Orde voor de eredienst op 13 oktober 2013 in de Bethlehemkerk te Nieuwerbrug Waarin de Heilige Doop bediend wordt aan: Sarah Johanna Goudriaan
God heeft je laten groeien je handjes en je haar je oogjes en je oortjes en toen pas was je klaar. Voorganger: Organist: Koster: ds. N.M. Tramper, Gouda Jaap van Leeuwen Jouke Perdijk 2
Welkom door de kerkenraad Aanvangslied: Psalm 100 vers 1 en 2 1. Juich aarde, juich alom den HEER', Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht. 2. De HEER' is God; erkent, dat Hij Ons heeft gemaakt (en geenszins wij), Tot schapen, die Hij voedt en weidt; Een volk, tot Zijnen dienst bereid. Stil gebed Votum en Groet Zingen: Psalm 100 vers 3 en 4 3. Gaat tot Zijn poorten in met lof, Met lofzang in Zijn heilig hof. Looft Hem aldaar met hart en stem, Prijst Zijne naam, verheerlijkt Hem! 4. Want goedertieren is de HEER, Zijn goedheid eindigt nimmermeer. Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht Tot in het laatste nageslacht. Verootmoediging en lezing van Gods geboden Zingen: Psalm 105 vers 5 5. God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht, Tot in het duizendste geslacht. 't Verbond met Abraham, Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind. Onderwijs over de Heilige Doop 3
Zingen OTH 54: Heer, U doorgrondt mij 1. Heer U doorgrondt en kent mij, mijn zitten en mijn staan. En U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond, O Heer, die zijn voor U bekend. En waar ik ook naartoe zou gaan, ik weet dat U daar bent. Refrein: Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, En U bent voor mij, en naast mij, en om mij heen. Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, En U bent voor mij, en naast mij, en om mij heen. Elke dag. 2. Heer U doorgrondt en kent mij, want in de moederschoot. Ben ik door U geweven, U bent oneindig groot! Ik dank U voor dit wonder heer, dat u mijn leven kent. En wat er ook gebeuren zal, dat U steeds bij mij bent!(refrein) Doopgebed Doopvragen aan de ouders en aan de gemeente Met de kinderen zingen we OTH 457: Een parel in Gods hand Refrein: Weet je dat de Vader je kent? Weet je dat je van waarde bent? Weet je dat je een parel bent? Een parel in Gods hand, een parel in Gods hand. 1. Ze zeggen allemaal je kan niks doen, je bent een oen! Ze trekken altijd aan me paardenstraat, ik ben niks waard! Nou heb ik weer de ranja omgooit, ik leer het nooit! Mijn moeder luistert nooit als ik wat zeg, k heb altijd pech, ik ga maar weg!(refrein) 2. Ik snap alweer niks van die rare som, ik ben zo dom! M n bloes zit onder de spaghettimix, ik kan ook niks! Al noemt de hele klas mij sacherijn, ik mag er zijn! Al zegt mijn broertje steeds, wat stout ben jij, God houdt van mij. God houdt van mij! 4
Ik weet dat de Vader mij kent Ik weet dat ik van waarde ben. Ik weet dat ik een parel ben. Een parel in Gods hand, een parel in Gods hand. Doop Toezingen Ps. 134 vers 3(staande) 3. Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'. Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer: Looft, looft dan aller heren HEER'! Dankzegging voor de doop en gebed voor de opening van het Woord Schriftlezingen Psalm 119 vers 9-16 9 Waarmee houdt een jongere zijn pad zuiver? Als hij dat houdt naar Uw Woord. 10 Ik zoek U met mijn hele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. 11 Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig. 12 U bent te prijzen, HEERE, leer mij Uw verordeningen. 13 Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten van Uw mond. 14 Ik vind meer vreugde in de weg van Uw getuigenissen dan in alle rijkdom. 15 Ik overdenk Uw bevelen en sla acht op Uw paden. 16 Ik verblijd mij in Uw verordeningen, Uw Woord vergeet ik niet. Mattheus 13 vers 44-46, 44 Het Koninkrijk der hemelen is ook gelijk aan een schat, in de akker verborgen, die iemand vond en verborg; en van blijdschap daarover gaat hij heen en verkoopt alles wat hij heeft, en koopt die akker. 5
45 Ook is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman die mooie parels zoekt. 46 Toen hij één parel van grote waarde gevonden had, ging hij heen en verkocht alles wat hij had, en hij kocht hem. Zingen: Psalm 119 vers 7 en 9 7. k Heb and ren al de rechten van Uw mond Met lust verteld, hen vlijtig onderwezen. Uit al den schat van t grote wereldrond Is nooit die vreugd in mijn gemoed gerezen, Die k steeds in Uw getuigenissen vond, Door mij betracht en and ren aangeprezen. 9. Doe bij Uw knecht weldadigheid, HEER, Opdat ik leev, Uw woorden moog bewaren, En dat Uw Geest mij ware wijsheid leer, Mijn oog verlicht, de nevels op doe klaren; Dat mijne ziel de wond ren zie en eer, Die in Uw wet alom zich openbaren. Verkondiging uit Mattheüs 13 vers 44 Een schat waar je alles voor over hebt! Psalm 73 vers 13 13. Wie heb ik nevens U omhoog? Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog, Op aarde nevens U toch lusten? Niets is er, waar ik in kan rusten. Bezwijkt dan ooit, in bitt re smart Of bange nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed Mijn rots, deel, mijn eeuwig goed. Dank en voorbede Mededelingen 6
Slotzang OTH 301: Samen in de Naam van Jezus (staande) 1. Samen in de naam van Jezus Heffen wij een loflied aan, Want de Geest spreekt alle talen En doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken Naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, Samen leven tot zijn eer. 2. Heel de wereld moet het weten Dat God niet veranderd is. En zijn liefde als een lichtstraal Doordringt in de duisternis. 't Werk van God is niet te keren Omdat Hij er over waakt, En de Geest doorbreekt de grenzen Die door mensen zijn gemaakt. 3. Prijst de Heer, de weg is open Naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, Mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen Breng ik U mijn dank en eer. 't Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus, Christus is de Heer! Zegen U/jij wordt van harte uitgenodigd om de doopouders geluk en Gods zegen te wensen. 7
In het water van de doop, zien wij hoe God zelf belooft, dat zijn Naam voorgoed aan ons verbonden is. Water dat getuigt en spreekt, van de hoop die in ons leeft, dat Gods liefde voor ons niet veranderd is. 8