Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik. begraafplaatsen en het gemeentelijk crematorium 2004

Vergelijkbare documenten
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 14 november 2006, Nr. PD/2006/13987;

Besluit van de gemeenteraad

Verordening Lijkbezorgingsrechten Zwijndrecht Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 september 2015, nummer ;

Lijkbezorgingsrechten 2017

Verordening begrafenisrechten 2016 gemeente Sliedrecht. gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2017

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deventer houdende belastingtarieven lijkbezorging Verordening lijkbezorgingsrechten Tjoenerhof 2017

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Geen.

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECHTEN VOOR DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS PERSIJNHOF WASSENAAR 2015

Verordening begrafenisrechten 2014

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2009, voorstelnummer 239;

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf )

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen

Wetstechnische informatie

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Roermond

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

VERORDENING op de heffing en de invordering van

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg Maastricht 2017

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Zwijndrecht 2013

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017, nr ;

Verordening begraafplaatsrechten Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2016 (Verordening begraafplaatsrechten 2016)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met kenmerk d.d. 8 november 2016;

Herziene verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 Gemeente Drimmelen

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018 gemeente Maassluis

gelezen het voorstel van het college van b. en w. van 2 oktober 2017; gelet op de bespreking van de raadscommissie van 25 oktober 2017;

[Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2018]

Verordening lijkbezorgingsrechten 2019 Aalburg

documentnr.: INT/C/13/03935 zaaknr.: Z/C/13/03990 gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013.

b e s l u i t : VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECHTEN IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS 2015

CVDR. Nr. CVDR132511_1. Lijkbezorgingsrechten 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2018 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2018).

Gemeente Albrandsuuaard

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

gelet op de Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Heusden;

Gemeente Albrandsuuaard

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2016;

Nr.: 8.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2018;

Gemeente Albrandsuuaard

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 4.11

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2018 (Verordening begraafrechten 2018)

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 12 november 2015;

Behoort bij raadsvoorstel 233 ( titel: j. Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016)

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening Begraafrechten 2019

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2016.

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGS-RECHTEN

Nr.: 11.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

Verordening op de heffing en de invordering van rechten gemeentelijke begraafplaatsen 2017.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september 2018;

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 oktober 2016, nr. 91;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van <datum>, nummer/ ;

2.13 Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg Maastricht 2014

De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2017;

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2011

Verordening op de heffing en invordering van begrafenis- en andere rechten voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Hellendoorn 2016

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 8 september 2015, kenmerk Nr. SBC/ ; besluit:

Verordening op de heffing en de invordering van rechten wegens het gebruik van gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Heemskerk 2018

IIil II 1 It DINNUU. Raads besluit. j. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg Maastricht 2019

Nr.:.. Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en op de Wet op de lijkbezorging;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2017;

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2016.

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2015, nummer 2015/35,

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2019

Verordening begraafplaatsrechten 2018

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet

Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2018;

Gemeente Dordrecht Vaststellen Heffingsverordening Essenhof 2015 met bijbehorende tarieventabel Nr december 2014

Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2017

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 september 2018;

gelezen het voorstel van het college d.d. 10 november 2015, nummer ;

Heffingsverordening Essenhof 2019

3.15 Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg Maastricht 2019

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de Haarlemmermeer 2014

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten gemeente Gennep

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van 13 oktober 2015, No. B

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011, met kenmerk AP 020; raadsstuk o;

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019 (verordening Lijkbezorgingsrechten IJsselstein 2019)

Gewijzigde datum raad

Raadsbesluit blad 1 van 8

Vergadering 20 december 2018 Agendapunt: Landsmeer, 20 november 2018 voorstelnummer: 2018-

Transcriptie:

eigenschappen Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en het gemeentelijk crematorium 2004 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Dordrecht Officiële naam regeling Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en het gemeentelijk crematorium 2004 Citeertitel Verordening rechten Essenhof 2004 Besloten door gemeenteraad Deze versie vervalt / is vervallen op (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen. Grondslagen 1. Gemeentewet, art. 216 2. Gemeentewet, art. 229, lid 1 Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Geen. Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ontstaansbron: datum ondertekening bron bekendmaking 1-1-2004 nieuwe regeling 9-12-2003 Gemeentenieuws, 2004-12-17 Inwerkingtreding: datum ondertekening bron bekendmaking 9-12-2003 Gemeentenieuws, 2004-12-17 Voorstel gemeenteraad 2003, ST/2003/2572 1

Geconsolideerde tekst van de regeling Raadsgriffie Ontwerp-besluit - V De RAAD van de gemeente DORDRECHT; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2003, nr. ST/2003/2572; overwegende dat het wenselijk is om een nieuwe integrale Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en het gemeentelijk crematorium vast te stellen in verband met een wijziging van de tarieven; gelet op artikelen 216 en 229, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en het gemeentelijk crematorium 2004 Hoofdstuk I Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Deze verordening heeft betrekking op: a. de gemeentelijke begraafplaats/het crematorium Essenhof aan de Nassauweg; b. de gemeentelijke begraafplaats aan de Zuidendijk. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaats aan de Nassauweg en de gemeentelijke begraafplaats aan de Zuidendijk; b. crematorium: het gemeentelijk crematorium aan de Nassauweg; c. Essenhof: beide begraafplaatsen en het crematorium; d. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van lijken; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as op of in het graf; e. algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken; f. algemeen kindergraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van kinderlijken beneden de leeftijd van 12 jaar; 2

g. eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as; h. eigen plaats in urnentuin: een plaats in de urnentuin, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen in urnen; i. eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; j. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen; k. asbus: een bus ter berging van as van een overledene; l. strooiakker: een plaats waarop as wordt verstrooid; m. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf; n. algemene gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken door middel van naamplaatjes; o. beheerder: ambtenaar die belast is met het dagelijks beheer van de Essenhof of degene die hem vervangt; p. rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf; q. algemene nis: een niet voor het publiek toegankelijke plaats voor de tijdelijke bewaring van asbussen; r. vergunninghouder: degene aan wie een vergunning is verleend voor het plaatsen van eengrafbedekking. Artikel 2 Aard van de rechten Ter zake van het gebruik van de Essenhof alsmede voor de diensten en vergunningen die in verband daarmee door de gemeente worden verleend, worden rechten geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen. Artikel 3 Belastingplicht De rechten worden geheven van de degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Hoofdstuk II Tarieven begraafplaatsen Artikel 4 Eigen graven Onverminderd het bepaalde in de artikelen 6 tot en met 9 worden de volgende rechten geheven. 1. Voor de uitgifte van een eigen graf en het uitsluitend recht tot begraven c.q. het bijzetten van asbussen in dat graf gedurende dertig jaar met de mogelijkheid dit recht telkens te verlengen met een termijn van tien jaar Voor de uitgifte van een eigen graf en het uitsluitend recht tot begraven c.q. het bijzetten van asbussen in dat graf gedurende dertig jaar met de mogelijkheid dit recht telkens te verlengen met een termijn van tien jaar 2.053,-- 2. De graven, genoemd in lid 1, worden uitgegeven in volgorde van ligging en voor directe begraving. Wanneer een graf wordt uitgegeven in afwijkende volgorde of ten behoeve van een reservering wordt boven het recht, genoemd in lid 1, een recht geheven van 85,-- 3. Voor de uitgifte van een eigen grafruimte en het uitsluitend recht tot begraven c.q. het bijzetten van asbussen in dat graf gedurende dertig jaar op de als gevolg van ophoging extra ontstane grafruimte boven een 3

bestaand eigen graf op de begraafplaats aan de Zuidendijk 4. a. Uitgifte van een eigen grafruimte boven een reeds bestaand graf die is ontstaan als gevolg van ophoging als bedoeld in het derde lid, vindt alleen plaats aan de rechthebbende van het reeds bestaande eigen graf en in combinatie met een omzetting van het bestaande grafrecht in een grafrecht voor een periode van dertig jaar, aan te vangen in het jaar waarin de nieuwe grafruimte wordt uitgegeven, met de mogelijkheid dit recht telkens te verlengen met een termijn van tien jaar. b. Bij omzetting van het bestaande grafrecht, als bedoeld onder a. van dit lid, vindt geen verrekening plaats van voor het bestaande graf reeds betaalde grafrechten, ongeacht of het graf is uitgegeven voor beperkte of onbeperkte duur. Evenmin zijn voor het bestaande grafrecht opnieuw grafrechten verschuldigd. c. Indien op het nieuw uitgegeven graf een monument wordt geplaatst is een onderhoudsrecht verschuldigd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, letter a, tenzij artikel 8, vierde lid van toepassing is. 5. Voor een begraving in een eigen graf, inclusief het gebruik van de aula of condoleanceruimte tot een uur a. van een persoon van twaalf jaar en ouder b. van een persoon van één tot twaalf jaar c. van een kind beneden één jaar of doodgeboren kind 6. Voor het verlengen van de in lid 1 genoemde termijn van dertig jaar met een periode van tien jaar 7. Bij het begraven in een eigen graf, waarvan de lopende uitgiftetermijn kleiner is dan de wettelijk voorgeschreven grafrust, per ontbrekend jaar 8. Voor het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van een ondergrondse grafkelder in een eigen graf is een recht verschuldigd van 9. De graven, genoemd in lid 1, worden uitgegeven in volgorde van ligging en voor directe begraving. Wanneer een graf wordt uitgegeven in afwijkende volgorde of ten behoeve van een reservering wordt boven het recht, genoemd in lid 1, een recht geheven van 10. Voor de uitgifte van een eigen grafruimte en het uitsluitend recht tot begraven c.q. het bijzetten van asbussen in dat graf gedurende dertig jaar op de als gevolg van ophoging extra ontstane grafruimte boven een bestaand eigen graf op de begraafplaats aan de Zuidendijk 11. a. Uitgifte van een eigen grafruimte boven een reeds bestaand graf die is ontstaan als gevolg van ophoging als bedoeld in het derde lid, vindt alleen plaats aan de rechthebbende van het reeds bestaande eigen graf en in combinatie met een omzetting van het bestaande grafrecht in een grafrecht voor een periode van dertig jaar, aan te vangen in het jaar waarin de nieuwe grafruimte wordt uitgegeven, met de mogelijkheid dit recht telkens te verlengen met een termijn van tien jaar. b. Bij omzetting van het bestaande grafrecht, als bedoeld onder a. van dit lid, vindt geen verrekening plaats van voor het bestaande graf reeds betaalde grafrechten, ongeacht of het graf is uitgegeven voor beperkte of onbeperkte duur. Evenmin zijn voor het bestaande grafrecht opnieuw grafrechten verschuldigd. c. Indien op het nieuw uitgegeven graf een monument wordt geplaatst is een onderhoudsrecht verschuldigd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, letter a, tenzij artikel 8, vierde lid van toepassing is. 12. Voor een begraving in een eigen graf, inclusief het gebruik van de aula of condoleanceruimte tot een uur a. van een persoon van twaalf jaar en ouder b. van een persoon van één tot twaalf jaar c. van een kind beneden één jaar of doodgeboren kind 13. Voor het verlengen van de in lid 1 genoemde termijn van dertig jaar met 1.026,-- 919,-- 459,-- 229,-- 820,-- 81,-- 48,-- 85,-- 1.026,-- 919,-- 459,-- 229,-- 4

een periode van tien jaar 14. Bij het begraven in een eigen graf, waarvan de lopende uitgiftetermijn kleiner is dan de wettelijk voorgeschreven grafrust, per ontbrekend jaar 15. Voor het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van een ondergrondse grafkelder in een eigen graf is een recht verschuldigd van 820,-- 81,-- 48,-- Artikel 5 Algemene graven Het tarief voor het begraven van een stoffelijk overschot in een algemeen graf bedraagt inclusief het gebruik van de aula of condoleanceruimte tot een uur: a. van een persoon van twaalf jaar en ouder b. van een persoon van één tot twaalf jaar c. van een kind beneden één jaar of doodgeboren kind 655,-- 327,-- 163,-- Artikel 6 Openingstijden en extra rechten 1. Boven de rechten genoemd in de artikelen 4 en 5 wordt voor het begraven van een stoffelijk overschot een bedrag geheven van wanneer dit geschiedt: a. buiten de vastgestelde tijden genoemd in artikel 10 van de Beheersverordening Essenhof 1999. b. binnen de vastgestelde tijden genoemde in artikel 10 van de Beheersverordening Essenhof 1999 op zaterdagen, zondagen of algemeen erkende feestdagen. 2. Indien het begraven van een stoffelijk overschot plaatsvindt op zaterdag, zondag of op een algemeen erkende feestdag en tevens buiten de vastgestelde tijden, wordt boven de rechten genoemd in de artikelen 4 en 5 een bedrag geheven van 3. Het eerste en tweede lid vinden geen toepassing indien, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, de accommodatie ontoereikend is om binnen de vastgestelde tijden het dagprogramma uit te voeren en indien het dagprogramma het noodzakelijk maakt de begraving te verschuiven naar een zaterdag, zondag of feestdag. 4. De leden 1 en 2 vinden eveneens geen toepassing indien de begraving: a. geschiedt op een door de burgemeester in het belang van de openbare orde gegeven last; b. geschiedt op een door het college van burgemeester en wethouders in het belang van de volksgezondheid gegeven last; c. op grond van wettelijke bepalingen op geen ander tijdstip dan het gevraagde kan plaatsvinden; d. noodzakelijk in de hiervoor genoemde tijd moet plaatsvinden na beëindiging van een door de officier van justitie of de rechtercommissaris gelast uitstel van begraving van het stoffelijk overschot; e. een herbegraving is als bedoeld in artikel 7. 5. Voor het gebruik van het lijkenhuisje op begraafplaats Essenhof wordt per dag een bedrag geheven van 170,-- 358,-- 52,-- 5

Artikel 7 Opgraven, herbegraven, verzamelen en cremeren van stoffelijke overschotten 1. a. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot vanuit een algemeen graf of eigen graf, teneinde dit stoffelijk overschot te doen cremeren of te doen begraven in een eigen graf op dezelfde begraafplaats of op een andere begraafplaats, wordt een bedrag geheven van 718,-- b. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot uit een algemeen kindergraf wordt een bedrag geheven van 176,-- 2. In het bedrag, genoemd in het eerste lid, zijn niet begrepen de kosten van herbegraven of bijzetten in een andere grafruimte, de crematie en het verwijderen en herplaatsen van grafbedekking. Indien voor het transport voor de herbegraving of de crematie anders dan een eenvoudige beenderkist noodzakelijk is, is dat evenmin begrepen in de bedragen, genoemd in lid 1. Voor de crematie van een opgegraven of geruimd stoffelijk overschot, zonder gebruik van de aula of condoleanceruimte, wordt 50% van het crematietarief, genoemd in artikel 10, lid 1a, geheven. 3. Voor het herbegraven in hetzelfde graf na de opgraving bedoeld in lid 1 wordt niet opnieuw een recht of aanvullend recht geheven. 4. Opgravingen uit een algemeen graf vinden behoudens toestemming van het college van burgemeester en wethouders niet eerder plaats dan vijftien jaar na de begraving. 5. De rechthebbende op een eigen graf kan het college van burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken de stoffelijke resten te verzamelen en deze te doen herbegraven onder in het graf, teneinde opnieuw ruimte te creëren voor het begraven van twee stoffelijke overschotten. 6. Voor deze werkzaamheden wordt een bedrag geheven van 718,-- 7. Indien het verzamelen van de stoffelijke resten, genoemd in lid 5, gecombineerd wordt met het begraven van een recent overledene, wordt daarvoor een bedrag geheven van 358,-- Boven dit bedrag wordt het bedrag geheven genoemd in artikel 4, lid 3. Artikel 8 Grafbedekking 1. Voor het verkrijgen van een vergunning tot het aanbrengen van een grafbedekking, inclusief het onderhoud van gemeentewege gedurende de eerste termijn van uitgifte, wordt geheven voor: a. een eigen graf b. een algemeen graf c. een algemeen kindergraf 2. De rechten voor onderhoud van grafdekkingen, welke verplichtingen voortvloeien uit de verlenging van het uitsluitend recht tot begraven als bedoeld in artikel 4, lid 6 of lid 7, bedragen: a. voor de verlenging als bedoeld in artikel 4, lid 6 b. voor elk ontbrekend jaar als bedoeld in artikel 4, lid 7 3. De rechten voor het onderhoud van grafbedekkingen, welke verplichtingen voortvloeien uit het uitsluitend recht tot begraven voor eigen graven uitgegeven voor onbepaalde tijd in de periode vóór 1962, kunnen worden afgekocht voor een termijn van 10 of 30 jaar. Het bedrag van afkoop bedraagt: 10 jaar a. voor een staande of liggende steen 229,-- b. voor een omranding 56,-- 574,-- 185,-- 100,-- 229,-- 24,-- 30 jaar 609,-- 149,-- 6

c. voor een ander voorwerp 229,-- 4. Indien op het moment van uitgifte van een eigen graf als bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid reeds een monument aanwezig is en daarvoor bij vooruitbetaling voor beperkte duur onderhoudsrechten zijn betaald, zullen die worden verrekend. Indien die onderhoudsrechten voor onbeperkte termijn zijn afgekocht, is geen betaling verschuldigd. 5. Over de tijd waarvoor reeds eerder ingevolge vroegere regelingen bij voorbaat betalingen zijn verricht voor het onderhoud van grafbedekkingen, wordt van de vergunninghouders geen bijbetaling geheven. 609,-- Artikel 9 Gebruik aula, orgel 1. Voor het gebruik van de aula en condoleanceruimte, langer dan een uur, wordt per half uur of gedeelte daarvan geheven 2. Per orgelbespeling wordt voor het gebruik van het orgel geheven 53,-- 10,-- Hoofdstuk III Tarieven Crematorium Artikel 10 Crematie 1. Onverminderd de krachtens de artikelen 11 en 12 te heffen rechten voor verstrooiing en bijzetting, wordt voor het cremeren, met inbegrip van het gebruik van de aula of de condoleanceruimte voor een uur, alsmede het ambtshalve verstrooien van de as op de Noordzee of het bijzetten van de asbus in de algemene nis gedurende één jaar, een recht geheven van: a. een persoon van 12 jaar en ouder b. een persoon van 1 tot 12 jaar c. voor een kind beneden 1 jaar of dood geboren kind 2. Boven de rechten, genoemd in lid 1, wordt voor het cremeren op zaterdag binnen en op werkdagen buiten de vastgestelde tijden genoemd in artikel 10 van de Beheersverordening Essenhof 1999, een bedrag geheven van 3. Indien de crematie plaatsvindt op zaterdag en tevens buiten de vastgestelde tijden, wordt boven de rechten, genoemd in lid 1, een bedrag geheven van 4. De leden 2 en 3 van dit artikel vinden geen toepassing indien, naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, de accommodatie ontoereikend is om binnen de vastgestelde tijden het dagprogramma uit te voeren en indien het dagprogramma het noodzakelijk maakt de crematie te verschuiven naar een zaterdag, zondag of erkende feestdag. 5. Artikel 9 vindt bij cremeren overeenkomstige toepassing. 655,-- 327,-- 163,-- 170,-- 358,-- Artikel 11 Asverstrooiing 1. Voor het verstrooien van de as van een overledene anders dan ambtshalve per schip op de Noordzee wordt boven de in artikel 10 7

genoemde rechten geheven: a. op de begraafplaats en in aanwezigheid van de familie b. op de begraafplaats buiten aanwezigheid van de familie c. per vliegtuig boven de Noordzee 2. Voor het verstrooien van de as van een overledene op de begraafplaats Nassauweg, waarvan de crematie heeft plaatsgevonden in een ander crematorium, worden de volgende bedragen geheven: a. zonder aanwezigheid van familie b. in aanwezigheid van familie 41,-- 41,-- 56,-- 70,-- 114,-- Artikel 12 Asbestemmingen 1. Voor asbijzetting wordt geheven: a. eigen graf: het recht voor het bijzetten van een asbus in een bestaand eigen graf op de begraafplaatsen b. urnennis: het recht voor het bijzetten van: 1. een asbus in een open nis voor een periode van twintig jaar 2. een asbus in een gesloten nis voor een periode van twintig jaar 3. een tweede asbus in een bestaande gesloten nis c. urnentuin: het recht voor het bijzetten van een asbus in de urnentuin, voor een periode van twintig jaar d. urnengraf: 1. het recht voor het verstrooien van as of het bijzetten van asbussen, zoveel als technisch mogelijk, inclusief de eerste verstrooiing of bijzetting voor een periode van twintig jaar 2. het recht voor iedere volgende verstrooiing of bijzetting e. naamplaat: het recht voor het aanbrengen van een naamplaat op een herdenkingszerk voor een periode van twintig jaar f. naar elders: voor het meegeven van de asbus aan de nabestaanden voor bijzetting thuis of verstrooiing op een dierbaar plekje wordt een bedrag geheven van 2. Voor het verlengen van de in lid 1, onder b1, b2, c en d1, genoemde termijn met tien jaar wordt per verlenging een bedrag geheven van 3. Voor het verlengen van de in lid 1, onder e, genoemde termijn met tien jaar wordt per verlenging een bedrag geheven van 4. Indien een tweede asbus wordt bijgezet in een urnengraf of urnennis waarvan de lopende uitgiftetermijn kleiner is dan 20 jaar dient het recht verlengd te worden. Per ontbrekend jaar is een recht verschuldigd van 5. De rechten genoemd in de leden 1, onder b, c, d en e, en leden 2 en 3 zijn inclusief het onderhoud gedurende de termijn van uitgifte. 6. In afwachting van een definitieve asbestemming kan de asbus worden bewaard in de algemene nis voor de volgende tarieven: a. tot één jaar gratis b. voor iedere aansluitende periode van 5 jaar 79,-- 749,-- 749,-- 179,-- 749,-- 749,-- 179,-- 116,-- 29,-- 373,-- 57,-- 37,-- 57,-- Hoofdstuk IV Overige bepalingen 8

Artikel 13 Wijze van heffing De in deze verordening geregelde rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld De rechten zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 15 Termijnen van betaling De rechten moeten worden betaald binnen vier weken na dagtekening van schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur. Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de begrafenisrechten. Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De verordening treedt in werking op 1 januari 2004. 2. De "Verordening Essenhof 2003", vastgesteld op 10 december 2002, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2004. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rechten Essenhof 2004". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 december 2003. de griffier de voorzitter Toelichting Verordening rechten Essenhof 2004 Begrafenisrechten worden geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en het gemeentelijke crematorium. De tarieven van deze rechten worden jaarlijks verhoogd met het kosteninflatiepercentage. Voor 2003 betekent dit een verhoging van 3,0%. De tarieven zijn om praktische redenen naar beneden afgerond. De stijging ligt boven het gemiddelde van 1,0%, omdat de lastenontwikkelingen grotendeels worden doorberekend (kostendekkend). 9