Een uitgave van: Nationaal Influenza Centrum (NIC): Rotterdam (Erasmus MC), Bilthoven (RIVM); Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Vijfde update pandemisch (H1N1) 2009 virus: Epidemie neemt toe op zuidelijk halfrond, in Zuidoost-Azië en Engeland virus in de wereld Op 23 juli 2009 lag het totaal aantal in het laboratorium bevestigde besmettingen met het pandemisch (H1N1) 2009 virus wereldwijd op 151.656. Hiervan waren er 868 (0,6%) overleden (website ECDC). Op 6 juli publiceerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) haar laatste volledige lijst van gerapporteerde laboratoriumbevestigde gevallen van en sterfte aan de nieuwe griep. De epidemie was in een groot aantal landen zo uitgebreid geworden dat laboratoriumdiagnostiek van alle verdachte gevallen niet meer haalbaar en ook niet meer zinvol was. De ECDC tracht sindsdien nog zoveel mogelijk inlichtingen te verzamelen uit de websites van de ministeries van volksgezondheid van de diverse landen en van de WHO, en uit betrouwbare mediabronnen die hun gegevens verkrijgen van nationale gezondheidsautoriteiten. Deze breuk in de manier van informatieverwerving betekent dat de nieuwe getallen niet goed vergelijkbaar zijn met de oudere gegevens. Koplopers zijn op dit moment natuurlijk de landen op het zuidelijk halfrond waar het nu winter is. Vooral in Australië, Nieuw Zeeland, Argentinië, Chili en Peru worden hoge incidenties van de nieuwe griep waargenomen. Argentinië (Buenos Aires) valt op door het hoge aantal laboratoriumbevestigde sterfgevallen, 137 op 3056 (4,5%) laboratorium-bevestigde ziektegevallen. Deze (voorlopige!) waarde van de letaliteit ligt veel hoger dan in vergelijkbare landen (Brazilië 0,4 %, Chili 0,6%) en is ongeveer gelijk aan de waarden die in april en mei door Mexico werden gerapporteerd (3,1%); in Mexico is de letaliteit, berekend over de hele epidemie, overigens inmiddels teruggelopen tot 1,2%. De oorzaak van de hoge sterfte in Argentinië is niet bekend. Nog steeds lijkt Afrika ten zuiden van de Sahara bijna geheel vrij te blijven van het virus. Voor het noordelijk halfrond worden op de website van de ECDC nog altijd hoge incidenties vermeld voor Israel, China, Thailand en de Filippijnen, in Europa is het relatief rustig. virus in Engeland In Europa is Engeland de grote uitzondering wat betreft de omvang van de epidemie van de nieuwe griep, zie figuur 1. Op 23 juli lag het aantal laboratorium-bevestigde gevallen daar op 11.159 (tweede en derde op de lijst zijn respectievelijk Duitsland met 2455 en Spanje met 1526 laboratorium-bevestigde gevallen) (website ECDC). Sinds eind juni stijgt in Engeland de incidentie van influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) zoals waargenomen door de peilstationsurveillance van huisartsen explosief boven de achtergrondwaarde uit en ligt nu met rond 150 per 100.000 inwoners reeds tweemaal hoger dan de piek van de voorgaande wintergriep, zie figuur 2 (Health Protection Agency (HPA), 23 juli). In Schotland (vooral Glasgow) loopt de incidentie van IAZ in de peilstationsurveillance ook op maar komt met 30 op 100.000 nog niet boven de drempel uit. De ziekte blijft goedaardig. Het aantal sterfgevallen ligt op 30, gerapporteerde letaliteit 0,3% (hoger dan in werkelijkheid, vooral sinds de Engelsen begin juli de lichte verdachte gevallen niet meer in het laboratorium onderzoeken). Waarom de H1N1-pandemie in Engeland zo veel uitgebreider is dan in andere Europese landen, is niet duidelijk. De waarschijnlijkste hypothese is dat dit land het meeste reizigersverkeer met Noord- Amerika heeft en daardoor de hoogste import van het virus heeft ondergaan. De omvang hiervan zou alleen in Engeland zo groot zijn geweest dat de drempel werd overschreden waarbij ondanks het ongunstige zomerklimaat een endemische circulatie in gang kan worden gezet. virus in Nederland Tot en met 23 juli zijn in Nederland 248 patiënten viruspositief bevonden. Na een daling eind juni tekent zich de laatste weken een tweede golf af van de nieuwe griep, zie figuur 3. Deze golf bestaat voor 75% uit importgevallen en het lijkt niet te speculatief om van deze ongevraagde import de bron in Engeland te zoeken, waar eind juni de incidentie van het pandemische virus snel begon toe te nemen, zie boven. 24-7-2009 JAARGANG 18, N o 1 Pagina 1
Vervolg Verspreiding van het pandemisch (H1N1) 2009 virus in Nederland Nog steeds zijn er in ons land geen aanwijzingen voor doorgaande transmissie van het virus. Zeven patiënten hadden pneumonie, drie werden in het ziekenhuis opgenomen en er zijn tot nu toe geen sterfgevallen gerapporteerd. In klinische monsters uit de huisartsenpeilstations van het NIVEL is deze week voor het eerst het nieuwe H1N1-virus aangetoond. Het monster was afkomstig van een vrouwelijke patiënt in de leeftijdsgroep 30-39 jaar die onlangs naar Ibiza is geweest (RIVM Infectieziektensignalen 23 juli). De incidentie van IAZ zoals waargenomen door de NIVEL-peilstationsurveillance van huisartsen vertoont overigens geen stijging en bevindt zich met 16 patiënten op 100.000 inwoners ruim onder het maximale basisniveau van 30 op 100.000 inwoners. In Utrecht doen zich momenteel 2 clusters van de nieuwe griep voor. Het ene cluster betreft bezoekers van feestelijkheden in het kader van het 110-jarig bestaan van de Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging, de UVSV. De vereniging had gedurende een periode van 10 dagen (10-20 juli) een reeks festiviteiten georganiseerd waar in totaal maximaal zo'n 2000 personen aan hebben deelgenomen. Merendeels ging het om personen (studenten) uit Utrecht, maar van zusterverenigingen uit Groningen, Rotterdam en Amsterdam namen ook elk ruim 100 personen aan het lustrum deel. Bij drie deelnemers is de infectie met het pandemisch (H1N1) 2009 virus aangetoond, een groter aantal heeft een klinisch beeld dat zou kunnen passen bij influenza. Het andere cluster is gerelateerd aan Europa Cantat, een zangevenement van 18-26 juli met 3000 deelnemers afkomstig uit de gehele wereld, maar merendeels uit Europa. Er is één positief geteste patiënt; bij twee andere personen - uit een ander koor - staat diagnostiek nog in. De deelnemers zijn ondergebracht in en rond de stad Utrecht (RIVM Inf@ct 24 juli). Oseltamivir-gevoeligheid van het pandemisch (H1N1) 2009 virus In tegenstelling tot het seizoens-h1n1-virus en afgezien van de sporadische verschijning van oseltamivir-resistente stammen elders in de wereld, heeft het nieuwe H1N1-virus tot nu toe zijn gevoeligheid voor oseltamivir en zanamivir behouden. Anglicaanse kerk doet water in de wijn De Anglicaanse kerk heeft een dispensatieregel uit 1547 herbevestigd, destijds geïnspireerd door de builenpest. Deze regel staat de gelovigen toe in tijden van nood de wijnkelk niet aan de lippen te zetten (NRC 24 juli 2009). Samenvatting In Nederland heeft zich een tweede golf van het pandemisch (H1N1) 2009 virus ontwikkeld, waarschijnlijk vooral tengevolge van import vanuit Engeland. De verspreiding van het virus zet zich voort op het zuidelijk halfrond maar ook in Zuidoost- Azië en Engeland. In Argentinië ligt de letaliteit van de infecties met dit virus veel hoger dan in andere landen van de wereld. Bronnen E-mail van ProMed, dagelijkse elektronische nieuwsbrief van de International Society for Infectious Disease (www.isid.org), en de websites van de WHO (www.who.int/csr/disease/swineflu), CDC (www.cdc.gov/h1n1flu), ECDC (www.ecdc.eu), HPA (www.hpa.org.uk), RIVM (www.rivm.nl) en Inf@ct (www.infectieziekten.eu). J.C. de Jong1, met commentaar van W. van der Hoek 2 1 Erasmus MC, Rotterdam 2 RIVM, Bilthoven Colofon Deze Nieuwsbrief komt tot stand door samenwerking van de volgende instanties en personen: IGZ, Den Haag Drs. Jan K. van Wijngaarden, arts, Hoofdinspecteur Volksgezondheid NIVEL, Utrecht Dr. Gé A. Donker Projectleider CMR peilstations NIC: Prof. dr. Albert D.M.E. Osterhaus, directeur Erasmus MC, Rotterdam Dr. Guus F. Rimmelzwaan Dr. Jan C. de Jong RIVM, Bilthoven Dr. Adam Meijer Drs. Frederika Dijkstra Redactiesecretariaat: Simone Slabbekoorn Nationaal Influenza Centrum Afdeling Virologie, Erasmus MC, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam 24-7-2009 JAARGANG 18, N o 1 Pagina 2
Figuur 1. Cumulatieve aantallen laboratorium-bevestigde gevallen van pandemisch (H1N1) 2009 in de Europese Unie op 23 juli 2009 Bron: ECDC website, 23 juli 2009 24-7-2009 JAARGANG 18, N o 1 Pagina 3
Figuur 2. Incidentie van influenza-achtige ziektebeelden in Engeland zoals waargenomen door de peilstationsurveillance van huisartsen Bron: Health Protection Agency (HPA), Londen, 23 juli 2009 24-7-2009 JAARGANG 18, N o 1 Pagina 4
Figuur 3. Laboratorium-bevestigde gevallen van pandemisch (H1N1) 2009 in Nederland naar eerste ziektedag en plaats van besmetting * * Geel: importgeval, rood: besmetting in Nederland. Het eerste (import)geval dateert van 27 april 2009. Bron: RIVM website 23 juli 2009 24-7-2009 JAARGANG 18, N o 1 Pagina 5