Inspectierapport CBSO Kleurrijk (BSO) Wiekslag 25 3853 BG Ermelo Registratienummer 964363574 Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Ermelo Datum inspectie: 08-08-2017 Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 30-08-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht... 8 2 van 8
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Op 8 augustus 2017 is er in opdracht van de gemeente Ermelo een nader onderzoek uitgevoerd bij BSO Kleurrijk. Tijdens het jaarlijks onderzoek van 2 mei 2017 heeft de toezichthouder tekortkomingen geconstateerd waarover de gemeente herstelafspraken heeft gemaakt met de houder. Dit nader onderzoek doet uitspraken over het doorgevoerde herstel naar aanleiding van geconstateerde tekortkomingen. In dit nader onderzoek beoordeelt de toezichthouder dus alleen het herstel en niet alle andere inspectie-items. Beschouwing Dit rapport betreft een nader onderzoek. Het nader onderzoek vond plaats op 8 augustus 2017. De volgende voorwaarde is opnieuw beoordeeld: Veiligheid en gezondheid; Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Onderstaande voorwaarden zijn niet meegenomen in dit jaarlijks onderzoek. Deze zullen in het volgende jaarlijkse onderzoek onderzocht worden: Ouderrecht; Informatie en klachten en geschillen per 1 januari 2016. Bevindingen op hoofdlijnen: Tijdens het nader onderzoek van 8 augustus 2017 is geconstateerd dat de tekortkomingen, ondanks inspanningen, niet volledig zijn hersteld. In onderstaand inspectierapport is verdere toelichting te lezen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 8
Observaties en bevindingen Veiligheid en gezondheid Uit de wet kinderopvang vloeien bepalingen voort die stellen dat de houder moet zorgdragen voor kinderopvang in een veilige en gezonde omgeving, kort samengevat gaat het over de volgende onderwerpen: De houder moet een verantwoord veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid voeren, middels een risico-inventarisatie. De houder is verantwoordelijk voor een vastgelegde procedure en implementatie daarvan op het gebied van kindermishandeling en/of seksueel misbruik (met inbegrip van huiselijk geweld). De bevindingen hieromtrent worden hieronder beschreven en beoordeeld. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens het jaarlijkse onderzoek op 2 mei 2017 konden de beroepskrachten geen kennis nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Tijdens het nader onderzoek is geconstateerd dat alle beroepskrachten door middel van een inlogcode inzicht hebben in de beide risico-inventarisaties. De beroepskracht geeft aan dat ze dit met elkaar hebben besproken en dat de code op een zichtbare plaats hangt zodat ook de invalkrachten in kunnen loggen bij de risicomonitor. Risico-inventarisatie veiligheid Tijdens het jaarlijkse onderzoek op 2 mei 2017 was er niet van alle voor kinderen toegankelijke ruimtes een risico-inventarisatie gemaakt. Tijdens het nader onderzoek is geconstateerd dat er een risico-inventarisatie gemaakt is voor de gymzaal en ook de 'tuin' meegenomen is in de inventarisatie van de buitenruimte. Tijdens het jaarlijkse onderzoek op 2 mei 2017 was de risico-inventarisatie veiligheid niet volledig. Uit een steekproef is gebleken dat bijvoorbeeld de risico's met betrekking tot de schommel inmiddels wel beschreven staan. Onder andere de volgende scenario's worden als niet van toepassing beschouwd door de houder. Buitenruimte Scenario 2: Kind verstapt zich, valt of glijdt uit over oneffenheden in/gladde plekken op de bestrating door bijvoorbeeld losse stenen, boomwortel, kuil, los zand, bladeren of mos In de toelichting geeft de houder aan;"het schoolplein onderhouden is de verantwoordelijkheid van de school. Wij mogen het plein gebruiken met de BSO; maar dragen niet de eindverantwoording voor het onderhoud. Kijkend naar het plein is het goed onderhouden, bijgehouden en zijn er geen dreigende gevaarlijke situaties". De houder van de buitenschoolse opvang blijft altijd echter zelf verantwoordelijk voor de ruimtes en materialen die hij gebruikt. Het is aan de houder om de risico's in te schatten en maatregelen te treffen als dat nodig is. Buitenruimte Scenario 3: Kind stoot tegen of struikelt over losstaande/liggende fietsen op de speelplaats waar kinderen mee naar de locatie zijn gekomen In de toelichting geeft de houder aan; "De kinderen mogen niet fietsen op de pleinen. Op het plein is in een hoek fietsvakken gemaakt. Hierin moeten de kinderen hun fietsen plaatsen. De speelplek is hier ruim vandaan. De kans is zeer klein dat kinderen struikelen over losse fietsen". De houder geeft aan dat de kans zeer klein is, dit risico is dus wel van toepassing en zal beschreven moeten worden. 4 van 8
Buitenruimte Scenario 5: Kind botst tegen of bezeert zich aan straatmeubilair (bijv. bank, afvalbak, paaltje, hek, speeltoestel) In de toelichting geeft de houder aan; De school is eindverantwoordelijk voor het onderhoud e.d. van het straat meubilair. Bankjes e.d. hebben felle opvallende kleuren zodat ze erg opvallen in het schoolpleinbeeld. De kans is klein dat ze zich bezeren. De houder van de buitenschoolse opvang blijft altijd echter zelf verantwoordelijk voor de ruimtes en materialen die hij gebruikt. Het is aan de houder om de risico's in te schatten en maatregelen te treffen als dat nodig is. De houder geeft aan dat de kans zeer klein is, dit risico is dus wel van toepassing en zal beschreven moeten worden. Buitenruimte Scenario 7: Kind bezeert zich aan een speeltoestel (bijvoorbeeld door slijtage) In de toelichting geeft de houder aan; School is eindverantwoordelijk voor het onderhouden van speeltoestellen en contact met inspectie e.d. De houder van de buitenschoolse opvang blijft altijd echter zelf verantwoordelijk voor de ruimtes en materialen die hij gebruikt. Het is aan de houder om de risico's in te schatten en maatregelen te treffen als dat nodig is. Buitenruimte Scenario 33: Kind wordt vermist tijdens uitstapje of tijdens vervoer van school naar naschoolse opvang. In de toelichting geeft de houder aan; We gaan niet/nauwelijks op uitstapjes met de BSO Nauwelijks betekend dat het wel kan voorkomen. Dit risico is dus wel van toepassing en zal beschreven moeten worden. Op de website van de houder staat vermeld dat de BSO er regelmatig" op uit gaat". "Er op uit Naast alles wat nodig is om lekker buiten te spelen, beschikken we over een stint! Met de stint kunnen we tien kinderen vervoeren. Wellicht heb je ons al eens zien rijden in Ermelo. We komen overal: het centrum, de boerderij, het bos, de speeltuin, de schaapskudde en we kunnen er zelfs mee naar het strand rijden! Succes gegarandeerd! Als BSO zijn we een unieke samenwerking aangegaan met een verzorgingstehuis uit het dorp. Eens in de twee weken gaan we met een klein groepje naar de ouderen om daar samen een activiteit te doen". Hieruit blijkt dat er met regelmaat uitstapjes plaatsvinden. Conclusie: Er wordt niet voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de risico-inventarisatie veiligheid. 5 van 8
Risico-inventarisatie gezondheid Bij een steekproef in de praktijk is geconstateerd dat de maatregelen die voortvloeien uit de risicoinventarisatie gezondheid wel worden uitgevoerd. Zo staat er als risico beschreven: Kind komt door on(zorgvuldig)gewassen handen van pedagogisch medewerkers in contact met ontlasting/urine Observatie: Na het verschonen van een kind heeft de beroepskracht haar handen gewassen en het aankleedkussen gereinigd. De beroepskracht heeft meerdere keren aan de kinderen verteld dat ze de handen moesten gaan wassen. Bijvoorbeeld na het plassen en voor het fruit eten. Ook heeft de beroepskracht aan een kind nagevraagd of hij echt zijn handen had gewassen en aan een nieuw kind werd uitgelegd waarom hij zijn handen moest wassen voor het fruit eten. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de risico-inventarisatie gezondheid. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskrachten) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Website 6 van 8
Overzicht getoetste inspectie-items Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 8
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : CBSO Kleurrijk Website : http://www.christelijkekinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : CKO De Herberg Adres houder : Mr E.N. van Kleffensstraat 6 Postcode en plaats : 6842 CV Arnhem Website : www.christelijkekinderopvang.nl KvK nummer : 50442090 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : R. Hanskamp Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Ermelo Adres : Postbus 500 Postcode en plaats : 3850 AM ERMELO Planning Datum inspectie : 08-08-2017 Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 30-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 01-09-2017 Verzenden inspectierapport naar : 01-09-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 06-09-2017 8 van 8