E-04 Een netdeel in- en uit bedrijf nemen en/of veilig stellen versie behorend bij de BEI-BLS

Vergelijkbare documenten
E-04 Een netdeel in- en uit bedrijf nemen en veilig stellen versie behorend bij de BEI-BLS

E-04 Een netdeel in- en uit bedrijf nemen en/of veilig stellen versie behorend bij de BEI-BLS

E-11 Een LS-kabel selecteren versie behorend bij de BEI-BLS

E-11 Een LS-kabel selecteren versie behorend bij de BEI-BLS

E-04 Een netdeel in- en uit bedrijf nemen en veilig stellen versie behorend bij de BEI-BLS

E DEF Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

Bijlage 1 van E

E Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

E Niet-elektrotechnische werkzaamheden uitvoeren in stations, schakeltuinen of verdeelkasten

E DEF Werkzaamheden aan veiliggestelde HS/MS kabels uitvoeren

E DEF-A Bedienen en veiligstellen

E-241 DEF. Aanvullende veiligheidsmaatregelen ten behoeve van schilderen, inspecteren of het reinigen van masten

E-241 Aanvullende veiligheidsmaatregelen ten behoeve van schilderen, inspecteren of het reinigen van masten

G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen G25 beproeven op dichtheid

G-20 LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen G25 beproeven op dichtheid

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie

Aarden in de Laagspanning en Openbare Verlichting

G-36 De omgeving veiligstellen en lokaliseren van gaslekken versie

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie (1.0)

3 AVP LS-service UBH + SBH + BBH

FAQ VWI s Laagspanning

Bestemd voor alle medewerkers met een BEI aanwijzing.

G-21 HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

Opstellen en beoordelen examens (basis)

Certificatieschema VP MS Distributie-totaal (VP MS)

Wijzigingslijst presentatie BEI-BHS. BEI-BHS versie 15 april De wijzigingen t.o.v. 15 april 2018

Certificatieschema VOP MS Distributie (VOP MS)

Certificatieschema IV HS LNB (IV LNB)

1. Bepaald het beleid rondom de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen.

Pagina 1 van 19 STIPEL 40016:2019. Sectie 16 BEI BHS

HSE guidelines. Sapril 2017 ELEKTRISCHE GEVAREN

B-20 Leidingen t.b.v. transport van biogas veilig in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

Pagina 1 van 11 STIPEL 40570:2019. WV TR netmontage (BEI BHS)

Alle werkzaamheden aan elektrotechnische installaties zijn verboden behalve door hiertoe schriftelijk aangewezen personen (zie hoofdstuk 3).

VIAG De wijzigingen t.o.v. 15 april (versie 1.0)

Certificatieschema THP HS LNB (THP LNB)

Opstellen en beoordelen examens (Industrie, utiliteit )

HSE guidelines. Smei 2015 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Pagina 1 van 9 STIPEL 40720:2019 IV TR (BEI BHS)

BEI-BLS. Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties. Branche LaagSpanning. Uitgave van de Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland

BEI BLS Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties Branche LaagSpanning Uitgave van de Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland

Veilig werken met elektriciteit. (en meten) Thema 2016

Vraag en antwoord BEI-BLS (25 oktober 2017) Vraag en antwoord BEI-BLS pagina 1 van 5

Werkplan (deel hoogspanning)

BEI BHS. Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties. Branche Hoogspanning (en Middenspanning)

BEI BLS 2013 Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties Branche Laagspanning Uitgave van de Vereniging van Energienetbeheerders in Nederland

Pagina 1 van 10 STIPEL 40230:2019 VP TR (BEI BHS)

hoogspanningspracticum (Distributienetwerken MS/HS)

RICHTLIJN ELEKTROTECHNISCHE BEDRIJFSVOERING BIJ ELEKTROTECHNISCHE WERKZAAMHEDEN AAN RIOOL- EN DRUKRIOLERINGSGEMALEN. Versie: 01

Pagina 1 van 7 STIPEL 40150:2019 VOP TR (BEI BHS)

Opstellen en beoordelen

TIB-008 Eindtermen en voorwaarden KEB-module 15 april 2019

Branche Supplement behorende bij de normen: BEI-HS: Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties. Hoogspanning

B-36 Veilig de omgeving veiligstellen en lokaliseren van biogaslekken versie

Pagina 1 van 7 STIPEL 40120:2019 THP TR (BEI BHS)

INHOUD. Pagina 2 van 42. PlusPort B.V. 2010

Onderscheid in niet-, semi- en geïsoleerde LS-stroken

Deze procedure is van toepassing op alle aanwijzingen van TenneT installaties.

Pagina 1 van 13. CS WV BHS TR-netmontage

Certificatieschema IV-LS en WV-LS INSTALLATIE- / WERKVERANTWOORDELIJKE LAAGSPANNING

HSE guidelines. mei 2015 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Certificatieschema VOP-LS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON LAAGSPANNING

Inhoud. Inleiding Aandachtspunten voor de toolboxmeeting... 3 Werken onder spanning als het echt niet anders kan... 3

Certificatieschema WV HS/MS Transport-totaal (WV TR)

Certificatieschema VOP-HS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON HOOGSPANNING

Veilig meten met passende, veilige meetapparatuur

Pagina 1 van 11 STIPEL 40340:2019. AVP TR verbindingen (BEI BHS)

BEI BHS. TenneT. (kader document elektrische bedrijfsvoering KEB) DEEL 1. Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties

Deze instructie beschrijft de beproevingsmethoden die door Enexis gestandaardiseerd zijn t.b.v. LS- en OVL- kabelverbindingen.

Bijlage 17 Eindtermen KEV

Certificatieschema VOP-HS VOLDOEND ONDERRICHT PERSOON HOOGSPANNING

Certificatieschema OIV HSMS Transport (OIV TR)

Opleidingscatalogus NEN 3140 / NEN 3840 / NEN 1010 / NEN-EN-IEC V15.1

Pagina 1 van 10 STIPEL 40630:2018 OIV MS (BEI BHS)

BEI BLS TenneT TSO B.V. (Kader document elektrische bedrijfsvoering KEB) Deel 1a Bedrijfsvoering van Elektrische Installaties Branche Laagspanning

Vraag en antwoord BEI-BLS (versie 18 januari 2019) pagina 1 van 6

Certificatieschema VP-HS VAKBEKWAAM PERSOON HOOGSPANNING

Vraag en antwoord BEI-BLS (12 april 2016) Vraag en antwoord BEI-BLS pagina 1 van 5

ZX Ronde 14 augustus 2011

G-06 Gasmeters G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen

Certificatieschema VP-HS+LS VAKBEKWAAM PERSOON HOOG- en LAAGSPANNING

Instructie aanwijzing NEN 3140

HSE guidelines. september 2012 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

PROVINCIAAL BLAD. Besluit tot vaststelling van het Elektrotechnisch Veiligheids Handboek Provincie Utrecht

Examenomschrijving NEN 3140 vakbekwaam persoon

Integrated Management System

VSK Zonne-energie en NEN1010. Zonne-energie en NEN1010. Voorstellen André Derksen. André Derksen Projectcoördinator ISSO

Certificatieschema VP-EG VAKBEKWAAM PERSOON ELEKTRISCHE EINDGEBRUIKER INSTALLATIES MET RESTLADING

G-23 HD- en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen beproeven op dichtheid 1 juli 2014

HSE guidelines september 2012 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Certificatieschema VP-EG VAKBEKWAAM PERSOON ELEKTRISCHE EINDGEBRUIKER INSTALLATIES MET RESTLADING

Certificatieschema IV-EG en WV-EG INSTALLATIE- / WERKVERANTWOORDELIJKE ELEKTRISCHE EINDGEBRUIKER INSTALLATIES MET RESTLADING

NEN-EN NEN-EN NEN 3140

BIJLAGE 5: proefexamen NEN 3140

Checklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen

Transcriptie:

Doel Veilig een LS-netdeel in- en uit bedrijf nemen en/of veilig stellen. Toepassingsgebied Deze VWI geldt voor activiteiten die voor of door de Netbeheerder worden uitgevoerd, tenzij de IV anders heeft bepaald. Aanwijzing en Opdracht Uitgebreide bedieningshandelingen en/of veiligstellen Voor het bedienen krijg je opdracht van de BD middels een Goedgekeurd Bedienplan Voor het veilig stellen krijg je opdracht van een WV LS-distributie via minimaal een DO. Je moet een AVP LS-distributie of AVP LS-service zijn. Standaard bedieningshandelingen en/of veiligstellen Je krijgt de opdracht van een WV LS-netten of WV LS-LNB/Transport of WV LS-distributie via minimaal een RO, maar in combinatie met een werkplan is het minimaal een DO. Je moet een VP LS-netten of VP LS-meterkast of VP LS-LNB/Transport of AVP zijn. Beperkte bedieningshandelingen en/of veiligstellen Je krijgt de opdracht van een WV via minimaal een RO. Je moet minimaal een VOP zijn. Risico s en maatregelen In hoofdstuk 4.4 van de BEI-BLS kun je lezen welke algemene risico s en maatregelen er zijn. Het werk in deze VWI brengt extra risico s mee: Risico: Maatregel: Risico: Maatregel: Persoonlijk letsel door aanraking van spanningvoerende delen, aard- of kortsluiting Gebruik PBM s. Scherm in de directe nabijheid zijnde blanke spanningvoerende delen af. Beïnvloeding, bijv. door weersomstandigheden, personen of dieren, verkeer Gebruik een werktent. Scherm de werkplek af en m verkeersmaatregelen. Onderbreek het werk. E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 1/8

Persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheidsmiddelen Persoonlijke beschermingsmiddelen Hoge zichtbaarheid veiligheidskleding Vlamvertragende veiligheidskleding Helm, met gelaatscherm of soortgelijk Veiligheidsschoeisel E-isolerend schoeisel E-isolerende handschoenen Schakelhandschoen Geïsoleerde patroontrekker Veiligheidsmiddelen E-isolerende mat Kortsluitvast beveiligde meetpennen Aardingsgarnituren Werkwijze Voorbereiding Stap 1 Je mag pas met het werk beginnen als aan de volgende voorwaarden is voldaan. Klopt er iets niet? Begin dan niet met de werkzaamheden, maar bel direct de WV. Controleer op risico s. Neem de noodzakelijke (veiligheids)maatregelen. Controleer of de opdracht klopt met de situatie op de werkplek. Vinden de werkzaamheden plaats in een MS/LS station? Dan gelden ook de MS procedures en/of MS-VWI s. Gebruik de bijlagen van deze VWI voor het veilig stellen. E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 2/8

Uitvoering Voer stap 2A óf stap 2B uit. Stap 2A Stap 2B Een LS-netdeel uit bedrijf nemen en veilig stellen voor werkzaamheden Zorg dat je zeker weet vast dat je het juiste netdeel hebt. Informeer bij SBH of UBH het meldpunt over de voorgenomen bedieningshandelingen. Voer een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit. Meet het draaiveld, als dat nodig is. Meet de actuele belastingstroom. Als de belastingstroom groter is dan 250 A, schakel dan zoveel mogelijk belasting af zodat de stroom kleiner is dan 250A. Breng de relevante (en) aan (zie ook de bijlagen). Controleer op spanningsloosheid. Breng relevante kortsluitvaste aarding(en) aan (zie ook de bijlagen). Informeer, bij UBH het meldpunt over de uitgevoerde bedieningshandelingen. Draag, zo nodig, het veiliggestelde netdeel over aan degene die de werkzaamheden gaat verrichten. Een LS-netdeel in bedrijf nemen Zorg dat je zeker weet vast dat je het juiste netdeel hebt. Zorg dat je zeker weet dat het werk klaar is, dat de werkplek is verlaten en meld de aanwezigen dat het netdeel weer in bedrijf genomen wordt. Voer een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit. Verwijder aardingen. Verwijder en. Informeer bij SBH of UBH het meldpunt over de voorgenomen bedieningshandelingen. Zorg dat je zeker weet dat de in te schakelen stroom niet groter zal zijn dan 250 A. Voordat je inschakelt: controleer bij vermaasde netten op fasegelijkheid. controleer bij sternetten het draaiveld en de spanning. Schakel in en zo nodig door. Informeer, bij UBH het meldpunt over de uitgevoerde bedieningshandelingen. Beëindiging Stap 3 Als je klaar bent doe je het volgende: Heb je gewerkt via een werkplan? Meld dan bij de WV dat het werk klaar is. Heb je gewerkt via een raamopdracht? Lever het werk dan op volgens de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek veilig achter. Referenties BEI-BLS Taak Risico Analyse Wijziging ten opzichte van versie 15-04-2016 bedienen en veiligstellen gewijzigd in bedienen en/of veiligstellen E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 3/8

Bijlagen 1: Uitgangspunten veiligstellen 2: Flowdiagram veiligstellen hoofdaders 3: Flowdiagram veiligstellen hulpaders in combi-netten Bijlage 1: Uitgangspunten veiligstellen 1. Algemeen Soms mag er alleen spanningsloos aan een LS-netdeel worden gewerkt, bijvoorbeeld bij: de montage van moffen waarbij niet stroomloos gewerkt kan worden. het verhelpen van bepaalde storingsituaties. bepaalde werkzaamheden in metalen aansluitkasten. alle situaties die in de LS-VWI s genoemd zijn. alle situaties die de (O)IV of WV opnoemt. 2. Risico s en maatregelen Bij spanningsloos werken moet de werkplek duidelijk worden afgebakend en moet aan vijf essentiële eisen worden voldaan, in de aangegeven volgorde: 1. Scheiden Het deel van de installatie waaraan wordt gewerkt, moet gescheiden zijn van alle voedingsbronnen. De nul moet ook worden gescheiden als de nul niet ongeveer aardpotentiaal behoudt (daarbij is de spanning ten opzichte van de aarde niet meer dan 12 V (onder normale omstandigheden). 2. Beveiligen tegen opnieuw inschakelen Het schakelmaterieel dat wordt gebruikt om de elektrische installatie tijdens de werkzaamheden te scheiden, moet je beveiligen tegen inschakelen. Als dat mogelijk is, vergrendel dan het bedieningsmechanisme. Als je het bedieningsmechanisme niet mechanisch kunt vergrendelen, m dan een gelijkwaardige maatregel, waarvan je weet dat hij werkt. Hang bijvoorbeeld een bordje op met een pictogram of waarschuwingstekst. Als er voor de bediening van het schakelmaterieel een hulpvoedingsbron nodig is, schakel die dan uit en vergrendel hem. Als de beveiliging tegen inschakelen op afstand gebeurt, voorkom dan dat dit ergens anders weer ongedaan kan worden gemaakt. Toestellen voor signaleringen en beveiligingen moeten betrouwbaar zijn. 3. Controleren of de installatie spanningsloos is Controleer of de elektrische installatie spanningsloos is, op of zo dicht mogelijk bij de werkplek: de elektrische installatie moet spanningsloos zijn na de volledige scheiding van de installatie. Houd rekening met het ontladen van condensatoren, kabels en frequentieomvormers. Om te bepalen of de installatie spanningsloos is, mag je alléén dubbelpolige spanningsaanwijzers gebruiken, die voldoen aan NEN-EN-IEC 61243-3 of gelijkwaardig zijn. Controleer of spanningsaanwijzers goed werken: direct vóór en direct na gebruik. Identificeer een kabel op de werkplek zodra je hem spanningsloos hebt gemaakt. E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 4/8

4. Aarden en kortsluiten Je mag alleen goedgekeurde aardings-/kortsluitgarnituren gebruiken; breng geen wijzigingen aan. Bij spanningsloos werken waarbij kans is op terugvoeding, moet je de actieve delen kortsluitvast en betrouwbaar aarden en kortsluiten. Bij aarden en kortsluiten moet je eerst het aardpunt aansluiten, daarna de actieve delen. Aardingen en kortsluitingen moet je op of zo dicht mogelijk bij de werkplek aanbrengen. Het is het mooist als je de aardingen en kortsluitingen vanaf de werkplek kan zien. Voor je geleiders bij werkzaamheden onderbreekt of verbindt, moet je, als er gevaar bestaat op potentiaalverschillen (bij potentiaalvereffening en aarden), maatregelen nemen. Dit kan ook nodig zijn bij werkzaamheden aan aardingssystemen. Als je tijdens metingen of beproevingen materieel voor aarding en kortsluiting verwijdert, moet je direct veiligheidsmaatregelen nemen. Veiligheidsmaatregelen nemen en opheffen zijn elektrotechnische werkzaamheden. Aardingen in LS-infrastructuren aanbrengen en verwijderen moet gebeuren door minimaal 1 persoon met de juiste aanwijzing. De exact (verbijzonderde) benodigde aanwijzing(en) zijn in de betreffende VWI( s) nader beschreven. 5. Actieve delen afschermen Als je werkzaamheden uitvoert waarbij actieve delen een elektrisch gevaar kunnen opleveren moet je beschermingsvoorzieningen aanbrengen. Beschermingsvoorzieningen moeten voldoende bescherming geven tegen de te verwachten elektrische gevaren en mechanische belastingen. Voorzieningen die als scherm, afscherming, afdekking of isolerend omhulsel worden gebruikt, moeten in goede staat zijn. Zorg dat ze tijdens de werkzaamheden goed op hun plaats blijven. Als je beschermingsvoorzieningen installeert binnen de gevarenzone, moet je de procedure `Onder spanning werken aanhouden. Als de werkzaamheden klaar zijn en je hebt ze gecontroleerd, moet je alle gereedschappen en hulpmiddelen opruimen en moet iedereen die niet langer nodig is, de werkplek verlaten. Bij de inschakelprocedure moeten de volgende handelingen, in de aangegeven volgorde, worden uitgevoerd: 1. Verwijder beschermingsvoorzieningen 2. Verwijder materieel voor aarden en kortsluiten 3. Verwijder beveiligingen tegen inschakelen 4. Hef de scheiding op 5. Schakel de installatie in. Als je de aarding en kortsluiting verwijdert, moet je eerst de verbindingen met de actieve delen losmaken. Pas daarna mag je de verbinding met het aardpunt verwijderen. Zodra je één van de veiligheidsmaatregelen opheft, moet je het deel van de elektrische installatie waar de maatregel bij hoort, als spanningvoerend beschouwen. 3. Aanvullende voorwaarden Een aardings-/kortsluitgarnituur moet je - voor gebruik - controleren op gebreken, beschadigingen van de omhullingen en/of beschadigingen van aansluitplaatsen. Bij het aanbrengen moet je eerst het aardings-/kortsluitgarnituur op het aardpunt aansluiten. Bij het verwijderen moet je als laatste het garnituur van het aardpunt verwijderen. Als het aardings-/kortsluitgarnituur belast is met een kort- of aardsluitstroom, mag je het niet meer gebruiken. E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 5/8

4. Aanvullende bepalingen Uitgangspunt is dat hoofd- en/of hulpaders, als je niet zeker weet of de delen waaraan wordt gewerkt, spanningsloos blijven, aan alle kanten van de werkplek een, aarding en kortsluiting krijgen. Als dit niet mogelijk is, moet je in ieder geval een aanbrengen. De WV moet, met instemming van de OIV, bepalen waar er wordt geaard en kortgesloten, en hoe dat moet gebeuren. Voor het aarden in een aansluitkast met automaten moet je de hoofdaders los maken (na testen op spanningloosheid) en aansluitend aarden en kortsluiten. Ook hier moet je aarde en nul kortsluiten. Houd daarbij rekening met de in bijlage 1 genoemde uitgangspunten. E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 6/8

Bijlage 2: Flowdiagram veiligstellen hoofdaders Start Veiligstellen hoofdaders Hoofdaders uit/ afschakelen en aanbrengen 1)* 1)* Dit dient te gebeuren in alle aanliggende stations en kasten Maken de hoofdaders deel uit van het combinet? A Hulpaders aan/ afschakelen en aanbrengen 2)* 2)* Dit dient te gebeuren in alle aanliggende stations en kasten A Zijn er aansluitingen aanwezig? Nee B aansluitingen toegankelijk en afschakeling mogelijk? Kabel onderbroken bij de werkzaamheden? Ja Nee Alle aansluitingen afschakelen en aanbrengen Hoofdaders aarden en kortsluiten aan 1 zijde in dichtstbijzijnde station of kast Hoofdaders aarden en kortsluiten aan beide zijden van de werkplek (plek van onderbreking) 3)* 3)* Dit dient te gebeuren in het dichtstbijzijnde station, kast of huisaansluiting B Selecteren en de spanningsloosheid op de werpplek vaststellen Einde veiligstellen hoofdaders E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 7/8

Bijlage 3: Flowdiagram veiligstellen hulpaders in combi-netten Start Veiligstellen hulpaders in combinetten Hulpaders uit/ afschakelen en aanbrengen 1)* 1)* Dit moet in alle aanliggende stations en kasten Hoofdaders in bedrijf en onder spanning? C 2)* Dit moet in het dichtstbijzijnde station of kast Hulpaders onderbroken bij de werkzaamheden? Aarden en aanbrengen aan beide zijden mogelijk? Hulpaders aarden en kortsluiten aan beide zijden van de werkplek (de onderbrekingsplaats) 2)* C Aarden en aanbrengen aan één zijde mogelijk? Hoofdaders uit-/afschakelen en aanbrengen Flowschema: Veiligstellen hoofdaders volgen C Hulpaders aarden en kortsluiten aan één zijde 3)* 3)* Dit moet in het dichtstbijzijnde station of kast C Selecteren en spanningloosheid van de hulpaders op de werkplek vaststellen Einde veiligstellen hulpdaders in combinetten E-04 - VEILIGHEIDSWERKINSTRUCTIE 8/8