ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBMID:2008:BD7099

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBMID:2008:BD4799

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672


ECLI:NL:RBDHA:2014:12398

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBOBR:2014:3396

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8864

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164

ECLI:NL:RBARN:2012:BX0624

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BU6953

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBARN:2011:BP3591

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:RBAMS:2014:8805

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ9713

ECLI:NL:RBALM:2011:BU1896

ECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBZWB:2014:7352

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851

ECLI:NL:RBOVE:2014:5578

ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289

ECLI:NL:RBROT:2017:3541

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6817

ECLI:NL:RBGEL:2016:7158

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBDHA:2016:5701 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:RBAMS:2014:290

ECLI:NL:RBMID:2009:BJ4168

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBLEE:2009:BK0228

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

Transcriptie:

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 26-11-2007 Zaaknummer 37277 HA ZA 03-51 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoger beroep: ECLI:NL:GHSGR:2010:BM5146, Meerdere afhandelingswijzen Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig ''(...) Uit de stellingen van partijen blijkt dat het geschil gaat om de scheurvorming in de vloer van de gekochte hal. De vraagstelling aan de door de rechtbank na de comparitie van partijen benoemde deskundige is veel omvangrijker geweest. Over het onderwerp van geschil heeft de deskundige bericht dat hij scheurvorming heeft aangetroffen. Deze scheurvorming is het gevolg van verschillende soorten krimp van het beton. De deskundige heeft ook drie oorzaken van deze scheurvorming gegeven (rapport desk. blad 9/31). Uit zijn waarnemingen en zijn beschrijving van de oorzaken concludeert de rechtbank dat [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] niet de vloer geleverd heeft gekregen waarop hij op grond van zijn overeenkomst met Pauluswegeling recht had. Er is sprake van teveel en te grote scheuren die gerepareerd moeten worden (rapport desk. blad 20/31 sub 19). (...)'' Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak vonnis RECHTBANK MIDDELBURG 37277HA ZA 03-5137277HA ZA 03-5131 oktober 2007 Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 37277 / HA ZA 03-51

Vonnis van 21 november 2007 in de zaak van de vennootschap onder firma V.O.F. PAULUSWEGELING, gevestigd te Middelburg, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, procureur mr. B.H. Vader, tegen [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE], wonende te Aagtekerke, gedaagde in conventie, eiser in reconventie, procureur mr. J.P. Quist. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: de dagvaarding de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie akte aan de zijde van [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] d.d. 2 april 2003

de conclusie van antwoord in reconventie het tussenvonnis van 2 april 2003, van 16 juli 2003 en van 26 november 2003 de processen-verbaal van comparitie van 11 juni 2003, 9 juni 2004, 29 november 2004 en 11 april 2007 de conclusie na comparitie tevens vermeerdering van eis in reconventie de antwoordconclusie na comparitie - ten slotte is vonnis bepaald. De feiten Pauluswegeling heeft bij brief van 26 oktober 2001 aan [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] een offerte gestuurd met betrekking tot een bedrijfshal te Westkapelle. Deze hal maakt deel uit van een project met meerdere hallen en heeft als [nummer]. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft de opdrachtbevestiging zoals opgenomen in de brief van Pauluswegeling van 2 november 2001 ondertekend. Pauluswegeling heeft bij brief van dezelfde datum het volgende geschreven: Hierbij verklaren wij t.a.v. de reparatie van Uw vloer e.e.a. zorgvuldig uit te voeren (zie bijgevoegd schrijven aan alle klanten van de Pauluswegeling) wat inhoudt dat wij U na reparatie de normaal gangbare garantie op deze vloer kunnen geven en derhalve daar ook verantwoordelijk voor zijn. In dit geven wil dat zeggen dat wij i.v.m. extremiteit verantwoordelijk zijn voor mogelijke gevolgschade aan de vloer, ontstaan door de scheurvorming. Enz Het geschil in conventie en in reconventie Pauluswegeling vordert betaling van de laatste termijn door [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] van EUR 5.399,98 vermeerderd met de proceskosten. Zij stelt aan haar verplichtingen uit de koop-aannemingsovereenkomst te hebben voldaan en recht te hebben op betaling van de laatste termijn. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] beroept zich op zijn opschortingrecht. In de vloer van de hal zijn scheuren ontstaan. Pauluswegeling heeft wel getracht deze scheuren in de vloer te repareren, maar met onvoldoend resultaat. Er is na overleg met de vereniging van eigenaren in april 2002 nog een coating aangebracht op de vloer. Daarna was [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] onder voorwaarden bereid tot oplevering over te gaan. Over die voorwaarden is verder niet gesproken. Na enkele maanden bleek dat de coating geen afdoende oplossing bood.

In reconventie heeft [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gevorderd een partiële ontbinding van de overeenkomst met Pauluswegeling, zodanig dat de nog bestaande verplichtingen tussen partijen komen te vervallen, met terugbetaling van EUR 1.886,12. Dit laatste bedrag was gebaseerd op een offerte van Traas voor het herstel van de vloer van EUR 7.285,00. In de conclusie na comparitie is dit bedrag verhoogd naar EUR 17.945,20, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2003. Dit was naar aanleiding van het uitgebrachte deskundigenbericht. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] vordert de kosten van herstel van de scheuren in de vloer. Daarbij gaat hij uit van 116 meter scheur. De deskundige heeft voor hem weliswaar de lengte van de scheuren op slechts 58 meter geschat, maar hij berekent aan de hand van de berekening van de andere getroffen personen ([B.] en [G.]) dat dit het dubbele moet zijn. Het verschil is ontstaan doordat er over zijn vloer een coating is gegaan die, ook volgens de deskundige, tot gevolg heeft dat de scheurwijdte kleiner wordt geschat. Subsidiair vordert [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] nakoming van de overeenkomst door Pauluswegeling op straffe van een dwangsom. Ten aanzien van de overige geleden schade vordert [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] verwijzing naar de schadestaat procedure. Tevens worden buitengerechtelijke kosten gevorderd. Pauluswegeling heeft verweer gevoerd tegen de eisen in reconventie. Zij stelt dat de berekening van de deskundige met betrekking tot de te repareren scheuren onnauwkeurig is zowel wat betreft de lengte van de te repareren scheuren als wat betreft de kosten per meter. Verder heeft zij betwist toerekenbaar tekort te zijn geschoten. Zij heeft erop gewezen dat zij geen vloeistofdichte vloer is overeengekomen. De scheuren die in de vloer zitten zijn te verwachten scheuren, zodat ook dat niet tot aansprakelijkheid kan leiden. De verschuldigdheid van de gevorderde buitengerechtelijke kosten is betwist. De beoordeling van het geschil in conventie en reconventie Uit de stellingen van partijen blijkt dat het geschil gaat om de scheurvorming in de vloer van de gekochte hal. De vraagstelling aan de door de rechtbank na de comparitie van partijen benoemde deskundige is veel omvangrijker geweest. Over het onderwerp van geschil heeft de deskundige bericht dat hij scheurvorming heeft aangetroffen. Deze scheurvorming is het gevolg van verschillende soorten krimp van het beton. De deskundige heeft ook drie oorzaken van deze scheurvorming gegeven (rapport desk. blad 9/31). Uit zijn waarnemingen en zijn beschrijving van de oorzaken concludeert de rechtbank dat [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] niet de vloer geleverd heeft gekregen waarop hij op grond van zijn overeenkomst met Pauluswegeling recht had. Er is sprake van teveel en te grote scheuren die gerepareerd moeten worden (rapport desk. blad 20/31 sub 19). De rechtbank laat terzijde de vraag of de vloer ook vloeistofdicht is. Gesteld noch gebleken is dat [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] met Pauluswegeling overeengekomen is dat een vloeistofdichte vloer zou worden geleverd.

Gelet op het oordeel van de deskundige, dat de rechtbank overneemt, beroept [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] zich terecht op zijn opschortingrecht. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft recht op nakoming van de overeenkomst met Pauluswegeling. Partijen gaan er kennelijk vanuit dat niet Pauluswegeling zelf voor die nakoming zal zorgen maar een derde. Zij twisten immers over de lengte van de scheuren en de daaraan verbonden kosten per meter zoals die door de diverse deskundigen zijn berekend. In verband daarmee ook heeft [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst gevorderd. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft een berekening gemaakt van de lengte van de scheuren. Hij stelt dat die het dubbele van 58 meter bedraagt omdat een deel van de scheuren door de aangebrachte coating niet te zien is. De rechtbank gaat af op wat de deskundige aangeeft aan lengte in zijn aanvullend deskundigenbericht van 27 februari 2006. Hij komt op vier maal 13 meter plus 10% is totaal circa 58 meter. De door de rechtbank benoemde deskundige heeft de kosten voor het injecteren geraamd op EUR 100,00 per meter en in het rapport van 22 maart 2004 op EUR 150,00 per meter. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft overgelegd een offerte van BIM waarin voor het injecteren EUR 138,00 per meter wordt berekend. De rechtbank zal gelet op deze gegevens de kosten voor het injecteren in redelijkheid vaststellen op EUR 125,00 per strekkende meter. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft aldus recht op een vergoeding van 58 maal EUR 125,00 is EUR 7.250,00. Omdat [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] de hal toch in ieder geval gedeeltelijk zal moeten ontruimen en enige tijd niet zal kunnen gebruiken heeft hij recht op vergoeding van die schade. Tijdens de comparitie van 9 juni 2004 heeft Pauluswegeling toegezegd naar redelijkheid bij te dragen in deze kosten. De rechtbank zal deze kosten in redelijkheid begroten op EUR 1.000,00. Zij zal dit bedrag toewijzen en de vordering te verwijzen naar de schadestaat procedure afwijzen. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen. Gelet op het verweer van Pauluswegeling is deze vordering onvoldoende onderbouwd. Pauluswegeling heeft de kosten van het deskundigenbericht in deze zaak en in de parallelle zaken voorgeschoten. Gelet op de uitkomst van deze procedure dienen deze kosten voor haar rekening te blijven. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft EUR 500,00 betaald voor het aanvullende onderzoek van de deskundige. Omdat bij de vraagstelling is uitgegaan van een vloeistofdichte vloer, terwijl dit tussen partijen niet was overeengekomen, heeft de deskundige in deze zaak meer werk verricht dan noodzakelijk. De rechtbank zal in redelijkheid het door [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] betaalde voorschot dan ook voor zijn rekening laten. De rechtbank zal in conventie de vordering van Pauluswegeling afwijzen en omdat zij in het ongelijk wordt gesteld, veroordelen in de proceskosten.

In reconventie is de vordering tot gedeeltelijke ontbinding toewijsbaar. Verder zullen worden toegewezen de hierboven genoemde bedragen EUR 7.250,00 en EUR 1.000,00 onder aftrek van het door Pauluswegeling gevorderde bedrag van EUR 5.399,98. Dit is per saldo EUR 2.850,02. Pauluswegeling zal in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld omdat zij in het ongelijk wordt gesteld. De beslissing De rechtbank in conventie: wijst de vorderingen af; veroordeelt Pauluswegeling in de proceskosten tot op deze uitspraak aan de zijde van [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gevallen zijnde voor procureurssalaris EUR 1.920,00 en voor verschotten (griffierecht) EUR 230,00; bepaalt dat de kosten van het eerste deskundigenbericht die door Pauluswegeling zijn voorgeschoten, ten laste van haar blijven; in reconventie: ontbindt gedeeltelijk de overeenkomst tussen partijen; veroordeelt Pauluswegeling tot betaling aan [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] van EUR 2.850,02 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2007 tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt Pauluswegeling in de proceskosten tot op deze uitspaak aan de zijde van [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gevallen zijnde voor procureurssalaris EUR 960,00 en voor

verschotten nihil; bepaalt dat de kosten van het deskundigenbericht die door [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] zijn voorgeschoten ten laste van hem blijven; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2007.