ECLI:NL:RBARN:2012:BW6293

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBGEL:2013:6443

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBROT:2016:665

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:GHDHA:2015:457

ECLI:NL:RBARN:2012:BX0624

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845


ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0282

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBGEL:2016:7158

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBDHA:2016:5701 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBUTR:2009:BH9328

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBAMS:2014:290

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:RBOVE:2014:5578

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

ECLI:NL:RBGEL:2016:2569

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBMID:2008:BD4799

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBMID:2009:BJ4168

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBOBR:2014:3396

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0410

ECLI:NL:RBGEL:2013:4571

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBARN:2000:AA8793

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Transcriptie:

ECLI:NL:RBARN:2012:BW6293 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 02-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 221054 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig Recreatie Verkoop stelt dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Gedaagde is geen consument-koper en kan geen aanspraak maken op de in de wet voorgeschreven bedenkijd. Aan de annulering van de overeenkomst komt dan ook geen rechtsgevolg toe. Aangezien gedaagde ten onrechte weigert om mee te werken aan de afwikkeling van deze overeenkomst, dient hij tot nakoming te worden veroordeeld en is hij de boete verschuldigd die is vermeld in de toepasselijke algemene voorwaarden. De rechtbank wijst de vorderingen van Recratie Verkoop af. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 221054 / HA ZA 11-1350 Vonnis van 2 mei 2012 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RECREATIE VERKOOP B.V., gevestigd te Apeldoorn, eiseres, advocaat mr. H.M.G. van Lotringen te Ede, tegen

[gedaagde], gedaagde, advocaat mr. M.E. Bosman te Arnhem. Partijen zullen hierna Recreatie Verkoop en [gedaagde] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 30 november 2011, - het proces-verbaal van comparitie van 27 maart 2012. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Op 15 mei 2011 hebben [gedaagde] en zijn vrouw W.L.M. [gedaagde] een bezoek gebracht aan recreatiepark DroomPark Hooge Veluwe te Schaarsbergen, nadat zij eerder op de dag via de televisie hadden gezien dat aldaar een verkoopweekend werd gehouden. [gedaagde] en zijn vrouw zijn door W.L [betrokkene], verkoopadviseur bij Recreatie Verkoop, rondgeleid over het park en hebben een chalet bezichtigd. 2.2. [gedaagde] heeft nog dezelfde dag een verkoopbevestiging ondertekend waarop door [betrokkene] handmatig een aantal gegevens zijn ingevuld. Volgens deze verkoopbevestiging heeft Recreatie Verkoop aan de familie [gedaagde] verkocht een recreatie-object, van het type Uniek voor 60.000,- en een kavel grond met nummer C22 voor 35.000,-. Onder het kopje Extra voorzieningen heeft [betrokkene] de volgende zinsneden opgenomen: compleet gemeubileerd incl. Vaatwasser incl. Berging. en object uitsluitend en alleen verhuurdoeleinden aangekocht. Voorts heeft [betrokkene] op het formulier geschreven chalet 60.000 incl. BTW 19% is terug te vorderen. 2.3. Op 16 mei 2011, een dag na ondertekening van de verkoopbevestiging, heeft [gedaagde] met zijn vrouw een e-mail gestuurd aan Recreatie Verkoop met de volgende inhoud: Wij hebben besloten, dat wij het compleet gemeubileerde object type Uniek voor 4 pers. Incl. Vaatwasser en incl. berging op kavel C 22 NIET zullen kopen. Wij hebben afgelopen zondagmiddag 15 mei 2011 afgesproken dat wij het in overweging mochten hebben voor 3 dagen. Wij hebben direct gisteren namiddag gereageerd en de verkoop telefonisch naar [ ] [betrokkene] sr. Afgeblazen en ter bevestiging aan u schriftelijk nogmaals per deze mail. Wij verwachten dan ook dat hiermee het duidelijk is afgehandeld en de wens tot aankoop is komen te vervallen. Reden is, dat mijn man en ik uiteindelijk toch geen overeenstemming hebben kunnen bereiken voor de aankoop van dit object. ( )

2.4. Bij brief van 22 juli 2011 heeft de advocaat van Recreatie Verkoop aan [gedaagde] geschreven, voor zover hier relevant: ( ) Bij e-mail van 16 mei 2011 heeft u de overeenkomst geannuleerd met een beroep op de drie dagen bedenktijd. Nu u evenwel de kavel en het chalet heeft aangekocht uitsluitend voor verhuurdoeleinden en u derhalve in de zin van de Wet niet bent aan te merken als consument-koper heeft u niet de wettelijke bescherming van artikel 7:2 BW, de drie dagen bedenktijd. ( ) 3. Het geschil 3.1. Recreatie Verkoop vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis: 1. [gedaagde] te veroordelen om zijn volledige medewerking te verlenen aan de ten uitvoerlegging van de koopovereenkomst van 15 mei 2011; 2. [gedaagde] te veroordelen om aan Recreatie Verkoop te voldoen een bedrag van 95.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening; 3. [gedaagde] te veroordelen om aan Recreatie Verkoop te voldoen de boete, begroot op 285,- per dag vanaf 30 juli 2011 tot aan de dag van volledige voldoening; met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. 3.2. Recreatie Verkoop legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Tussen partijen is een koopovereenkomst tot stand gekomen. [gedaagde] is geen consument-koper en kan geen aanspraak maken op de in de wet voorgeschreven bedenktijd. Aan de annulering van de overeenkomst komt dan ook geen rechtsgevolg toe. Aangezien [gedaagde] ten onrechte weigert om mee te werken aan de afwikkeling van deze overeenkomst, dient hij tot nakoming te worden veroordeeld en is hij de boete verschuldigd die is vermeld in de toepasselijke algemene voorwaarden. 3.3. [gedaagde] voert ten verweer aan dat hij het chalet weliswaar heeft gekocht maar dat hij de koop tijdig heeft ontbonden. Nog diezelfde middag heeft de vrouw van [gedaagde] telefonisch aan [betrokkene] sr. doorgegeven dat zij het chalet niet wilden kopen en de daarop volgende dag hebben zij de annulering van de koop bevestigd in hun e-mail van 16 mei 2011. [gedaagde] gaat er daarbij van uit dat de in artikel 7:2 BW voorgeschreven bedenktijd van drie dagen van toepassing is op deze koop aangezien hij consument is. Voor zover hij geen beroep zou kunnen doen op artikel 7:2 BW, beroept [gedaagde] zich op een mondeling met [betrokkene] overeengekomen bedenktijd van drie dagen. 3.4. In het geval [gedaagde] geen aanspraak kan maken op de wetttelijke dan wel overeengekomen bedenktijd, beroept [gedaagde] zich op dwaling. Hij had de verkoopbevestiging niet getekend indien hij had geweten dat hij geen aanspraak kon maken op bedenktijd en stelt dat [betrokkene] zich hiervan bewust moet zijn geweest. Volgens [gedaagde] heeft hij immers getekend onder de voorwaarde dat hem een bedenktijd van drie dagen werd gegund en heeft [betrokkene] gezegd dat dat geen probleem was. [betrokkene] was ervan op de hoogte dat [gedaagde] geen bedrijf had of beoogde te starten terzake de verhuur van onroerend goed en dat hij in loondienst is bij de gemeente Utrecht in de functie van uitvoerder/opzichter stadswerken. 3.5. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling 4.1. Allereerst ligt ter beoordeling voor de vraag of [gedaagde] aanspraak kan maken op de in artikel 7:2 BW voorgeschreven bijzondere bescherming van consument-kopers. Indien dit het geval is heeft [gedaagde] immers binnen de wettelijke termijn de koop ontbonden en dienen de vorderingen van Recreatie Verkoop te worden afgewezen. Alle overige verweren van [gedaagde] kunnen dan onbesproken blijven. 4.2. Ingevolge artikel 7:2 BW komt een koper het recht toe de koop binnen drie dagen te ontbinden indien het gaat om de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan en indien de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Vast staat dat het bij deze bepaling ook kan gaan om tweede woningen, vakantieen recreatiewoningen. De bepaling is geschreven ter bescherming van de consument-kopers. 4.3. Volgens Recreatie Verkoop kan [gedaagde] niet als consument-koper worden aangemerkt aangezien hij het chalet uitsluitend en alleen voor verhuurdoeleinden heeft aangekocht. [gedaagde] betwist dat hij aan Recreatie Verkoop heeft medegedeeld het chalet uitsluitend voor verhuurdoeleinden te gaan gebruiken. Hij stelt juist te hebben medegedeeld het chalet voor eigen recreatief gebruik te willen aankopen, waarbij hij desgevraagd niet heeft uitgesloten het object op incidentele basis te gaan verhuren. Met het oog op het eigen gebruik heeft hij onderhandeld over een berging voor zijn fiets en die van zijn familieleden. Ter comparitie hebben [gedaagde] en zijn vrouw verklaard dat zij zich niet kunnen herinneren dat [betrokkene] in hun aanwezigheid op de verkoopbevestiging heeft genoteerd dat zij het uitsluitend voor verhuurdoeleinden aankochten. In reactie op de verklaring van [betrokkene] ter comparitie hebben zij stellig ontkend dat [betrokkene] aan hen zou hebben uitgelegd welke opties een koper had bij de aankoop van een chalet via Recreatie Verkoop en dat zij zouden hebben gekozen voor de optie van het garantierendement. 4.4. Recreatie Verkoop heeft ter comparitie bij monde van [betrokkene] gesteld dat hij aan [gedaagde] en zijn vrouw heeft uitgelegd dat indien een koper geïnteresseerd is om het chalet tevens te verhuren, Recreatie Verkoop twee opties kon aanbieden. [gedaagde] en zijn vrouw zouden hebben gekozen voor aankoop van het chalet met de optie garantierendement. Dit betekent volgens [betrokkene] dat Recreatie Verkoop het chalet voor drie jaar van [gedaagde] zou huren (en zou onderverhuren) en [gedaagde] een gegarandeerd rendement zou ontvangen. De andere optie, aangeduid met variabel rendement, houdt in dat de eigenaar 75% van de verhuuropbrengst krijgt. In verband met het terugvorderen van de btw heeft hij op de verkoopbevestiging geschreven dat het chalet uitsluitend voor verhuurdoeleinden werd aangekocht. Dat doet hij altijd als kopers voor de eerste optie kiezen, aldus [betrokkene]. 4.5. De rechtbank stelt voorop dat [gedaagde] een particulier is die zoals hij onweersproken heeft gesteld in fulltime loondienst is bij de gemeente Utrecht als opzichter stadswerken. In beginsel dient hij dan ook als consument-koper te worden aangemerkt. Geconstateerd moet worden dat partijen ter comparitie tegengestelde verklaringen hebben afgelegd omtrent de mededelingen die [gedaagde] heeft gedaan in het kader van het beoogde gebruik van het chalet. Voor zover [gedaagde] al voornemens zou zijn geweest het chalet volledig of voornamelijk te gaan verhuren, hetgeen [gedaagde] uitdrukkelijk betwist, maakt dit het voorgaande echter niet anders. Weliswaar heeft [betrokkene] op het formulier aangetekend dat de btw over het chalet is terug te vorderen maar gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] ervoor heeft gekozen om te dezen als kleine ondernemer in de zin van de btw te worden aangemerkt. Evenmin is gesteld of gebleken dat [gedaagde] een optieverzoek belaste levering in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1986 aan de belastingdienst heeft verzonden of voornemens was dit te doen. Nu er voor het overige geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die ertoe leiden dat [gedaagde] geacht moet worden bij de aankoop te hebben gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf, bestaat geen aanleiding om aan hem

de consumentenbescherming van artikel 7:2 BW te ontzeggen. Behalve particulieren die een woning kopen voor permanente bewoning behoren ook particulieren die binnen zeer korte termijn worden bewogen om voor een aanzienlijk bedrag een recreatiewoning te kopen, tot de consument-kopers die de wetgever geacht moet worden te willen beschermen met artikel 7:2 BW. 4.6. Het voorgaande brengt mee dat [gedaagde] het recht had de overeenkomst binnen drie dagen te ontbinden. Aangezien [gedaagde] tijdig van dit recht gebruik heeft gemaakt zullen de vorderingen van Recreatie Verkoop worden afgewezen. 4.7. Recreatie Verkoop zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op: - explootkosten 0,00 - griffierecht 1.400,00 - getuigenkosten 0,00 - deskundigen 0,00 - overige kosten 0,00 - salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten tarief 894,00) Totaal 3.188,00 5. De beslissing De rechtbank 5.1. wijst de vorderingen af, 5.2. veroordeelt Recreatie Verkoop in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op 3.188,00, 5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2012.