ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0610

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBHAA:2006:AV7336

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

LJN: AV7838,Sector kanton Rechtbank Haarlem, / VV EXPL Print uitspraak

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBNNE:2016:3629

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBLIM:2017:3542

ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ9611

ECLI:NL:RBUTR:2011:BS1259

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1535

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373

ECLI:NL:RBNHO:2014:2551

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBHAA:2010:BL8963

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBOVE:2017:1417

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBHAA:2008:BF5730

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ5210

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBDOR:2008:BF0767

ECLI:NL:RBHAA:2009:BM7588

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBDHA:2015:16283

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBOVE:2017:3127

ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA0254

ECLI:NL:RBHAA:2011:BP1886

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA3002

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBNHO:2013:5999 Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBNHO:2013:7657

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ7504

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN6904

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBNHO:2017:484

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBMNE:2016:5693

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606

ECLI:NL:RBMNE:2016:6222

ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3910

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079

ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

Uitspraak. RECHTBANK ZUTPHEN Sector Kanton Locatie Zutphen

Transcriptie:

ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0610 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 06-10-2009 Datum publicatie 19-10-2009 Zaaknummer 437207 - VV EXPL 09-242 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding Eiser, directeur van een basisschool waar in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs een traject ter verbetering van de interne organisatie en de kwaliteit van het onderwijs wordt uitgevoerd, is vanaf 21 januari 2009 begonnen aan een reintegratietraject na ziekte. Het bestuur van de school heeft besloten de re-integratie van eiser niet binnen de school voort te zetten, omdat het gedrag van eiser spanningen teweeg brengt die het verbetertraject verstoren. Eiser vordert in kort geding re-integratie in de eigen functie. De kantonrechter is van oordeel dat aan het traject tot verbetering van de organisatie en de kwaliteit van het onderwijs voorrang dient te worden gegeven, zodat van het bestuur niet kan worden gevergd, dat zij thans uitvoer geeft aan de op haar rustende verplichting tot re-integratie van eiser. De vordering wordt afgewezen. Vindplaatsen Rechtspraak.nl ROT 2009/111 AR-Updates.nl 2009-0785 Prg. 2009, 210 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem zaak/rolnr.: 437207 / VV EXPL 09-242 datum uitspraak: 6 oktober 2009 VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING inzake [eiser]

te [woonplaats] eiser hierna te noemen [eiser] gemachtigde mr. I.C. Holtkamp tegen Stichting RK/IC Speciaal Basisonderwijs DE SATELLIET te Haarlem gedaagde hierna te noemen De Satelliet gemachtigde mr. A. Putker-Blees De procedure [eiser] heeft De Satelliet op 15 september 2009 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 september 2009. De gemachtigden hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Partijen hebben stukken in het geding gebracht. De feiten a. [eiser] is op 1 oktober 1998 door De Satelliet aangesteld als directeur van de speciale basisschool De Satelliet. b. In 2006 heeft de Inspectie van het Onderwijs De Satelliet bezocht in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek. De Inspectie was toen kritisch over enkele aspecten van het onderwijs, onder meer over registratie, klassenadministratie en onvoldoende borging van afspraken. c. Op 24 november 2008 heeft de Inspectie opnieuw De Satelliet bezocht. De conclusie van het Rapport Kwaliteitsonderzoek van 5 februari 2009 luidt onder meer: Zowel de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs als de schoolontwikkeling kennen een aantal belangrijke tekortkomingen. Dit betreft met name de begeleiding van leerlingen, het aanbod, de afstemming op en de zorg aan leerlingen. De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school wordt door de inspectie dan ook als zwak beoordeeld. Daarom intensiveert de inspectie het toezicht. Het bevoegd gezag draagt zorg voor opheffing van de geconstateerde tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie heeft met het bestuur afspraken gemaakt over het verbetertraject. ( ) d. [eiser] is op 15 september 2008 arbeidsongeschikt geworden na een herseninfarct. Na advies van de bedrijfsarts is [eiser] is vanaf 21 januari 2009 voor 2 x 2 uur begonnen met zijn reïntegratie, waarbij hij aangepaste werkzaamheden heeft verricht in zijn eigen functie, in een opbouwende reeks van uren. e. Nadat de eerste interim directeur zijn taken wegens ziekte had neergelegd, heeft De Satelliet op 1 april 2009 [XXX] als interim-directeur aangesteld. f. Bij e-mail van 18 mei 2009 schrijft [YYY], bestuurder van De Satelliet, aan de bedrijfsarts Greeven onder meer: Het bestuur van de Satelliet heeft met het wegvallen van de heer [eiser] een interim aangesteld. Deze interim directeur heeft de opdracht een verbetertraject in te zetten om binnen een jaar (eis inspectie)

tot goede resultaten te komen. Dit is een intensief traject. Het traject loopt parallel aan het reintegratietraject van de heer [eiser]. Daar gaat het sinds begin april mis ondanks afspraken. De reintegratie frustreert het verbetertraject en belemmert daarmee ook de re-integratie. Het bestuur heeft zich op deze situatie beraden en is tot de conclusie gekomen dat de re-integratie niet op de Satelliet kan plaatsvinden. ( ) Het is een moeilijk dilemma en een ongewenste situatie maar de opstelling van de heer [eiser] in het team leidt tot spanningen die het proces van verandering verstoren. Begrijpelijk wellicht vanuit de kant van de heer [eiser] (zijn school verandert) maar onacceptabel vanuit de primaire verantwoordelijkheid van het bestuur: kwalitatief onderwijs aan het kind. g. Bureau Bezemer & Kuiper heeft in opdracht van het bestuur naar aanleiding van meldingen/signalen van ongewenst/grensoverschrijdend gedrag bij het Onderwijszorgcentrum De Satelliet gesprekken gevoerd met 10 leerkrachten en hierover gerapporteerd op 17 september 2009. De conclusies uit het rapport luiden onder meer: ( ) Van intimideren en onder druk zetten vanuit een machtspositie is naar de mening van de commissie in meerdere gevallen sprake. ( ) Geconcludeerd moet ook worden dat verweerder ertoe heeft bijgedragen dat voor de leerkrachten een onaangename werkomgeving is ontstaan ( ) Het grensoverschrijdende gedrag van verweerder heeft tot schade in de relationele sfeer geleid binnen een overwegend deel van het team van leerkrachten en wel zodanig dat in een aantal gevallen een ingrijpende emotionele en psychische schade is aangericht. ( ) De conclusie moet zijn dat verweerder niet boven partijen kon staan en conflictoplossend kon functioneren ( ) Daaruit kan op grond van het voorgaande ( ) niet anders dan de gevolgtrekking gemaakt worden dat een basis voor terugkeer van verweerder niet (meer) aanwezig is. De vordering [eiser] vordert bij wijze van voorlopige voorziening veroordeling van De Satelliet om mee te werken aan de reïntegratie van [eiser] in zijn eigen functie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van 500,00 per dag of gedeelte daarvan tot een maximum van 50.000,00. [eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat De Satelliet haar verplichting tot reïntegratie in zijn eigen functie ten onrechte niet nakomt. De Satelliet heeft wel aangeboden om [eiser] extern te laten reïntegreren, maar daarmee hoeft [eiser] geen genoegen te nemen. Ook volgens het UWV heeft De Satelliet onvoldoende reïntegratieactiviteiten ontplooid. De Satelliet blijft barricades opwerpen en handhaven en [eiser] ziet daarom geen andere mogelijkheid dan De Satelliet door tussenkomst van de rechter tot de re-integratie van [eiser] in zijn eigen functie te dwingen. Het verweer De Satelliet betwist de vordering en voert daartoe -samengevat- het volgende aan. Voor zover [eiser] al een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, wat De Satelliet betwist, kan van De Satelliet niet worden gevergd dat zij [eiser] laat integreren dan wel terugkeren in zijn functie. Gelet op de halsstarrige houding van [eiser] ten aanzien van externe re-integratie, zijn negatieve opstelling tegenover interim-directeur [XXX], en de schokkende conclusies uit het rapport van Bureau Bezemer & Kuiper, is een terugkeer van [eiser] naar De Satelliet uitgesloten. De Satelliet moet de kwaliteit van het onderwijs bewaken en voor een veilig en gezond werkklimaat zorgen. Zij heeft de zorgplicht om zodanige maatregelen te treffen als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat het personeel schade lijdt. Aan deze verplichtingen kan De Satelliet niet voldoen als [eiser] weer verschijnt bij De Satelliet. De beoordeling

1. Met betrekking tot het door De Satelliet betwiste spoedeisend belang van [eiser] bij de gevraagde voorziening is de kantonrechter van oordeel dat het spoedeisend belang ingebakken zit in de vordering. Niet alleen heeft elke herstelde werknemer er belang bij om terug te keren in het arbeidsproces, als die terugkeer deel uitmaakt van de afronding van het herstelproces -zoals in dit geval onweersproken is gesteld- is daarmee het belang van de werknemer zonder meer gediend. [eiser] zal daarom in zijn vordering ontvangen worden. 2. De gevorderde voorlopige voorziening komt slechts voor toewijzing in aanmerking als in dit geding aan de hand van de feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [eiser] zal worden toegewezen. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat dit niet het geval is. 3. Vast staat dat op De Satelliet als werkgever vanaf 21 januari 2009 de verplichting rust om zich ertoe in te spannen dat [eiser] in zijn eigen functie terugkeert. Dit brengt mee dat [eiser] in beginsel aanspraak kan maken op de nakoming door De Satelliet van deze verplichting. 4. De Satelliet heeft de vordering evenwel betwist en daartoe aangevoerd dat er zwaarwegende omstandigheden zijn die aan de interne re-integratie van [eiser] in de weg staan. De Satelliet heeft dit nader toegelicht aan de hand van de verklaring van de interim-directeur [XXX], het hierboven aangehaalde rapport van Bureau Bezemer & Kuiper, de in dat rapport opgenomen verklaringen van de individuele collega s, en de precaire kwaliteitssituatie van de school als blijkt uit het rapport van de Onderwijsinspectie van 5 februari 2009. 5. Tegen dat rapport van Bezemer & Kuiper heeft [eiser] wel geageerd, zij het vrijwel uitsluitend met betrekking tot het formele punt van wie de opdracht tot dat onderzoek heeft gegeven. Aangezien de inhoud en conclusies van het rapport door [eiser] niet gemotiveerd zijn weersproken, is voldoende aannemelijk geworden dat de terugkeer van [eiser] in zijn eigen functie van De Satelliet niet gevergd kan worden. Zij is immers als werkgever ook verantwoordelijk voor het welzijn in arbeidsrechtelijke zin van de andere medewerkers, en zoals uit de conclusies van het onderzoek blijkt is er geen basis voor de terugkeer van [eiser] als directeur van de school. Uit de toelichting van [eiser] ter zitting is daarnaast nog eens duidelijk geworden dat hij zich niet om het negatieve rapport van de Onderwijsinspectie van 5 februari 2009 lijkt te bekommeren laat staan dat hij zich daar (mede) verantwoordelijk voor lijkt te voelen. Ten slotte geldt dat de samenwerking met de interim-directeur zeer moeizaam verloopt, hetgeen naar voorlopig aannemelijk is geworden moet worden toegeschreven aan de weinig coöperatieve opstelling van [eiser]. 6. [eiser] heeft ter zitting verder nog gesteld dat voordat hij bij De Satelliet en in zijn eigen functie kan terugkeren, het nodig zal zijn dat eerst de tussen partijen bestaande barricades worden opgeruimd, door middel van een mediation-gesprek met bestuur, medewerkers en interim-directeur waarbij alle geschilpunten aan de orde komen. Volgens De Satelliet zijn de aanwezige blokkades niet van die orde dat die nog door mediation uit de weg kunnen worden geruimd. 7. [eiser] ziet kennelijk ook in dat zijn terugkeer op school niet reëel lijkt zonder een voorafgaand bemiddelend gesprek. De Satelliet kan evenwel niet tot mediation worden verplicht, en zij heeft overigens voldoende aannemelijk gemaakt dat de bezwaren tegen [eiser] van dien aard zijn dat deze door middel van mediation kunnen worden weggenomen. 8. Uit het voorgaande volgt dat De Satelliet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat aan de interne re-integratie in de verhouding tot de overige medewerkers van de school onoverkomelijke bezwaren kleven. Op dit moment zou die re-integratie van [eiser] bovendien een te zware wissel trekken op een organisatie die alle energie en aandacht moet steken in verbetering van de organisatie en het onderwijs. Dit betekent dat naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet van De Satelliet kan worden gevergd dat zij thans uitvoering geeft aan de op haar rustende verplichting tot re-integratie.

De door [eiser] gevorderde voorziening moet dan ook worden geweigerd. 9. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden. 10. De proceskosten komen voor rekening van [eiser] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. De beslissing De kantonrechter: - weigert de voorlopige voorziening; - veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van De Satelliet tot en met vandaag worden begroot op 400,00 aan salaris gemachtigde. Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Dubois en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.