Inspectierapport De Schuilplaats (PSZ) Verzetslaan 17 3882 HH Putten Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Putten Datum inspectie: 20-03-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 12-04-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 20 maart 2017 is peuterspeelzaal (PSZ) De schuilplaats van Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen voor CNS Putten in opdracht van de gemeente Putten bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk; Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s; Groepsgrootte; Beroepskracht-kind-ratio Beschouwing Peuterspeelzaal De Schuilplaats maakt onderdeel uit van Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen voor CNS De Peuterspeelzaal is gevestigd in basisschool 'De Schuilplaats. De peuterspeelzaal is elke ochtend en de maandagmiddag geopend. Op de peuterspeelzaal wordt gewerkt vanuit een christelijke visie. Inspectiegeschiedenis 2014: zijn er tekortkomingen geconstateerd op de domeinen: 'pedagogisch klimaat', 'veiligheid en gezondheid' en 'ouderrecht'. 2015: zijn er tekortkomingen geconstateerd op de domeinen 'pedagogisch klimaat'. 2016: Tijdens dit onderzoek zijn er tekortkomingen geconstateerd op de domeinen 'pedagogisch klimaat' en 'ouderrecht'. Dit is op 19-08-2016 verholpen. De bevindingen van 20 maart 2017 zijn terug te lezen in het rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid; ontwikkeling van persoonlijke competentie; ontwikkeling van sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid en getoetst aan de hand van de praktijkobservatie Pedagogische praktijk De inspectie vindt plaats op een maandag vanaf 8.45. De kinderen worden door de ouders / verzorgers gebracht. Op het moment van de inspectie zijn er drie medewerkers aanwezig. De volgende momenten zijn geobserveerd: Brengmoment Vrij spelen Kringmoment Eet- en drinkmoment Waarborging van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen Een kindje is vandaag voor de tweede dag aanwezig. De beroepskracht geeft de jongen wat extra aandacht en weet te vertellen dat hij zijn draai al aardig heeft gevonden Een beroepskracht reageert op passende wijze op de emoties van het kind. Wanneer de moeder weg is gaat zij huilen. De beroepskracht reageert sensitief en responsief en speelt in op de behoefte van het kind. Ze neemt het kind op schoot en gaat een boekje lezen. De beroepskracht betrekt het kind bij het boekje : " wat zie je hier voor dier?, en wat is dat?". Het kind stopt met huilen en gaat daarna met andere kinderen spelen. De kinderen gaan bij binnenkomst samen met de ouders nog wat spelen. Dit kan in de verschillende hoeken zijn. Na een aantal minuten nemen de ouders afscheid en kan het kind samen met de beroepskracht zwaaien. Ontwikkeling van persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting Na het vrij spelen gaan de kinderen in de kring. Eerst wordt er samen opgeruimd. In de kring wordt het maandthema besproken, dieren op de boerderij. De beroepskracht laat een diertje zien en dan mogen de kinderen om de beurt zeggen welk dier de beroepskracht laat zien, ook de baby diertjes worden getoond en benoemd. Daarna gaat de groep zingen, Het is een voorstel rondje van wie aanwezig is en een bijbelliedje. Ook wordt er in de groep gebeden. In de kring worden ook de dagritmekaarten besproken met de kinderen. Een kindje mag bij een dagrimte de knijper zetten van wat ze nu gaan doen. Na de kring gaan de kinderen om de beurt een activiteit doen zoals plakken en kleuren voor een familielid die jarig is geweest of gaat worden. De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. 4 van 10
Ontwikkeling van sociale competentie De kinderen zijn deel van de groep De kinderen komen alle aan de beurt in de kring en moeten ook naar elkaar luisteren. De kinderen die verlegen zijn wordt ook gevraagd hoe het dier heeft en de andere kinderen leren zo te luisteren naar elkaar De kinderen worden bij het eet- en drinkmoment betrokken bij een organisatorische taak; Twee kinderen mogen uitdelen en de kinderen ruimen zelf hun bekers op in een krat. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie De kinderen wordt geleerd om samen te spelen, maar ook om samen op te ruimen. Je hebt samen gespeeld en dus ruim je ook samen op. De kinderen leren welk speelgoed waar hoort. De meeste kinderen weten al waar het speelgoed hoort. Als een kindje niet helpt wordt hij door de beroepskracht erbij betrokken. Overdracht van normen en waarden Binnen de groep wordt aandacht geschonken aan Bijbelverhalen. Dit gebeurt in de liedjes en met de kinderbijbel. De beroepskracht deelt het moraal van het Bijbelverhaal met de kinderen. Hiermee wordt voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang Gebruikte bronnen: Interview Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden in dit hoofdstuk beschreven en beoordeeld Verklaring omtrent het gedrag Uit de beoordeling van de Verklaringen Omtrent Gedrag blijkt dat de aanwezige beroepskracht, vrijwilliger en stagiaire in het bezit zijn van een VOG die voldoet aan de voorwaarden. Ze zijn afgegeven op: - februari 2017 - juli 2015 - januari 2017 Hiermee wordt voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang Passende beroepskwalificatie Uit een beoordeling van de diploma's en getuigschriften blijkt dat de beroepskrachten in het bezit zijn van een beroepskwalificatie conform CAO. Opvang in groepen De groep vindt plaats in een vaste groep. Tijdens de inspectie zijn er 12 kinderen aanwezig en zijn er 3 kinderen afwezig. Er wordt opvang geboden aan kinderen van 2 en 3 jaar. Zodra de kinderen 4 jaar zijn gaan ze dezelfde dag naar school. Hiermee wordt voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op het moment van inspectie worden 12 kinderen opgevangen door 1 beroepskracht, 1 vrijwilliger en 1 stagiaire. Hiermee wordt voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang Gebruikte bronnen: Diploma beroepskracht Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de meest recent aangevangen cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Schuilplaats Website : http://www.zwaluwennest.nl Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer : 40105020 Aansluiting geschillencommissie : Ja : Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen voor CNS Putten : Papiermakerstraat 18A : 3881 BL Putten Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : de heer D. Terlien Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Putten Adres : Postbus 400 Postcode en plaats : 3880 AK PUTTEN Planning Datum inspectie : 20-03-2017 Opstellen concept inspectierapport : 30-03-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 12-04-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 18-04-2017 Verzenden inspectierapport naar : 18-04-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 21-04-2017 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10