ECLI:NL:RBAMS:2014:290

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBAMS:2017:5266

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634


ECLI:NL:RBHAA:2006:AV3181

ECLI:NL:RBROT:2016:5048

ECLI:NL:RBGRO:2011:BU9709

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:RBAMS:2016:3562

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6817

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:RBROT:2016:6088

ECLI:NL:GHSGR:2006:AX1046

ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3910

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBAMS:2017:3578

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBNNE:2016:1062

ECLI:NL:RBAMS:2017:3317

ECLI:NL:RBAMS:2017:3729

ECLI:NL:RBOVE:2017:3127

ECLI:NL:OGEAC:2017:93

ECLI:NL:RBAMS:2015:9254

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2016:38

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2016:5270

ECLI:NL:RBGRO:2008:BD2039

ECLI:NL:OGEAA:2016:480 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer A.R.

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBAMS:2016:4933

ECLI:NL:RBGEL:2013:2662

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBZWB:2014:7153

ECLI:NL:RBLIM:2017:4155

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBLIM:2014:6535

ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

Wederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562

ECLI:NL:RBGRO:2009:BK5682

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:GHSHE:2016:746

ECLI:NL:GHARL:2017:707

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

Transcriptie:

ECLI:NL:RBAMS:2014:290 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21012014 Datum publicatie 29012014 Zaaknummer 2410815 \ CV EXPL 1325156 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg enkelvoudig huur bedrijfsruimte, ontbinding wegens huurachterstand, geen machtiging ontruiming zelf te bewerkstelligen maar ontruiming via deurwaarder, uitleg boete clausule in algemene voorwaarden, geen matiging boete. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling Privaatrecht zaaknummer: 2410815 \ CV EXPL 1325156 vonnis van: 21 januari 2014 fno.: 16 vonnis van de kantonrechter I n z a k e de besloten vennootschap Bakker Beheer Groep BV, gevestigd en kantoorhoudende te Landsmeer, eiseres, nader te noemen: Bakker Beheer, gemachtigde: R.M.Th. Toonen, dw

t e g e n [gedaagde], h.o.d.n. Lunchroom [naam lunchroom], wonende te [woonplaats], gedaagde, nader te noemen: [gedaagde], procederende in persoon VERLOOP VAN DE PROCEDURE dagvaarding van 30 september 2013 met producties; mondeling antwoord; instructievonnis; repliek, tevens akte vermeerdering van eis. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] geen conclusie van dupliek genomen. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald. GRONDEN VAN DE BESLISSING feiten 1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast: 1.1. 1.2. 1.3. [gedaagde] huurt sinds 1 februari 2011 van Bakker Beheer de bedrijfsruimte aan [adres] (hierna veelal te noemen: het gehuurde), met als bestemming lunchroom. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 290 BW hierna te noemen: algemene huurvoorwaarden van toepassing. In artikel 26 lid 2 van de algemene huurvoorwaarden is de navolgende regeling opgenomen: Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van 300,00 per maand. 1.4. 1.5. 1.6. De huidige huurprijs bedraagt 1.371,67 per maand, incl. omzetbelasting, voorschot op de verzekeringspremie en watergeld. [gedaagde] heeft een huurachterstand laten ontstaan. Op bevel van de Burgemeester van de gemeente Amsterdam van [datum] is het gehuurde voor onbepaalde tijd gesloten wegens strijd met de openbare orde (handel in softdrugs).

vordering 2. Bakker Beheer vordert bij dagvaarding ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en dat [gedaagde], bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van: a. 4.174,34 aan huurachterstand tot en met september 2013; b. 1.371,67 per maand vanaf 1 oktober 2013 tot de datum van ontruiming; c. 626,15 aan buitengerechtelijke incassokosten; d. e contractuele boete ad 3.000,00 tot en met september 2013; e. de contractuele rente ad 2% per maand over 4.174,34 vanaf 1 oktober 2013; f. de proceskosten. Bij repliek heeft Bakker Beheer de gevorderde huurachterstand vermeerderd met 2.743,34, zijnde de huurachterstand t/m november 2013. 3. 4. Bakker Beheer stelt dat [gedaagde] tot en met november 2013 een huurachterstand van 5 maanden heeft laten ontstaan, in totaal aldus 6.917,68. De hoogte van de huurachterstand rechtvaardigt volgens Bakker Beheer de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Bakker Beheer voert verder aan dat [gedaagde] op grond van artikel 26 lid 2 van de algemene huurvoorwaarden de gevorderde boete verschuldigd is. Dit is een gebruikelijk beding bij zakelijke (huur)overeenkomsten. De gevorderde boete is volgens Bakker niet buitensporig hoog. verweer 5. [gedaagde] heeft bij mondeling antwoord erkend een huurachterstand te hebben laten ontstaan. Hij stelt het gehuurde als lunchroom te hebben geëxploiteerd en dat bij een werknemer wat is aangetroffen bij de politieinval in [datum]. [gedaagde] heeft tegen het besluit van de Burgemeester tot sluiting van zijn winkel bezwaar gemaakt en is in afwachting van de uitspraak van de rechtbank (sector bestuursrecht). 6. [gedaagde] voert aan sinds de sluiting van het gehuurde geen inkomsten meer te hebben gegenereerd. Door af en toe een betaling te verrichten tracht hij de huurachterstand kleiner dan drie maanden te houden. [gedaagde] acht de gevorderde boete belachelijk hoog. Hij wil graag in het gehuurde blijven. beoordeling 7. [gedaagde] heeft niet meer op de nadere stellingen van Bakker Beheer gereageerd, zoals naar voren gebracht bij repliek. Aldus heeft hij de huurachterstand ad 6.917,68 tot en met november 2013 niet betwist. Deze huurachterstand wordt toegewezen. 8. Uit de artikelen 7:231 jo 6:265 BW volgt dat de verhuurder bij een tekortkoming aan de zijde van de huurder de bevoegdheid heeft ontbinding van de huurovereenkomst te verlangen, tenzij de tekortkoming van de huurder gering is. [gedaagde] is op grond van de huurovereenkomst verplicht op de eerste van iedere maand de huur te betalen. [gedaagde] schiet in deze contractuele verplichting tekort doordat hij een huurachterstand van in ieder geval 5 maanden heeft laten ontstaan. Een dergelijke tekortkoming is niet meer als gering te kwalificeren. Dit betekent dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en

[gedaagde] wordt veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde. 9. Bakker Beheer vordert een machtiging om de ontruiming desnoods zelf tot stand te doen brengen met behulp van de sterke arm. De kantonrechter stelt voorop dat deze machtiging is gegrond op artikel 3:299 BW (reële executie). Artikel 556 lid 1 Rv schrijft voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder. In dit opzicht derogeert artikel 556 lid 1 Rv aan artikel 3:299 BW. Dit heeft tot gevolg dat aan de verhuurder geen machtiging kan worden gegeven de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen (zie onder meer Hof Arnhem, 15 juli 2008, LJN: BD 7206 en Hof shertogenbosch, 15 januari 2013, LJN: BY 8628). Volledigheidshalve zal de kantonrechter in het dictum de wettelijke bepalingen opnemen op grond waarvan de deurwaarder de ontruiming kan effectueren. 10. [gedaagde] betwist de hoogte van de gevorderde boete. De kantonrechter leidt uit de bewoordingen van artikel 26 lid 2 van de algemene huurvoorwaarden af, dat de huurder iedere maand over het verschuldigde bedrag aan huurachterstand een contractuele boete van 2% verschuldigd is met een minimum van 300,00. Anders gezegd, uit deze bepaling volgt niet dat een verhuurder iedere maand voor iedere maand huurachterstand een minimumboete van 300,00 kan verlangen, maar dat iedere maand over de totale huurschuld ( verschuldigd bedrag ) een boete van 2% verschuldigd is met een minimum van 300,00. Deze uitleg van artikel 26 lid 2 van de algemene huurvoorwaarden brengt met zich mee dat Bakker Beheer de hoogte van de contractuele boete onjuist heeft berekend. De huurachterstand t/m september 2013 bedroeg iets meer dan drie maanden, zodat [gedaagde] over die periode 1.200,00 (4 maal 300,00) aan boete verschuldigd is. De contractuele boete van 2% over de huurschuld tot en met september 2013 derhalve zonder het minimumbedrag van 300,00 vanaf oktober 2013 wordt eveneens toegewezen. Deze uitleg van de algemene huurvoorwaarden en daaruit voortvloeiende hoogte van de boete leidt ertoe dat in dit geval op grond van artikel 6:94 BW geen sprake is van een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat zodat de boete uit billijkheidsoverwegingen dient te worden gematigd (zie onder meer HR 27 april 2007, LJN AZ6638 en HR 13 juli 2012, LJN:BW4986). 11. Door niet tijdig te betalen heeft [gedaagde] Bakker Beheer genoodzaakt tot het maken van incassokosten. Deze kosten komen op grond van de algemene bepalingen en de wet voor rekening van [gedaagde]. Gelet op de hoogte van de huurschuld en de buitengerechtelijke werkzaamheden die zijn verricht doorstaat het gevorderde bedrag de uit artikel 6:96 lid 2 sub c BW voortvloeiende dubbele redelijkheidstoets, zodat het gevorderde bedrag wordt toegewezen. 12. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten, gevallen aan de zijde van Bakker Beheer, veroordeeld. Nu een deel van de vordering is afgewezen beperkt de kantonrechter het salaris gemachtigde tot 1 punt. BESLISSING De kantonrechter: ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de onroerende zaak aan [adres] veroordeelt [gedaagde] om het gehuurde met al wie en al wat zich daarin vanwege [gedaagde] bevindt, te ontruimen en te verlaten en met overgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking

van Bakker Beheer te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde; veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Bakker Beheer van: a. 6.917,68 ter zake van achterstallige huur tot en met november 2013; b. de contractuele rente ad 2% per maand over 4.174,34 vanaf 1 oktober 2013 tot de dag van voldoening; c. 1.200,00 wegens contractuele boete tot en met september 2013; d. 626,15 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten; e. 1.371,67 per maand vanaf 1 december 2013 tot en met het eind van de maand waarin de daadwerkelijke ontruiming heeft plaatsgevonden; veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Bakker Beheer, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op 785,71, waarin begrepen: 448,00 aan vastrecht, 87,71 aan explootkosten en 250,00 aan salaris voor de gemachtigde van Bakker Beheer; verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Aldus gewezen door mr. D.H. de Witte, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 januari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.