Veilig werken op Hoogte
Inleiding Op de daken van hoge school Windesheim zijn valveiligheidsvoorzieningen aangebracht. Wanneer u werkzaamheden wilt uitvoeren op de daken zal hier vanaf nu ook mee gewerkt dienen te worden. Dit document beschrijft hoe met deze voorzieningen dient te worden omgegaan. Aan het einde van het document is een inspectieoverzicht toegevoegd waarop af te lezen is of het systeem goedgekeurd is voor gebruik. Tevens dient het schema op blz. 11 getekend te worden voordat wordt overgegaan tot het uitvoeren van de werkzaamheden. 2
Inhoudsopgave Spelregels... 4 Werkmethodiek... 5 Aangebrachte voorzieningen... 6 Toelichting per gebouw... 8 Formulier kennisname procedure en instructie... 10 Inspectielogboek Latchways valbeveiliging... 11 3
Spelregels - Lees voor aanvang van de werkzaamheden de gebruikershandleidingen van de diverse systemen zoals de Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM). - Bij gebruik van het systeem dient vooraf toestemming en/of een werkvergunning te worden afgegeven door de eigenaar/beheerder van het systeem. - De gebruikers dienen geïnstrueerd te zijn in het gebruik van valbeveiliging en de daarbij behorende uitrusting. - Teken de lijst af dat u zich op de hoogte hebt gesteld van de inhoud van de handleiding en alle informatie u duidelijk is. - Boven windkracht 6 beaufort mogen er geen werkzaamheden op het dak uitgevoerd worden. - Borgogen, gebiedsbegrenzingen, harnasgordel, kabelsysteem, trappen en ladders dienen altijd voor en tijdens het gebruik visueel gecontroleerd te worden. - Bij gebruik van een dak/muurborgpunt of kabelsysteem is het toepassen van een valdemper of valdempend toestel verplicht. - Elk dakborgingspunt of kabelsysteem mag gebruikt worden door maximaal 3 personen. Met uitzondering van de vrijstaande dakankers die aangebracht zijn op de hoeken van de dakvlakken. Vaak wel penduleankers genoemd. - Dak/muurborgpunt te gebruiken tot een hoek van 30 (BV: bij dak/muurborgpunt op 4 meter van de dakrand is de gebruikershoek 2 meter links, 2 meters rechts ter hoogte van de dakrand). - Men dient zich ten alle tijden achter de kabelsystemen te bevinden en/of de 4 meter markering. Is de 4 metermarkering (kabelsysteem) niet aanwezig of niet aangegeven (pictogrammen en dergelijke) dan dient men zich bij het betreden van het dak direct aan te koppelen aan de valbeveiliging. - Volgens de voorschriften mag men niet onbeveiligd op minder dan 4 meter vanaf de dakrand werken. Voor werkzaamheden op minder dan 4 meter dient men de benodigde PBM s aan te koppelen aan een dak/muurborgpunt of kabelsysteem welk zich het dichtst bij de werkplek bevindt. In die gevallen waar een kabelsysteem is geleverd geldt dit als fysieke afscheiding op 2 meter van de dakrand (zie ook dakplattegrond). - Aankoppelen aan de valbeveiliging alvorens men naar de dakrand toegaat. - Geconstateerde gebreken vermelden in het inspectielogboek en bij gebouwbeheerder. - Sleutels en/of koffiepas inleveren bij de hoofdreceptie. - De werkplek dient schoon achtergelaten te worden. Eventuele afval dient in de daarvoor bestemde afvalbakken achtergelaten te worden. - U dient de losse gebiedsbegrenzingslijn met lijnklem altijd dusdanig kort en strak ingesteld te houden zodat een val onder geen enkele omstandigheid mogelijk is. - U dient het achterliggende kabel- en/of ankersysteem uitsluitend te gebruiken als gebiedsbegrenzingssysteem.!! Na een val in een borgpunt of in het kabelsysteem mag deze niet meer gebruikt worden en dient men de gebouweigenaar hiervan op de hoogte te stellen!! - Wanneer kennis is genomen van de geldende procedures/spelregels en de gegeven instructie, dient blz. 10 ondertekend te worden. 4
Werkmethodiek Wat betreft de valveiligheidsvoorzieningen zijn een tweetal principes toegepast. - Constant Force dakborgpunten, die onderling niet zijn verbonden met een permanente stalen kabel. Met een vaste lijn die men instelt tot aan de dakrand kan men de werkzaamheden uitvoeren. - Constant Force dakborgpunten die onderling zijn verbonden met een permanente stalen kabel. M.b.v. een transfastener (loopwagentje) en een vaste instelbare lijn die men zelf dient in te stellen tot aan de dakrand kan men de werkzaamheden uitvoeren. Het loopwagentje geleidt met je mee langs het kabelsysteem. Er dient rekening te worden gehouden met onderstaand schema met de mogelijke werksituaties. Onderstaand schema geeft weer dat er juist valgevaar is in de hoeken en als men niet haaks aan de dakrand werkt. Je werklijn wordt dan langer dan de afstand haaks op de dakrand. Om valgevaar in de hoeken te kunnen minimaliseren zijn er hoekankers op 2m.x 2m. uit de hoek aangebracht. Hier dient dan ook gebruik van te worden gemaakt. Door een extra karabijn dient men zich door te lussen aan dit hoekpunt. Let op: Je blijf ten alle tijden verbonden aan het kabelsysteem of de Constant Force dakborgpunt in de veilige zone. Op enkele gebieden op de dakvlakken: A1, B1 en C4 is een speciale werkmethodiek bedacht waarbij er vrijstaande dakborgpunten zijn aangebracht op 9 meter van de dakrand.. Hier dient men te werken met een lengte van maximaal 10 meter. Deze speciale lijn is af te halen bij de centrale balie. Op de werktekeningen die als bijlage zijn toegevoegd staan de voorzieningen aangegeven zodat men kan wat waar is gemonteerd. 5
Aangebrachte voorzieningen Er zijn diverse producten aangebracht. - Pictogrammen voor het aangeven van de 4m markering (Dit is de zone waar binnen je onaangelijnd werkzaamheden mag uitvoeren. Hier buiten, dus op minder dan 4 m van de dakrand mag men alleen werkzaamheden uitvoeren wanneer dit aangelijnd gebeurt. Als er een kabelsysteem langs de dakranden is aangebracht dan fungeert deze ook als scheidingslijn voor het aangelijnd en onaangelijnd werken. - Roofwalkers, loopmatten die personen geleiden van een onveilig gebied naar een veilig zone. Voorbeeld: een daktoetreding bevindt zich op 3 meter van de dakrand, dus onveilige zone. Hier zijn roofwalkers neergelegd om van de daktoetreding naar de veilige zone van het dakvlak te kunnen lopen. Het is dan ook de bedoeling dat men hier gebruik van maakt en alleen loopt over de roofwalkers. - Vrijstaande Constant Force dakborgpunten zijn dakankers zonder dat deze onderling zijn verbonden met een permanente stalen kabel. - Constant Force dakborgpunten die onderling zijn verbonden met een permanente stalen kabel. - Klimvoorzieningen. Overal zijn klimvoorzieningen aangebracht in de vorm van kooiladders of gevelladders. Daar waar nodig zijn ladderbeugels aangebracht aan de gevel. Dit is in het vervolg ook de locatie waarvan men het dak dient te betreden. Met behulp van een steekladder die men zelf dient mee te nemen of te vinden is in een bepaalde ruimte kan men het dakvlak betreden. In welke ruimte een steekladder staat om het dakvlak te betreden is aangegeven op bladzijde. 6
- Persoonlijke beschermingsmiddelen. Harnas en dergelijke worden niet afgegeven door Hogeschool Windesheim. Hier dient men zelf zorg voor te dragen. Benodigdheden zijn: o Fullbody harnasgordel(conform EN 361 of ISO 10333-1, zie gordel) o Valdemper of valdempend systeem (conform EN 255 of ISO 10333-2, zie valdemper of valdempend systeem. o Gebiedsbegrenzingslijn: maximaal de lengte tot aan de dakrand (conform EN 355, ISO 10333-2) o Loopwagen ten behoeve van de horizontale valbeveiliging 7
Toelichting per gebouw Per gebouw en dakvlak is hieronder aangegeven wat en waar de daktoetreding is en welke werkmethodiek dient te worden aangehouden. In de bijlage zijn de dakplattegrond tekeningen toegevoegd. Deze zijn als extra toelichting te gebruiken. Gebouw A Daktoetreding gebouw A via ruimtenummer: A 2.56 Op dit gebouw zijn vrijstaande Constant Force Post aangebracht. Gebouw B Daktoetreding gebouw B dakvlak B1 via ruimtenummer: B2.70 Daktoetreding gebouw B dakvlak B2, B3,B4 en B5 via ruimtenummer: B2.60 Daktoetreding gebouw B dakvlak B6 via ruimtenummer: C1.93 Daktoetreding gebouw B dakvlak B7 via ladderbeugel aan buitenzijde gevel. Op de dakvlakken zijn zowel vrijstaande Constant Force dakborgpunten als Constant Force dakborgpunten aangebracht, die onderling met elkaar zijn verbonden met een kabelsysteem. Gebouw C Daktoetreding gebouw C dakvlak C1, via trapbordes t.h.v. dakvlak C1, vervolgens zijdeur in glazenpui die leidt naar een kooiladder en dakluik. Daktoetreding gebouw C dakvlak C2, via ruimtenummer: B 2.70. Daktoetreding gebouw dakvlak C3 en C4, via dakvlak B1. Op de dakvlakken zijn zowel vrijstaande Constant Force dakborgpunten als Constant Force dakborgpunten aangebracht, die onderling met elkaar zijn verbonden met een kabelsysteem. Gebouw D Geen voorzieningen op dit gebouw aangebracht. Als men hier werkzaamheden wilt uitvoeren dan dient men hier contact over op te nemen met de gebouweigenaar. Gebouw E,F en G Daktoetreding: met behulp van een steekladder via ruimtenummer: E4.09, F3.11, G2.11. Hier zijn Constant Force dakborgpunten aangebracht die onderling zijn verbonden met een kabelsysteem. Gebouw T Daktoetredingen: met behulp van een steekladder die op te halen is in ruimtenummer: T5.41 of T5.02. In het plafond van de centrale gang op de bovenste verdieping zijn, dakluiken die men brengt naar de lift machine kamer waar vervolgens een deur naar buiten aanwezig is. Op de dakvlakken zijn zowel vrijstaande Constant Force dakborgpunten als Constant Force dakborgpunten aangebracht, die onderling met elkaar zijn verbonden met een kabelsysteem. Gebouw X Daktoetreding 1: via ruimtenummer X9.97 waar tevens een steekladder aanwezig is. Daktoetreding 2: via ruimtenummer X10.22 waar tevens een steekladder aanwezig is. Hier zijn Constant Force dakborgpunten aangebracht die onderling zijn verbonden met een kabelsysteem. 8
Gebouw S Daktoetreding: via ruimtenummer: S2.18 hier is een deur naar buiten die leidt naar dakvlak S2. Op de dakvlakken zijn zowel vrijstaande Constant Force dakborgpunten als Constant Force dakborgpunten aangebracht, die onderling met elkaar zijn verbonden met een kabelsysteem. 9
Formulier kennisname procedure en instructie Instructie valbeveiliging Bij kennisname procedure en instructie ten behoeve van de valbeveiliging dient dit formulier ingevuld te worden. Hiermee wordt verklaart dat werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden en er op juiste wijze gebruik gemaakt kan worden van de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen. Aankomsttijd Vertrektijd Naam Bedrijf Handtekening Alg. Opmerking 10
Inspectielogboek Latchways valbeveiliging Latchways installateur : Eurosafe Solutions BV : Conradstraat 15 : 8013 RN ZWOLLE (NL) : 038 467 19 10 : www.eurosafesolutions.com Contactpersoon : R. Wassing Functie : Afdelingshoofd Service & Onderhoud Datum Locatie Geïnspecteerd Opmerkingen Akkoord klant 11