Kwantitatieve risicoanalyse

Vergelijkbare documenten
Kwantitatieve Risico Analyse

RAPPORT. Mijnbouwlocatie Wapse. Externe veiligheid. Vermilion Energy Netherlands B.V.

Kwantitatieve Risico Analyse (QRA)

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

QRA LPG-tankstation Auto Servicecenter Van den Elsen, Uden

QRA propaanopslag Overberg

QRA LPG-tankstation Vreeswijk in Nieuwegein

Externe veiligheid transport over de A12 langs deelplan 26 Vlietzone

QRA LPG tankstation De Staart

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

QRA LPG-tankstation aan het J.F. Kennedyplein

Risicoanalyse biogasinstallatie rwzi Harderwijk

Risicoanalyse Biovergister

QRA LPG-tankstation De Knoest in Nieuwegein

QRA Gastransportleiding Heerhugowaard W N.V. Nederlandse Gasunie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

QRA LPG station. Kwantitatieve Risicoanalyse voor het LPG tankstation aan de Cartesiusweg 140. Externe Veiligheid.

Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost

QRA LPG tankstation aan de Wagenweg 7

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6

Kwantitatieve risico analyse Baanplant / van Son en Koot Dongenseweg 3 A Kaatsheuvel

QRA LPG tankstation aan de Wagenweg 7

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE N deel-1

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

Het PR en de hoogte van het GR dient berekend te worden. In onderhavig onderzoek is hiervoor gebruik gemaakt van het rekenmodel Safeti-NL [2].

Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie. Door: Afdeling Beleid en Advies

Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht

Kwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleidingen Wezelseveldweg. Door: Chris Rodoe

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan:

Rapport. Plaatsgebonden risico en Groepsrisico LPG-tankstation Laan der Verenigde Naties

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Risicoberekening Hogedrukaardgasleiding W en W t.b.v. BP Driegatenbrug, Leiderdorp

Onderzoek externe veiligheid buisleidingen bestemmingsplan Morgenstond

QRA LPG station Kwantitatieve Risicoanalyse voor het LPG tankstation aan het Herculesplein Externe Veiligheid Gemeente Utrecht juni 2008 Definitief

Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening Amersfoort Oost. Door: R Polman

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan bedrijventerreinen Maasbracht

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Woningbouw Mariahoeve Den Haag actualisatie externe veiligheid

Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W Kromslootpark te Almere

Kwantitatieve risicoanalyse hogedrukaardgasleiding Bestemmingsplan Kern Nieuwveen & Zevenhoven & Noordeinde

: Gaswinlocatie Eesveen en leidingstrook Eesveen - Nijensleek : M.e.r.-beoordeling, ex. artikel 7.16 Wet milieubeheer

Aardgastransportleidingen A en A

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Waterwijk

Kwantitatieve Risicoanalyse Haytinksdijk 1a Barchem

Kwantitatieve risicoanalyse aardgastransportleidingen Bestemmingsplan Blockhovepark

Project: Verbreding N244 & komst LPG tankstation, Horecafunctie en P+R

Kwantitatieve Risicoanalyse Nijmegen Template Synthon nieuw. Door: Mark Geurts, MARN

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011

Kwantitatieve Risicoanalyse Nieuwe situatie Grift Noord 2

Kwantitatieve risicoanalyse Tankstation Schmieman

Risicoanalyse BOL SuperTank te Bunschoten

Verantwoording groepsrisico. Hogedruk aardgastransportleidingen Overwhere-Zuid

Risicoberekening Hogedrukaardgasleidingen bestemmingsplan W4, Leiderdorp

Kwantitatieve Risicoanalyse (Carola) Hogedruk aardgasleidingen gemeente Heusden

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf

Kwantitatieve Risicoanalyse Saaksum gemeente Zuidhorn

Kwantitatieve Risicoanalyse BP Schellingwoude incl ontwikkelingen. Door: SnMusc

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Stadsbedrijvenpark. Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe K.F.J. Bertels

Risicoberekeningen vervoer gevaarlijke stoffen over N348 ten behoeve van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Parallelweg Lemelerveld.

Kwantitatieve Risicoanalyse Verantwoording groepsrisico, Kerkstraat/R. Koetsierstraat,Lemelerveld. Door: Gemeente Dalfsen, mei 2011

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Muziekwijk

1.1 Externe veiligheid Beoordelingskader

Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening buisleiding Baarn. Door: R Polman

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola Veenendaal-PR/GR-knelpunten Gasunie. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 26 april 2012

Kwantitatieve Risicoanalyse EV-berekeningen buisleidingen Stadsdeel Blerick Door: Rossenberg, PJM van

Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark

Kwantitatieve Risicoanalyse nieuwe situatie. Door: KuiperCompagnons

Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Externe veiligheidsberekening. Buisleidingen. Door: R Polman

Kwantitatieve Risicoanalyse Bellertstraat 16

Externe Veiligheid bestemmingsplan Maanweg 31 Leusden

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z

Bijlage 3 Rapportage risicoanalyse buisleidingen

Memo-rapportage externe veiligheid Onderzoek voorgenomen afsplitsing Stichting Vergunning Moleneind (SVM)

Kwantitatieve risicoanalyse bestemmingsplan Oosterhout-Zuid

Kwantitatieve Risicoanalyse Knuvendijk 1. Door: Brenda Eekhof

Kwantitatieve Risicoanalyse Leiding W te Zaanstad

Risicoanalyse LPG-tankstation Nieuwe Hemweg te Amsterdam

Kwantitatieve Risicoanalyse Deelplan 26 Den Haag

Risicoberekening LPG tankstation Total Drentse Poort Nieuw Buinen

Risicoanalyse Marco Gas te Bakel

Kwantitatieve risicoanalyses hogedrukaardgasleidingen Wassenaar

Kwantitatieve Risicoanalyse QRA gasleiding W-553; Bestemmingsplan 'Vijfakkers-Noord' Gemeente Zuidplas

QRA LPG tankstation aan de Wagenweg 7

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan bedrijventerrein Noord en West. Door: Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe

Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan Hansweert

Kwantitatieve Risicoanalyse Reekstraat Wolfsbossingel Beuningen 7 woningen. Door: Mark Geurts, MARN

Risicoberekeningen A44 plangebieden Oegstgeest

Externe veiligheid uitbreiding Houtens Erf

Kwantitatieve Risicoanalyse Berekening nieuwe situatie Laarberg/Zuidgang. Door: F. Th. Geurts

Transcriptie:

Kwantitatieve risicoanalyse Gasproductielocatie Langezwaag QRA Vermilion Oil & Gas Netherlands BV maart 2012 definitief

Kwantitatieve risicoanalyse Gasproductielocatie Langezwaag QRA dossier : BA5753-112-100 registratienummer : MD-AF20120329/ISEE versie : 1 classificatie : Vermilion Oil & Gas Netherlands BV maart 2012 definitief DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

INHOUD BLAD 1 SAMENVATTING 2 2 INLEIDING 3 3 WETGEVING MET BETREKKING TOT EXTERN RISICO 4 3.1 Plaatsgebonden risico (PR) 4 3.2 Groepsrisico (GR) 5 4 INSTALLATIEBESCHRIJVING 6 4.1 Locatie 6 4.2 Procesbeschrijving 6 4.3 Procesgegevens 6 5 MODELLERING VAN SCENARIO S 7 5.1 Gasputten 7 5.1.1 Gasput Langezwaag-001 8 5.1.2 Gasput Langezwaag-002 9 5.2 Driefasescheiders 9 5.2.1 Fasescheider 1 (LZG-001) 10 5.2.2 Fasescheider 2 (LZG-002) 10 5.3 Leidingen 11 5.3.1 3 inch leiding van put LZG-001 naar fasescheider 1 11 5.3.2 3 inch leiding van put LZG-002 naar fasescheider 2 12 5.3.3 Exportleiding 12 5.4 Atmosferische tanks 13 6 RESULTATEN 14 6.1 Plaatsgebonden risico (PR) 14 6.2 Groepsrisico (GR) 16 7 CONCLUSIE 17 8 REFERENTIES 18 9 COLOFON 19 MD-AF20120329/ISEE - 1 -

1 SAMENVATTING Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. (Vermilion), statutair gevestigd te Amsterdam en verder Vermilion genoemd, is een onderdeel van het Canadese bedrijf Vermilion Energy Inc. Vermilion Energy Inc is actief met olie- en gaswinning in Canada, Australië, Frankrijk en, sinds mei 2004, in Nederland. De activiteiten in Nederland bestaan uit het winnen van aardgas in de provincies Friesland en Noord-Holland. Één van de productielocaties van Vermilion is gelegen aan het Lang Ein te Langezwaag (gemeente Opsterland) in Friesland. Vermilion is voornemens om gasput LZG-001 in productie te nemen. Mogelijk dat in de toekomst de locatie Langezwaag-1 wordt uitgebreid met een tweede put (LZG-002).Onderhavige QRA anticipeert hierop door in de beoordeling uit te gaan van twee producerende putten. Voor gasproductie is een vergunning van de minister van Economische Zaken. Landbouw en Innovatie nodig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de zogenaamde omgevingsvergunning. De QRA is uitgevoerd aan de hand van de Interim Handleiding Risicoberekeningen Externe Veiligheid [ref. 1]. Deze tijdelijke handleiding voor QRA berekeningen voor mijnbouwinstallaties is opgesteld door SodM. De tijdelijke handleiding wordt gebruikt tot de mijnbouwinrichtingen worden aangewezen onder het REVI en een definitieve rekenmethode is toegevoegd aan de Handleiding Risicoberekeningen BEVI [ref. 2]. Uit de berekening van het Plaatsgebonden Risico (PR) blijkt, dat binnen de 10-6 -contour geen (geprojecteerde) kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten aanwezig zijn. De 1% letaliteitafstand ligt maximaal circa 70 meter over de inrichtingsgrens. Binnen het invloedsgebied bevinden zich geen woningen of bedrijfsgebouwen. Er is dus geen groepsrisico te berekenen. Geconcludeerd wordt dat voldaan wordt aan de wetgeving met betrekking tot extern risico (BEVI). MD-AF20120329/ISEE - 2 -

2 INLEIDING Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V., statutair gevestigd te Amsterdam en verder Vermilion genoemd, is een onderdeel van het Canadese bedrijf Vermilion Energy Inc. Vermilion Energy Inc. is actief met olie- en gaswinning in Canada, Australië, Frankrijk en, sinds mei 2004, in Nederland. De activiteiten in Nederland bestaan uit het winnen van aardgas in de provincies Friesland en Noord-Holland. Één van de productielocaties van Vermilion is gelegen aan het Lang Ein te Langezwaag (gemeente Opsterland) in Friesland. Op de locatie Langezwaag is in september 2011 een proefboring uitgevoerd. Deze boring was succesvol. Vermilion is voornemens de geboorde put (LZG-001) evenals een nog te boren put (Langezwaag-002) in productie te nemen. Voor de gasproductie is een omgevingsvergunning vereist en het zal bestemmingsplan gewijzigd moeten worden om gaswinning op de locatie mogelijk te maken. De QRA geeft een analyse van het extern risico ten gevolge van de inrichting gasproductie en onderhoud aan de putten op de locatie Langezwaag. Het extern risico wordt beoordeeld op twee parameters. Deze zijn het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Mijnbouw is (nog) niet aangewezen in de REVI (Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen). Aan de aanwijzing in het REVI wordt momenteel gewerkt. Anticiperend op de aanwijzing van mijnbouw in de REVI zullen de resultaten uit de QRA getoetst worden aan de normen uit het BEVI. MD-AF20120329/ISEE - 3 -

3 WETGEVING MET BETREKKING TOT EXTERN RISICO Op 27 oktober 2004 is het BEVI formeel van kracht worden. Gelijktijdig met het Besluit is een Ministeriele Regeling gepubliceerd met daarin opgenomen onder andere tabellen met veiligheidsafstanden, rekenvoorschriften etc. In de onderstaande paragrafen wordt een korte samenvatting gegeven van het BEVI met betrekking tot nieuwe ontwikkelingen. Het risicobeleid is gestoeld op twee risicomaten: Plaatsgebonden risico (PR): risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Door middel van iso-risicocontouren, waarbij punten met gelijk risico worden verbonden tot een contour, worden deze risico s op een kaart inzichtelijk gemaakt. Voorheen werd het PR ook wel individueel risico (IR) genoemd; Groepsrisico (GR): cumulatieve kansen per jaar dat 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Aan de hand van de feitelijke aanwezigheid van mensen kan de kans op een incident met meerdere doden inzichtelijk worden gemaakt. Hiervoor wordt de zogeheten FN-curve berekend waarin de kans op een aantal dodelijke slachtoffers wordt uitgezet tegen het aantal dodelijk getroffenen. 3.1 Plaatsgebonden risico (PR) Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats. Het is hierbij niet van belang of er op deze plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is. Bij het PR gaat het om de kans per jaar dat een gemiddelde persoon op een bepaalde plaats in de omgeving van een inrichting komt te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen in deze inrichting, ervan uitgaande dat deze persoon onbeschermd en permanent op deze plaats aanwezig is. Bij de het beoordelen van het PR wordt onderscheid gemaakt tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Onder de kwetsbare objecten vallen in eerste instantie objecten waar mensen doorgaans dag en nacht verblijven. Daarnaast verdienen kinderen, ouderen en (psychisch) zieken vanwege hun fysieke of psychische gesteldheid een bijzondere bescherming. Dit maakt scholen, bejaardenhuizen en ziekenhuizen dus ook tot kwetsbare objecten. Daarnaast kunnen objecten vanwege de hoge infrastructurele waarde onder de kwetsbare objecten vallen. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld telecommunicatiecentrales. In meer algemene zin is het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten gebaseerd op het aantal en de verblijftijd van groepen mensen en de aanwezigheid van adequate vluchtwegen. Voor (geprojecteerd 1 ) kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten gelden de volgende grenswaarden: (Geprojecteerd) kwetsbare objecten: PR hoger dan 10-5 per jaar: niet toegestaan PR tussen 10-5 en 10-6 per jaar: niet toegestaan PR lager dan 10-6 per jaar: toegestaan 1 Geprojecteerde objecten zijn objecten die gepland zijn geplaatst te worden. MD-AF20120329/ISEE - 4 -

(Geprojecteerd) beperkt kwetsbare objecten: PR hoger dan 10-5 per jaar: in beginsel niet toegestaan PR tussen 10-5 en 10-6 per jaar: in beginsel niet toegestaan PR lager dan 10-6 per jaar: toegestaan 3.2 Groepsrisico (GR) Het Groepsrisico kent geen strikte normering. Er geldt wel een oriënterende waarde, die recht doet aan de risicoaversie (hoe groter de ramp, hoe lager het acceptabele risico). De oriënterende waarde is te beschouwen als een soort thermometer. Deze waarde geeft een eerste inzicht in het niveau van het risico. Om het groepsrisico te beoordelen moet het bevoegd gezag daarnaast aangeven hoe: De bevolkingsdichtheid in het invloedsgebied van de inrichting (begrensd door 1% letaliteit) wordt beoordeeld en hoe deze eventueel wijzigt in de Langezwaag-002; Mogelijke maatregelen van invloed zijn op het groepsrisico en op welke wijze deze zijn meegenomen in het onderzoek; Rekening is gehouden met aspecten als rampenbestrijding, zelfredzaamheid van omwonenden en beheersbaarheid bij een eventuele calamiteit. Dit is de zgn. verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Een vergunning kan dus worden verleend als de oriënterende waarde wordt overschreden. Wel moet door het bevoegd gezag invulling worden gegeven aan de verantwoordingsplicht. Bij overschrijding van de oriënterende waarde zal de weging van de andere verantwoordingsaspecten zwaarder zijn. In het onderstaande figuur is de oriënterende waarde weergegeven. 1 x 10-5 1 x 10-6 f (frequentie) 1 x 10-7 1 x 10-8 1 x 10-9 1 10 100 1.000 N (slachtoffers) Afbeelding 3-1. Oriënterende waarde voor het groepsrisico volgens BEVI. MD-AF20120329/ISEE - 5 -

4 INSTALLATIEBESCHRIJVING 4.1 Locatie De locatie Langezwaag-1 is gelegen aan het Lang Ein te Langezwaag (gemeente Opsterland) in Friesland. De locatie ligt in een agrarisch gebied. De dichtstbijzijnde woning ligt op een afstand van circa 460 meter vanaf het hart van de productielocatie. 4.2 Procesbeschrijving De productielocatie is een normaal onbemande installatie. Alleen gedurende activiteiten op de locatie zal personeel aanwezig zijn. Deze activiteiten zijn (koud) opstarten van de putten, het uit bedrijf nemen van de installatie en werkzaamheden aan de putten zoals wire lining. De systemen op de locatie worden op afstand gecontroleerd en bestuurd. De locatie is voorzien van een onafhankelijk Emergency Shutdown Systeem (ESD), wat geheel autonoom de beveiliging van het proces waarborgt. Op de locatie zijn in de toekomstige situatie twee putten actief voor de productie van ruw aardgas, namelijk Langezwaag-001 en Langezwaag-002. 4.3 Procesgegevens De volgende procesgegevens zijn aangeleverd en gebruikt voor de risicoberekeningen. Put CITP 2 (barg) Blow-out potential (knm3/d) Diameter Tubing (inch) Langezwaag-001 180 600 ~ 3inch Langezwaag-002 180 600 ~ 3inch 2 Closed tubing head pressure, de druk van de put, wanneer deze is ingesloten. MD-AF20120329/ISEE - 6 -

5 MODELLERING VAN SCENARIO S De potentiële effecten van de gevaren ten gevolge van de gasproductieactiviteiten op de locatie Langezwaag-1 worden bepaald door allereerst mogelijke loss of containment (LOC) scenario s vast te stellen. Deze scenario s geven de meest realistische situaties van ontsnapping en ontsteking van aardgas vanuit de installaties op de locatie weer. De scenario s en frequenties van optreden zijn grotendeels gebaseerd op de Handleiding Risicoberekeningen BEVI [ref 1]. Specifiek voor mijnbouwlocaties is door SodM een interim handleiding risicoberekeningen uitgebracht [ref. 3]. De handleiding is geldig zolang mijnbouw locaties nog niet zijn aangewezen in het Revi en de modellering niet is ondergebracht in de Handleiding Risicoberekeningen BEVI. Er is geen subselectie uitgevoerd gezien het relatief kleine aantal installatiedelen. De volgende installatieonderdelen worden uitgewerkt in dit hoofdstuk: 1. Gasputten (Langezwaag-001 en Langezwaag-002) 2. Driefasenscheiders 3. Leidingen 4. Export leiding 5. Atmosferische tanks: Formatiewatertank Methanol opslag en injectie Corrosie-inhibitor opslag en injectie Glycoltank 5.1 Gasputten In de productiefase zijn er twee putten in productie op de locatie, te weten Langezwaag-001 en Langezwaag-002. In deze QRA is het externe risico bepaald voor de gasproductie uit de putten en bijbehorende installaties. Loss of containment van een gasput resulteert in een blow-out. Blow-out is het ongecontroleerd (falen van alle barrières) vrijkomen van gas vanuit het gas reservoir (objective). Het potentieel van een blow-out is afhankelijk van de reservoirkarakteristieken, de putdruk en de diameter van de tubing / casing. De blowout potentiëlen voor de putten op de productielocatie zijn aangeleverd door Vermilion. Blow-out (en well release) van een put heeft de meeste kans van optreden tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de put. De frequentie van blow-out van een put is gebaseerd op de kans van falen tijdens de werkzaamheden, gegeven in onderstaande tabel. De faalfrequenties zijn overgenomen uit tabel 3 van de Interim Handleiding [ref. 3]. De frequentie van activiteiten is aangeleverd door Vermilion. MD-AF20120329/ISEE - 7 -

Tabel 5-1: Blow-out frequentie gasputten opgesplitst per activiteit Activiteit Blow-out Lekkage verticaal Productie (per put per jaar) Wireline (per activiteit) Coiled tubing (per activiteit) Work over (per activiteit) Snubbing (per activiteit) Verticaal Horizontaal Activiteit frequentie (per jaar) Blow-out verticaal Lek frequentie (per jaar) (per jaar) Verticaal Horizontaal 7,17x10-5 1,06x10-4 1,98x10-5 continu 7,17x10-5 1,06x10-4 1,98x10-5 2,25x10-5 4,18x10-5 7,14x10-6 1x per jaar 2,25x10-5 4,18x10-5 7,14x10-6 5,54x10-4 4,43x10-4 1,11x10-4 1x per 5 jaar 1,1x10-4 8,86x10-5 2,22x10-5 1,09x10-3 9,47x10-4 2,27x10-4 1x per 30 jaar 3,63x10-5 3,16x10-5 7,57x10-6 6,63x10-4 5,30x10-4 1,33x10-4 Komt niet voor nvt nvt nvt Totaal 2.41x10-4 2.68x10-4 5.67x10-5 5.1.1 Gasput Langezwaag-001 Blow-out tijdens productie, wirelining en coiled tubing vindt plaats via de tubing (2.4 inch) van de put. Deze tubing blow-out wordt gemodelleerd met het long pipeline model op basis van de diepte (2380) van de put, de diameter van de tubing en de maximale druk van de ingesloten put (closed-in tubing head pressure, CITHP). In het model wordt rekening gehouden met de initiële tijdsafhankelijke uitstroom, die substantieel hoger is dan de blow-out potential van de put. Bij blow-out tijdens productie zal ook gas terugstromen vanuit de leidingen en de fasescheider. Vanuit de exportleiding zal gas uitstromen via de 3 inch leiding (circa 40 meter) en de fasescheider waarbij de inhoud van de leiding wordt gevoed door uitstroming vanuit de overige putten en de exportleiding naar Garijp. Deze terugstroming is gemodelleerd als een line rupture van een 3 inch leiding van 40 meter met een grote (1*10 8 kg) inhoud. Tijdens werkzaamheden is de flowline afgesloten en wordt terugstroming niet meegenomen. Blow-out tijdens een work over zal plaatsvinden via de tubing (80%) of de casing (20%). De uitstromende massa is voor deze scenario s gelijk aan de blow-out potential van de put. In dit geval wordt geen rekening gehouden met de initiële tijdsafhankelijke uitstroom, omdat blow-out tijdens deze activiteiten begint vanuit een statische toestand (dode put, d.w.z. atmosferische druk aan de putmond). Dit scenario wordt gemodelleerd als user defined source. Bovenstaande wijze van modellering is gebaseerd op de Interim handleiding [ref. 3], bijlage bij hoofdstuk 1.4.3, op pagina 12. Alle lekscenario s worden berekend op basis van een gatdiameter ter grootte van 10% van de tubing diameter en de maximale druk van de ingesloten put (CITHP). In navolgende tabel zijn de frequenties en uitstroomdebieten voor de verschillende scenario s gegeven. MD-AF20120329/ISEE - 8 -

Tabel 5-2. Loss of containment gasput LZG-001 Scenario Uitstroomdebiet Frequentie (per jaar) (kg/s) Blow-out tijdens productie 43.7(19.5+24.2) 7,17x10-5 Blow-out tijdens wirelining, coiled tubing 19.5 1,33x10-4 Blow-out tijdens work-over 5.0 3,63x10-5 Putlekkage 1.5 2,68x10-4 (verticaal) 5,67x10-5 (horizontaal) 5.1.2 Gasput Langezwaag-002 Uitstroming uit de put LZG-002 is op gelijke wijze gemodelleerd als gasput LZG-001. In onderstaande tabel zijn de frequenties en uitstroomdebieten voor de verschillende scenario s gegeven. De 3 inch leiding naar de exportleiding is met circa 65 meter, langer dan de leiding vanuit de put LZG-001 naar de exportleiding (circa 40 meter). De uitstroming vanuit de zijde van de flowline bij een blowout is daarom kleiner. Tabel 5-3. Loss of containment gasput LZG-002 Scenario Uitstroomdebiet Frequentie (per jaar) (kg/s) Blow-out tijdens productie 39.4 (19.5+19.9) 7,17x10-5 Blow-out tijdens wirelining, coiled tubing 19.5 1,33x10-4 Blow-out tijdens work-over 5.0 3,63x10-5 Putlekkage 1.5 2,68x10-4 (verticaal) 5,67x10-5 (horizontaal) 5.2 Driefasescheiders Een fasescheider is een procesvat. De HRB geeft voor procesvaten de volgende LOC scenario s en frequenties: Tabel 5-4. LOC-scenario s reactor- en procesvaten Frequentie (1/jaar) Instantaan falen van de gehele inhoud van het procesvat 5*10-6 Vrijkomen van de gehele inhoud in 10 min. in een continue en constante stroom 5*10-6 Continu vrijkomen uit een gat met een effectieve diameter van 10 mm 1*10-4 MD-AF20120329/ISEE - 9 -

5.2.1 Fasescheider 1 (LZG-001) Deze fasescheider heeft een inhoud van circa 0,5 m 3 De totale gas-uitstroom door instaan falen wordt bepaald door nalevering vanuit de leidingen door het relatief kleine volume van de fasescheider. Vanuit het leidingdeel (putzijde) zal de uitstromende hoeveelheid niet groter zijn dan wat maximaal uit gasput LZG-001 kan stromen. Deze horizontaal gerichte uitstroming is gemodelleerd als een long pipeline (zie ook blow-out wirelining ). Vanuit de andere zijde stroomt gas uit de 3 inch leiding (circa 10 meter) welke wordt gevoed vanuit de 3 inch exportleiding. Dit is gemodelleerd als een line rupture met een lengte van 10 meter en een diameter van 3 inch 3. Voor het tweede LOC scenario is het uitstroom debiet bepaald op basis van het leegstromen van het vat in 10 minuten. De uitstroomduur is minimaal 1800 seconden, doordat nalevering van gas plaats vindt uit de aangesloten systemen. Tabel 5-5. Loss of containment Fasescheider-1 (LZG-001) Scenario Uitstroomdebiet Frequentie (per jaar) (kg/s) Instantaan falen (putzijde) 19.5 5*10-6 Instantaan falen (zijde exportleiding) 38.8 5*10-6 Vrijkomen van de gehele inhoud in 10 min. in een continue en constante stroom Continu vrijkomen uit een gat met een effectieve diameter van 10 mm 0.04 5*10-6 0.9 1*10-4 5.2.2 Fasescheider 2 (LZG-002) De LOC-scenario s zijn op gelijke wijze gemodelleerd als fasescheider 1. De leiding naar de exportleiding is circa 5 meter, dit resulteert bij instantaan falen van de fasescheider in een grotere uitstroom; Tabel 5-6. Loss of containment Fasescheider-1 (LZG-002) Scenario Uitstroomdebiet Frequentie (per jaar) (kg/s) Instantaan falen (putzijde) 19.5 5*10-6 Instantaan falen (zijde exportleiding) 46.1 5*10-6 Vrijkomen van de gehele inhoud in 10 min. in een continue en constante stroom Continu vrijkomen uit een gat met een effectieve diameter van 10 mm 0.04 5*10-6 0.9 1*10-4 3 Modellering als een line rupture is uiterst conservatief. Immers, de berekende uitstroom is groter dan de uitstroom van de exportleiding en de gasproductieput samen. MD-AF20120329/ISEE - 10 -

5.3 Leidingen Gas wordt tijdens productie vanuit de putten via de fasescheiders naar de exportleiding en uiteindelijk de behandelingslocatie Garijp getransporteerd. De leidingen hebben een diameter van 3 inch en staan tijdens productie op een druk tot 65 barg. Grotendeels zijn deze leidingen bovengronds gelegen. In deze QRA zijn de volgende leidingen gemodelleerd. 3 inch leiding van put LZG-001 naar fasescheider 1 3 inch leiding van put LZG-002 naar fasescheider 2 exportleiding Voor bovengrondse leidingen zijn de volgende LOC scenario s en frequenties vastgesteld in de HRB: Tabel 7. LOC-scenario s voor bovengrondse leidingen LOC-scenario Frequentie (per meter per jaar) 75 mm < Nominale diameter < 150 mm Breuk van de leiding 3*10-7 Lek met een effectieve diameter van 10% van de nominale diameter, maximaal 50 mm 2*10-6 Voor ondergrondse leidingen wijken de scenario s en de frequenties in het HRB af van de bovengrondse leidingen; LOC-scenario Frequentie (per meter per jaar) 75 mm < Nominale diameter < 150 mm Breuk van de leiding 5*10-7 Lek met een effectieve diameter van 20 mm 1.5*10-6 5.3.1 3 inch leiding van put LZG-001 naar fasescheider 1 Bij een breuk van de leiding zal vanuit beide zijden van de breuk gas uitstromen. Na ontsteking zal dit resulteren in twee, in richting tegengestelde, toortsbranden. Bij een breuk van de leiding zal de uitstromende hoeveelheid vanuit de putzijde niet groter zijn dan wat maximaal uit gasput LZG-001 kan stromen. Deze horizontaal gerichte uitstroming is gemodelleerd als een long pipeline (zie ook blow-out wirelining ). Vanuit de andere zijde stroomt gas uit de 3 inch leiding welke MD-AF20120329/ISEE - 11 -

wordt gevoed vanuit de 3 inch exportleiding. Dit is gemodelleerd als een line rupture met een lengte van 20 meter en een diameter van 3 inch. Tabel 5-8. Loss of containment 3 inch leiding (LZG-001) Scenario Uitstroomdebiet (kg/s) Frequentie (per meter per jaar) Breuk van de leiding (putzijde) 19.5 3*10-7 Breuk van de leiding (zijde exportportleiding) 31.2 3*10-7 Lekkage van de leiding 0.5 2*10-6 5.3.2 3 inch leiding van put LZG-002 naar fasescheider 2 De 3 inch leiding van de gasput LZG-002 naar fasescheider is op gelijke wijze gemodelleerd als de leiding die vanuit de put LZG-001 naar de fasescheider 1 loopt. In onderstaande tabel zijn de berekende uitstroomdebieten gegeven. Tabel 5-9. Loss of containment 3 inch leiding (LZG-002) Scenario Uitstroomdebiet (kg/s) Frequentie (per meter per jaar) Breuk van de leiding (putzijde) 19.5 3*10-7 Breuk van de leiding (zijde exportportleiding) 27.0 3*10-7 Lekkage van de leiding 0.5 2*10-6 5.3.3 Exportleiding De exportleiding heeft een totale lengte van circa 2 kilometer en een diameter van 3 inch. De exportleiding sluit aan op de bestaande exportleiding 1-32 OL001-6-43. Circa 5 meter van de exportleiding is bovengronds gelegen. Bij een breuk van de leiding stroomt vanuit 1 zijde uit de 2 kilometer exportleiding (gemodelleerd als een long pipeline), vanuit de andere zijde stroomt gas uit de 3 fasescheiders en de producerende putten (gemodelleerd als een line rupture). Tabel 5-10. Loss of containment 3 inch exportleiding (bovengronds) Scenario Uitstroomdebiet (kg/s) Frequentie (per meter per jaar) Breuk van de leiding (putzijde) 46.1 3*10-7 Breuk van de leiding (zijde exportportleiding) 8.0 3*10-7 Lekkage van de leiding 0.5 2*10-6 MD-AF20120329/ISEE - 12 -

Tabel 5-11. Loss of containment 3 inch exportleiding (ondergronds) Scenario Uitstroomdebiet (kg/s) Frequentie (per meter per jaar) Breuk van de leiding (putzijde) 38.8 3*10-7 Breuk van de leiding (zijde exportportleiding) 8.0 3*10-7 Lekkage van de leiding 3.4 2*10-6 5.4 Atmosferische tanks Het formatiewater afgescheiden van de gasstroom wordt opgeslagen in een formatiewatertank. Deze tank bevat voornamelijk formatiewater met een kleine hoeveelheid aardgascondensaat. De formatiewatertank is niet meegenomen in de QRA. Naast de opvangvoorzieningen voor formatiewater zijn er een atmosferische tank met corrosie-inhibitie vloeistof en methanol op de locatie aanwezig. Conform de interim handleiding [ref. 3] worden chemicaliën injectiesystemen niet meegenomen in de QRA. De tank met di-ethyleen glycol (DEG) is in de berekeningen opgenomen. Voor atmosferische opslagvaten zoals de Glycol opslag (dubbelwandig met lekdetectie) zijn de volgende LOC scenario s en frequenties vastgesteld in de Handleiding Risicoberekeningen BEVI: Scenario Omschrijving Frequentie (/ jaar) GT1 Instantaan vrijkomen van de gehele inhoud van het vat 1x10-8 Tabel 5-12: LOC scenario's en frequenties atmosferische opslagtanks MD-AF20120329/ISEE - 13 -

6 RESULTATEN 6.1 Plaatsgebonden risico (PR) In Afbeelding 6-2 is het plaatsgebonden risico (PR) ten gevolge van de gasproductie-activiteiten op de locatie Langezwaag-1 weergegeven. De iso-risicocontouren zijn een weergave van de kans (per jaar) van overlijden op een specifieke locatie. Afbeelding 6-2. Plaatsgebonden risicocontouren Langezwaag Uit Afbeelding 6-2 kan worden opgemaakt dat de 10-6 contour, de bepalende parameter voor het PR, over de inrichtingsgrens van de locatie Langezwaag-1 ligt. Binnen de 10-6 iso-risicocontour liggen geen (beperkt) kwetsbare objecten. Risk ranking points Door middel van het toevoegen van zogenaamde risk ranking points kan in Safeti NL de bijdrage van de verschillende scenario s aan het PR op een specifiek punt bepaald worden. De maatgevende scenario s op vier locaties rondom de gasproductielocatie en de bijdrage aan het risico zijn gegeven in Tabel 6-1. De risk ranking points zijn zo geplaatst dat zij (ongeveer) op de 10-6 iso-risicocontour liggen. MD-AF20120329/ISEE - 14 -

Afbeelding 6-3. Risk ranking points Tabel 6-1: Rangschikking risicobijdrage van de verschillende scenario's Locatie Scenario Risicobijdrage (%) Noordzijde Oostzijde Westzijde Zuidzijde Leidingbreuk leiding naar fasescheider 1 53 Blow-out productie LZG-002 33 Blow-out wirelining en coiled tubing LZG-002 14 Leidingbreuk leiding naar fasescheider 1 30 Leidingbreuk leiding naar fasescheider 2 31 Instantaan falen fasescheider 1 13 Instantaan falen fasescheider 2 15 Leidingbreuk bovengronds exportleiding 9 Leidingbreuk leiding naar fasescheider 1 28 Leidingbreuk leiding naar fasescheider 2 32 Instantaan falen fasescheider 1 17 Instantaan falen fasescheider 2 18 Instantaan falen fasescheider 1 18 Instantaan falen fasescheider 2 26 Leidingbreuk leiding naar fasescheider 1 22 Leidingbreuk leiding naar fasescheider 2 11 Leidingbreuk ondergronds exportleiding 13 Leidingbreuk bovengronds exportleiding 12 MD-AF20120329/ISEE - 15 -

6.2 Groepsrisico (GR) Het groepsrisico geeft de kans op het aantal mogelijke slachtoffers ten gevolge van een incident op de gasproductielocatie. Dit wordt weergegeven in een grafiek waarin het aantal potentiële slachtoffers wordt uitgezet tegen de kans per jaar. In deze grafiek is ook de, in hoofdstuk 3 toegelichte, oriëntatiewaarde weergegeven. Het GR wordt bepaald op basis van de LOC scenario s en de aanwezigheid van mensen binnen het invloedsgebied van de activiteiten. Het invloedsgebied is weergegeven in onderstaande figuur. Afbeelding 6-4. Invloedsgebied locatie Langezwaag In het geval van locatie Langezwaag is geen groeprisico berekend omdat er zich geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van de locatie bevinden. MD-AF20120329/ISEE - 16 -

7 CONCLUSIE De resultaten van de risicoberekeningen in deze rapportage hebben betrekking op de activiteiten op de locatie Langezwaag. Uit de berekening van het Plaatsgebonden Risico per jaar (PR) blijkt, dat binnen de 10-6 -contour geen (geprojecteerde) kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten aanwezig zijn. De 1% letaliteitafstand ligt maximaal circa 70 meter buiten de inrichtingsgrens. Binnen de 1% letaliteitafstand ofwel het invloedsgebied bevindt zich geen bevolking. Er is dus ook geen groepsrisico te berekenen. Geconcludeerd wordt dat voldaan aan de volgende waarden uit het BEVI; * Grenswaarde PR voor kwetsbare objecten * Richtwaarde PR voor beperkt kwetsbare objecten * Oriënterende waarde voor het GR. MD-AF20120329/ISEE - 17 -

8 REFERENTIES 1 RIVM, Handleiding Risioberekeningen BEVI, versie 3.2, 01-07-2009 2 Det Norske Veritas, Safeti NL, versie 6.54 3 SodM, Interim Handleiding Risicoberekeningen Externe Veiligheid Mijnbouwlocaties, versie1, 24-06- 2010 MD-AF20120329/ISEE - 18 -

Environment and Sustainability Laan 1914 nr. 35 3818 EX Amersfoort Postbus 1132 3800 BC Amersfoort T (033) 468 20 00 F (033) 468 28 01 E info@dhv.com www.dhv.nl

Press "Appendix Report" button to Insert the First Appendix Vermilion Oil & Gas Netherlands BV/Kwantitatieve risicoanalyse bijlage 0 MD-AF20120329/ISEE - 1 -