Wat gaat de NAVO-top in Warschau opleveren?

Vergelijkbare documenten
Come home or go global, stupid

Breken of bouwen van een Europese veiligheidsstructuur?

Opinie. Geïnstitutionaliseerde Europese veiligheid en partnerschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 25 november 2016 Betreft Geannoteerde agenda NAVO-ministeriële bijeenkomst 6-7 december 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekende ik tevens enkele documenten om de internationale defensiesamenwerking verder te verdiepen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 5 december 2016 Betreft Kabinetsappreciatie van het Implementation plan on Security and Defence

Hierbij bied ik u graag de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie op 7 en 8 juni a.s. te Brussel.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzet snelle reactiemachten in 2019

A. Verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied; B. Een goed functionerende internationale rechtsorde; C. Economische veiligheid.

Verslag bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 3 en 4 oktober 2018 te Brussel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 19 juni 2015 Onderwerp Motie-Van der Staaij c.s. over het ambitieniveau van de krijgsmacht in de komende jaren (kamerstuk , nr.

Brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Defensie en Nationale Veiligheid

Macht en waarden in de wereldpolitiek

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

Europese en internationale instellingen en organisaties

Datum 19 december 2014 Betreft Nederlandse bijdragen aan de EU Battlegroup, NATO Response Force en Frontex.

Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie.

Ank Bijleveld-Schouten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEMEENSCHAPPELIJK VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië

Geannoteerde agenda bijeenkomst Navo-ministers van Defensie op 29 juni 2017 te Brussel

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Het belang van kritiek (en reflectie) op Europese waarden. Bart van Horck

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL

EUROPESE INTEGRATIE: TUSSEN GEOPOLITIEK VREDESBELEID EN ECONOMISCHE GROEI. Dr Harry Daemen.

Ter bespreking is de behandeling van voortgangsrapportage Vastgoed Defensie. Noot:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 19 december 2016 Betreft De Navo-activiteiten op de oostflank en de Nederlandse bijdragen aan de NATO Response Force en de EU Battlegroup

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 18 juli 2018 Betreft Verslag NAVO-top van 11 en 12 juli 2018

AAV 3 Januari 2016 JONGE DEMOCRATEN AMSTERDAM

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden

Het dagelijks leven van ons allemaal vindt voor een steeds groter deel plaats in de digitale ruimte. Ook de dreigingen voor de nationale veiligheid

Een defensie-witboek voor de EU?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoudstafel. 1. Inleiding De Europese integratieparadox...11

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit

Idealisme vs. realisme?

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden,

Artikel 100 van de Grondwet en Toetsingskader 2001

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Houvast en perspectief voor de krijgsmacht: keuzes maken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DAGORDER. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht.

Brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Veiligheid en Justitie

De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht

Vlaamse buitenlandse wapenhandel in 2016

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. De Vietnam-oorlog. Twee grote processen

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Analyse Wat gaat de NAVO-top in Warschau opleveren? Scenario s voor internationale veiligheidssamenwerking Sabine Mengelberg De NAVO is opgericht als militair bondgenootschap dat zich richt tegen een aanval van buitenaf, middels artikel 5. Maar artikel 1 laat zien dat de NAVO ook is opgericht om te zorgen voor onze veiligheid in de brede zin. 1 Dus, als de dreiging verandert, moet de NAVO dan niet mee veranderen? Vorm volgt functie, of toch niet? In aanloop naar de NAVO-top in Warschau van 8 en 9 juli 2016 is het interessant om te kijken wat er op de agenda staat en of dit voldoet aan de huidige veiligheidsdreigingen. In dezelfde maand eindigt het Nederlandse EU-voorzitterschap en wordt er een nieuwe EU Global Strategy en eventueel een EU-Witboek gepresenteerd. Meerdere internationale en nationale denktanks hebben de mondiale veiligheidsomgeving geanalyseerd. 2 Deze rapporten analyseren met name de mondiale en regionale ontwikkelingen en dreigingen. Uiteindelijk zijn deze dreigingen alleen in internationaal verband op te lossen. Zeker voor de Nederlandse krijgsmacht, alleen operationeel in multilateraal verband, is het interessant om ontwikkelingen en trends te analyseren ten aanzien van de voor Nederland belangrijkste internationale veiligheidsorganisaties: de EU en vooral de NAVO. Alvorens in te gaan op de komende NAVO-top, schetst dit artikel daarom op basis van de huidige dreigingen eerst voor de korte en middellange termijn scenario s 3 die betrekking hebben op deze veiligheidsorganisaties. Daarna worden op basis van deze scenario s de mogelijke gevolgen voor de NAVO geanalyseerd. Drijvende krachten achter internationale (on-) veiligheid Toekomstige internationale samenwerking in Europa zal beïnvloed worden door een veelheid van in- en externe factoren en drijvende krachten. Op basis van de analyses van de AIV, HCSS en Clingendael, zonder te pretenderen compleet te zijn, zijn de volgende ontwikkelingen op het gebied van machtsverhoudingen en in het oog springende dreigingen geconstateerd. Wat als eerste opvalt is de instabiliteit in het internationale machtssysteem; zowel de zoektocht van sterke staten naar macht en invloed (terugkeer van geopolitiek) als het bestaan van fragiele staten. Deze terugkeer van geopolitiek, oftewel de strijd om belangen en daarbij behorende afbakening van invloedssferen, conflicteert met het Europese beeld van multilaterale governance, oftewel samenwerking en integratie. Dat geldt naast zwakke regio s (zoals de Maghreb-landen), ook voor sterk geïntegreerde regio s, en leidt soms zelfs tot destabilisatie van voorheen sterkere regio s (zoals Zuidoost-Azië). Kortom, landen en regio s kunnen worden meegezogen in een ring van instabiliteit, die kan leiden tot een explosieve situatie. Verder valt de nog immer toenemende verscheidenheid aan dreigingen op, die steeds meer door statelijke en niet-statelijke actoren worden ingezet. Bijvoorbeeld mensenhandel, wat

een directe link kan hebben met wapenhandel en de handel in cultureel erfgoed. Kortom, dreigingen spelen zich af op allerlei niveaus en zijn niet op zichzelf staand; er zijn als het ware steeds meer kruisverbanden te constateren tussen statelijke en niet-statelijke actoren. Tot slot, ondanks de geobserveerde terugkeer naar geopolitiek is tegelijkertijd het klassieke onderscheid tussen zogenaamde high en low politics aan het vervagen. Doordat de wereld onderling afhankelijker wordt op allerlei beleidsgebieden en de grens tussen in- en externe veiligheid vervaagt, wordt duidelijk dat het liberalistische gedachtengoed van allesomvattende en ondeelbare veiligheid eigenlijk boven aan de internationale politieke agenda zou moeten staan. Iets waarop de huidige veiligheidsorganisaties niet zijn ingericht, want nog steeds is er een duidelijk onderscheid tussen collectieve defensie (aanval van buitenaf) en interne veiligheid. De aanslagen op Bataclan en Zaventem laten echter een andere realiteit zien: strijders van binnen en buiten Europa proberen Europa van binnen uit te destabiliseren. Scenario s De korte veiligheidsanalyse levert grofweg vier scenario s op. Deze scenario s schetsen een mogelijk toekomstbeeld van de internationale samenwerkingsverbanden 4 die van belang zijn voor het Nederlands veiligheids- en defensiebeleid. Voorafgaande aan de uitwerking van de scenario s op basis van voorgaande analyse, twee beperkingen: de huidige veiligheidssituatie is momenteel te complex om alle factoren die van invloed zijn op internationale samenwerking te behandelen. Ten tweede bieden deze scenario s alleen een blik op de mogelijke ontwikkeling van de genoemde internationale veiligheidsorganisaties, wetende dat daarmee vele andere actoren van belang buiten beschouwing worden gelaten. De vier scenario s variëren van eenheid naar differentiatie, tot aan irrelevantie of zelfs beëindiging van internationale samenwerking binnen het trans-atlantisch gebied. In deze scenario s spelen twee dimensies een belangrijke rol, de assen (zie figuur 1). Allereerst speelt de mate van (de-)institutionalisering (verdieping) op internationaal niveau een rol van betekenis. Ten tweede is de mate van verbreding van beleid (reikwijdte) op internationaal niveau belangrijk: welke beleidsgebieden worden op internationaal niveau besloten, en welke niet? Met het oog op de NAVO-top en de EU Global Strategy is het doel van deze scenario s tweeledig. Aan de ene kant kunnen de scenario s dienen ter onderbouwing van de politieke keuzes die moeten worden gemaakt ten aanzien van strategie, ambitieniveau en capaciteiten. Ten tweede moeten keuzes verantwoord worden aan de Nederlandse bevolking. Waarom uitbreiding met het corrupte Oekraïne wanneer onze eigen steden niet veilig zijn? Het bieden van alternatieven, in de vorm van scenario s, kan helpen uitleggen welke keuzes de Nederlandse regering maakt en waarom. Eenheid en Differentiatie De eerste twee scenario s, Eenheid en Differentiatie, zijn IO-centrisch (integratie). Staten spelen in het begin van samenwerking de belangrijkste rol, maar uiteindelijk ondersteunen en versterken zij het integratieproces. De samenwerking binnen IO s wordt sterker, zowel

op de reikwijdte van de beleidsgebieden (verbreden) als institutioneel (verdiepen). De paradox is dat naast staten IO s belangrijke actoren worden die de belangen van staten waarborgen en verdedigen. Het scenario Eenheid betekent dat de Verenigde Staten en Europa zich bewust zijn van elkaars interdependentie. Daarin ontwikkelt de EU zich verder tot een politieke unie en is er bij de NAVO ook sprake van een buitenlands- en veiligheidsbeleid, dat niet concurreert met de EU. Integendeel, EU en NAVO versterken elkaar en ze maken gebruik van elkaars politieke en militaire capaciteiten (zoals interoperabele hoofdkwartieren en flexibel inzetbare eenheden) en vloeien langzamerhand in elkaar over. Uiteindelijk versterkt de samenwerking ook op andere beleidsgebieden, zoals een douane-unie in de vorm van het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), waardoor een overkoepelende politieke unie ontstaat met een buitenlands- en veiligheidsbeleid. Kortom, de NAVO en de EU verbreden, verdiepen en integreren. Differentiatie en flexibiliteit: beide begrippen vallen in het tweede scenario en kunnen daarbinnen onderscheidend zijn, maar ook samenvallen. Met differentiatie wordt bedoeld de mogelijkheid tot kern- of kopgroepen (core Europe), waar andere lidstaten naar eigen keuze kunnen aanhaken (opt-in en opt-out). Een voorbeeld hiervan binnen de EU is permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en binnen de NAVO de zogenaamde Northern Group, waarvan ook Nederland deel uitmaakt. Het Europees Defensie Agentschap van de EU ontwikkelt tezamen met de NAVO counterpart-capaciteiten voor lidstaten die willing and able zijn. Hierdoor kunnen uiteindelijk ook capaciteiten ontwikkeld worden onder EU- en/of NAVO-vlag door een kleinere groep lidstaten. Het gaat hierbij om verdiepende en verbredende differentiatie. Flexibilisering van de internationale samenwerking duidt op bi- en of multilaterale samenwerkingsverbanden onder EU- of NAVO-vlag (lees: geïntegreerde coalition of willing and able) waardoor lidstaten verschillende nationale capaciteiten kunnen inzetten bij verschillende platforms van de veiligheidsorganisaties. Het gaat hierbij niet zozeer om verschillende beleidsgebieden (reikwijdte), maar eerder om de samenstelling van de coalitie. Voorbeelden daarvan zijn de EU Battle Groups en de Very High Readiness Joint Taskforce (VJTF) van de NAVO. Irrelevantie en Beëindiging De scenario s Irrelevantie en Beëindiging zijn staat-centrisch. Internationale samenwerking wordt zwakker en belandt in een negatieve spiraal. Staten zullen in deze scenario s weer kiezen voor nationaal optreden ( rijk achter de dijken ). In het derde scenario blijven de EU en de NAVO bestaan, maar zijn ze irrelevant geworden. Zij zijn niet langer de gremia waar de lidstaten hun belangen behartigen. Dat kan meerdere oorzaken hebben, zoals een negatieve uitwerking van differentiatie en flexibilisering waardoor er tweede- en derderangs landen ontstaan. Vervolgens ontbreekt solidariteit en wordt het integratieproces ondermijnd. Of door het uitbreidingsproces zijn IO s te heterogeen geworden, hetgeen leidt tot onderling wantrouwen. Tot slot kunnen de opgebouwde taken en functies van de internationale organisaties niet meer voldoen aan de veiligheidsbelangen van de lidstaten, waardoor er andere keuzes worden gemaakt.

Het laatste scenario betekent beëindiging van de belangrijkste internationale veiligheidsorganisaties voor het Nederlands veiligheidsbeleid: de EU en NAVO. Binnen dit scenario zijn er twee varianten. In de eerste variant blijft internationale veiligheidssamenwerking bestaan, maar niet binnen de NAVO of de EU. Bijvoorbeeld omdat andere IO s taken overnemen, in de vorm van bestaande IO s, zoals de OVSE of de VN, of nieuw op te zetten organisaties. In de tweede variant is internationale geïnstitutionaliseerde samenwerking zoals opgezet na de Tweede Wereldoorlog ten einde gekomen. Er vindt alleen ad-hoc-samenwerking plaats op basis van tijdelijke allianties. Meerdere oorzaken kunnen daaraan ten grondslag liggen, waaronder gebrek aan solidariteit en vertrouwen binnen de EU en de NAVO. De Warschau-agenda Wat opvalt aan nieuwe NAVO-missies sinds de Wales-top (bijvoorbeeld de inzet in de Egeïsche Zee) is de toenemende samenwerking met de EU en de aard van de operaties, voornamelijk bestaande uit advisering, training en opleiding. Volgens de secretaris-generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, staan deze activiteiten ook als prioriteit op de Warschauagenda. Allereerst zou training en adviseren van lokale strijdkrachten een kerncapaciteit moeten worden van de alliantie. Ten tweede staat het versterken van de Iraakse autoriteiten hoog op de agenda. Ten slotte is de coöperatieve veiligheidstaak van belang; samenwerking met regionale partners als de Gulf Cooperation Council. De agenda in Warschau bestaat grofweg uit twee onderdelen; de zogenaamde hardware en software. Hardware; transformatie van NAVO-structuren en instrumenten De Walestop van 2014 stond voornamelijk in het teken van de Russische dreiging, hetgeen resulteerde in capaciteitsversterking en operationele gereedheid, wat wordt voortgezet in Warschau. Een voorbeeld hiervan is het Readiness Action Plan, dat de oprichting van de VJTF behelsde en voorzag in verdere ontwikkeling en versterking van de NRF als follow-oncapaciteit op de VJTF. Ook vindt er een versterking plaats van het multinationale corps in Polen, een zogenaamde forward presence. 5 In het kader van hybride dreiging draagt de NAVO bij door middel van het beveiligen van data-infrastructuren en kan zij tegenaanvallen uitvoeren in geval van cyberaanvallen. Verder zijn er scenario s omtrent artikel 5 ontwikkeld waardoor er een mix ontstaat met de crisismanagementtaak. Waar de Oost-Europese staten liever meer permanente bases hadden gezien, zijn deze maatregelen merendeels gebaseerd op het concept van flexibilisering en variabele geometrie, een EU-concept. De NAVO noemt het concept persistent presence, voor het eerst ingebracht met de NRF in 2002, hetgeen zoveel betekent als deelname van lidstaten op basis van rotatie in plaats van integrale permanente gevechtseenheden, oftewel een interne coalition of willing and able. 6 In Wales stond solidariteit hoog op de agenda en werd de belofte gedaan door de Europese lidstaten om op termijn de 2-procentnorm na te leven en 2 procent van het BNP aan defensie te besteden. Twee jaar later, in een veiligheidsomgeving die alleen maar verslechtert, maakt geen van de Europese bondgenoten deze belofte waar. Dit ter irritatie van de Obama-regering, om nog maar te zwijgen over de huidige Republikeinse presidentskandidaten en het militaire establishment in de Verenigde Staten. Toch heeft Obama in februari van dit jaar de Amerikaanse defensie-uitgaven in Europa verhoogd. Het is te bezien of de Europese NAVO-partners in Warschau over de brug komen.

Tot slot, terug van weggeweest, is de nucleaire agenda. De versterking van de nucleaire afschrikking, in navolging van de Deterrence and Defence Posture Review uit 2012, staat in Warschau op de agenda. Dit is ook geen gemakkelijk agendapunt vanwege de verschillende visies van de lidstaten op de inzet en opzet van een nucleair programma. Software; coöperatieve veiligheid Coöperatieve veiligheid is een belangrijke taak van de NAVO en lijkt steeds belangrijker te worden. Samenwerkingsprogramma s en partnerschappen wereldwijd staan daarom in Warschau op de agenda. In ieder geval zal Montenegro concreet het lidmaatschap worden aangeboden. Hoogstwaarschijnlijk wordt coöperatieve veiligheid niet alleen verbreed in het aantal samenwerkingsprogramma s, maar ook verdiept door een uitbreiding van politieke samenwerking, niet alleen technische en juridische afspraken, met nieuwe partners. Zo zet deze zwaar in op training en ondersteuning bij de opbouw van capaciteiten in Georgië, Moldavië en Jordanië en het adviseren van de Tunesische strijdkrachten op het gebied van contraterrorisme. Verder wordt NAVO s Mediterrane Dialoog versterkt en ook de samenwerking met de Arabische regio middels het Istanbul Cooperative Initiative. De relatie met Rusland blijft een bijzondere, want naast het opzetten van programma s en operaties in het kader van verdediging en afschrikking, is de stichtingsakte in Wales niet dood verklaard. Sterker nog, de NAVO heeft inmiddels interesse getoond om de dialoog met Rusland wederom op gang te brengen via de NAVO-Rusland Raad. 7 Tot slot staat de samenwerking met de EU op de Warschau-agenda. Beide organisaties hebben logischerwijs te maken met dezelfde dreiging en crises en opereren veelal in dezelfde gebieden. Versterkte samenwerking en coördinatie zou daarom een hoge prioriteit moeten hebben. Zoals afspraken op het gebied van civiele en militaire inlichtingen, operaties in het kader van georganiseerde criminaliteit en een NAVO-EU memorandum of understanding voor versterkte samenwerking op het gebied van hybride oorlogsvoering. 8 Hopelijk wordt de nieuwe EU Global Strategy met de NAVO afgestemd en wordt de Warschau-agenda gedeeld met de EU. Conclusie Bovenstaande analyses en scenario s zijn zeker niet compleet, maar kunnen wel ondersteunend werken voor te maken beleidskeuzes ten aanzien van de Nederlandse prioriteiten voor de Warschau-top. Want links- of rechtsom zal die top ook impact hebben op de Nederlandse krijgsmacht. Vooralsnog bungelt de huidige NAVO op basis van voorgaande analyse tussen scenario twee en drie, met name vanwege het ontbreken van de interne solidariteit op verschillende dossiers zoals de relatie met Rusland, het uitbreidingsvraagstuk en het ontbreken van de financiële bijdrage van de Europese lidstaten aan hun eigen veiligheid. In Europa wordt sterk ingezet op bi- en multilaterale samenwerking, bijvoorbeeld het Duits- Nederlandse Legerkorps. Kanttekening daarbij is dat deze vorm van samenwerking niet in de plaats hoeft te komen van geïnstitutionaliseerde samenwerking zoals in de EU of de NAVO. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, maar dan moet bi- en multilaterale samenwerking wel versterkend werken voor de EU en de NAVO om niet te belanden in het

derde scenario van irrelevantie. Want met het ontbreken van solidariteit is een trend te ontwaren van het ontlopen van de NAVO-organisatie, zoals soms gebeurt bij samenwerking tussen de Verenigde Staten en de Oost-Europese NAVO-lidstaten. Daarmee kan de gevaarlijke vraag naar voren komen over nut en noodzaak van het bondgenootschap. Verder valt op dat de EU en de NAVO steeds meer in dezelfde gebieden opereren en dezelfde soort taken uitvoeren, zoals training en opleiding. In het debat over de Europese veiligheidsstructuur, en in tijden van economische crisis, kunnen overlappende taken vaker als competitief en daarmee ondermijnend ervaren worden voor de EU en de NAVO. Voor de toekomst moeten EU en NAVO taken elkaar ondersteunen of meer in elkaar overvloeien richting scenario een en twee en daardoor versterkend werken in plaats van competitief. Ondermijning kan zelfs leiden tot overbodigheid; scenario drie. Tot slot, en niet geheel onbelangrijk, is het draagvlak bij het publiek: Waar hebben we een NAVO of EU voor als in Europa codes geel of zelfs oranje gelden? Het referendum in Nederland over het EU-associatieakkoord met Oekraïne heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat de burger betrokken moet worden. Het debat over de Europese veiligheidsorganisaties kan niet alleen een interne aangelegenheid van de Brusselse en Haagse elite zijn. Dan zou de NAVO irrelevant worden voor de Europese burger, wederom scenario drie. Sabine Mengelberg is universitair docent Internationale Veiligheidsstudies aan de faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie. 1 Verdrag van Washington, 4 april 1949. 2 AIV-rapport Instabiliteit rond Europa: confrontatie met een nieuwe werkelijkheid, april 2015; Clingendael en HCSS Strategische Monitor 2015. 3 De scenario s zijn geïnspireerd door het rapport Verkenningen. Houvast voor de krijgsmacht van de toekomst uit 2010. 4 De geschetste scenario s betreffen alleen internationale samenwerking op het gebied van veiligheid met mogelijke input van andere beleidsgebieden wanneer dat relevant is. 5 Verdere maatregelen ten aanzien van de Russische dreiging: militaire oefeningen, tijdelijke plaatsingen van militaire eenheden, toename van surveillance flights, marine-eenheden in de Baltische en Zwarte Zee en een toename van air policing boven de Baltische staten. 6 Glatz, R., Zapfe, M., NATO Defence Planning between Wales and Warsaw, Stiftung Wissenschaft und Politik (SWP), januari 2016. 7 Sinds 2014, de inval op de Krim, zijn deze bijeenkomsten opgeschort. 8 NATO in a world of disorder: making the alliance ready for Warsaw, advisory panel on the NATO summit 2016, maart 2016, p. 13.