Predikant: Ds. Helene Perfors Organist: Mw. Hanneke Muntjewerf Welkom en mededelingen van de kerkenraad De kinderen gaan naar hun eigen dienst Psalm 27: 1,2 >>
2 Eén ding slechts kan ik van den HEER verlangen, dit ene: dat zijn gunst mij eenmaal geev' Hem dagelijks te loven met gezangen, te wonen in zijn huis zolang ik leef! Hoe lieflijk straalt zijn schoonheid van omhoog. Hier weidt mijn ziel met een verwonderd oog, aanschouwende hoe schoon en zuiver is zijn licht, verlichtende de duisternis.
Stil gebed Groet en bemoediging V: Groet G: Amen Bemoediging: V: Onze hulp is in de naam van de Heer G: die hemel en aarde gemaakt heeft, V: die trouw houdt tot in eeuwigheid. G: en niet laat varen het werk van zijn handen.
4 Zoals Gij eenmaal mijn geroep verhoorde, zo spreek weer tot uw knecht en geef hem licht. Mijn hart zegt stil de liefelijke woorden die Gij eens zeide: `Zoek mijn aangezicht'. Uw aangezicht, ik wil het zoeken, HEER! Verberg het niet, beproef mij niet te zeer! Ik hoop geen heil dan Gij voor mij bewaart, ik smacht naar 't uur dat Gij U openbaart!
GEBED OM ONTFERMING KYRIË Glorialied >>
De Tien Woorden gesproken lezing Ex. 20:1-17
DE HEILIGE SCHRIFT Gebed opening Schriften Job 30: 15-26 (en Job 38:1) 15 Verschrikkingen storten zich over me uit, mijn eer wordt weggevaagd als door de wind, als een wolk vervliegt mijn aanzien. 16 Nu stroomt het leven uit mij weg, ik ontsnap niet meer aan mijn ellende. 17 s Nachts jaagt hij helse pijnen door mijn botten, het bloed in mijn aderen komt niet tot rust. 18 Hij rukt met geweld aan mijn kleed, omklemt mij met de kraag van mijn mantel. 19 Hij heeft me neergesmeten in het slijk en ik ben als stof, als as geworden.
20 Ik roep u om hulp, maar u antwoordt niet; ik sta voor u, maar u wilt mij niet zien. 21 U bent wreed voor mij geworden, met al uw kracht hebt u zich tegen mij gekeerd. 22 U tilt me op en laat me rijden op de wind, uw woedende storm schudt mij heen en weer. 23 Ja, ik weet dat u mij naar de dood drijft, naar het huis van samenkomst voor alle levenden. 24 Maar keert men zich tegen een mens in nood, wanneer hij, de ondergang nabij, om hulp roept? 25 Heb ik niet gehuild om wie in nood verkeerde? Had ik geen medelijden met de behoeftige? 26 Ik hoopte op het goede, maar het kwade kwam, het licht verwachtte ik, maar de duisternis brak aan.
Psalm 107: 9 en 10 9 Waarom sluit gij uw ogen? Zijn licht ontsteekt het licht, zijn geest komt aangevlogen, verheft uw aangezicht! Dankt dan den HEER als gij de doodsnacht zijt ontvloden - de schemer gaat voorbij, de morgen is ontboden.
10 Laat ons nu voor den HERE zijn goedertierenheid toezingen en vereren de God die ons bevrijdt. Want wie zijn hulp verlangt, Hem aanroept in gebeden, verlost Hij uit de angst en leidt Hij tot den vrede.
Lucas 17:1-10 1 Tegen zijn leerlingen zei hij: Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, alleen: wee degene die daarvoor verantwoordelijk is! 2 Het zou beter voor hem zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee werd geworpen dan dat hij ook maar een van deze geringen ten val zou brengen. 3 Let dus goed op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. 4 En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: Ik heb berouw, dan moet je hun vergeven. 5 Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: Geef ons meer geloof! 6 De Heer zei: Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee! en hij zou jullie gehoorzamen.
7 Als iemand van jullie een knecht zou hebben die ploegt of de kudden weidt, dan zal hij, wanneer die thuiskomt van het land, toch niet tegen hem zeggen: Ga maar meteen aan tafel? 8 Zal hij niet veel eerder tegen hem zeggen: Maak iets te eten voor me klaar, doe je gordel om en bedien me terwijl ik eet en drink, en daarna kun je zelf eten en drinken? 9 Hij bedankt de knecht toch niet omdat die gedaan heeft wat hem is opgedragen? 10 Hetzelfde geldt voor jullie; wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.
Zingen: U komt de lof toe
Gezang 437
2 Schep, God, een nieuwe geest in mij, een geest van licht, zo klaar als Gij; dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt en ga de weg die U behaagt. 3 Wees Gij de zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan, tot ik U zie, o eeuwig Licht, van aangezicht tot aangezicht. Uitleg en verkondiging
Gezang 313
2 Wek de dode christenheid uit haar zelfverzekerdheid; zend uw stralen overal, dat de aarde U loven zal. Erbarm U, Heer. 3 Zie, Heer, de verdeeldheid aan, die geen mens ooit helen kan. Breng, o Herder, in Gods naam uw verstrooide kudde saam. Erbarm U, Heer.
4 Open overal de poort, Heer, voor uw voortvarend woord, win elk volk met stille kracht voor uw rijk, - verdrijf de nacht! Erbarm U, Heer. 5 Geef geloof aan wie Gij zendt, hoop en liefde, dat op 't eind wat met tranen werd gezaaid met gejuich mag zijn gemaaid. Erbarm U, Heer.
6 Laat ons zo uw heerlijkheid zien in deze donkre tijd, opdat wij nu en voortaan trouw U ter beschikking staan. Erbarm U, Heer. 7 Alle eer en macht en kracht worde, Heer, U toegebracht; heel de mensheid stemme saam in de drieklank van uw naam. Erbarm U, Heer.
GEBEDEN EN GAVEN Dankzegging en voorbeden -Ieder deel kan worden besloten met: BLOEMENGROET INZAMELING: KERK In stand houden kerkgebouw SLOTLIED >>
5 O gij verdrukte, die onrecht moet lijden, Hij die u recht verschaft is hier! Hongrige, Hij wil u spijze bereiden, dorstige, zie de heilsrivier! Zijt gij geboeid, Hij maakt u vrij; God schenkt genade velerlei. Halleluja! Halleluja!
7 Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen Hem die zo grote dingen doet. Alles wat adem heeft, roepe nu amen, zinge nu blijde: God is goed! Love dan ieder die Hem vreest Vader en Zoon en Heilge Geest! Halleluja! Halleluja! ZEGEN, gevolgd door 3 x gezongen Amen