ECLI:NL:RBROT:2016:10103

Vergelijkbare documenten
EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

EJEA ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/13/ / KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2014:4818

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBDHA:2016:16893

ECLI:NL:RBOVE:2016:593

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, KG ZA

ECLI:NL:RBMAA:2012:BV7033

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

EJEA ECLI:NL:RBOBR:2017:976 Rechtbank Oost-Brabant Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/01/ / KG ZA 17-16

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBDHA:2016:11209

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15466 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 15/1577

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2013:8793

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

ECLI:NL:RBSGR:2006:BA4470

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

ECLI:NL:RBROT:2017:2263

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

Betreft herinrichting Gemeentehuis Papendrecht, onrechtmatig handelen gemeente

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBUTR:2004:AO3027

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:3335 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

ECLI:NL:RBOVE:2017:2151

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging.

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ9772

EJEA ECLI:NL:RBOVE:2017:2534 Rechtbank Overijssel Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/08/ / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen?

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

King Cuisine [gedaagde] DomJur

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBZUT:2009:BI8322

ECLI:NL:RBROT:2010:BP8396

ECLI:NL:RBMNE:2017:1813

ECLI:NL:RBMID:2008:BD7099

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

2 De feiten 2.1. City Hotel drijft sinds 1980 onder de naam City Hotel een hotel, bar en restaurantbedrijf te Oss.

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBOVE:2014:5435

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:1907 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC KG ZA

2.2. [eiseres] heeft tegen de vordering tot tussenkomst verweer gevoerd.

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:CRVB:2017:2487

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2017:6182

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBROT:2017:5469

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1154 Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C KG ZA 13-21

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

Transcriptie:

ECLI:NL:RBROT:2016:10103 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 14112016 Datum publicatie 05012017 Zaaknummer 510412 KG ZA 161094 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding Aanbesteding tussenvonnis. Verzoek ex art 22 Rv tot het overleggen van informatie. Te weinig informatie voorhanden om een beslissing te kunnen nemen. Wetsverwijzingen Aanbestedingswet 2012 Aanbestedingswet 2012 2.3 Vindplaatsen Uitspraak Rechtspraak.nl JAAN 2017/51 met annotatie van mr. G. 't Hart Module Aanbesteding 2017/605 vonnis RECHTBANK ROTTERDAM Team handel zaaknummer / rolnummer: C/10/510412 / KG ZA 161094 Tussenvonnis in kort geding van 14 november 2016 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] gevestigd te HendrikIdoAmbacht, eiseres,

advocaat mr. H.S.A. Wijnands, tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE PAPENDRECHT, zetelend te Papendrecht, gedaagde, advocaat mr. L.M. Engels. Partijen zullen hierna [eiseres] en de Gemeente genoemd worden. 1 De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: de dagvaarding de producties van [eiseres] de producties van de Gemeente de mondelinge behandeling op 31 oktober 2016 de pleitnota van [eiseres] de pleitnota van de Gemeente. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2 De feiten 2.1. De Gemeente heeft drie meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedures geïnitieerd voor de projecten: a. levering meubilair voor de raadszaal van het Gemeentehuis b. levering meubilair voor de werkplekken van het Gemeentehuis c. levering meubilair voor de ontmoetingsruimten van het Gemeentehuis. Voor de eerste twee projecten zijn meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedures gestart op 5 juli 2016. Voor het derde project is dat begin september 2016 geweest. 2.2. De Gemeente heeft voor de projecten a en b meerdere ondernemingen uitgenodigd om in te schrijven, welke ondernemingen geïdentificeerd waren in het kader van een productmarktanalyse die de Gemeente door [bedrijf] en het [bedrijf] van de Drechtsteden had laten uitvoeren. [eiseres] is niet uitgenodigd nadat zij niet was geïdentificeerd als een partij die geschikt zou zijn voor de uitvoering van deze specifieke opdrachten. 2.3. [eiseres] is eind juli 2016 bekend geworden met het gegeven dat onderhandse aanbestedingsprocedures waren geïnitieerd voor projecten a en b. Zij heeft bij brief van 26 juli 2016 een klacht ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente. 2.4. Op 10 augustus 2016 heeft een gesprek plaatsgevonden naar aanleiding van voornoemde klacht van [eiseres] tussen [persoon], wethouder, [adviseur], adviseur van [bedrijf], en [eiseres].

2.5. Bij brief van 16 augustus 2016 heeft de advocaat van [eiseres] aan de Gemeente bericht dat [eiseres] zich op het standpunt stelt dat de Gemeente in strijd met aanbestedingsverplichtingen, waaronder het splitsingsverbod, handelde. Daarbij is de Gemeente gesommeerd de onderhandse aanbestedingsprocedures af te breken en de opdracht niet te gunnen zonder dat er een Europese aanbestedingsprocedure uitgeschreven is. Daarop heeft in de periode tussen 16 augustus 2016 tot 9 september 2016, zowel mondeling als schriftelijk, overleg plaatsgevonden tussen de advocaten van partijen. In dat kader heeft de Gemeente [eiseres] bij brief van 19 augustus 2016 uitgenodigd aan de twee op dat moment lopende aanbestedingsprocedures deel te nemen, waarbij voorts is toegezegd dat [eiseres] ook kon deelnemen aan de derde procedure die nog niet was aangevangen. [eiseres] is op dat moment een termijn van 2 weken gegund om in te schrijven. Nadat [eiseres] bij brief van haar advocaat van 24 augustus 2016 aangaf dat die termijn te kort was, heeft de Gemeente bij brief van 25 augustus 2016 de inschrijftermijn voor [eiseres] verlengd tot 4,5 weken. [eiseres] heeft vervolgens niet ingeschreven in de drie aanbestedingsprocedures. 2.6. Op 20 september 2016 heeft [eiseres] het onderhavige kort geding aangevraagd en op 23 september 2016 is de dagvaarding uitgebracht. Eveneens op 23 september 2016 heeft [eiseres] een brief gestuurd aan de gemeenteraad van de Gemeente. In die brief schrijft zij onder meer te hebben geweigerd om alsnog deel te nemen aan de procedures, omdat ik vanuit integriteitsprincipes niet aan iets ga deelnemen wat niet in overeenstemming met de wet is. 2.7. Op respectievelijk 1,8 en 25 oktober zijn de aanbestedingsprocedures afgerond en de opdrachten door de Gemeente gegund. 2.8. Op de aanbestedingskalender Drechtsteden juli 2016 staat als project van de Gemeente opgenomen: Meubilair gemeentehuis GPD Europese aanbesteding. 2.9. Bij brief van 30 augustus 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad van de Gemeente, onder andere, bericht over het verloop van het budget van de verbouwing van het gemeentehuis na aanbesteding. In dat budget is voor inrichting een bedrag van 403.000,00 opgenomen. 3. Het geschil 3.1. [eiseres] vordert, verkort weergegeven, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: Primair: 1. de Gemeente te gebieden de drie lopende meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedures af te breken; 2. de Gemeente te verbieden de opdrachten in het kader van de drie aanbestedingsprocedures definitief te gunnen; 3. de Gemeente te verbieden alsnog tot het verlenen van opdrachten als die waarvoor de de drie aanbestedingen werden geïnitieerd aan derden over te gaan, zonder het opnieuw aanbesteden van de opdracht(en) met inachtneming van het aanbestedingsrecht en het inkoop en aanbestedingsbeleid Drechtsteden ; een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten, Subsidiair: 1. Voor zover definitieve gunning al heeft plaatgevonden, de Gemeente te verbieden om verdere uitvoering te geven aan elk van de daartoe gesloten overeenkomsten; 2. de Gemeente te verbieden alsnog tot het verlenen van opdrachten als die waarvoor de drie aanbestedingen werden geïnitieerd aan een derde over te gaan, zonder het opnieuw aanbesteden van de opdracht(en) met inachtneming van het aanbestedingsrecht en het inkoop en aanbestedingsbeleid Drechtsteden ;

een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten, Meer subsidiair: 1. Een voorziening te treffen die tegemoet komt aan de belangen van [eiseres] ; een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten. 3.2. [eiseres] heeft aan de vordering primair strijd met fundamentele beginselen van het aanbestedingsrecht ten grondslag gelegd. Zij stelt dat zij een spoedeisend belang heeft om zeker te stellen dat haar niet op oneigenlijke wijze de kans wordt ontnomen om in een gelijk speelveld, in eerlijke mededinging een opdracht te verwerven. Aanvankelijk was voor de inrichting van het gemeentehuis met meubilair een budget gereserveerd van 875.000,00. In 2016 wordt uitgegaan van een bedrag van 403.000,00 welk bedrag boven de drempel van 209.000,00 voor Europese aanbestedingen ligt. De raming van de Gemeente van de drie verschillende opdrachten klopt niet. Ook als per losse opdracht wordt gekeken is, gelet op de specificaties van het meubilair dat in het duurdere segment zit, de raming onjuist en mocht de Gemeente de opdracht niet splitsen en onderhands aanbesteden. De opdracht is enkel gesplitst met het oogmerk zich te onttrekken aan een Europese aanbesteding. [eiseres] voegt daar aan toe dat op basis van door haar ingewonnen prijsinformatie, uitgaande van de door de Gemeente genoemde merken, specificaties en aantallen, de waarde van de opdracht ruim boven de 209.000,00 ligt. Dat geldt in ieder geval ook afzonderlijk voor de waarde van de opdracht voor kantoormeubilair voor werkplekken en voor de opdracht voor kantoormeubilair voor ontmoetings en bespreekruimten. Wanneer de Gemeente wel onderhands mocht aanbesteden, had zij [eiseres] moeten uitnodigen gelet op het document Inkoop en Aanbestedingsbeleid Drechtsteden, omdat [eiseres] actief is in de markt ter zake kantoorinrichting, is gevestigd te [vestigingsplaats] dat valt binnen regio van het samenwerkingsverband de Drechtsteden en omdat de Gemeente een bestaande klant is van [eiseres]. De in de aanbestedingsstukken opgenomen beoordelingssystematiek voldoet niet aan eisen aanbestedingsrecht. Door in detail voor te schrijven welke materiaaleisen minimumeisen zijn, is geen sprake meer van een gelijk speelveld. Het eind augustus 2016 alsnog de mogelijkheid te bieden dat [eiseres] alsnog mocht inschrijven kan niet gelden als herstel van een eerder gebrek. Van een gelijk speelveld kon toen al geen sprake meer zijn, omdat de andere partijen die uitgenodigd waren al enkele weken een beslissende voorsprong hadden. 3.3. De Gemeente voert een nietontvankelijkheidsverweer alsmede inhoudelijk verweer. 3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4 De beoordeling 4.1. Hoewel een niet inschrijvende partij de toegang tot (beroeps)procedures om te klagen over het verdere verloop van de aanbestedingsprocedure in beginsel mag worden ontzegd, laat dat onverlet dat zij afhankelijk van de aard van de schending en van haar vordering toch voldoende belang bij haar vordering kan hebben. In dit geval is de voorzieningenrechter van oordeel dat de stellingen van [eiseres] een nader onderzoek naar de door haar gestelde schending van het aanbestedingsrecht rechtvaardigen. Dat is het geval omdat beide partijen onvoldoende informatie hebben verschaft om de vordering, en de grondslagen daarvan, en het (nietontvankelijkheids)verweer, en de grondslagen daarvan,

goed te kunnen beoordelen. Daarbij gaat het met name om de vraag of de wijze waarop de Gemeente de opdrachten heeft verstrekt in strijd is met artikel 2.3 AW 2012 (en de richtlijn 2014/24/EU). 4.2. Vaststaat dat de Gemeente inmiddels tot definitieve gunning van de opdrachten ter zake de aanbestedingsprocedures a), b) en c) is overgegaan en de Gemeente heeft gesteld dat de betreffende opdrachtnemers reeds zijn begonnen met de uitvoering van de drie overeenkomsten. Dat betekent dat in dit kort geding de vorderingen van [eiseres] deels door de feiten zijn ingehaald. De mogelijkheden om een voorziening te treffen wanneer een opdracht reeds is gegund zijn beperkt en beperkter dan wanneer de Gemeente nog niet tot gunning van de opdrachten zou zijn overgegaan. Dat kan echter anders liggen als de Gemeente de opdracht ten onrechte heeft opgesplitst en/of het bedrag van een of meer van de opdrachten de toepasselijke drempelwaarde overschrijdt. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking de door [eiseres] overgelegde Aanbestedingskalender Drechtsteden Juli 2016, zoals hiervoor onder 2.8. aangehaald en de onder 2.9. genoemde brief aan de gemeenteraad. De zaak bevat gelet daarop aanknopingspunten voor de mogelijke juistheid, of aannemelijkheid, van de stelling dat de Gemeente in het onderhavige geval gehouden was een Europese aanbesteding te starten, zodat zij niet tot drie onderhandse aanbestedingsprocedures had mogen overgegaan, althans dat is op voorhand nog niet uit te sluiten. 4.3. Voor de beoordeling of enige vordering van [eiseres] bij deze stand van zaken (nog) toewijsbaar is, acht de voorzieningenrechter het noodzakelijk te beschikken over bepaalde informatie waarin partijen de voorzieningenrechter in dit kort geding niet voldoende hebben voorzien. Het gaat daarbij om het volgende. [eiseres] heeft gesteld, maar niet onderbouwd, dat op basis van door haar ingewonnen prijsinformatie, uitgaande van de door de Gemeente genoemde merken, specificaties en aantallen, de waarde van de opdracht ruim boven de 209.000,00 ligt. Dat geldt in ieder geval ook afzonderlijk voor de waarde van de opdracht voor kantoormeubilair voor werkplekken en voor de opdracht voor kantoormeubilair voor ontmoetings en bespreekruimten, aldus [eiseres]. De Gemeente heeft gesteld dat zij op grond van de uitkomsten van door [bedrijf] uitgevoerd marktonderzoek ervoor heeft mogen kiezen afzonderlijke meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedures te starten, maar dat niet onderbouwd. Evenmin heeft de Gemeente haar stelling over de ramingen van de (twee gelijktijdig aan te besteden) opdrachten onderbouwd. En datzelfde geldt voor het geheel van de drie opdrachten. De ramingen noch het rapport van [bedrijf] zijn in het geding gebracht en de Gemeente heeft ook niet willen noemen voor welke bedragen de opdrachten uiteindelijk zijn gegund. De stelling van de Gemeente dat de opdrachten reeds gegund zijn en het stadium van oplevering naderen is evenmin onderbouwd. 4.4. Op basis van artikel 22 Rv zullen de Gemeente en [eiseres] worden gelast de hiervoor onder 4.3 bedoelde informatie (stukken) over te leggen. Het betreft hier informatie die naar het oordeel van de voorzieningenrechter nodig is om tot een goede beoordeling in dit kort geding te kunnen komen. Beide partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld te reageren op de door de andere partij overgelegde stukken. De voorzieningenrechter is voornemens om vervolgens zonder het houden van een nieuwe mondelinge behandeling vonnis te wijzen, tenzij partijen aangeven een nieuwe mondelinge behandeling te wensen. 4.5. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. 5 De beslissing

De voorzieningenrechter 5.1. gelast de Gemeente en [eiseres] de stukken bedoeld in rechtsoverweging 4.3. over te leggen binnen een week na de datum van dit vonnis, met afschrift aan de wederpartij; 5.2. bepaalt dat [eiseres] en de Gemeente binnen een week schriftelijk mogen reageren op de door de andere partij overgelegde stukken 5.3. houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2016. 1634/2009