Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Vergelijkbare documenten
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Onderwerp : Verordening parkeerbelastingen De raad van de gemeente Beverwijk;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.(

Jaar: 2013 Nummer: 97 Besluit: Gemeenteraad 7 november 2013 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2014

Verordening parkeerbelastingen

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Vaststellen verordening parkeerbelasting 2014 (inclusief tarieven) Registratienummer: GF

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2016

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2018

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; besluit :

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Gemeenteraad Zaltbommel Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 vastgesteld

Afdeling Belastingen. Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012 (parkeerbelasting) Registratienummer: GF

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum van 15 oktober 2013, nummer RV2013.

Raadsvoorstel

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Boxtel 1996; Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

gelezen het voorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Raadsvoorstel 78L. Gemeenteraad. Vergadering 3 november 2016 verbeterd exemplaar. Onderwerp : Verordening Parkeerbelastingen Helmond 2017

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2006;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2007;

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Amstelveen 2016

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2018

Het tarief van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen is conform bestendige gedragslijn verhoogd naar het wettelijk vastgestelde maximum van 51,--.

De raad van de gemeente Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 16 december 2009;

besluit: vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2018.

CVDR. Nr. CVDR616638_1 VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2008;

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 2 december 2010;

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening parkeerbelastingen december Officiële uitgave van gemeente Tilburg.

Jaar: 2010 Nummer: 92 Besluit: Gemeenteraad 11 november 2010 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2011

Verordening parkeerbelastingen Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016 (Verordening parkeerbelastingen 2016)

Nummer 090 J. Parkeerbelastingen

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2017.

Jaar: 2012 Nummer: 90 Besluit: Gemeenteraad 8 november 2012 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2013

De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015, nr. 42/5, reg.nr. INTB ;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019.

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 gemeente Harderwijk

Gewijzigde verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

ONTWERP Bijlage 7. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 met nummer ; b e s l u i t :

gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Noordwijk 2014;

Verordening op de Heffing en Invordering van Parkeerbelastingen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2019;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 oktober 2018,

Parkeerverordening Venray 2016

Besluit vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015 (1 e wijziging)

Verordening parkeerbelastingen 2017 gemeente Terneuzen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2009;

Raadsvoorstel 86I. Gemeenteraad. Vergadering 6 november Onderwerp : Verordening Parkeerbelastingen Helmond 2015

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders: B E S L U I T: Pagina 1

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2017, nr ,

De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016.

Gemeente Zeist Verordening parkeerbelastingen Zeist 2016

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening parkeerbelastingen Deurne 2018

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013.

De Raad van de gemeente Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.6 november 2018

Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2018

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 Stb.

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2019

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2016

raadsvergadering: 13 november 2013 onderwerp: Verordening Parkeerbelastingen 2014

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2005

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013.

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2017

Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015

eurne DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Deurne 2017

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeer belas tingen

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Deurne 2017

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2011

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 gemeente IJsselstein

Parkeerbelastingverordening IJsselstein 2014-I Gemeente IJsselstein

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen gemeente Breda

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2013;

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

15R besluit: de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016 (Verordening parkeerbelastingen 2016)

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2014

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

Transcriptie:

Raadsstuk Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630 1. Inleiding Met deze wijzigingsverordening op de Verordening parkeerbelastingen 2013 worden enkele correcties in redactie doorgevoerd. Alsmede worden een tweetal bepalingen toegevoegd ter verduidelijking met betrekking tot betaling bij het betaald parkeren bij parkeerapparatuur. Hierbij gaat het om kleinschalige aanpassingen zonder financiële consequenties. 2. Voorstel aan de raad Het college stelt de raad voor: de Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013 (2e wijziging) vast te stellen. 3. Beoogd resultaat Met de wijzigingsverordening wordt beoogd de redactie van de betreffende bepalingen in overeenstemming te brengen met de uitvoering van het beleid en de geldende wet- en regelgeving. 4. Argumenten Bij de redactionele wijziging en de twee toegevoegde bepalingen gaat het om aanscherping en actualisering van de tekst en niet om inhoudelijke aanpassingen. 5. Uitvoering De wijzigingsverordening wordt gepubliceerd in de stadskrant en treedt de dag na publicatie in werking. Tevens worden de wijzigingen doorgevoerd in de op Overheid.nl gepubliceerde Verordening parkeerbelastingen 2013. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris de burgemeester 1

6. Raadsbesluit De raad der gemeente Haarlem, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2012 ; besluit: vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013 (2 e wijziging) ARTIKEL I De artikelen 1 tot en met 11 worden gelezen als volgt en artikel 12 vervalt: Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; b. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990; c. houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens; d. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; e. centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Haarlem een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon; f. autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden; 2

g. woonadres: i. een gebouwd eigendom, of gedeelte daarvan dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt, die bij dezelfde natuurlijke- of rechtspersoon in gebruik zijn; ii. een samenstel van twee of meer van de in de voorgaande zinsnede bedoelde eigendommen of gedeelten daarvan die bij dezelfde natuurlijke- of rechtspersoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren; iii. kamerverhuur wordt alleen aanwezig geacht indien een gebouwd eigendom volgens de WOZ-administratie voor kamerverhuur bestemd. h. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven: a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze. Artikel 3 Belastingplicht 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd. 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt: a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen; b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat: i. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd; ii. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd. 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het 3

voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen. 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd. 5. De belastingen genoemd in artikel 2, onderdeel a en b, zijn niet verschuldigd indien het voertuig voorzien is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart, mits deze duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het voertuig is aangebracht. Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. Artikel 5 Wijze van heffing 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften. 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer. 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte betaald worden bij de aanvang van het parkeren. 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer. 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. 4

4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald. Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit. Artikel 9 Kosten De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting. Artikel 11 Nadere bepalingen inzake vergunningen 1. Als een vergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening 2012, wordt ingetrokken of vervalt, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing van de ter zake verschuldigde belasting verleend over de nog niet aangevangen kalendermaanden waarop de vergunning betrekking heeft. 2. Indien als gevolg van maatregelen door of met instemming van het college van burgemeester en wethouders de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de parkeervergunning geldt, geen gebruik kan maken van de parkeervergunning, wordt ontheffing van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, verleend over het aantal volle kalendermaanden waarin dat gebruik niet mogelijk is geweest. 3. Over aanslagbedragen welke op jaarbasis lager zijn dan 12,50 wordt geen ontheffing op basis van het voorgaande lid verleend. ARTIKEL II Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. Gedaan in de vergadering van (wordt ingevuld door de griffie) De griffier De voorzitter 5

Tarieventabel behorende bij de 2 e wijziging van de Verordening parkeerbelastingen 2013 1. Het tarief voor parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de 'Verordening parkeerbelastingen 2013 bedraagt per tijdseenheid van 60 minuten: a. bij parkeerapparatuur in Zone B 2,80 b. bij parkeerapparatuur in Zone S: i. voor de eerste drie tijdseenheid van 60 minuten 0,50 ii. voor de vierde en opvolgende tijdseenheden van 60 minuten 1,00 c. bij parkeerapparatuur in Zone C 1,85 d. bij parkeerapparatuur in Zone D tot een maximum van 4,- per dag 1,85 2. Het tarief per tijdseenheid van één kalenderjaar voor een vergunning als bedoeld in: a. artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van de Parkeerverordening 2012, voor Zone B en Zone S 137,55 b. artikel 3, tweede lid, onderdeel c, van de Parkeerverordening 2012, voor Zone B en Zone S 137,55 c. artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van de Parkeerverordening 2012, voor Zone C voor de vergunning verleend voor: i. de eerste auto geregistreerd op het woonadres 75,65 ii. de tweede auto en verdere auto s geregistreerd op het woonadres 227,00 d. artikel 3, tweede lid, onderdeel c, van de Parkeerverordening 2012, voor zover de vergunning betreft Zone C 75,65 e. artikel 3, tweede lid, onderdeel e, van de Parkeerverordening 2012, voor de zone A 212,70 3. Indien het college van burgemeester en wethouders een vergunning heeft verleend wordt voor de berekening van de onder 2.a., 2.b., 2.c. en 2.d. genoemde tarieven uitgegaan van de geldigheidsduur van de verleende vergunning. Voor een vergunning aangevraagd voor de aanvang van het kalenderjaar wordt uitgegaan van een geldigheidsduur van een kalenderjaar. Vangt de verleende vergunning aan in de loop van het kalenderjaar dan is de belasting verschuldigd zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er na de aanvang van de vergunning nog volle kalendermaanden overblijven. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat er aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Indien de aanvraag niet leidt tot vergunningverlening is geen belasting verschuldigd, het eventueel betaalde bedrag dient te worden terugbetaald. 4. Het tarief per tijdseenheid van één kalenderjaar voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van de Parkeerverordening 2012 13,65 6

5. Het tarief voor een tijdelijke vergunning als bedoeld in: a. artikel 3, zevende lid, onder a., b., c., van de Parkeerverordening 2012, bedraagt per tijdseenheid: i. van één dag 26,05 ii. van een dagdeel (van 09.00 uur tot 13.30 uur of van 13.30 uur tot 18.00 uur) 13,30 b. artikel 3, zevende lid, onder d., van de Parkeerverordening 2012, bedraagt: 0,00 6. De kosten van de naheffingsaanslag bedragen 56,00 Behorende bij het raadsbesluit d.d. De griffier van Haarlem, 7