ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2795

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBOBR:2014:1092

Uitspraak. Index-delict: moord. uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT. Strafrecht. Parketnummer: 01/ Uitspraakdatum: 1 augustus 2014

ECLI:NL:RBOBR:2015:1950

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW4627

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

ECLI:NL:RBOBR:2014:240

Index-delict: poging tot doodslag.

ECLI:NL:RBOBR:2014:5044

ECLI:NL:GHARL:2014:1650 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer TBS P

ECLI:NL:RBSHE:2012:BX0828

ECLI:NL:RBMNE:2015:7843

ECLI:NL:RBZWB:2017:3349

ECLI:NL:RBSHE:2012:BX9443

ECLI:NL:RBUTR:2012:BW5624

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ9479

ECLI:NL:RBOVE:2017:938

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717

ECLI:NL:GHARN:2012:BW6050

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ECLI:NL:RBSHE:2012:BX6856

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBMAA:2005:AT2876

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ4163

ECLI:NL:GHARN:2008:BE9393

ECLI:NL:RBAMS:2007:BB8678

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHARN:2012:BW0859

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

Uitspraak. uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT. Strafrecht. Parketnummer: 01/ Uitspraakdatum: 24 maart 2015

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK


ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBHAA:2012:BZ7094

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZLY:2008:BD7184

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:RBNHO:2015:864

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

P R O J U S T I T I A

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBMAA:2011:BT7627

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBMNE:2016:7618

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:RBBRE:2001:AD6716

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798

ECLI:NL:GHARN:2010:BO7685

ECLI:NL:RBAMS:2013:6916

ECLI:NL:GHARN:2012:BV3127

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV0705

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBNHO:2017:2863

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer

Transcriptie:

ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2795 Instantie Datum uitspraak 12-06-2013 Datum publicatie 12-06-2013 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/035020-02 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig De rechtbank wijst af de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de ter beschikking stelling. Gronddelict: moord. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT Strafrecht Parketnummer: 01/035020-02 Uitspraakdatum: 12 juni 2013 Beslissing verlenging terbeschikkingstelling Beslissing in de zaak van: [terbeschikkinggestelde], geboren te [geboorteplaats] op [1959], verblijvende aan [adres]. Het onderzoek van de zaak. Bij vonnis van de rechtbank van 10 september 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 7 juni 2012, met één jaar verlengd. De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 18 april 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.

Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 mei 2013. Hierbij zijn de officier van justitie, de getuige-deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord. In het dossier bevinden zich onder andere: - een voortgangsverslag tbs en verlengingsadvies van de Reclassering Nederland d.d. 6 maart 2013; - een psychiatrisch rapport van de psychiater (naam psychiater) d.d. 27 februari 2013; - een beschikking van de rechtbank Midden Nederland d.d. 28 mei 2013 betreffende een voorwaardelijke rechterlijke machtiging in het kader van de Wet BOPZ; - het persoonsdossier van betrokkene. De beoordeling. De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. In voornoemd voortgangsverslag tbs en verlengingsadvies is onder meer het navolgende gesteld: De reclassering heeft betrokkene sinds augustus 2012 in begeleiding. De overgang van het transmuraal verlof naar de voorwaardelijke beëindiging is moeizaam verlopen. Betrokkene voelde zich somber en depressief. Het beeld verslechterde in een kort tijdbestek hetgeen geleid heeft tot een tijdelijke terugplaatsing in de Dr. H. van der Hoevenkliniek. Hij is echter snel hersteld en kon zijn dagelijks leven weer hervatten. Een tweede moment van extra ondersteuning vond plaats naar aanleiding van het gesprek met zijn dochter in november 2012. Ook hiervan is betrokkene hersteld. Ondanks het voorspoedige herstel na een emotionele periode is het beeld enigszins grillig te noemen. Dit, gezien tegen de achtergrond van betrokkenes depressieve klachten, vraagt ons inziens om langdurige zorg. Beschermende faktoren aangaande het recidiverisico zijn in de afgelopen periode verder ontwikkeld. Betrokkene heeft zijn netwerk uitgebreid en heeft een dagelijkse routine ontwikkeld waarbij hij mensen ontmoet. Zijn werk en het koffiehuis zijn belangrijk voor hem. Er is geen sprake van sociaal isolement en betrokkene heeft geen behoefte om in Eindhoven te gaan wonen. Betrokkene is ingebed in zorg bij de forensische polikliniek Kade 17. Dit contact wordt gecontinueerd. Teneinde betrokkene optimaal te kunnen helpen in geval hij weer in een ernstige depressie komt, lijkt een voorwaardelijke rechterlijke machtiging een probaat middel. Aangezien er zich geen risicovolle situaties hebben voorgedaan en de kans op recidive laag is achten wij een voortzetting van de tbs niet langer noodzakelijk. Voormeld psychiatrisch rapport houdt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende in: Betrokkene heeft in de afgelopen jaren progressie gemaakt in zijn behandeling. Eind september 2011 verhuisde betrokkene, in het kader van transmuraal verlof, naar een groepswoning van het SWBU. Zijn behandeling komt in handen van het transmuraal behandelteam De Schutse. In januari 2012 kon betrokkene een eenpersoonswoning van het SWBU in Utrecht betrekken. In februari 2012 startte betrokkene met werkzaamheden bij het LAPSO. In juni 2012 werd besloten tot de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Betrokkene stelt zich begeleidbaar op en komt al zijn afspraken na. De depressieve stoornis is door medicamenteuze behandeling in remissie gekomen. Betrokkene wil zijn medicatie blijven gebruiken. De narcistische persoonlijkheidsstoornis is door behandeling

gereduceerd tot trekken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en de obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis is niet meer aanwezig. In 2000 werd betrokkene arbeidsongeschikt verklaard. Hij heeft inmiddels een redelijk adequate daginvulling waarbij hij vier dagen per week twee uur werkzaam is bij LAPSO. Betrokkene heeft in de afgelopen jaren eveneens een toename laten zien in zijn zelfredzaamheid. De behandeling van betrokkene is van de kliniek overgenomen door Kade 17, een forensisch psychiatrische afdeling van GGZ Altrecht, te Utrecht. Zijn huidige behandelaren spreken naar rapporteur uit dat zij er vertrouwen in hebben dat betrokkene voldoende stabiel zal blijven funktioneren wanneer de tbs-maatregel zou eindigen. Betrokkene zoekt geen contact met zijn kinderen en schoonfamilie. Hij benoemt wel de wens om in de verre toekomst wederom in de regio Eindhoven te gaan wonen. Voor nu richt hij zijn plannen op wonen en opbouwen van contacten in Utrecht. Onrust en veranderingen veroorzaakt door zijn familie in Eindhoven kunnen aanleiding zijn voor destabilisatie. Om ook op lange termijn het recidiverisico laag te houden is het van belang dat er ondersteuning blijft voor betrokkene. De ondersteuning kan ook zonder de maatregel van tbs plaats vinden. Het kader van een voorwaardelijke rechterlijke machtiging zal naar de mening van rapporteur voldoende ondersteuning bieden aan betrokkene. Rapporteur komt dan ook tot het advies de tbs onvoorwaardelijk te beëindigen. Van belang is dat betrokkene onder behandeling blijft bij Kade 17. Dit kan gegarandeerd worden in het kader van een voorwaardelijke rechterlijke machtiging. Kade 17 heeft aangegeven zorg te zullen dragen voor het aanvragen van een voorwaardelijk rechterlijke machtiging. De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven: Het gaat goed met me, maar ik ben wel gespannen voor deze zitting. Ik wordt momenteel begeleid door mijn woonbegeleider van de SBWU, de heer (naam), door de psychiater (naam) en de zorgcoördinator (naam). Ik woon zelfstandig, maar heb wel een netwerk er omheen. Ik zal altijd wel hulp nodig blijven hebben. Sinds juni vorig jaar zijn er geen incidenten meer geweest. Ik heb de neiging om te vereenzamen en ik voel me ook wel eenzaam. Ik ga twee keer per week naar het koffiehuis en werk drie dagen per week. Ik zou wel meer willen werken, maar er is niet meer werk voor mij. Op het werk gaat het goed. Ik ben af en toe depressief en somber, maar niet elke dag. Ik neem mijn medicatie trouw in en die helpen mij wel. Ik woon alleen en heb een goed dagritme. Als ik mijn moeder in Eindhoven bezoek ga ik daar altijd rechtstreeks naar toe. Ik kom dus nooit in de stad zelf en de kans dat ik daar mijn kinderen ontmoet is heel klein. Ik zoek hen ook niet op. Ik heb heel erg veel spijt van de moord die ik heb gepleegd. Ik heb dat ook altijd gezegd. Ik heb met die moord één hele grote fout gemaakt en dat zal mij nooit meer gebeuren. De getuige-deskundige (naam), optredend namens de Reclassering Nederland, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven: Betrokkene is erg gespannen vandaag. Het gaat redelijk goed met hem maar wel "wiebelend". De thans verstrekte voorwaardelijke rechterlijke machtiging biedt voldoende zekerheid indien de tbs zou worden beëindigd. Betrokkene komt zijn afspraken heel trouw na. Ons advies is in nauwe samenwerking met de psychiater tot stand gekomen. De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven: De voorliggende adviezen zijn op zich duidelijk, maar ik kan er me toch niet in vinden. Ik heb met de kinderen van betrokkene gesproken. Ze willen niets meer met hem te maken hebben. Ze hebben ook nooit persoonlijke spullen van betrokkene gekregen en hij heeft ten opzichte van hen nooit spijt betuigd voor de moord op hun moeder. De voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is pas vorig jaar uitgesproken en de reclassering is pas vorig jaar augustus betrokken bij de begeleiding van betrokkene. Dat is nog maar heel erg kort. Sinds de voorwaardelijke beëindiging is er bij betrokkene

een moeizaam en grillig beeld zichtbaar. Hij is eenzaam en "wiebelend" zoals de getuige-deskundige dit noemt. In de huidige situatie kan de reclassering nog optreden bij problemen en bij een beëindiging van de tbs kan dat niet meer. Ik vind het nu nog te vroeg om betrokkene over te dragen aan de psychiatrie. Het recidiverisico is weliswaar verminderd, maar nog wel aanwezig. Er is nog steeds sprake van een grote problematiek bij betrokkene. Ik blijf bij mijn vordering tot verlenging van de tbs met één jaar. Over een jaar kunnen we dan andermaal bezien hoe het met betrokkene gaat. Er moet dan een stabiele basis zijn om de tbs te kunnen beëindigen en die basis is er nu nog niet. Er bestaat ook altijd nog de mogelijkheid dat betrokkene in Eindhoven zijn kinderen tegen het lijf loopt. Als dat het geval is dan ontstane er grote problemen. In november vorig jaar heeft hij met zijn dochter gesproken en dat gesprek leverde heftige reacties op en stress. De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven: Ik verzoek de rechtbank om de vordering af te wijzen. Er is inmiddels een stabiele basis aanwezig bij mijn cliënt. Hij werkt, gaat naar het inloopspreekuur en naar het koffiehuis. Uit de voorliggende rapportage blijkt niet van recidivegevaar en dat is het criterium bij een verlenging. Aan de voorwaardelijke rechterlijke machtiging zijn drie voorwaarden verbonden. Hij moet medicatietrouw zijn en moet contact onderhouden met zowel zijn woonbegeleider als met zijn psychiater. Indien hij daaraan niet voldoet, dan wordt hij opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis en weer terug op de rails gezet. Mijn cliënt moet zijn moeder zelf bezoeken omdat zij daar vanwege gezondheidsproblemen zelf niet toe in staat is. De kans dat hij in Eindhoven zijn kinderen tegenkomt is nagenoeg nihil. De rechtbank verenigt zich met het advies van de Reclassering Nederland d.d. 6 maart 2013 en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de getuige-deskundige en met het psychiatrisch rapport van de psychiater (naam) voornoemd. De rechtbank schat in dat het risico dat betrokkene na beëindiging van de terbeschikkingstelling zich schuldig zal maken aan het plegen van ernstige geweldsdelicten gering is. Betrokkene heeft een woning en werk en op 28 mei 2013 is voor de duur van 6 maanden een voorwaardelijke rechterlijke machtiging afgegeven, onder de voorwaarden dat hij medicatietrouw is en contact moet onderhouden met zowel zijn woonbegeleider als met zijn psychiater. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid dan anderen dan wel de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de terbeschikkingstelling eist, dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen en dat de terbeschikkingstelling dient te worden beëindigd. DE BESLISSING De rechtbank: wijst af de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Deze beslissing is gegeven door mr. M.M. Klinkenbijl, voorzitter, mr. J.W.H. Renneberg en mr. P.T. Heblij, leden, in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,

en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 juni 2013. Mr. Heblij is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.