TYPE XR10 tot 60 of 710 tot 760

Vergelijkbare documenten
STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering

Productie datum v.a

Winterwarm. Het warme gevoel van Winterwarm. Technische Documentatie. the heat is on. HEATER Type HR30

INSTRUCTIEBOEK PREMIX LUCHTVERWARMER TYPE XR10-60

TYPE TR basis + axiaal uitvoering

8.1 Storingssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt.

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE

TYPE HR uitvoering 3 Productie datum v.a. 2014

INSTRUCTIEBOEK PREMIX LUCHTVERWARMER TYPE XR10-60

TYPE HR uitvoering 3 Productie datum v.a. 2014

Henks Reparatie Werkplaats - Van IJsendijkstraat LC - Purmerend - Bedienings display

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER TYPE TR. basis + axiaal uitvoering. Productie datum v.a

MGC OpenTherm regelaar

Installatievoorschriften. Flair - serie Excellent

TYPE HR uitvoering 3 Productie datum v.a. 2014

Twister Condenserende HR RVS boiler

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

INSTRUCTIEBOEK LUCHTVERWARMER TYPE WWH

Gebruikershandleiding

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

LED weergave-systeem Hoofdstuk 7

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

8.1 Storingssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt.

MasterTemp. Pentair Academy - 26 april

Montage-instructie. Gasregelblok DDC (05/2008)

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Erratablad Comfort Classic

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009)

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

8 Bij storing. 8.1 Storingscodes

Het cascadesysteem. in één compact toestel

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

6 INSTELLING EN AFREGELING

Quality Heating elektrische vloerverwarming

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

Branderketel 12V DC/ 24 V DC

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

STAP 1. Legschema STAP 2

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMING VOOR UTILITEIT EN INDUSTRIE

SGE HR-Condenserende gas-zonneboiler met geïntegreerde

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

Elektrische aansluitingen accessoires

MONTAGE INSTRUCTIES. INSCHROEFELEMENTEN (standaard)

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort DS

Gebruikers- en montagehandleiding Pijpdakventilator MPV

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

* /1 * /1 * x40

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

Gasblokkenvuur serie - handbediening. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

INSTRUCTIE BOEK LUCHTVERWARMER TYPE DXC

Quality Heating elektrische vloerverwarmingsfolie

7 INSTELLING EN AFREGELING

Magneetklep DN15 t/m DN150

TYPE TR basis + axiaal uitvoering

HR 80,120,160,200,240,280 AWB HR 80,120,160,200,240,280 R1 HRM 80,120,160,200,240,280 /2. ThermoSystem HR, HRM. Onderdelenoverzicht

Gebruiksaanwijzing RTW100

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

EUROVENTER Ventilator voor de afvoer van verbrandingsgassen voor Reznor luchtverwarmers serie UL en EURO-X 1000

SERVICEHANDLEIDING HDC1200i HDC1500i K26i

1.0 Algemeen. 1.1 Toepassing:

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

Installatievoorschrift en Gebruikershandleiding FOX. Bewaar dit document zorgvuldig DRU VERWARMING B.V. HOLLAND

CONVECTIEVERWARMING GASGESTOOKTE CONDENSERENDE LUCHTVERHITTERS. Vermogens : 26,5 tot 61,7 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B Lint

INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIJZING

SERVICEHANDLEIDING HD50i

Thermis WireFree io temperatuur sensor

ONDERHOUD GASLUCHTVERWARMERS

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

SGE. warmtewisselaar SGE - 40/60. Innovation has a name.

INSTRUCTIES/MANUEL PREMIX LUCHTVERWARMER AEROTHERME PRE-MELANGEUR. TYPE HR version 3. BE105e

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

4. DIAGNOSE KETELGEDRAG

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel

Transcriptie:

INSTRUCTIEBOEKJE PREMIX LUCHTVERWARMER TYPE XR10 tot 60 of 710 tot 760 Productie datum v.a. 2004 DIT DOCUMENT ABSOLUUT DOORLEZEN ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN. NA INGEBRUIKNAME DE GEBRUIKER INSTRUEREN EN DIT DOCUMENT BIJ HET TOESTEL LATEN Instructies versie NL 80b datum: 12-05-2005 Toestellen voor Nederland aardgas G25

1 Woord vooraf: Deze installatie- en gebruikshandleiding is vooral bedoeld voor de gas- en elektrotechnisch installateur. Voorts geeft het aanwijzingen voor de gebruiker en voor het onderhoud van de luchtverwarmer. Voor een veilige en doelmatige toepassing van deze luchtverwarmer is het strikt noodzakelijk deze handleiding juist toe te passen. 2 Inhoudsopgave: 1 WOORD VOORAF: 2 2 INHOUDSOPGAVE: 2 3 ALGEMEEN 3 4 GEBRUIKRESTRICTIES 3 5 TECHNISCHE GEGEVENS: 4 6 INSTALLATIE 5 6.1 PLAATSING 5 6.2 GASAANSLUITING 5 6.3 ELEKTRISCHE AANSLUITING 5 6.4 LUCHTTOEVOER / VERBRANDINGSGASAFVOER 7 7 WERKING VAN HET TOESTEL 7 7.1 ALGEMEEN 7 7.2 WARMTEVRAAG 8 7.3 DELTA-T-REGELING 8 7.4 TEMPERATUURBEVEILIGINGEN 8 7.5 BESCHRIJVING ONDERDELEN 8 8 INBEDRIJFSTELLING EN AFSTELLING 10 8.1 ALGEMEEN 10 8.2 OPSTARTEN MET DE SERVICE TOETS 10 8.3 OPSTARTEN DOOR OVERBRUGGEN THERMOSTAAT 10 8.4 OPSTARTEN MET DE THERMOSTAAT 10 8.5 OP STORING LATEN VALLEN EN HERSTARTEN 10 9 AFSTELLEN GASREGELBLOK 11 10 STORING ZOEKEN 11 10.1 ALGEMEEN 11 11 ONDERHOUD /ONDERDELEN 14 11.1 ALGEMENE INSPECTIE 14 11.2 INSPECTIE HEATER 14 11.3 RESERVE ONDERDELEN 14 12 ELEKTRISCHE INSTALLATIE VOORBEELDEN. 15 12.1 INSTALLATIE MET DE OPENTHERM TCW THERMOSTAAT 15 12.2 INSTALLATIE MET DE OPENTHERM KLOKTHERMOSTAAT 15 12.3 INSTALLATIE MET EXTRA STORINGSSIGNAAL EN RESET MOGELIJKHEID 15 ELECTRISCH SCHEMA 16 Blz. Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 2/16

3 Algemeen De premixluchtverwarmer maakt gebruik van geavanceerde regelingen om zorg te dragen voor een behaaglijke ruimtetemperatuur en een goede luchtverdeling. De werking is dan ook anders dan de op een conventionele (gas)inspuiter en venturi gebaseerde toestellen. Het is daarom des te belangrijker dat de installatie en het onderhoud van dit toestel worden uitgevoerd door gekwalificeerde personen, én volgens deze voorschriften. Controleer vóór het uitpakken of het toestel overeenkomt met de bestelling én of het geschikt is voor de plaatselijk aanwezige voorzieningen (gassoort, gasdruk, elektrische voorzieningen etc.) Het toestel moet ook voldoen aan alle geldende plaatselijke en landelijke voorschriften. Controleer vooraf of het toestel eenmaal geplaatst, geen gevaar of schade kan opleveren i.v.m. bijvoorbeeld vocht, stof, ontvlambare of corrosieve gassen of dampen en/of brandbare materialen. Het toestel is voor het verlaten van de fabriek volledig getest op een veilige en juiste werking. Daarbij is het afgeregeld op de gassoort die op het typeplaatje vermeld staat. Voor gebruik met een andere gassoort is het toestel niet direct geschikt. Neem in dat geval absoluut contact op met uw leverancier. 4 Gebruikrestricties Bij plaatsing als C-toestel in zgn. brandgevaarlijke ruimtes van een garage, moet de opstelling voldoen aan NEN 2078, de industriële GAVO. Dit betekent dat de onderzijde van het toestel hoger dan 1,7m van de vloer geplaatst dient te worden. (warmtewisselaar > 450 C). Deze opstellingsruimte moet groter zijn dan 1.000m³ en een minimale vrije hoogte van 2.1m hebben, verder is een ventilatie/infiltratie debiet van min. 600m³/h vereist. Is een en ander niet het geval, dan dient eventueel een gasdetector geplaatst te worden, goedgekeurd conform NEN-EN-IEC 61779. Zie NEN 2078, hoofdstuk 8.5.1 en de NPR 3378-23 Het toestel is geschikt voor droge, niet stoffige omgevingen (beschermingsklasse IP 20). Het toestel niet gebruiken in een omgeving met corrosieve of chemisch agressieve gassen of dampen. Dit geldt ook voor de (OpenTherm) thermostaat. Zorg voor vrije aanzuig én uitblaasmogelijkheid, b.v. binnen 5m vanaf de voorkant van het toestel mogen zich absoluut geen materialen (kunnen) bevinden. Let op condensatie van de rookgassen in de rookgasafvoer. Bij overschrijding van een bepaalde lengte van het rookgasafvoerkanaal bestaat er kans op condensatie van de rookgassen. Hierdoor kan het isoleren van de afvoerbuizen of het plaatsen van een condensafvoer noodzakelijk zijn. Zie hiervoor hoofdstuk 6. Het gebruik en / of installatie van toestellen niet volgens dit instructieboekje kan annulering van de garantie inhouden. Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 3/16

5 Technische gegevens: Type Eenheid 7(10) 7(20) 7(30) 7(40) 7(50) 7(60) Maximum belasting op O.W. kw 14,0 22,8 32,0 44,0 55,0 66,0 Minimum belasting op O.W. kw 9,0 14,8 20,5 26,4 33,0 39,6 Maximum belasting op B.W. kw 15,6 25,3 35,5 48,9 61,1 73,3 Minimum belasting op B.W. kw 10,0 16,4 22,8 29,3 36,7 44,0 Maximum vermogen kw 12,6 20,8 29,2 40,2 50,1 60,5 Minimum vermogen kw 8,3 13,8 19,1 24,4 30,8 37 Max luchtdebiet warm m3/h 1150 2070 2600 4700 5150 6300 Worp horizontaal max. m 12 16 23 26 28 30 Worp verticaal max warmde lucht m 5 5 6 7 7 8 Geluidsniveau db(a) 42 45 45 46 47 49 (gemiddeld) Aansluit spanning Vac 230 230 230 230 230 230 Thermostaat aansluiting Open Therm ja ja ja ja ja Ja Opgenomen El. Vermogen max. W 250 250 250 450 450 600 Gasaansluiting G" 1/2" 1/2" 1/2" 3/4" 3/4" ¾" Minimale ophanghoogte horizontaal m 1,7 1,7 1,7 2,7 2,7 2,7 uitblazend Minimale ophanghoogte verticaal m 4 4 4 5 6 6 uitblazend Gewicht kg 36 37 38 78 80 82 Min voordruk G25 (L) mbar 25 25 25 25 25 25 Gas categorie Cat I2L Klasse Clas. B23, C13, C33 Max gasverbruik G25 (L) m3/h 1,7 2,7 3,8 5,3 6,6 7,9 Offset gasblok (L) mbar -0,30-0,30-0,50-0,25-0,25-0,25 CO2 hoog G25 (L) % 9,2 9,2 9 9,1 9,0 9,1 CO2 laag (indicatief) G25 (L) % (8,2) (8,2) (9,0) (7,9) (7,8) (8,4) XR 10-30 85 65 Gas 1/2" inw. M12 490 490 IN O 80 (2X) 245 OUT 110 105 XR 40-60 290 680 575 65 M10 M12 445 650 150 670 IN 90 GAS 3/4" uitw. O 100 (2X) 325 UIT 140 150 625 85 795 100 395 Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 4/16

6 Installatie 6.1 Plaatsing Controleer of de ondersteuningsconstructie stevig genoeg is. Het toestel moet vrij kunnen aanzuigen en uitblazen. Als dit belemmerd wordt kan dit tot oververhitting van het toestel leiden. Houd voldoende afstand tot de omgeving in verband met veiligheid én toegankelijkheid ten behoeve van servicewerkzaamheden. Dit geldt vooral voor aanliggende (brandbare!) materialen. Voor de minimum afstanden zie de tekeningen hiernaast. Let hierbij ook op de mogelijkheid tot het openen van de 10 t/m 30 min. 500 mm 40 t/m 60 min 660 mm deur van het toestel ten behoeve van de later noodzakelijke servicewerkzaamheden. Zorg voor vrije aanzuig én uitblaasmogelijkheid, b.v. binnen 5m vanaf de voorkant van het toestel mogen zich absoluut geen materialen (kunnen) bevinden. Het toestel kan in elke stand gemonteerd worden, de positionering is compleet vrij. Voor de bevestiging is het toestel voorzien van 2 stuks M12 draadbussen. Zie ook de afmeting tekening. Gebruik bij voorkeur de beschikbare consoles. Zorg ervoor dat na de montage geen mechanische spanningen op de diverse aansluitleidingen staan. Als het toestel verticaal naar beneden uitblazend opgehangen wordt, dan dient het toestel niet hoger dan 8 meter opgehangen te worden. Anders zal de warme lucht de vloer niet bereiken. Let op: Kijk bij de gebruiksrestricties blz. 3 in deze handleiding voor verdere plaatsingsbeperkingen. min 250 6.2 Gasaansluiting De gasleiding moet voldoen aan de NEN 1078 en/of NEN 2078. De voordruk moet buiten bedrijf én tijdens bedrijf van het toestel altijd tussen de 30 en 20mbar liggen. Een gaskraan, volgens NEN 7202, met koppeling moet zich binnen handbereik vanaf het toestel bevinden. Bij afpersen van de aansluitleiding boven 60mbar moet deze gaskraan gesloten worden. Pas bij twijfel over meekomend vuil een gasfilter toe. Blaas in ieder geval de gasleiding volgens de regels door vóór ingebruikname van het toestel. 6.3 Elektrische aansluiting 6.3.1 230Vac Voeding De installatie moet voldoen aan de geldende plaatselijke en/of landelijke voorschriften o.a. NEN 1010. Zorg o.a. voor een juiste aansluitgroep met hoofdzekering. Het elektrisch schema van het toestel kunt u achter in deze handleiding vinden. De voeding is 230Vac. met aarde. De aansturing is 24V. zwakstroom. Werkschakelaar of contactstop. Het toestel moet worden voorzien van een 230 Volt werkschakelaar die fase én nul (niet de aarde) onderbreekt. Deze werkschakelaar dient een contact opening van min. 3 millimeter te Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 5/16

hebben. Indien het toestel wordt voorzien van een stekker voor in een contactstop, deze duidelijk merken zodat fase en nul niet verkeerd om aangesloten worden. Deze contactstop dient te allen tijde bereikbaar te zijn. Absoluut nooit de voeding van het toestel (laten) onderbreken door andere schakelaars. Dit kan tot oververhitting van het toestel leiden. Let op spanningsonderbrekingen: Als het tijdens het branden de voeding van het toestel onderbroken wordt dan bestaat de kans dat de restwarmte in het toestel de STB zal schakelen. Hierdoor zal de STB vergrendeld staan op het moment dat de spanning weer aanwezig is. De heater zal dan niet in bedrijf gaan. Zie Hoofdstuk 10. 6.3.2 Ruimte thermostaat Er zijn meerdere mogelijkheden om het toestel aan te sluiten. TCW 20 1. Met de TCW OpenTherm thermostaat. Deze biedt de mogelijkheid van 10 moduleren, op afstand ontstoren van het toestel en een mogelijkheid om de 6 26 ventilator in de zomer continu in te schakelen. Deze thermostaat heeft 2 draden nodig. 2. Met een OpenTherm klokthermostaat, informeer bij uw leverancier 3. Met een aan/uit (klok) thermostaat. Let op, bij gebruik van een aan/ uit thermostaat zal het toestel niet gaan moduleren, zomerventilatie is niet mogelijk. Het op afstand resetten zal niet direct via de thermostaat kunnen. Daarnaast zal ook het max. vermogen lager zijn, en ook de zgn. delta T regeling werkt niet. Zorg in alle gevallen voor een afgeschermde 24Voltskabel. In een storingsrijke omgeving dient van een zgn. twisted pair kabel met afscherming gebruik te worden gemaakt. Maak voor het aansluiten de luchtverwarmer spanningsloos. Sluit de thermostaat via een 2-aderige afgeschermde Twisted-pair kabel op de OpenTherm klemmen van de luchtverwarmer aan. Het aardscherm van de kabel uitsluitend in de luchtverwarmer aan aarde leggen. 6.3.3 Storingsindicatie Het toestel heeft een potentiaalvrij contact (max. 230V) ter storingsindicatie. (zie schema s achter in de handleiding) Ook is er 24V beschikbaar op de aansluitklemmen voor eventueel gebruik met deze storingsindicatie. Dit contact wordt gesloten op het moment van een vlamstoring. 6.3.4 Ontstoren Ontstoren van het toestel kan op 3 mannieren. Service Red Green Op de thermostaat. Reset Op de DFC printplaat, het reset drukknopje indrukken, zie afbeelding. Op de klemmenstrook van het toestel kan ook een extra druktoets worden aangesloten. Zie voor de aansluiting hiervan het schema achter in deze handleiding. 6.3.5 Zekeringen Het toestel bevat 3 zekeringen: F1 op de DFC printplaat ter beveiliging van de DFC regelprint F2 op de DFC printplaat ter beveiliging van de DBC branderautomaat en de pre-mix ventilator F3 in de klemmenstrook ter beveiliging van de systeemventilator en de transformator die het toerental daarvan regelt. Vervang de diverse zekeringen alleen door hetzelfde type. Zie voor de diverse waarden het elektrisch schema. Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 6/16

65 6.4 Luchttoevoer / verbrandingsgasafvoer De installatie van de luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer moet voldoen aan NEN 1078 en /of NEN 2078. Alleen de meegeleverde gecombineerde muur- of dakdoorvoer mag worden gebruikt. Deze zijn nl. gekeurd mét het toestel. Zie 65 installatie tekeningen. De luchtverwarmer is een VR-toestel. Sluit daarom nooit een HR afvoer aan op het toestel. Dit kan blijvende schade veroorzaken. IN OUT 85 Gas 1/2" O 80 O 80 110 105 Gebruik alleen pijpen en bochten voor overdruk met profiel afdichtringen in dezelfde diameter als het toestel. Condens in het afvoersysteem Tijdens het opwarmen van het toestel kan condens ontstaan in de afvoerpijp van de installatie. Dit condens zal weer verdampen als het toestel langere tijd brand. Bij gestrekte afvoerlengte groter dan 4m wordt blijvend condens gevormd. Hierdoor zal het nodig zijn de afvoerbuizen te isoleren of een condensafvoer te monteren. Zorg ervoor dat het condens niet in het toestel terug kan stromen. De maximale. leidinglengte tussen toestel en afvoercombinatie is 9m voor zowel af- als toevoer. Reken elke 90 bocht als 1,5m en elke 45 bocht als 1m rechte pijp. Wordt de weerstand in toe/ afvoersysteem te groot, dan zal de belasting van het toestel teveel zakken. Ongeïsoleerde maximale gestrekte afvoer lengte is 4 meter (bochten niet berekend) Maximale lengte toevoer of afvoer (geïsoleerd) is 9 meter. (bochten berekenen) Let op! Afschot naar buiten Bij verticale uitmonding moet de kap min. 0,5m boven het dakvlak uitsteken. Let ook op hinder in verband met o.a. voorzieningen van ventilatielucht of andere aanzuigopeningen. In geval van verbrandingslucht direct betrokken uit de opstellingsruimte (B23), moet de luchtinlaat op het toestel voorzien worden van één bocht van 90. (aanrakingsgevaar electrische componenten). Zorg in dit geval voor voldoende aanvoer van verse lucht,e.e.a volgens de geldende voorschriften. 7 Werking van het toestel 7.1 Algemeen Het toestel kan zowel verwarmen als ventileren. Door gebruik te maken van een temperatuursensor op het toestel en die in de ruimtethermostaat kan het temperatuursverschil tussen onder en boven bepaald worden. Als dit verschil te groot is, doordat alle warmte zich Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 7/16

onder het dak heeft verzameld, zal de systeemventilator starten en deze warmte naar de werkvloer drukken. Als de gewenste ruimtetemperatuur dan nog niet wordt bereikt, zal de heater gaan bij verwarmen. Door de modulerende brander wordt precies de juiste hoeveelheid warmte toegevoerd waardoor een comfortabele temperatuur wordt bereikt. 7.2 Warmtevraag Als er door de thermostaat warmtevraag wordt aangegeven, dan zal de volgende cyclus starten: De DFC regelprint ziet dat er warmtevraag is en geeft spanning aan de branderautomaat de DBC. De DBC geeft spanning aan de premixventilator en die zal dan op het starttoerental gaan draaien. Na 30 seconden zal de elektrode ca 5 seconden gaan vonken en het gas-luchtmengsel zal ontstoken worden. Als de vlam gedetecteerd is, gaat na ongeveer 15 seconden het toestel moduleren naar het gewenste vermogen. Afhankelijk van het afgegeven vermogen zal ook de systeemventilator gaan moduleren (3 standen). Als de warmtevraag wegvalt, zal de brander uit gaan en het toestel zal ca. 3 minuten gaan na ventileren om het toestel na te koelen. Het toestel zal maximaal 2 ontsteekpogingen doen alvorens in vlamstoring te vallen. Bij vlamwegval tijdens bedrijf zal het toestel 1 herstartpoging doen. 7.3 Delta-t-regeling Indien er géén warmtevraag is, is de delta-t-regeling actief. (alleen indien OpenTherm thermostaat is geïnstalleerd). Dit regelsysteem zal, indien het temperatuurverschil tussen de sensor op het toestel (de NTC) én de sensor in de OpenThermthermostaat groter is dan een ingestelde waarde (fabrieksinstelling normaal 10 C), de systeemventilator aansturen. Dit gebeurt ook op verschillende toerentallen van de systeemventilator, afhankelijk van het gemeten temperatuurverschil. Door dit regelsysteem wordt de temperatuurverdeling in de ruimte klein gehouden, net zoals bij toepassing van plafondventilatoren. Uitschakelen delta-t-regeling Is deze delta-t-regeling niet gewenst, dan moet potmeter P2 helemaal rechtsom gedraaid worden. Of kan middels een schakelaar de verbinding met de thermostaat verbroken worden. 7.4 Temperatuurbeveiligingen Het toestel bevat 2 temperatuurbeveiligingen. Een NTC bewaakt elektronisch de temperatuur. Als die te hoog wordt, zal het toestel uitschakelen. Als het toestel voldoende is afgekoeld zal het vanzelf weer in schakelen. Als het toestel veel te heet wordt, zal de STB (capillairthermostaat) de voeding van de DBC onderbreken en blokkeren. Deze thermostaat moet met de hand worden gereset (zie 10.1). Let op spanningsonderbrekingen: Als het tijdens het branden de voeding van het toestel onderbroken wordt dan bestaat de kans dat de restwarmte in het toestel de STB zal schakelen. Hierdoor zal de STB vergrendeld staan op het moment dat de spanning weer aanwezig is. De heater zal dan niet in bedrijf gaan. 7.5 Beschrijving onderdelen Lijst van afkortingen: Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 8/16

DFC: Digital Fan Control. De centrale regelprint die communiceert met de thermostaat en o.a. de premix fan laat moduleren, en ook de systeemventilator in de verschillende standen schakelt. DBC Digital Burner Control, de branderautomaat op de gasklep. Naast het ontsteken en bewaken van de vlam levert deze ook de 230 Volt voeding naar de premix-fan. NTC Negatiev Temperature Sensor. Deze sensor meet de temperatuur van de uitgeblazen lucht. STB Sicherheits Temperatur Begrenzer, de mechanische maximaal thermostaat die m.b.v. een capillaire voeler de temperatuur van de uitgeblazen lucht meet. De ingestelde waarde kan niet worden veranderd. PWM Dit is het pulserende 24 Volts signaal van de DFC naar de pre-mix fan Hiermee wordt gemoduleerd en ook het start toerental geregeld. Van de DFC volgt hier nog een iets uitgebreidere beschrijving: Alarmled (Red in de tekening) De alarmled licht rood op, wanneer de DBC 577 in vergrendeling staat en het alarmcontact dus actief is. Brandervraag led (Green in de tekening) Deze led licht groen op, wanneer er brandervraag is. 3 1 X1 4 2 6 1 7 2 8 3 X2 9 4 10 5 Service Red Green P1 X3 IC P2 RE1 Fan High DFC 100 Service toets 1e keer drukken = laagstand nog een keer drukken is hoogstand een derde keer drukken is normaal bedrijf. Reset F1 3.15AT RE2 RE3 RE4 RE5 RE6 Fa Fa DB Re n n C Ala set Me Lo ON rm diu w m F2 2AT Reset toets 1 seconde indrukken om te resetten X4 X5 1 2 3 4 5 1 2 3 1 2 3 4 5 X6 6 7 8 Potmeter 1 (P1) Voor fabrikant, heeft geen functie voor de gebruiker Potmeter 2 (P2) Hiermee wordt het temperatuurverschil tussen onder en boven in de hal ingesteld waarbij de delta t regeling actief wordt. Dit kan tussen 4 C (potmeter helemaal linksom) en 15 C(potmeter helemaal rechtsom). Fabrieksinstelling: 10 C. Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 9/16

8 Inbedrijfstelling en afstelling 8.1 Algemeen Elk toestel wordt vóór verpakking volledig op veiligheid en goede werking getest en daarbij o.a. afgesteld op de juiste verbrandingswaarden. Afstelling na montage is in de regel niet nodig, alleen controle op goede werking. De CO2 waarde kan eventueel aangepast worden. Doe dit echter alleen als na meting blijkt dat de CO2 waarde niet juist is. (afwijking groter als 0,5 %) Nooit onoordeelkundig aan regelschroeven draaien! Indien het installeren volgens deze voorschriften is geschied, kan het in bedrijf worden genomen. Zorg ervoor dat de gasleiding schoon, gasdicht en ontlucht is. Schakel de voedingsspanning in met de werkschakelaar, en open de deur om het eerste opstarten te kunnen waarnemen en zo met de werking van het toestel vertrouwd te raken. Het toestel zal 2 keer een startpoging doen alvorens in vlamstoring te vallen. Resetten is dan noodzakelijk. Vergeet vooral niet de gebruiker te instrueren over het veilig gebruik van het toestel (aanwezigheid van gaslucht, plaats van de gaskraan!), over de bediening ervan (storingsindicatie en resetten) én over het noodzakelijke onderhoud. 8.2 Opstarten met de service toets Door 1 maal ongeveer een seconde op de servicetoets te drukken zal het toestel beginnen met de startcyclus, (30 sec voorspoelen, ontsteken, 15 sec stabiliseren, bedrijf) en vervolgens in laagstand gaan branden. Door nog een keer op de servicetoets te drukken zal het toestel in hoogstand gaan branden. Een derde keer drukken is terug naar normaal bedrijf. (afhankelijk van de thermostaat) Controleer de verbrandingswaarden met de technische gegevens. 8.3 Opstarten door overbruggen thermostaat Op het moment dat de thermostaataansluiting wordt overbrugd, zal het toestel alleen op hoogstand gaan branden. De startcyclus zal beginnen, 30 sec voorspoelen, ontsteken, 15 sec stabiliseren, en dan in bedrijfstand gaan. Controleer de verbrandingswaarden met de technische gegevens. 8.4 Opstarten met de thermostaat Zet de thermostaat op de hoogste stand. De startcyclus zal beginnen, 30 sec voorspoelen, ontsteken, 15 sec stabiliseren, en dan in bedrijfstand gaan. Met de TCW thermostaat zijn de volgende functies mogelijk : - Rode lampje brand continu: Toestel in verwarmingsbedrijf. - Rode lampje knippert: Toestel op vlamstoring. - Groene lampje brandt: Zomerventilatie ingeschakeld. - Grijze drukknop 6 sec indrukken: Resetten. - Grijze drukknop 1 sec indrukken: Zomerventilatie in / uitschakelen. TCW 10 6 20 26 8.5 Op storing laten vallen en herstarten Sluit de gaskraan en controleer de herstartpoging. Het toestel moet op storing vallen. De storingssignalering (in toestel en op thermostaat) moet werken. Controleer ook het resetten (bij weer geopende gaskraan), en het weer opstarten. Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 10/16

9 Afstellen Gasregelblok Na in bedrijfname is het in de regel niet nodig om het gasblok in te regelen. Als het gasblok toch opnieuw ingeregeld moet worden, bij vervanging b.v., is het belangrijk dat dit door vakkundige mensen wordt gedaan. Een verkeerde afstelling kan tot oververhitting en/ of tot koolmonoxideproductie leiden. Er zijn twee schroeven waarmee het gasblok ingeregeld moet worden De Offset adjuster en de Ratio adjuster Stel het toestel op vollast in bedrijf door 2 maal kort op de servicetoets te drukken. Als het toestel niet wil ontsteken kunt u eventueel met duim en wijsvinger de luchtopeningen van de gekleurde ring op de gas lucht menger dicht houden tijdens ontsteken. Het mengsel wordt dan rijker en zal makkelijker ontsteken. P in P offset P out Offset adj. Ratio adj. Draai de drukmeetnippel P offset open en sluit de drukmeter daar op aan. Als het toestel brandt, moet de afgelezen onderdruk overeenkomen met die uit de technische gegevens. U kunt deze onderdruk veranderen door te draaien aan de Offset adjuster onder het dopje. Linksom meer onderdruk, rechtsom minder onderdruk. Als de onderdruk correct is ingesteld, sluit u de drukmeetnippel P offset. Controleer het CO2 percentage in hoogstand,of deze overeenkomt met de technische specificatie.gebruik alleen een gekalibreerde meter Bij afwijkingen groter als 0,5% is deze te korrigeren. Is deze te hoog, dan draait u de Ratio adjuster rechtsom (minder gas). Is de CO2 te laag dan draait u de Ratio adjuster linksom (meer gas). Controleer altijd wat de CO productie is van het toestel!!! Te veel CO duidt meestal op een te rijk mengsel. Stel dit eventueel opnieuw af met de twee stelschroeven. (zie boven) Nadat de hoogstand goed is afgesteld, kan het toestel op laagstand gecontroleerd worden. (servicetoets) 10 Storing zoeken 10.1 Algemeen Indien duidelijk is dat het niet de externe omstandigheden (b.v. geen spanning of geen gas) zijn die voor de storing zorgen, neem dan de volgende aanwijzingen in acht. Let hierbij op de ingebouwde wachttijden in het toestel (niet te vlug reageren!) en de signalen van de LEDs! Let op!: Er is alleen storingssignaal indien er warmtevraag aanwezig is! Ter vereenvoudiging van het zoeken, doe eerst het volgende: Controleer altijd de diverse zekeringen en ook de diverse bedradingen en stekkers in het toestel op eventuele losse contacten. Is er warmtevraag? De groene LED op de print DFC moet oplichten. Is er vlamstoring? De rode LED op de DFC (gaat) oplichten. Probeer dan te resetten. Gebruik de serviceknop om de max. of half-last te fixeren, of sluit de thermostaat aansluiting kort, om een aan-uit thermostaat te simuleren. Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 11/16

Premix-fan start niet. a) Controleer of de STB de spanning komend van de DFC naar de DBC niet onderbroken heeft. Op beide schuifjes van de STB moet 230 Volt staan. Deze STB moet eventueel worden gereset (drukknop onder het dopje), hij kan ook tijdelijk worden doorverbonden. b) Controleer of de NTC de werking van de DFC niet blokkeert door een foute waarde. Meet de weerstand van de NTC (stekker op DFC losnemen ) Deze waarde moet ongeveer 40 kilo Ohm bij 10 C en 20 kilo Ohm bij een temperatuur van 25 Celcius zijn. c) Indien er wel 230 Volt naar de DBC gaat (dus van de STB) moet deze ook de premix-fan van 230 Volt voorzien. Meet dit op de stekker van de pre-mix fan (tussen de bruine en blauwe draad). d) Het kan zijn dat er geen PWM-signaal naar de pre-mix fan wordt gestuurd voor het starttoerental (fan draait max. toerental). Hiervoor kan eventueel op de 24 Volts stekker van de premix-fan gemeten worden. e) Afhankelijk van c) en d) is dus de DFC of de DBC defect. Controleer eerst nog of de pre-mix fan niet geblokkeerd is door deze een duwtje te geven. De oorzaak van niet starten van de premix fan kan namelijk ook de fan zelf zijn. Premix-fan start wel, geen verdere aktie, er volgt geen vlamstoring. a) De DBC moet defect zijn, vervang de defecte DBC. Premix-fan start wel, er volgt geen vonken, toestel geeft vlamstoring. a) Controleer of de elektrode wel vonkt door deze los te schroeven en uit de warmtewisselaar te nemen en daarna tegen de massa te houden (met een geïsoleerde tang) tijdens de vonkperiode. Indien geen vonk te zien of te horen is, vervang dan de DBC. Wel vonken in de wisselaar, toestel gaat dan op storing. a) Er komt geen gas. Controleer dit door de onderdruk te meten op de meetnippel op de gasklep (P out). Hierop staat tijdens het voorspoelen een onderdruk van ongeveer 6 millibar. Word nu de gasklep geopend en komt er wel gas gedurende de vonkperiode, dan zal deze onderdruk zo n 3 millibar, zakken, naar ongeveer 3 à 4 millibar. Controleer nogmaals de voordruk op de P-in drukmeetnippel op de gasklep. Neem de DBC van de gasklep af (M3 schroefje tussen de bedrading losdraaien) en controleer met een multimeter of de gasklepspoelen intern niet onderbroken zijn. Er zijn twee spoelen, die allebei enkele kilo Ohms weerstand hebben. Controleer anders de zeef aan de inlaatzijde van de klep. Dit kan door de gasaansluiting buiten het toestel los te nemen en door de gasaansluiting in de gasklep te kijken. Het kan ook zijn dat de DBC geen 230 Volt signaal naar de spoelen stuurt. Probeer dan een andere DBC. b) Wel vonk en gasklep opent, maar het mengsel wil niet ontsteken. Controleer of de vlam wel wil ontsteken als de gekleurde luchtinlaatring op de pre-mixfan met duim en wijsvinger gedeeltelijk wordt dichtgehouden. Er komt dan minder lucht dit geeft een rijker mengsel die wat makkelijker ontsteekt. Blijft de vlam nu wel aan, controleer dan het CO2-gehalte bij warm toestel op vollast. Regel deze eventueel bij met de regelschroef op de gasklep. Doe dit alleen met een goede (gekalibreerde) CO2-meter in de uitlaat van het toestel. Wel vlam (gedurende enkele sec.), dan op vlamstoring Dit betekent problemen met de vlamionisatie. Controleer eerst de aardeverbindingen in het toestel, door o.a. even te trekken aan de diverse aardedraden. De ionisatiestroom zelf moet ongeveer 2 microampere zijn. Dit is wel te meten mits tijdens de vonkperiode de aansluitingen van de multimeter kortgesloten zijn, om de meter niet te beschadigen. Meestal betekent problemen met de ionisatiestroom, dat de DBC vervangen moet worden. Toestel start wel op, maar andere problemen. a) Toestel blijft op starttoerental hangen en gaat niet naar een hoger toerental moduleren. Controleer of het pre-mixfan toerental wel wil variëren als op de service knop van de DFC wordt gedrukt. Eén maal drukken; toestel gaat naar halflast, nog een keer drukken; toestel gaat naar volle belasting. Nog een keer drukken deactiveert de servicemodus. Na 10 Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 12/16

minuten servicebedrijf schakelt deze functie zichzelf weer uit. Controleer of het toestel wel normaal functioneert als de draden van de ruimte thermostaat worden kortgesloten (toestel moet opstarten en naar vollast gaan), en weer uitgaat als de draden weer worden geopend. Probeer dan eerst een andere OpenTherm thermostaat. Geeft dit geen resultaat dan moet de DFC vervangen worden. Het kan natuurlijk ook de pre-mixfan zelf zijn die niet wil moduleren ondanks een goed ingangssignaal. De warmteopbrengst van het toestel zal ook onvoldoende zijn als er teveel weerstand ontstaat in het toe of afvoer systeem. In dit geval zal de pre-mixfan wel op vol toerental draaien, maar door de hoge weerstand wordt te weinig verbrandingslucht aangevoerd en dus ook te weinig gas. De druk in de afvoer bijvoorbeeld zal normaal gesproken nooit hoger zijn dan 30 Pascal. b) Systeemventilator start niet of varieert niet in toerental; Controleer eerst de werking van deze ventilator door deze direct op 230 Volt te laten draaien. Controleer met een multimeter of op de ringkerntransformator ook de verschillende lagere spanningen secondair aanwezig zijn. De zekering kan ook defect zijn. Zijn de motor en trafo in orde dan moet het probleem in de DFC zitten, deze moet n.l. de verschillende spanningen van de trafo doorschakelen naar de ventilator motor. Vervang in dat geval de DFC. c) Delta-t-regeling problemen: Voor deze regeling wordt potmeter P2 op de DFC gebruikt. Hiermee kan namelijk het gewenste temperatuurverschil tussen beneden (de OpenTherm sensor) en boven (NTC) gevarieerd worden. Een klein gewenst temperatuurverschil (potmeter linksom) zal de systeemventilator langere tijden met hogere toerentallen in bedrijf houden. Controleer de werking van de OpenTherm thermostaat door deze even omhoog te zetten voor warmtevraag. Indien deze goed werkt, controleer dan de NTC (Ohmse weerstand meten) Het probleem zal waarschijnlijk met de DFC te maken hebben. Deze moet dan iets anders geprogrammeerd worden, of vervangen. Weerstandswaarde NTC voeler bij 25 C= 20 kohm. Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 13/16

11 Onderhoud /onderdelen Het toestel moet regelmatig (min. 1x / 2x per jaar) door een erkend installateur, die vertrouwd is met het toestel, worden nagekeken en eventueel schoongemaakt. Dit geldt des te meer naarmate de bedrijfsomstandigheden zwaarder zijn, te weten: stof, vocht, hoog aantal inschakelingen etc. Werkzaamheden: 11.1 Algemene inspectie Controleer de algehele toestand van de installatie. Inspecteer de heater, de thermostaat, de bedrading en gasleiding. 11.2 Inspectie Heater Voordat met de inspectie begonnen wordt, eerst de spanning van het toestel uitschakelen met de werkschakelaar. Bouw de brander compleet met flens en pre-mix ventilator uit, door de 6 inbusbouten los te nemen. Controleer de warmtewisselaar van binnen op vervuiling of beschadigingen. Controleer de brander op beschadigingen en maak eventueel de ontsteekelektrode schoon met een fijn schuurpapiertje. LET OP: elektrode niet verbuigen! Controleer de luchttoevoer en de luchtafvoer. Eventueel met een stofzuiger het inwendige van de heater reinigen. Als de warmtewisselaar van buiten ook sterk vervuild is, dit reinigen met een zachte borstel. Gebruik nooit een staalborstel. Maak het ventilatorrooster schoon met een stofzuiger en een borstel. Bouw de brander weer in. (gebruik nieuwe pakkingen) Controleer de heater hierna op verbrandingswaarden en stel deze zonodig bij Controleer het toestel op juiste werking. 11.3 Reserve onderdelen Benaming (7)10 (7)20 (7)30 (7)40 (7)50 (7)60 Brander XR rondom IX.3206 IX.3206 IX.3208 IX.3208 IX.3210 IX.3212 Ontsteek/ Ionisatiepen IX.3458 IX.3458 IX.3458 IX.3458 IX.3458 IX.3458 Premix ventilator MVL RG128 IX.4500 IX.4500 IX.4500 IX.4500 IX.4500 IX.4500 Kijkglas IX.6812 IX.6812 IX.6812 IX.6812 IX.6812 IX.6812 GasLuchtMixer SIT 391 AGM IX.4506 IX.4504 IX.4502 nvt nvt nvt Gasklep SIT SIGMA 848 IX.3000 IX.3000 IX.3000 IX.3000 IX.3000 IX.3000 Branderautomaat SIT DBC577 IX.3550 IX.3550 IX.3550 IX.3550 IX.3550 IX.3550 Regelprint SIT DFC100 GA.5706 GA.5708 GA.5710 GA.5712 GA.5714 GA.5716 Systeemventilator FMV IX.4200 IX.4200 IX.4200 IH.4206 IH.4206 IX.4205 NTC Kabelsensor IX.3918 IX.3918 IX.3918 IX.3918 IX.3918 IX.3918 STB capillairthermostaat IX.3914 IX.3914 IX.3914 IX.3914 IX.3914 IX.3914 Ventilator trafo IX.5100 IX.5100 IX.5100 IX.5098 IX.5098 IX.5098 PAKKING inlaat wisselaar (2X) IX.6702 IX.6702 IX.6702 IX.6742 IX.6742 IX.6742 PAKKING uitlaat wisselaar (2X) IX.6708 IX.6708 IX.6708 IX.6744 IX.6744 IX.6744 PAKKING premix ventilator IX.6704 IX.6704 IX.6704 IX.6704 IX.6704 IX.6704 PAKKING ontsteek pen IX.6710 IX.6710 IX.6710 IX.6710 IX.6710 IX.6710 PAKKING kijkglas IX.6706 IX.6706 IX.6706 IX.6706 IX.6706 IX.6706 Brander isolatie IX.6720 IX.6720 IX.6720 IX.6724 IX.6724 IX.6724 Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 14/16

12 Elektrische installatie voorbeelden. 12.1 Installatie met de OpenTherm TCW thermostaat Luchtverwarmer aansluiten op 230Vac Thermostaat aansluiten op klemmen volgens tekening. (klem 4 en 5) Aansluiting met TCW thermostaat Open therm (24 Vdc) 20 C 230 Vac Room Thermostat 12.2 Installatie met de OpenTherm klokthermostaat Luchtverwarmer aansluiten op 230Vac Thermostaat aansluiten op klemmen volgens tekening. (klem 4, 5, 6 en 7) 230 Vac Open therm (24 Vdc) 20 C Room Thermostat 4 5 6 7 N (neutral) L (230 Vac) N (neutral) L (230 Vac) 1 2 3 4 5 6 7 11 12 13 14 F3 1 2 3 4 5 6 7 11 12 13 14 F3 12.3 Installatie met extra storingssignaal en reset mogelijkheid Luchtverwarmer aansluiten op 230VaC Thermostaat aansluiten (kan OpenTherm of aan uit zijn). Resetten is mogelijk door druktoets tussen klem 6 en 7 te monteren De alarmcontacten 9 en 10 naar buiten brengen en gebruiken om signaal te genereren. Dit contact sluit als er storing is. 230 Vac 24 Vdc Ruimte Thermostaat 20 C Room Thermostat N (neutral) L (230 Vac) Externe reset 1 2 3 4 5 6 7 11 12 13 14 F3 Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 15/16

Electrisch schema DFC 100 X4 X5 X2 X6 5 4 1 3 2 6 2 1 7 3 8 5 10 4 9 2 4 6 7 3 1 5 8 blauw zwart rood geel grijs zwart zwart -T STB 13 14 J2 J1 Sit DBC 577 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 11 zwart 24V gnd M1 (N) M1 (L) L (230 Vac) N (neutral) Ruimte Thermostaat 1 2 3 7 4 5 6 24 Vdc Hall sensor PWM Gnd 1 2 4 5 blauw NTC 20KOhm 25 C 20 C Room Thermostat Ruimte thermostaat (Open Therm of Aan/uit) Voor installateur 1 2 3 4 5 6 7 11 12 13 14 X6-7 X2-4 X2-9 X2-10 TR1 zwart X6-2 X6-4 TR1 grijs X6-8 7 8 3 1 X1 4 2 P1 P2 6 1 9 10 5 4 Service 2 3 X2 Red Green X3 IC RE1 Fan High DFC 100 Reset RE2 RE3 RE4 RE5 RE6 Reset DBC ON Alarm Fan Medium Fan Low X7 Code 0.577.406 1 2 3 4 M2 EV2 EV1 2 Klemmenstrook Reset (to gnd 24V) zwart zwart 12 13 zwart blauw wit rood bruin bruin M1 1~ -T 11 blauw N (Neutral) 2 TR1 14 grijs F3 1 L (230V AC) 3 STB M1 F n Klemmenstrook voor installatie doeleinden Maximaal thermostaat (hand reset) Ventilator motor M2 Pre mix ventilator EV1/ 2 Gas klep Zekering TR1 Transformator voor ventilatorregeling Extern reset: maak contact tussen klem 6 en 7 X6-6 X6-5 X7 F1 3.15AT F2 2AT X4 X5 X6 1 2 3 4 5 1 2 3 1 2 3 4 5 6 7 8 NL F3 groen/geel zwart geel oranje blauw transp. groen paars of zwart 3 1 N (type 50: 160 V) 140 V 180 V 230 V NTC 10 Ohm 25 C type 10-30: 1.25 AT type 40-60: 3.15 AT Get.: MF Datum: 26-01-2005 Auth.: Titel: Schema N : R-series type 10-60 230V R101c Instructie boekje Premix Luchtverwarmer type (7)10 t/m (7)60 Pagina 16/16