Postbus AD STEENWIJK

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

RAADSBESLUIT 14R.00481

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

Wetstechnische informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

Wetstechnische informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Wetstechnische informatie

Verordening rioolheffing

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Verordening rioolheffing

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Artikel 1 Inleidende bepaling

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Provinciaal blad van Noord-Brabant

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2008, nummer 2008/115;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

Verordening afvalstoffenheffing 2019

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing Citeertitel Verordening Afvalstoffenheffing 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019

Format verordening raad. Gemeente Westerkwartier. Gemeente. Gemeenteraad. Financiën. Gemeentewet. vastelling nieuwe regeling

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Sector : II Nr. : 11/64c.13.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

*Z D2E* Besluit: Zaaknummer:Z Onderwerp: Verordening Hondenbelasting De raad van de gemeente Roerdalen heeft;

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad,

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer;

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2017 (versie geldig vanaf )

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Transcriptie:

Postbus 162-8330 AD STEENWIJK Raadsvoorstel nr. : 2001/14 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 27 februari 2001 Agendapunt : 8 Steenwijk, 13 februari 2001 Onderwerp: Vaststelling verordening rioolrechten Voorstel besluit Conform bijgevoegd concept vaststellen de Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2001 (Verordening rioolrechten Steenwijk 2001). Samenvatting toelichting Het voornemen bestond en bestaat nog steeds om met ingang van de datum van herindeling ter zake van de vier qua opbrengst belangrijkste gemeentelijke belastingen te komen tot uniforme belastingtarieven. Bedoelde vier belastingen zijn: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolrechten en leges. Met betrekking tot de vaststelling van de tarieven voor de OZB wordt u in de vergadering van maart a.s. een voorstel gedaan. De raden van de drie voormalige gemeenten hebben in de vergaderingen van december 2000 gelijkluidende verordeningen betreffende de afvalstoffenheffing en de heffing van leges vastgesteld. Ingaande het jaar 2001 gelden voor deze belastingen in het gehele gebied van de nieuwe gemeente Steenwijk gelijkluidende tarieven. Met betrekking tot de rioolrechten is het anders verlopen. Het door de sub-werkgroep belastingen en verzekeringen uitgewerkte voorstel is na het verkrijgen van de instemming van de stuurgroep voorgelegd aan de raden van Brederwiede, Steenwijk en IJsselham. Brederwiede en IJsselham hebben conform het voorstel besloten. De raad van Steenwijk niet. De raad van Steenwijk kon zich niet verenigen met het (gedeeltelijk) verlaten van de methode waterspoor. Wij hechten eraan dat in het jaar 2001 ook ten aanzien van de heffing van rioolrechten in het gehele gebied van de nieuwe gemeente Steenwijk dezelfde belastingdruk geldt. Vandaar ons voorstel tot vaststelling van een nieuwe voor de gehele gemeente geldende verordening rioolrechten. Toelichting De heffing van rioolrechten is gebaseerd op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet. Er zijn twee heffingen van rioolrechten mogelijk, te weten: - een heffing wegens het hebben van een aansluiting op de gemeentelijke riolering (eigenarenrioolrecht) en - een heffing wegens het afvoeren van afvalwater (gebruikersrioolrecht). De kosten van de gemeentelijke riolering kunnen door middel van heffing van rioolrechten voor maximaal 100% worden verhaald. Met betrekking tot de kosten van de gemeentelijke riolering kunnen twee soorten worden onderscheiden: investerings- en exploitatiekosten. Gelet op de jurisprudentie verdient het aanbeveling middels het eigenarenrioolrecht de investeringskosten door te berekenen en middels het gebruikersrioolrecht de exploitatiekosten. Bij het toerekenen van deze kosten komt de gemeente een zekere vrijheid toe, aldus het arrest van de Hoge Raad van 31 maart 1999, nr. 33.427. In de voormalige gemeenten Brederwiede, Steenwijk en IJsselham werden rioolrechten geheven. Echter de heffingsgrondslag was in de drie gemeenten zeer verschillend. In de gemeenten IJsselham en Steenwijk werden de rioolrechten geheven van de gebruiker. In Steenwijk was de heffing gebaseerd op het verbruik per m3 water, waarbij twee tarieven werden gehanteerd, namelijk het verbruik tot 20.000 m3 en boven 20.000 m3. In IJsselham was de heffing gebaseerd op eenheden/schijven van 250 m3. De gemeente Brederwiede hief daarentegen het rioolrecht van de eigenaren in de vorm van een vast bedrag per aansluiting, waarbij bij een waterverbruik van meer dan 500 m3 de gebruikers eveneens een rioolrecht moeten betalen. De hoogte van het gebruikersdeel is gebaseerd op eenheden/schijven van 500 m3. Als gevolg van deze diversiteit in de tarieven is een vergelijking tussen de drie voormalige gemeenten moeilijk te maken

- 2 - Met de stuurgroep herindeling zijn wij van mening in de nieuwe gemeente Steenwijk zowel een eigenaren- als een gebruikersrioolrecht dient te worden geheven en dat de toerekening van de kosten in overeenstemming moet zijn met de op dit terrein ontstane jurisprudentie: investeringskosten verhalen middels een eigenarenrioolrecht en exploitatiekosten middels een gebruikersrioolrecht. Het tarief van het eigenarenrioolrecht is berekend op ƒ 130,00 per op de riolering aangesloten perceel. Voor het gebruikersrioolrecht is gekozen voor de volgende tariefstelling: - woning/boerderij ƒ 88,80 per jaar; - perceel, niet zijnde woning/boerderij, bij een waterverbruik van < 500 m3 ƒ 88,80 per jaar; - perceel, niet zijnde woning/boerderij bij een waterverbruik van > 500 m3 ƒ 88,80 per jaar vermeerderd met ƒ 1,49 per m3 voor het aantal verbruikte m3 van 500 tot 20.000 en vermeerderd met ƒ 0,75 voor het aantal boven 20.000 m3. De berekening van deze tarieven wordt vermeld in de eindrapportage van de sub-werkgroep belastingen/verzekeringen aan de projectgroep en stuurgroep herindeling. Dit rapport ligt bij de stukken ter inzage. Bij de berekening van de tarieven voor 2001 is uitgegaan van het gewogen dekkingspercentage voor 2000. Het dekkingspercentage voor 2001 komt hierdoor op 91,19. Voor Brederwiede, Steenwijk en IJsselham bedragen de dekkingspercentages voor 2000 respectievelijk 70, 100 (inclusief verfijningsuitkering) en 100. Genoemde tariefstelling betekent voor de gebruikers van huurwoningen in de voormalige gemeente Brederwiede een ongewenste lastenverzwaring. Immers de tot en met het jaar 2000 door die gemeente bij de eigenaren in rekening gebrachte rioolrecht zal in de meeste gevallen in de huur en/of servicekosten zijn doorberekend aan de huurder. Met de wijziging van de heffingsgrondslag vindt er in de voormalige gemeente Brederwiede een verschuiving van de lasten van de eigenaar naar de huurder plaats. Wij willen daarom bevorderen dat het voordeel dat de eigenaar heeft (concreet ƒ 220,00 minus ƒ130,00 = ƒ 90,00) op de huur en/of servicekosten in mindering brengt. Hiermee wordt bereikt dat het door de gebruiker/huurder verschuldigde bedrag ad ƒ 88,80 wordt gecompenseerd. In de verordening is daarom een bepaling opgenomen (artikel 2, lid 3, letter c) op grond waarvan het, weliswaar met medewerking van de verhuurder, mogelijk is het gebruikersrioolrecht bij de verhuurder/eigenaar in rekening te brengen. Deze bepaling geldt in principe alleen voor het jaar 2001. Tenslotte wordt nog opgemerkt dat het heffen van de rioolrechten niet met terugwerkende kracht kan worden ingevoerd. In de verordening (artikel 12, lid 3) wordt daarom bepaald dat de datum van ingang van heffing 1 april 2001 is en dat het belastingjaar gelijk is aan de periode 1 april tot en met 31 december. Normaliter is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Burgemeester en wethouders van Steenwijk, de secretaris, de burgemeester, drs. A.W. van der Spek. drs. H.H. Apotheker. Informant: afdeling financiën en belastingen, de heer Kuiper (telefoonnummer 0521-538354). Behandeld in: commissie 1. Bijlagen Concept Verordening rioolrechten Steenwijk 2001. Postbus 162-8330 AD STEENWIJK Nummer: 2000/0105-19-FB-JK/2001/14 Steenwijk, 27 februari 2001 Onderwerp: Uitgegaan: Verordening rioolrechten 2001

- 3 - De raad van de gemeente Steenwijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Steenwijk van 13 februari 2001, nummer 2001/ 14; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet en hoofdstuk V van Wet algemene regels herindeling; b e s l u i t : vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2001 (Verordening rioolrechten Steenwijk 2001). Artikel 1 - Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt: a. onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen; b. onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering; c. onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak; d. onder verbruiksperiode verstaan de periode waarop de afrekening van het waterleidingbedrijf betrekking heeft. Artikel 2 - Belastbaar feit en belastingplicht 1. Onder de naam rioolrechten worden geheven: a. een recht van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, en b. een recht van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. 2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 3. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b. ingeval een gedeelte van een eigendom - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 3 - ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan. c. ingeval een eigendom ten gebruike is afgestaan, hetgeen mogelijk wordt gemaakt door de daartoe aangewezen verhuurder en deze verhuurder het recht in de servicekosten c.q. huur heeft opgenomen, wordt op diens verzoek - als gebruiker aangemerkt degene die het gebruik mogelijk maakt. Artikel 3 - Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt. Artikel 4 - Maatstaf en tarief van heffing 1. Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt geheven per eigendom.

- 4-2. Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd. 3. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het einde van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 5. Indien wordt aangetoond dat toegevoerd of opgepompt water niet door middel van gemeentelijke riolering is afgevoerd en indien deze hoeveelheid ten minste 20% van de toegevoerde of opgepompte hoeveelheid water bedraagt, wordt de op voet van het derde lid bepaalde hoeveelheid afgevoerd water verminderd met de op andere wijze afgevoerde hoeveelheid water. 6. Indien voor de in artikel 2, eerste lid, bedoelde eigendommen in verband met het ontbreken van afzonderlijke watermeters niet de hoeveelheid afvalwater kan worden vastgesteld zoals hiervoor omschreven, wordt de verdeelsleutel gehanteerd zoals deze door de respectievelijke gebruikers wordt gebruikt voor de onderlinge verdeling van de waternota van de waterleidingmaatschappij en bij het ontbreken van een dergelijke regeling overgegaan tot een zo reëel mogelijke verdeling op basis van beschikbare gegevens. 7. Een belastingplichtige, welke de voor de berekening van het recht in aanmerking te nemen hoeveelheid water niet of niet uitsluitend van een waterleidingbedrijf heeft afgenomen, is verplicht jaarlijks aangifte te doen van de op andere wijze afgenomen hoeveelheid water. Artikel 5 - belastingtarieven 1. Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt per belastingjaar f 130,00 2. Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt per belastingjaar voor de gebruiker van: a. een woning of een boerderij f 88,80 b. een perceel, niet zijnde woning of boerderij met een waterverbruik van: 1. minder dan 500 m3 f 88,80 2. 500 m3 tot 20.000 m3 f 88,80 vermeerderd met f 1,49 per m3 vanaf 500 m3 3 20.000 m3 of meer f 29.143,80 vermeerderd met f 0.75 per m3 vanaf 20.000 m3 Artikel 6 - Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan de periode 1 april tot en met 31 december. Artikel 7 - Wijze van heffing 1. De rechten genoemd in artikel 5, lid 1 en artikel 5 lid 2, letter b, punten 2 en 3 worden geheven bij wege van aanslag. 2. a. De rechten genoemd in artikel 5, lid 2, letter a en b, punt 1 worden geheven bij wege van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving, waarop het te vorderen bedrag is vermeld. Als kennisgeving wordt aangemerkt de voorschot-/afrekennota van de N.V. Rendo te Hoogeveen. b. Ingeval aan de belastingplichtige geen voorschot-/afrekennota wordt verzonden, wordt het recht geheven bij wege van aanslag. Artikel 8 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De rechten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel negende gedeelten van het voor dat jaar

- 5 - verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel negende gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist. Artikel 9 - Termijnen van betaling 1. Het overeenkomstig artikel 7, lid 2, onderdeel a, geheven recht moet worden betaald in de termijnen welke op de kennisgeving zijn vermeld, met dien verstande dat de termijn van betaling ten minste 14 dagen na de dag van dagtekening van de kennisgeving beloopt. 2. Het overeenkomstig artikel 7, lid 1 en artikel 7, lid 2, onderdeel b, geheven recht moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. Artikel 10 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolrechten. Artikel 11 Overgangsbepaling In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt voor de toepassing van deze verordening over het kalenderjaar 2001 verstaan onder: bij het begin van het belastingjaar als bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 2: bij het begin van het kalenderjaar. Artikel 12 - Inwerkingtreding en citeertitel 1. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001 worden ingetrokken de: - Verordening rioolrechten 1999 vastgesteld bij besluit van de raad van de voormalige Gemeente Steenwijk, d.d. 9 november 1998, nummer 1998/101C en gewijzigd bij raadsbesluit van 22 november 1999, nummer 1999/150; - Verordening rioolrechten 2001 vastgesteld bij besluit van de raad van de voormalige gemeente IJsselham, d.d. 18 december 2000; - Verordening rioolrechten 2001 vastgesteld bij besluit van de raad van de voormalige gemeente Brederwiede, d.d. 12 december 2000, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van heffing is 1 april 2001. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rioolrechten Steenwijk 2001. De raad voornoemd, De secretaris, de voorzitter,