Datum van inontvangstneming : 25/02/2016

Vergelijkbare documenten
Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 december 2016 (*)

Date de réception : 24/02/2012

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 13/10/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 17/12/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 27/02/2017

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 13/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015

Datum van inontvangstneming : 29/10/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 13/02/2018

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017

Date de réception : 10/01/2012

Datum van inontvangstneming : 09/11/2015

Datum van inontvangstneming : 24/03/2016

Datum van inontvangstneming : 08/12/2014

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 26/04/2016

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017

Date de réception : 01/03/2012

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

Datum van inontvangstneming : 05/09/2016

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 07/06/2016

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Datum van inontvangstneming : 08/11/2016

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 07/02/2018

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 28/01/2016

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 06/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/05/2015

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/03/2014

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015

Datum van inontvangstneming : 23/09/2014

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016

Datum van inontvangstneming : 13/02/2017

Date de réception : 27/12/2011

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017

Datum van inontvangstneming : 09/02/2015

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Transcriptie:

Datum van inontvangstneming : 25/02/2016

Vertaling C-686/15-1 Zaak C-686/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 december 2015 Verwijzende rechter: Općinski sud u Velikoj Gorici (Kroatië) Datum van verwijzingsbeschikking: 10 december 2015 Verzoekende partij: Vodoopskrba i odvodnja d.o.o. Verwerende partij: Željka Klafurić Prejudiciële vraag Verzoek om een prejudiciële beslissing. De Općinski sud u Velikoj Gorici (stedelijke rechtbank te Velika Gorica) verzoekt als nationale rechterlijke instantie het Hof om een prejudiciële beslissing over de toepassing van het Unierecht, om de uniforme toepassing ervan in alle lidstaten te waarborgen. De Općinski sud u Velikoj Gorici verzoekt om uitlegging van een bepaald punt van Unierecht dat rijst in het kader van een bij hem aanhangig geding tussen verzoekster, Vodoopskrba i odvodnja d.o.o. Zagreb, en verweerster, Željke Klafurić, Velika Gorica,, over een wanbetaling. De vraag luidt als volgt: Hoe wordt volgens het Unierecht de prijs berekend voor watervoorziening die wordt gefactureerd per appartement in een woongebouw of per gezinswoning? Betalen burgers van de Unie enkel voor het werkelijke van de watermeter afgelezen verbruik dan wel ook voor andere posten of lasten? NL

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 10. 12. 2015 ZAAK C-686/15 De vordering betreft de niet-betaling van facturen voor waterverbruik voor de maand december 2013 en voor de maanden januari, februari, maart, april, mei en juni 2014. Verweerster verzet zich niet tegen de betaling van het water waarvan het verbruik in m 3 van de watermeter is afgelezen, dat wil zeggen zij verzet zich niet tegen de betaling van het variabele gedeelte van de prijs, maar wel tegen de betaling van het vaste gedeelte van de prijs en van de andere lasten die vermeld zijn op de facturen in de bijlage. In de bijlage zijn kopieën gevoegd van de facturen betreffende de maand december 2013, alsmede de maanden januari, februari, maart, april, mei en juni 2014, waaruit blijkt dat de facturen betreffende het waterverbruik het variabele gedeelte van de prijs en het vaste gedeelte van de prijs afzonderlijk vermelden. In de onderhavige zaak stelt verzoekster de facturen voor waterverbruik op voor ieder appartement van het woongebouw door het van de hoofdmeter afgelezen verbruik te delen door het aantal verbruikers, op basis van het aantal personen dat bij iedere verbruiker van de dienst ingeschreven is. Hierna wordt voor de maand december 2013 een overzicht gegeven van de wijze waarop verzoekster factureert. Uit de factuur voor de maand december 2013 blijkt dat in de woning van verweerster twee personen waren ingeschreven, dat de berekening gebeurde op basis van het verbruik van koud water en het aantal personen dat was ingeschreven voor de meter van koud water, het verbruik van [warm] water en het aantal personen dat was ingeschreven voor de meter van warm water, en dat de totale prijs per kubieke meter, btw inbegrepen, 14,15 HRK bedraagt. Dat bedrag wordt gedeeld door het aantal personen dat is ingeschreven voor [OR. 2] de meter van warm water en het verkregen bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal personen dat is ingeschreven in het huishouden. Zo wordt het variabele bedrag van de prijs van het verbruik van warm water in het huishouden van verweerster berekend. Het verbruik van koud water in het huishouden van verweerster wordt opgeteld bij het verbruik van warm water, wat leidt tot het bedrag van het variabele gedeelte van de prijs waarbij vervolgens het gedeelte van de prijs wordt gevoegd dat iedere maand voor alle verbruikers wordt gefactureerd, ongeacht het verbruik, en het aldus verkregen bedrag is de prijs die moet worden betaald voor waterverbruik. Iedere verbruiker moet, los van het maandelijks vastgestelde verbruik, het vaste gedeelte van de prijs betalen, dat 16,74 HRK bedraagt, vermeerderd met btw aan 10% en, sinds februari 2014, met btw aan 13%, zodat dit bedrag in totaal respectievelijk 18,41 HRK per maand en 18,92 HRK per maand bedraagt. Het variabele gedeelte van de prijs wordt betaald op basis van het opgemeten waterverbruik. Het vaste gedeelte van de prijs alsmede de andere lasten die op de facturen in de bijlage zijn vermeld, worden betaald ongeacht het waterverbruik. Al die elementen worden samengevoegd en vormen de factuur die aan de verbruikers 2

VODOOPSKRBA I ODVODNJA wordt gestuurd voor het waterverbruik van iedere maand, wat betekent dat de factuur die wordt gestuurd aan de verbruikers van de dienst voor iedere maand, wordt verhoogd met het vaste gedeelte van de prijs en met de andere lasten. Noch verzoekster noch de Kroatische regering hebben hun besluiten, regelingen en de Zakon o vodama (waterwet) afgestemd op de Kroatische Zakon o zaštiti potrošača (wet inzake consumentenbescherming) of op de toepasselijke Europese richtlijnen. Daarom verzoekt de verwijzende rechter om uitlegging, steeds met het oog op de juiste toepassing van het Unierecht. De verwijzende rechter wenst te vernemen of de Kroatische regeling in strijd is met het Unierecht en verzoekt dan ook om uitlegging van het Unierecht en van de bepalingen van het Unierecht betreffende de facturering van waterverbruik. De Općinski sud u Velikoj Gorici is van oordeel dat de nationale wetten waarop verzoekster zich beroept niet in overeenstemming zijn met de Unienormen en de Unieregeling en verzoekt, daar die vraag in de onderhavige zaak rijst, het Hof om een prejudiciële beslissing, omdat hij als rechterlijke instantie van een lidstaat moet waken over de juiste toepassing van het Unierecht. Daar bij de Općinski sud u Velikoj Gorici twijfel rijst over de uitlegging en de toepassing van de nationale wet inzake de facturering van het waterverbruik, dient die rechter bij het Hof een verzoek om een prejudiciële beslissing in. Het Hof wordt verzocht om uitlegging van het Unierecht in het onderhavige geval, opdat de verwijzende rechter op grond van die uitlegging uitspraak kan doen. De Zakon o parničnom postupku (wetboek burgerlijk procesrecht) die van toepassing is op de nationale rechterlijke instantie, staat op zich niet toe dat een collectieve vordering wordt ingeleid, tenzij de procesbevoegdheid uit een bijzondere wet voortvloeit. Thans zijn de enige bijzondere wetten die voorzien in procesbevoegdheid de Zakon o suzbijanju diskriminacije (antidiscriminatiewet) en de Zakon o zaštiti potrošača (wet op de consumentenbescherming). Aangezien de Republiek Kroatië lid is geworden van de Europese Unie, zijn de richtlijnen van toepassing in haar rechtsorde, moeten zij door de Kroatische rechterlijke instanties worden nageleefd en hadden alle door verzoekster vastgestelde besluiten moeten worden afgestemd op de Europese richtlijnen, wat kennelijk niet is gebeurd. Volgens de verwijzende rechter moet de consument enkel betalen voor zijn waterverbruik op basis van de meterlezing (dat wil zeggen het variabele gedeelte van de prijs), aan de marktprijs, en mag de prijs voor water voorts niet worden opgedeeld in een variabel gedeelte en een vast gedeelte, waarbij andere lasten 3

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 10. 12. 2015 ZAAK C-686/15 worden gevoegd die op de facturen in de bijlage zijn vermeld, met betrekking tot het litigieuze tijdvak. De nationale wettelijke regeling is niet in overeenstemming gebracht met de richtlijn wat betreft de vaststelling van de prijs en de wijze van betaling van water. De kaderrichtlijn betreffende het waterbeleid stelt de belangrijkste doelstellingen vast van het Europese beleid ter zake, waaronder de bepaling van de prijs op basis van de beginselen van de verbruiker-betaler, vervuiler-betaler en van de volledige betaling. Kaderrichtlijn 2006/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 is op 22 december 2000 in werking getreden. De basisbepalingen voor de watervoorziening en het opvangen van afvalwater in de Republiek Kroatië zijn: - Zakon o vodama (waterwet, Narodne novine nr. 153/2009) - Zakon o komunalnom gospodarstvu (wet op het beheer van gemeentediensten, Narodne novine nr. 153/2009) - verordeningen nrs. 178/04, 38/09, 79/09 - Zakon o financiranju vodnog gospodarstva (wet op de financiering van het waterbeheer, Narodne novine nr. 153/2009) Derhalve wordt het Hof van Justitie verzocht om een prejudiciële beslissing over de vraag op grond van welk beginsel de consument betaalt voor zijn waterverbruik volgens het Unierecht, met andere woorden, of hij enkel betaalt voor het werkelijke van de watermeter afgelezen verbruik, op basis van de kostprijs van water dan wel of hij tevens de prijs van water betaalt die bestemd is voor de terugwinning van de kosten die verbonden zijn aan de uitoefening van de activiteiten van de verstrekkers van gemeentelijke diensten (uitbating, klein onderhoud, beheer van de infrastructuur, arbeidskosten, enz.). Aan het Hof wordt in verband met het geval dat aan de orde is in zaak nr. 4 Povrv 175/2015, een prejudiciële uitleggingsvraag voorgelegd teneinde te waarborgen dat de vaststelling van de wijze van facturering van de watervoorziening rechtmatig is. Bijlage: kopie van het dossier nr. 4 Povrv-175/2015. Velika Gorica, 10 december 2015. 4