ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592

ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8371

ECLI:NL:RBGEL:2015:3567

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056

ECLI:NL:RBOBR:2017:2031

ECLI:NL:RBAMS:2008:BD6677

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187

ECLI:NL:RBMNE:2016:7618

ECLI:NL:GHARL:2016:7862

ECLI:NL:RBMNE:2016:2617

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBBRE:2009:BK3578

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDOR:2011:BU9099

ECLI:NL:RBROE:2007:BA3616

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBGEL:2014:4484

ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3600

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518


ECLI:NL:GHSHE:2011:BP2613

ECLI:NL:RBOVE:2015:708

ECLI:NL:RBZUT:2010:BM1472

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:RBUTR:2008:BE8713

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5166

ECLI:NL:RBAMS:2003:AO1016

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBOVE:2014:1342

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBZUT:2006:AV1465

ECLI:NL:RBOVE:2016:1117

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:RBOVE:2015:305

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBALM:2002:AE1677

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU5850

ECLI:NL:RBALK:2010:BO8357

ECLI:NL:RBROT:2015:4814

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:RBLIM:2015:1577

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBNNE:2015:4197

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:RBGRO:2009:BK5206

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3628

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBMAA:2011:BT7627

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:RBOVE:2014:6940

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHARL:2014:8591

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:RBGEL:2016:5380

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBOVE:2015:3293

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:GHARL:2016:5317

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

Transcriptie:

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 08/955001-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg - meervoudig De rechtbank heropent het onderzoek ter terechtzitting in de strafzaak van een verkeersongeval op de N50 bij Kampen. De rechtbank oordeelt dat er een reclasseringsrapport moet komen van de verdachte. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Rechtbank Overijssel Afdeling Strafrecht Zittingsplaats Zwolle Parketnummer: 08/955001-16 Datum vonnis: 29 december 2016 Tussenvonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats]. 1 Het onderzoek op de terechtzitting Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 december 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Blanco en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd dat: zij op of omstreeks 27 juni 2015 te Kampen in de gemeente Kampen, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto, merk Mazda), gaande in de richting Zwolle, daarmee rijdende op de uit twee rijbanen, -welke ter plaatse door twee doorgetrokken witte strepen van elkaar gescheiden waren-, bestaande weg, de N50 zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl het uitzicht voor haar, verdachte niet werd belemmerd en/of gehinderd vanaf de door haar, verdachte bereden rijbaan van die weg (de N50) naar links heeft gestuurd en/of naar links is gegaan en/of in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een/de doorgetrokken streep/strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaan-verharding bevond/en, heeft overschreden en/of zich met voormeld motorrijtuig (personenauto) geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken streep/strepen, -welke streep/strepen op die weg (de N50) was/waren aangebracht tussen de rijbanen, met verkeer in beide richtingen-, heeft bevonden en/of in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan haar, verdachtes verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of geheel of gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan van die weg (de N50) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is gekomen met een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto, merk Opel), waardoor dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) linksom is geroteerd, in een slip is geraakt en tegen de gezien, haar verdachtes rijrichting, linker geleide/vangrail is gebotst, waarna dat

motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) nagenoeg dwars op de gezien, haar verdachtes rijrichting, voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan tot stilstand of nagenoeg tot stilstand is gekomen en/of waardoor een over die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan rijdend, haar, verdachte dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto, merk VW)is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met dat door haar verdachte bestuurde stilstaande, althans nagenoeg stilstaande motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander/en (genaamd [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat zij op of omstreeks 27 juni 2015 te Kampen in de gemeente Kampen, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto, merk Mazda), gaande in de richting Zwolle, daarmee heeft gereden op de uit twee rijbanen, -welke ter plaatse door twee doorgetrokken witte strepen van elkaar gescheiden waren-, bestaande weg, de N50 en in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een/de doorgetrokken streep/strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaan-verharding bevond/en, heeft overschreden en/of zich met voormeld motorrijtuig (personenauto) geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken streep/strepen, -welke streep/strepen op die weg (de N50) was/waren aangebracht tussen de rijbanen, met verkeer in beide richtingen-, heeft bevonden en/of in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan haar, verdachtes verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of geheel of gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan van die weg (de N50) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is

gekomen met een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto, merk Opel), waardoor dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) linksom is geroteerd, in een slip is geraakt en tegen de gezien, haar verdachtes rijrichting, linker geleide/vangrail is gebotst, waarna dat motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) nagenoeg dwars op de gezien, haar verdachtes rijrichting, voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan tot stilstand of nagenoeg tot stilstand is gekomen en/of waardoor een over die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan rijdend, haar, verdachte dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto, merk VW)is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met dat door haar verdachte bestuurde stilstaande, althans nagenoeg stilstaande motorrijtuig (personenauto, merk Mazda), door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd; De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd. 3 Heropening onderzoek Na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank tijdens de beraadslaging tot het oordeel gekomen dat zij zich onvoldoende voorgelicht acht over de persoon van verdachte. De rechtbank acht het noodzakelijk dat alsnog over haar wordt gerapporteerd en zal het openbaar ministerie opdracht geven om de reclassering een rapport op te laten maken om meer inzicht te krijgen in de persoon van verdachte. De rechtbank zal het onderzoek ter terechtzitting in verband hiermee heropenen en vervolgens schorsen tot de terechtzitting van 13 april 2017 te 13.00 uur. Tevens hecht de rechtbank eraan het volgende op te merken. Verdachte is een jonge vrouw die niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Ter terechtzitting heeft verdachte desgevraagd verklaard dat zij er bewust voor heeft gekozen om zonder rechtsbijstand te verschijnen en zelf haar verdediging te voeren, aangezien het allemaal wel duidelijk was. Bij de bespreking van het dossier bleek echter dat verdachte met de inhoud van het dossier nagenoeg niet bekend was. Tevens bleek dat zij nauwelijks een idee had van de gang van zaken op een terechtzitting, van wat

haar nu precies strafrechtelijk wordt verweten en evenmin tot welke consequenties deze strafzaak voor haar zou kunnen leiden. Pas toen de officier van justitie de eis had geformuleerd, te weten de oplegging van een onvoorwaardelijke werkstraf van 90 uur en de ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden ter zake van overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, leek verdachte het gewicht van de zaak in te zien. Zonder te willen tornen aan het beginsel van de vrijheid van verdediging, het is en blijft immers de keus van verdachte, vraagt de rechtbank verdachte uitdrukkelijk om goed na te denken over de vraag of zij voor de nieuwe zitting zich wil laten bijstaan door een advocaat en, als dit het geval is, daarmee tijdig (!) contact op te nemen. 4 De beslissing De rechtbank: heropening onderzoek ter terechtzitting - heropent het onderzoek ter terechtzitting in de strafzaak; nader onderzoek - geeft het openbaar ministerie opdracht de reclassering een rapport over de persoon van verdachte op te maken; - stelt de stukken in handen van de officier van justitie; schorsing onderzoek ter terechtzitting voor bepaalde tijd - schorst het onderzoek tot 13 april 2017 te 13 uur; - beveelt de oproeping van verdachte voor die zitting, met eventuele kennisgeving daarvan aan haar raadsman/vrouw. Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. C.H. Beuker en mr. W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 december 2016. De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.