ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHAMS:2014:5409 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer


ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHAMS:2014:3576 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:GHAMS:2012:BY7866 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR

ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:1419 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:2310 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2015:2719 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:4335 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:GHARL:2014:8075

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:GHSHE:2014:1412

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2063 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:GHARL:2017:2679

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741


ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9996 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:GHAMS:2015:3846 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2014:5417 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP1090 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHSHE:2016:746

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:GHDHA:2014:3035

ECLI:NL:GHAMS:2014:4339 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:GHAMS:2015:2322 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

Transcriptie:

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger beroep Appel van ECLI:NL:RBNHO:2016:523. Verstekarrest. Non-concurrentiebeding en relatiebeding in overeenkomst van opdracht (onder meer dienstverlening als gastheer). Anders dan de eerste rechter oordeelde, zijn er wel werkzaamheden verricht die in strijd zijn met het non-concurrentiebeding en het relatiebeding. Toewijzing van de alsnog in appel ingestelde vordering van een boete van 50.000,-. Vindplaatsen Rechtspraak.nl AR 2017/1520 Uitspraak arrest _ GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team I zaaknummer : 200.189.286/01 zaaknummer rechtbank : 4363254 / CV EXPL 15-7194 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 17 januari 2017 inzake RUSH SAFETY SERVICES B.V.,

gevestigd te Purmerend, appellante, advocaat: mr. R.J. van Velzen te Alkmaar, tegen: [geïntimeerde], wonend te Amsterdam, geïntimeerde, niet verschenen. 1 Het geding in hoger beroep Partijen worden hierna Rush en [geïntimeerde] genoemd. Rush is bij dagvaarding van 4 april 2016 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, sectie kanton, locatie Haarlem (hierna: de kantonrechter) van 3 februari 2016, gewezen tussen Rush als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde. Ter rolle van 19 april 2016 is tegen [geïntimeerde] verstek verleend. Rush heeft een memorie van grieven, tevens houdende vermeerdering van eis, met productie genomen en heeft bewijs van haar stellingen aangeboden. Rush heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog uitvoerbaar bij voorraad haar vorderingen zal toewijzen en [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling van al hetgeen [geïntimeerde] uit hoofde van het bestreden vonnis heeft ontvangen vermeerderd met rente, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten van beide instanties. In haar memorie van grieven heeft zij haar eis vermeerderd en gevorderd dat het hof, uitvoerbaar bij voorraad: [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van 50.000,-; [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling van al hetgeen door Rush ter uitvoering van het bestreden vonnis aan [geïntimeerde] is voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van betaling door Rush; [geïntimeerde] zal veroordelen in de proceskosten van beide instanties; [geïntimeerde] zal veroordelen in de nakosten. De memorie van grieven, tevens houdende vermeerdering van eis is op 16 juni 2016 aan [geïntimeerde] betekend. Ten slotte heeft Rush arrest gevraagd.

2 Feiten De kantonrechter heeft in het in deze zaak gewezen vonnis onder De feiten de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. 3 Beoordeling 3.1. Rush is als opdrachtgever met [geïntimeerde], de opdrachtnemer, een overeenkomst van opdracht aangegaan met ingang van 16 januari 2015 voor de duur van twee jaar. De opdracht bestaat uit Beveiliging medewerker/gastheer/toezichthouder. [geïntimeerde] heeft de opdracht (onder andere) uitgevoerd bij LIFE Music and more (hierna: LIFE) in Hoorn. De overeenkomst bevat, voor zover van belang, het volgende: 7. Non-concurrentiebeding a. Opdrachtnemer verbindt zich om zowel tijdens de arbeidsovereenkomst als gedurende een periode van 1 jaar na het einde daarvan, direct noch indirect, noch voor zichzelf noch voor anderen, in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn in of bij het geplaatste object waarvoor opdrachtnemer werkzaam was voor opdrachtgever b. (...) c. Indien opdrachtnemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde onder leden a (...) van dit artikel handelt, zal hij in aan opdrachtgever zonder dat enige ingebrekestelling vereist is voor iedere overtreding een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete verbeuren ten bedragen van 25.000,= en van 1.000,= voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. (...) 8. Relatiebeding a. opdrachtnemer verbindt zich zowel gedurende het bestaan van de overeenkomst als gedurende een periode van een jaar na de beëindiging daarvan, op enigerlei wijze, direct noch indirect, noch voor zichzelf, noch voor anderen, in enigerlei vorm professionele diensten te verrichten of doen verrichten voor en/of op enigerlei wijze in contact te treden (actief en/of passief) met klanten en/of relaties van opdrachtgever en/of afnemers van producten en/of diensten van opdrachtgever (...), behoudens uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van opdrachtgever. b. Met klanten en/of relaties van opdrachtgever, zoals opgenomen in lid a van dit artikel worden in ieder geval bedoeld de relaties van opdrachtgever (...), waarmee opdrachtgever gedurende dan wel voorafgaand aan de beëindiging van de overeenkomst op enigerlei wijze (zakelijk) contact heeft gehad. (...) d. Indien opdrachtnemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde onder leden a en b van dit artikel handelt, zal hij aan opdrachtgever zonder dat enige ingebrekestelling vereist is aan opdrachtgever voor iedere overtreding een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete verbeuren ten bedragen van 25.000,= en van 1.000,= voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. (...)

Op of rond 19 mei 2015 is de overeenkomst door partijen beëindigd. 3.2. Rush heeft [geïntimeerde] op 4 augustus 2015 gedagvaard en gevorderd [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van 25.000,-, op de grond dat [geïntimeerde] in strijd met het non-concurrentiebeding en het relatiebeding heeft gehandeld door met LIFE af te spreken dat hij voor LIFE een feest, Ladies Night, zou organiseren, dat op 15 juni 2015 zou plaatsvinden. In haar conclusie van repliek heeft Rush aangevoerd dat [geïntimeerde] op 21 november 2015 opnieuw het concurrentiebeding heeft overtreden door bij LIFE beveiligingswerkzaamheden te verrichten, waarvoor [geïntimeerde] wederom een boete verschuldigd is. 3.3. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen. De kantonrechter heeft daartoe overwogen dat Rush niet heeft weersproken dat, zoals [geïntimeerde] had aangevoerd, [geïntimeerde] alle betrokkenheid bij Ladies Night voor het plaatsvinden van dit evenement heeft beëindigd nadat Rush hem had aangesproken op zijn betrokkenheid bij het organiseren daarvan. De kantonrechter was daarom van oordeel dat uiteindelijk door [geïntimeerde] geen werkzaamheden zijn verricht in strijd met het non-concurrentiebeding en het relatiebeding. Voor wat betreft de door [geïntimeerde] verrichte voorbereidingswerkzaamheden was volgens de kantonrechter niet door Rush gesteld dat daaraan financieel of immaterieel voordeel verbonden was. De kanonrechter achtte het juist aannemelijk dat sprake was van het tegendeel, omdat [geïntimeerde] zich had teruggetrokken. Tenslotte heeft de kantonrechter geoordeeld dat, indien Rush met de door haar in de conclusie van repliek gestelde overtreding op 21 november 2015 haar vordering heeft willen aanvullen, dit in strijd is met de goede procesorde, omdat [geïntimeerde] onvoldoende gelegenheid heeft gehad zich hiertegen te verweren. Tegen deze beslissing en motivering komt Rush met haar drie grieven op. 3.4. De grieven 1 en 2 houden het volgende in. Rush betwist dat [geïntimeerde] zijn betrokkenheid bij de organisatie van de Ladies Night heeft beëindigd voordat dit evenement heeft plaatsgevonden. [geïntimeerde] is tot het einde van de Ladies Night bij de organisatie daarvan betrokken gebleven. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst hij naar de bij de memorie van grieven gevoegde productie, inhoudende een verklaring van mevrouw [M.], de toenmalige partner van [geïntimeerde]. Bovendien doet het volgens Rush niet ter zake dat zo dit al zou komen vast te staan [geïntimeerde] geen uitvoeringswerkzaamheden tijdens de Ladies Night heeft verricht, gelet op de inhoud van het non-concurrentiebeding en het relatiebeding. 3.5. In grief 3 betwist Rush dat [geïntimeerde] zich niet heeft kunnen verweren tegen haar stelling dat [geïntimeerde] op 21 november 2015 opnieuw een overtreding zou hebben begaan. Rush wijst erop dat [geïntimeerde] nog een conclusie van dupliek heeft genomen, maar daarin heeft hij slechts het standpunt ingenomen dat geen sprake is van een rechtsgeldig beding gelet op artikel 7:653 BW. 3.6. Het hof overweegt allereerst dat het verweer van [geïntimeerde] dat het non-concurrentiebeding en het relatiebeding op grond van artikel 7:653 BW niet gelden, niet slaagt. Artikel 7:653 BW heeft betrekking op een arbeidsovereenkomst. Partijen hebben evenwel geen arbeidsovereenkomst, maar een overeenkomst van opdracht gesloten. 3.7. Onweersproken in hoger beroep heeft Rush gesteld dat [geïntimeerde] ook op 5 juni 2015, de dag waarop de Ladies Night heeft plaatsgevonden, nog steeds betrokken was bij de organisatie van dit evenement. Evenmin is weersproken dat het non-concurrentiebeding en het relatiebeding zodanig ruim zijn geredigeerd dat, ook indien de stelling van [geïntimeerde] dat zijn betrokkenheid bij de organisatie als voorbereidingswerkzaamheden moet worden aangemerkt, zou worden gevolgd, dit niet kan leiden tot het oordeel dat hij deze bedingen niet heeft overtreden. Dat hij van Rush toestemming zou hebben gekregen voor de organisatie van de Ladies Night heeft

[geïntimeerde] niet onderbouwd, zodat het hof daaraan voorbijgaat. 3.8. Ter onderbouwing van de gestelde overtreding op 21 november 2015 verwijst Rush eveneens naar de verklaring van mevrouw [M.]. Het hof deelt de mening van Rush dat [geïntimeerde] in eerste aanleg in de gelegenheid is geweest verweer te voeren tegen hetgeen Rush daarover heeft aangevoerd. [geïntimeerde] heeft evenwel in zijn memorie van dupliek de stellingen van Rush over zijn handelen op 21 november 2015 niet weersproken. Bij gebrek aan tegenspraak in hoger beroep dient de overtreding op 21 november 2015 als vaststaand te worden aangenomen. 3.9. De grieven slagen. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd. Het hof zal de vordering onder I toewijzen. Gesteld noch gebleken is dat Rush ter uitvoering van het bestreden vonnis enig bedrag aan [geïntimeerde] heeft voldaan, zodat de vordering onder II zal worden afgewezen. [geïntimeerde] zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in geding in beide instanties. De vorderingen onder III en IV worden daarmee eveneens toegewezen. 4 Beslissing Het hof: vernietigt het vonnis waarvan beroep en opnieuw rechtdoende: veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan Rush van een bedrag van 50.000,-; veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van Rush begroot op 800,- voor salaris en in hoger beroep tot op heden op 2.036,38 aan verschotten en 1.158,- voor salaris te vermeerderen met 68,- voor nasalaris en met de kosten van het betekeningsexploot, ingeval niet binnen veertien dagen is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden; verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het in hoger beroep meer of anders gevorderde. Dit arrest is gewezen door mrs. G.C. Boot, C.M. Aarts en C.G. Kleene-Eijk en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2017.