BW is bepaald dat de in lid 1 bedoelde bevoegdheden pas ontstaan wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, danwel de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als bedoeld in artikel 7:21 lid 3 BW. Artikel 7:21 lid 3 BW verwijst naar lid 1 van hetzelfde artikel, waarin staat: Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan kan de koper eisen: a. aflevering van het ontbrekende; b. herstel van de afgeleverde zaak, mits de verkoper hieraan redelijkerwijs kan voldoen; c. vervanging van de afgeleverde zaak, tenzij de afwijking van het overeengekomene te gering is om dit te rechtvaardigen, dan wel de zaak na het tijdstip dat de koper redelijkerwijze met ongedaanmaking rekening moet houden, teniet of achteruit is gegaan doordat hij niet als een zorgvuldig schuldenaar voor het behoud ervan heeft gezorgd. Bij e-mailbericht van 25 oktober 2013 heeft [eiser] geëist dat Qplaza de televisie zou omruilen voor een gelijkwaardig type (met behoud van garantie). Hij heeft dus vervanging van de afgeleverde zaak geëist. Qplaza heeft daaraan niet voldaan. Zij heeft slechts onder bijbetaling van een bedrag van 750,- een andere televisie aangeboden. De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake van is dat de afwijking van het overeengekomene te gering is om vervanging van de afgeleverde zaak te kunnen eisen dan wel om de ontbinding van de overeenkomst te rechtvaardigen. 3.6. De door [eiser] gevorderde ongedaanmaking van de koop, de ontbinding van de overeenkomst, zal worden toegewezen. Dat betekent dat [eiser] zijn televisie terug moet geven aan Qplaza en dat Qplaza zal worden veroordeeld tot het betalen van de koopsom van 2.175,- aan [eiser]. 3.7. De kantonrechter is met Qplaza van oordeel dat er geen grond is voor de gevorderde contractuele rente. Slechts toewijsbaar is de wettelijke rente vanaf 1 maart 2014 over 2.175,-. 3.8. [eiser] heeft in voldoende mate onderbouwd dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Gewezen zij met name op zijn e-mailberichten van 25 oktober 2013 en 5 februari 2014. Voor toewijzing van buitengerechtelijke kosten op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is niet vereist dat deze werkzaamheden zijn verricht door een (professionele) gemachtigde. Aan buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen een bedrag conform het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten bepaalde tarief, te weten 326,-. 3.9. Qplaza zal, als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De gevorderde btw over de explootkosten wordt afgewezen. Weliswaar wordt in de dagvaarding vermeld dat [eiser] de hem in rekening gebrachte omzetbelasting niet kan verrekenen, doch aangenomen wordt dat sprake is van een kennelijke vergissing. Aangezien de dagvaarding zeer summier van inhoud is, zal geen bedrag worden toegekend ter zake bijdrage in het salaris van de gemachtigde. Kennelijk heeft deze geen of zeer weinig bemoeienis gehad met het opstellen ervan. Van rauwelijks dagvaarden is geen sprake. 4 Beslissing

De kantonrechter: ontbindt de tussen partijen gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de Samsung UE-55D7000; veroordeelt Qplaza om aan [eiser], onder afgifte van de televisie aan haar, te betalen een bedrag van 2.501,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over 2.175,- vanaf 1 maart 2014 tot de dag van voldoening; veroordeelt Qplaza in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiser] begroot op 296,52, waarvan 77,52 aan explootkosten en 219,- aan griffierecht; verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. P.G.Th. Lindeman-Verhaar, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juni 2014, in aanwezigheid van de griffier.