ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBAMS:2007:BC1778

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 16 april 2012

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2013:8793

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBDHA:2017:9296

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 29 maart 2010 in de zaak van

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBALM:2011:BU1896

ECLI:NL:RBGEL:2017:2637

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

LJN: BN9701,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, / KG ZA

ECLI:NL:RBSGR:2010:BO3551

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:RBDHA:2015:5044

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6807

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6817

ECLI:NL:RBNHO:2017:2911

ECLI:NL:RBMID:2008:BD7099

ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ8847

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057

ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Vonnis in kort geding van 2 februari 2007, bij vervroeging,

ECLI:NL:RBZWB:2016:8391

ECLI:NL:RBOVE:2014:4818

Transcriptie:

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 10-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 222545 / KG ZA 06-1184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding Eiseres/OMS, een organisatie van medisch specialisten, is geen partij bij de CAO- Ziekenhuizen, maar verlangt toch toelating tot onderhandelingen die in het kader van die CAO zullen plaatsvinden. Het gaat om onderhandelingen over een bijzonder onderdeel van de CAO, de arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten in dienstverband (AMS). Telkens als de CAO opnieuw is afgesloten, wordt de AMS daaraan aangepast in afzonderlijke onderhandelingen tussen de werkgevers en een werknemersorganisatie die lid is van één van de CAO-partijen. Dit jaar is bij het aanpassingsakkoord tevens afgesproken dat overleg over de vernieuwing van de AMS zal plaatsvinden. Aan dit overleg wil OMS deelnemen. Wetsverwijzingen Burgerlijk Wetboek Boek 6 Burgerlijk Wetboek Boek 6 162 Vindplaatsen Uitspraak Rechtspraak.nl JAR 2007/104 JIN 2007/54 met annotatie van Zondag RAR 2007, 36 JAR 2007, 104 vonnis RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummer / rolnummer: 222545 / KG ZA 06-1184 Vonnis in kort geding van 10 januari 2007 in de zaak van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ORDE VAN MEDISCH SPECIALISTEN,

eiseres, procureur mr. B.F. Keulen, advocaat mr. C.J. Hagen te 's-gravenhage, tegen 1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid NVZ VERENIGING VAN ZIEKENHUIZEN, gedaagde, procureur mr. J.M. van Noort, advocaat mr. P.G. Vestering te Amsterdam, alsmede 2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid ABVAKABO FNV, gevestigd te Zoetermeer, 3. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV PUBLIEKE ZAAK, gevestigd te 's-gravenhage, 4. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid FEDERATIE VAN BEROEPSORGANISATIES IN DE ZORG, 5. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid LANDELIJKE VERENIGING VAN ARTSEN IN DIENSTVERBAND, gedaagden, advocaat voor de gedaagden sub 2 t/m 5: mr. R.A.A. Duk te 's-gravenhage, alsmede 6. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid NIEUWE UNIE '91, 7. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid DE UNIE ZORG EN WELZIJN, gevestigd te Culemborg, gedaagden, procureur voor de gedaagden sub 6 en 7: mr. M. Vetkamp.

De eisende partij zal hierna OMS genoemd worden. De gedaagde partijen worden hierna gezamenlijk aangeduid als gedaagden en afzonderlijk als NVZ, ABVAKABO, CNV, FBZ, LAD, NU '91 en De Unie. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de mondelinge behandeling - pleitnota en producties van OMS - pleitnota en producties van NVZ - pleitnota, vooraf toegezonden aantekeningen en een productie van ABVAKABO, CNV, FBZ en LAD - pleitnota van NU '91 en De Unie. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Bij OMS zijn zowel medisch specialisten in dienstverband als vrij gevestigde medisch specialisten aangesloten. In de statuten van OMS is recentelijk de bevoegdheid tot het sluiten van CAO s opgenomen. 2.2. Bij LAD zijn artsen in dienstverband aangesloten, onder wie ook medisch specialisten in dienstverband. 2.3. NVZ is een organisatie van werkgevers in de ziekenhuissector, die met ABVAKABO, CNV, FBZ, NU '91 en De Unie als werknemersorganisaties partij is bij de Collectieve Arbeidsovereenkomst Ziekenhuizen, hierna te noemen: de CAO. LAD is als lid van FBZ bij de CAO betrokken. De CAO is laatstelijk overeengekomen voor de periode 1 januari 2006 tot en met 31 januari 2008. 2.4. In de CAO is sinds 2001 een afzonderlijke regeling voor medisch specialisten in dienstverband opgenomen, te weten de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten, hierna te noemen: de AMS. 2.5. In de CAO is ten aanzien van de AMS onder meer het volgende vermeld: Artikel 2.4. Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) 1. De AMS maakt als hoofdstuk 16 deel uit van de Cao Ziekenhuizen, met dien verstande dat met de AMS een volledige arbeidsvoorwaardelijke regeling wordt beoogd. ( ) 2. De salaris- en premieontwikkeling van de Cao Ziekenhuizen zullen, volgens de vigerende systematiek, vanaf 28 februari 2002 worden gevolgd. De AMS zal vanaf 28 februari 2002 ten aanzien van relevante ontwikkelingen met betrekking tot bepalingen in de cao, die als gevolg van de AMS niet van toepassing zijn, op een passende wijze aansluiting zoeken, rekening houdende met de bijzondere positie van medisch specialisten binnen het ziekenhuis en het karakter van de in de AMS geregelde arbeidsvoorwaarden. ( ). 2.6. In de AMS is onder meer het volgende bepaald: Artikel 1.2.2. Samenhang CAO, AMS en overige regelingen 1. De AMS maakt als hoofdstuk 15 [thans: hoofstuk 16; opm. rechter] AMS deel uit van de CAO met

dien verstande dat met de AMS een volledige arbeidsvoorwaardelijke regeling wordt beoogd. ( ) 5. In de AMS wordt ten aanzien van relevante wijzigingen in de CAO, die als gevolg van de AMS niet van toepassing zijn, op passende wijze aansluiting gezocht. Daarbij wordt rekening gehouden met de bijzondere positie van de medisch specialisten binnen het ziekenhuis en het karakter van de in de AMS geregelde arbeidsvoorwaarden. ( ) 7. Ten aanzien van de relevante wijzigingen zoals bedoeld in lid 5 vindt uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van die CAO bepalingen overleg plaats tussen de NVZ en de LAD. De dan overeengekomen wijzigingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan CAO partijen. 2.7. LAD heeft met NVZ de onderhandelingen gevoerd over de totstandkoming van de oorspronkelijke AMS en over de nadien gevolgde wijzigingen van de AMS. De wijzigingen als bedoeld in artikel 1.2.2, lid 7, AMS - hiervoor onder 2.6 weergegeven - worden ook aangeduid als het doorvertalen van de CAO naar de AMS. 2.8. OMS was destijds bij de totstandkoming van de oorspronkelijke AMS betrokken doordat LAD in haar onderhandelingsdelegatie ook enkele personen had opgenomen die tevens lid van OMS waren en voor OMS optraden. Bij de onderhandelingen over de latere aanpassingen van de AMS heeft LAD daarover steeds contact gehouden met OMS en heeft zij in voorkomende gevallen ook de standpunten van OMS in het overleg met NVZ betrokken. 2.9. In augustus 2006 hebben NVZ en LAD het Principeakkoord Doorvertaling CAO Ziekenhuizen 2006-2008 naar de AMS bereikt. Dit akkoord is in september 2006 door de CAO-partijen goedgekeurd. In het principeakkoord is tevens het volgende opgenomen: Toekomst AMS De NVZ en de LAD zullen met elkaar in overleg treden over het inhoudelijk vernieuwen van de AMS. 2.10. Bij schrijven van 5 oktober 2006 heeft OMS aan ieder van de CAO-partijen verzocht te worden toegelaten tot de voorgenomen onderhandelingen over de aanpassing van de AMS. Enkele van de CAO-partijen hebben hierop afwijzend gereageerd. 2.11. Bij brief van 17 november 2006 heeft NVZ aan LAD uitgangspunten en voorstellen toegezonden in het kader van het overleg over de vernieuwing van de AMS. Bij schrijven van 23 november 2006 heeft LAD daarop gereageerd. Het verdere overleg is opgeschort in afwachting van de beslissing in dit kort geding. 3. Het geschil 3.1. OMS vordert - samengevat - : a) dat gedaagden worden veroordeeld om OMS uit te nodigen en toe te laten tot de onderhandelingen en de besluitvorming over de AMS; b) dat aan gedaagden wordt verboden om te beraadslagen, te onderhandelen of te besluiten over de AMS zonder dat OMS daarbij is toegelaten; een en ander op straffe van een door ieder van gedaagden te verbeuren dwangsom. 3.2. Gedaagden voeren verweer.

3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. OMS legt aan haar vordering ten grondslag dat gedaagden onrechtmatig jegens haar handelen door haar niet toe te laten tot de onderhandelingen en de besluitvorming over de vernieuwing van de AMS. Volgens OMS heeft zij recht op die toelating, nu (i) zij door haar statutenwijziging voldoet aan de wettelijk vereiste bevoegdheid tot het sluiten van CAO s; (ii) zij met betrekking tot de AMS zowel absoluut als relatief representatief is; en (iii) de vernieuwing van de AMS zeer belangrijke onderwerpen betreft die de belangen van haar leden rechtstreeks raken en waarbij zij, OMS, een belangrijke inbreng kan en wil leveren. 4.2. Dit standpunt kan niet worden aanvaard. Het staat partijen bij een nog lopende CAO vrij om nader te overleggen of te onderhandelen over (een onderdeel van) die CAO en ook om te besluiten tot tussentijdse wijziging van die CAO. In dit geval gaat het om de AMS, die onderdeel vormt van de nog tot 2008 lopende CAO, zij het ook dat dit onderdeel een zelfstandige arbeidsvoorwaardenregeling omvat. Vast staat dat onderhandelingen over dit onderdeel, de AMS, worden gevoerd door NVZ enerzijds en LAD als één van de leden van FBZ anderzijds, maar dat het resultaat van die onderhandelingen door alle CAO-partijen moet worden goedgekeurd. OMS is zelf geen partij bij de CAO en is ook niet - zoals LAD - als lid van één van de CAO-partijen bij de CAO betrokken. Onder deze omstandigheden kan OMS dan ook geen aanspraak maken op toelating tot de onderhandelingen over de AMS die thans in het kader van de lopende CAO plaatsvinden. Voor zover de stelling van OMS ertoe strekt dat haar aanspraak op toelating volgt uit haar - beweerde - recht op collectief onderhandelen, gaat dit niet op, nu dat recht niet ziet op de situatie dat een CAO reeds is overeengekomen. De vraag naar de representativiteit, die (mede) bepalend is voor een eventueel recht op collectief onderhandelen, kan derhalve - anders dan OMS heeft gesteld - niet aan de orde komen. 4.3. Het voorgaande wordt niet anders door het enkele feit dat OMS - zoals zij stelt - groot belang heeft bij deelname aan de onderhandelingen omdat het - kort gezegd - gaat om onderwerpen die vérstrekkende gevolgen kunnen hebben voor haar leden. Weliswaar blijkt uit de uitgangspunten en de vernieuwingsvoorstellen die NVZ inmiddels in het kader van de bedoelde onderhandelingen aan LAD heeft voorgelegd, dat er ingrijpende wijzigingen aan de orde zullen komen, waarbij ook de mogelijkheid om de AMS van de CAO los te koppelen niet wordt uitgesloten, doch het belang van OMS om daarbij betrokken te zijn, kan op zich zelf geen aanspraak op toelating geven en kan dus ook niet meebrengen dat OMS ondanks hetgeen hiervoor is overwogen, toch tot de onderhandelingen toegelaten moet worden. Overigens kan OMS, zij het ook op indirecte wijze, haar standpunten in de onderhandelingen kenbaar maken, nu LAD zich ter zitting uitdrukkelijk bereid heeft verklaard om OMS op dezelfde wijze als in de afgelopen jaren te informeren over het verloop van de onderhandelingen en OMS daarbij gelegenheid te geven voor reactie en overleg. Bovendien zou ook zonder deze inbreng van OMS de behartiging van de belangen van haar leden niet ontbreken, nu vast staat dat - wat er ook zij van de precieze aantallen - een groot deel van de leden van OMS die in dienstverband werkzaam zijn, tevens lid is van LAD. 4.4. Een en ander leidt ertoe dat de vordering zal worden afgewezen. 4.5. OMS zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Het verweer van NU '91 en De Unie, welk verweer uitsluitend strekt tot veroordeling van OMS in de kosten die aan hun zijde zijn gevallen, behoeft derhalve geen bespreking meer. De kosten aan de zijde van gedaagden worden begroot als volgt: Voor NVZ:

- vast recht EUR 248,-- - salaris procureur -- 816,-- Totaal EUR 1.064,-- Voor ABVAKABO, CNV, FBZ en LAD: - vast recht EUR 248,-- - salaris procureur -- 816,-- Totaal EUR 1.064,-- Voor NU '91 en De Unie: - vast recht EUR 248,-- - salaris procureur -- 816,-- Totaal EUR 1.064,-- 5. De beslissing De voorzieningenrechter: 5.1. wijst de vordering af; 5.2. veroordeelt OMS in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van NVZ begroot op EUR 1.064,--; aan de zijde van ABVAKABO, CNV, FBZ en LAD eveneens begroot op EUR 1.064,--; en ook aan de zijde van NU '91 en De Unie begroot op EUR 1.064,--; 5.3. verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Delft-Baas en is in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2007.? w.g. griffier w.g. rechter