ECLI:NL:HR:2015:3579. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2401, Gevolgd

Vergelijkbare documenten
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

ECLI:NL:HR:2015:3247. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:

ECLI:NL:HR:2012:BT8778

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 januari 2014, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:

ECLI:NL:HR:2006:AU8286

ECLI:NL:HR:2016:2910. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1278, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

ECLI:NL:HR:2013: Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2002:AE5611

ECLI:NL:HR:2005:AU4843

ECLI:NL:HR:2017:665. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04384

Uitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer

ECLI:NL:HR:2005:AT4094

ECLI:NL:HR:2001:AD4466

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:948, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:938, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1316, Gedeeltelijk contrair

ECLI:NL:HR:2016:399. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:92, Contrair

ECLI:NL:HR:2011:BO4056

ECLI:NL:HR:2011:BT2169

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013: Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober Strafkamer. nr.

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2017:120. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01809

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2645, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:3985, Bekrachtiging/bevestiging

ECLI:NL:HR:2008:BC1367

ECLI:NL:HR:2017:1302. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:626, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2006:AW3559

ECLI:NL:HR:2015:955. Uitspraak

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Medeplegen van poging tot afpersing (meermalen gepleegd), art. 317 Sr. 1. Medeplegen. 2. Opzet.

ECLI:NL:HR:2003:AH9998

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2012:BV8417, Bekrachtiging/bevestiging Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:8

ECLI:NL:HR:2006:AV4834

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:HR:2013:BZ5374

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1055, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:1429, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:PHR:2010:BM3642 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/02727

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:HR:2012:BX5475

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud:

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

1 Het geding in feitelijke instanties

ECLI:NL:HR:2004:AR4923

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:602, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:6178, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen

ECLI:NL:HR:2010:BM2560

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest:

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:HR:2010:BK7085

3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00

ECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL :00-11:15

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

21 mei 2013 Strafkamer nr. 11/ Hoge Raad der Nederlanden. Arrest

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

ECLI:NL:HR:2008:BC9192

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:HR:2017:1208. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:569, Gevolgd

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Wetboek van Strafrecht 420bis

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:HR:2015:326. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:2869, Gevolgd

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

Transcriptie:

ECLI:NL:HR:2015:3579 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 14/05864 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2401, Gevolgd Strafrecht Cassatie Hond betrokken bij bijtincident Chihuahua aan te merken als gevaarlijk dier? Art. 425 Sr. Hof heeft met juistheid geoordeeld dat hond niet eerst dan als "gevaarlijk" in de zin van art. 425 Sr kan worden aangemerkt als die hond bij eerdere bijtincidenten betrokken is geweest. Ook een hond waarvan o.g.v. andere f&o kan worden aangenomen dat hij gevaren oplevert welke voormelde wetsbepaling i.h.a. heeft willen voorkomen, moet als gevaarlijk in de zin van art. 425 Sr worden aangemerkt (vgl. ECLI:NL:HR:1992:ZC8999, NJ 1992/571). Gelet op de gebezigde bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van verdachte, geeft het oordeel van het Hof dat de hond reeds vóór de overtreding gevaarlijk voor personen kon zijn en derhalve een gevaarlijk dier in de zin van art. 425, aanhef en onder 2, Sr is, niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is het toereikend gemotiveerd. Wetsverwijzingen Vindplaatsen Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht 425 Rechtspraak.nl SR-Updates.nl 2015-0592 NBSTRAF 2016/21 NJB 2016/87 NJ 2016/43 RvdW 2016/125 Uitspraak 15 december 2015 Strafkamer nr. S 14/05864 EC/LBS Hoge Raad der Nederlanden Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, Enkelvoudige Kamer, van 13 november 2014, nummer 22/005274-13, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983. 1 Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.M. Lintz, advocaat te 's- Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. 2 Beoordeling van het tweede middel 2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd in het licht van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt inhoudende dat de hond van de verdachte niet reeds ten tijde van het ten laste gelegde als gevaarlijk kon worden beschouwd. 2.2.1. Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat: "hij op 18 juni 2013 te Scheveningen, gemeente 's-gravenhage geen voldoende zorg heeft gedragen voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier, te weten een Amerikaanse Staffordshire geslacht teef naam Annie, immers heeft deze hond toen en daar een hond ras Chihuahua geslacht reu naam Loekie meerdere malen gebeten ten gevolge waarvan deze hond Loekie aan zijn verwondingen is overleden." 2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen: "Het proces-verbaal van Politie Haaglanden van verhoor aangeefster, nr. PL1524 2013119298-6, d.d. 28 juni 2013, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- als de op 28 juni tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van aangeefster [betrokkene]: Op 18 juni 2013 was ik met mijn hondje Loekie op een strandje op de Hellingweg in Den Haag. Ik zag dat er een man kwam aanlopen. Deze man had een Stafford bij zich. Ik wandelde richting waterlijn, gevolgd door Loekie. Plotseling hoorde ik hard geschreeuw. Ik keek om me heen om te zien wat er aan de hand was en zag in een flits de Stafford aan komen rennen. Ik zag dat deze in volle sprint in een rechte lijn op Loeki afging. Ondanks dat Loekie vlak achter me liep kon ik niet beletten dat de Stafford Loekie vol vast beet. Uiteindelijk liet de Stafford Loekie los. Ik ben direct naar de nabijgelegen Statenlaan gegaan alwaar mijn dierenarts is gevestigd. De dierenarts heeft met een stethoscoop geluisterd naar het hartje van Loekie. Loekie was overleden. 2. Het proces-verbaal van Politie Haaglanden van verhoor getuige, nr. PL1524 2013119298-7, d.d. 25 juni 2013, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- als de op 25 juni tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van getuige [getuige]: Op 18 juni 2013 ben ik samen met mijn hond, een Stafford, naar het strandje gegaan op de Hellingweg. Hier was [betrokkene] en haar hondje Loekie. Ik zag een man aan komen lopen, Ik zag dat deze man een Stafford bij zich had. Deze stond echt strak in de riem. Ik weet nog dat ik een opmerking maakte naar mijn aanwezige vrienden in de trant van "zo dan lekker

hondje". Ik bedoelde dat deze Stafford een opgefokte indruk maakte. Mijn vriendin [betrokkene] liep het stukje naar de waterkant gevolgd op een meter of twee door Loekie. Plotseling hoorde ik gegil en zag ik de Stafford in volle sprint komen aan rennen. Voor ik het wist had de Stafford zich vastgebeten in Loekie. Ik zag dat de Stafford Loekie uiteindelijk los liet. Ik ben naar mijn vriendin gelopen en zag dat Loekie slap in haar handen hing. Ik ben naar de eigenaar van de Stafford gelopen. De eigenaar stelde zich voor als [verdachte]. 3. Het proces-verbaal van Politie Haaglanden van bevindingen, nr. PL1524 2013119298-4, d.d. 25 juni 2013, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- als relaas van deze ambtenaren: De man genaamd [verdachte], geboren op [geboortedatum]-1983 verklaarde dat hij een Amerikaanse Stafford heeft, genaamd Annie. Hij verklaarde ons dat Annie een moeilijke jeugd heeft gehad. Annie is veelvuldig mishandeld door haar vorige eigenaar. 4. Het proces-verbaal van Politie Haaglanden van verhoor verdachte, nr. PL1524 2013119298-8, d.d. 29 juni 2013, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- als de op 29 juni 2013 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van de verdachte [verdachte]: Op 18 juni 2013 ben ik met mijn Stafford Annie naar de Hellingweg gegaan. Ik heb Annie sinds oktober 2012. Ik heb Annie opgehaald uit het Dierenziekenhuis in Rotterdam. Daar zochten ze een goed tehuis voor Annie. Annie bleek door de dierenpolitie uit een huis te zijn gehaald en woog nog maar negen kilo. We hebben contact gezocht met een mevrouw van een hondenuitlaat-service. Daar is Annie een paar maal geweest om haar mentaal weerbaarder te maken en te trainen in sociaal gedrag met andere honden. Helaas is deze mevrouw ziek geworden en is de training voor Annie gestopt. Op straat heeft Annie een paar maal een conflictsituatie gehad met andere honden. Daarbij is ze zelf gebeten. Ik krijg de indruk dat ze buiten wat onzeker kan zijn. Mogelijk heeft het te maken met haar lange voorgeschiedenis. De dierenpolitie kent Annie uit een zware verwaarlozingszaak. Ik ben samen met Annie de hellingbaan afgelopen. Ik heb Annie losgelaten. Na ongeveer 20 minuten hoorde ik een hoop geschreeuw. Ik keek waar het geschreeuw vandaan kwam. Ik zag Annie staan bij een mevrouw. Ik zag dat de vrouw een klein hondje in haar hand hield. Ik zag dat het hondje slap in haar handen hing. Ik begreep uit de situatie dat Annie het hondje had gebeten. 5. Een geschrift, zijnde een verslag inhoudende patiëntinformatie van de Dierenkliniek Statenlaan,.d. 18 juni 2013, opgemaakt en ondertekend door drs. Walter van Look. Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven- : - als relaas van zijn bevindingen - Hond Loekie, chihuahua, reu: In de spoed binnengebracht. Eigenaresse komt onder het bloed binnen in de spreekkamer met een levenloos hondje op haar armen. De hond is overleden. Lichtstijve ogen, geen hartslag. Bij nader onderzoek heeft het hondje bijtgaten aan beide zijden van zijn lijf ter hoogte van de borstkas en heeft hierdoor veel bloed verloren. Loeki is door excessief trauma overleden." 2.2.3. Het Hof heeft het in het middel bedoelde standpunt onder het hoofd "bewijsverweer" als volgt verworpen: "Vooropgesteld dient te worden dat een hond niet eerst dan als "gevaarlijk" in de zin van artikel 425 van het Wetboek van Strafrecht kan worden aangemerkt als die hond bij eerdere bijtincidenten betrokken is geweest. Ook een hond waarvan op grond van andere feiten of omstandigheden kan worden aangenomen dat hij gevaren oplevert welke voormelde wetsbepaling in het algemeen heeft willen voorkomen, moet als gevaarlijk in de zin die wetsbepaling worden aangemerkt.

Het hof leidt uit de voormelde verklaringen van de verdachte af dat hond Annie een mishandelde en verwaarloosde hond was en dat zij na het vroegtijdig afbreken van de trainingen kennelijk nog steeds mentaal onzeker/niet weerbaar was en op straat in conflictsituaties geraakte. Ook vertoonde de hond kort voorafgaand aan het bijtincident gedrag dat door getuige Batenburg, zelf bezitter van een Stafford, als opvallend 'opgefokt' werd aangeduid. Het hof is dan ook van oordeel dat op grond van deze feiten en omstandigheden kan worden aangenomen dat er een aanmerkelijk risico bestond dat hond Annie zonder voorzorgsmaatregelen gevaarlijk voor personen en/of andere dieren kon zijn en derhalve als 'gevaarlijk' in de zin van artikel 425 van het wetboek moet worden aangemerkt. Het hof verwerpt het verweer." 2.3. Art. 425, aanhef en onder 2º, Sr, op welke bepaling de tenlastelegging en bewezenverklaring zijn toegesneden, luidt: "Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft: 1º (...) 2º hij die geen voldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier." 2.4. Met juistheid heeft het Hof geoordeeld dat een hond niet eerst dan als "gevaarlijk" in de zin van art. 425 Sr kan worden aangemerkt als die hond bij eerdere bijtincidenten betrokken is geweest. Ook een hond waarvan op grond van andere feiten of omstandigheden kan worden aangenomen dat hij gevaren oplevert welke voormelde wetsbepaling in het algemeen heeft willen voorkomen, moet als gevaarlijk in de zin van die wetsbepaling worden aangemerkt. (Vgl. HR 10 maart 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8999, NJ 1992/571.) 2.5. Gelet op de gebezigde bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van de verdachte, geeft het oordeel van het Hof dat de hond reeds vóór de overtreding gevaarlijk voor personen kon zijn en derhalve een gevaarlijk dier in de zin van art. 425, aanhef en onder 2º, Sr is, niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is het toereikend gemotiveerd. 2.6. Het middel faalt. 3 Beoordeling van de overige middelen De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 4 Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en

uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 december 2015.