ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ9713

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337

ECLI:NL:RBARN:2007:BA4247

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBMID:2011:BR3855

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBMID:2008:BD7099

ECLI:NL:RBGRO:2008:BD2039

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBARN:2007:BA2048

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBGEL:2017:1576

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2014:1890

ECLI:NL:RBSHE:2011:BT8535

ECLI:NL:RBASS:2011:BU9407

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBBRE:2008:BH3529

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534

ECLI:NL:RBHAA:2007:BQ2270

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBGEL:2016:7158

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBAMS:2017:5266

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBAMS:2016:38

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBARN:2011:BU6953

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBROT:2014:7169

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBZLY:2009:BL7181

ECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305


ECLI:NL:RBMID:2010:BP5711

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA3865

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBAMS:2014:290

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBROT:2017:3541

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBZWB:2015:8610

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus De procedure Sector civiel recht

ECLI:NL:RBROT:2008:BC6234

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057

ECLI:NL:RBROT:2016:6088

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ5454

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Transcriptie:

ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ9713 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 22-02-2007 Datum publicatie 01-03-2007 Zaaknummer 65364 / HA ZA 06-2427 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig Tussenvonnis: Buiten de elektriciteitsmeter om elektriciteit afgenomen voor hennepkwekerij op de zolder van een woning. Aansprakelijkheid huurder woning als contractant van Eneco, ook wanneer deze (de zolder van) de woning heeft onderverhuurd en zelf elders verbleef. Schade. Eneco (nader) bewijs opgedragen van de bestreden duur van de periode waarin buiten de meter om elektricteit is afgenomen. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK DORDRECHT Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 65364 / HA ZA 06-2427 Vonnis van 21 februari 2007 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ENECO NETBEHEER B.V., gevestigd te Rotterdam, eiseres, procureur mr. J. Visser, tegen [gedaagde], wonende te [woonplaats], gedaagde, procureur mr. J.A. Visser.

Partijen zullen hierna Eneco en [gedaagde] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 20 september 2006 - het proces-verbaal van comparitie van partijen van 29 november 2006. 1.2.Ten slotte is vonnis bepaald. 2.De feiten 2.1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de producties, voor zover niet betwist, staat het volgende tussen deze partijen vast. 2.2. Uit hoofde van een daartoe met [gedaagde] gesloten overeenkomst heeft Eneco in de periode van omstreeks 9 juli 2002 tot en met 12 april 2005 elektriciteit geleverd aan de aansluiting in de woning aan het [adres] te [woonplaats] (verder: de woning). 2.3. [gedaagde] was in de voormelde periode huurder van de woning. 2.4. Op 12 april 2005 heeft de politie op de zolder van de woning een hennepkwekerij aangetroffen. Geconstateerd werd dat aan de elektrische installatie in de woning wijzigingen waren aangebracht. Er was vóór de elektriciteitsmeter een elektriciteitskabel aangebracht waarmee de hennepkwekerij van elektriciteit werd voorzien. De elektriciteit die langs deze weg werd afgenomen werd niet door de elektriciteitsmeter geregistreerd. 2.5. De groeicyclus van een hennepplant totdat deze kan worden geoogst, bedraagt gemiddeld 70 dagen. 3. Het geschil De vordering 3.1. Eneco vordert na vermindering van eis - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van 12.045,92, vermeerderd met wettelijke rente over 10.597,70 vanaf 2 juni 2006 tot de voldoening en kosten. Eneco stelt daartoe het volgende. 3.2. [gedaagde], althans degene waarvoor hij verantwoordelijk is, heeft veranderingen aangebracht aan de aan Eneco in eigendom toebehorende elektrische installatie, waardoor buiten de meter om elektriciteit voor de hennepkwekerij werd afgenomen. Aldus is [gedaagde] toerekenbaar tekort gekomen in de nakoming van zijn verplichtingen jegens Eneco, althans heeft hij onrechtmatig jegens Eneco gehandeld. Eneco heeft daardoor schade geleden.op grond van de aangetroffen situatie moet voor de berekening van de schade worden uitgegaan voor een periode van 273 dagen. Deze schade bestaat uit de kosten van het onbemeten elektriciteitsverbruik ad 10.144,57 inclusief BTW en kosten van de vaststelling en afhandeling van de geconstateerde schade, inclusief herstel, ad 57,22 aan materiaalkosten en 396,- aan arbeidskosten. Daarnaast maakt Eneco aanspraak op een vergoeding van buitengerechtelijke kosten ten bedrage van 904,- en op wettelijke rente over de hoofdsom

vanaf het ontstaan van de schade. Het verweer 3.3. [gedaagde] voert als verweer het volgende aan. [gedaagde] betwist primair dat hij contractueel of uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk kan worden gehouden voor de door Eneco door de illegale elektriciteitsafname geleden schade. [gedaagde] was niet bij de hennepkwekerij en de illegale elektriciteitsafname in de woning betrokken en had daar ook geen wetenschap van. Hij heeft de zolder van de woning per 1 februari 2005 verhuurd aan een derde en was elders woonachtig. Subsidiair betwist [gedaagde] dat het onbemeten elektriciteitsverbruik het bedrag van 2.381,62 te boven gaat, dat Eneco in redelijkheid arbeidskosten van 396,- heeft gemaakt alsmede de noodzaak en de omvang van de gemaakte materiaalkosten. Voorts bestrijdt [gedaagde] dat de buitengerechtelijke werkzaamheden meer omvatten dan de verrichtingen ter voorbereiding van de gedingstukken en de instructie van de zaak, alsmede dat de gevorderde kosten redelijk zijn en in redelijkheid zijn gemaakt. 4. De beoordeling 4.1. Vast staat dat in de woning elektriciteit voor de daarin aangetroffen hennepkwekerij is afgenomen die niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd. [gedaagde] is aansprakelijk voor de schade die Eneco daardoor heeft geleden. Als contractuele wederpartij van Eneco is [gedaagde] immers jegens Eneco verplicht de in de woning aanwezige aansluiting op het elektriciteitsnetwerk van Eneco op legale wijze te (laten) gebruiken, onder meer aan de hand van de registratie van het verbruik door de meetinstallatie. Als zodanig rust er op [gedaagde] een zorgplicht. Het buiten de registratie van de meetinstallatie om illegaal afnemen van elektriciteit levert een tekortkoming op in de nakoming van deze zorgplicht. Deze tekortkoming kan niet door nadere nakoming meer worden geheeld, en verplicht derhalve in beginsel aanstonds tot schadevergoeding. De tekortkoming kan aan [gedaagde] worden toegerekend, nu deze krachtens de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. [gedaagde] dient als contractuele wederpartij van Eneco, ook indien hij - zoals hij stelt - een (onder)huurder gebruik laat maken van een deel van zijn woning terwijl hij zelf elders verblijft, er voor te zorgen dat op legale wijze gebruik wordt gemaakt van de in de woning aanwezige elektriciteitsaansluiting. Indien de (onder)huurder op illegale wijze stroom afneemt, dan dient [gedaagde] daarvoor in te staan jegens Eneco. Het had naar het oordeel van de rechtbank op zijn weg gelegen om hetzij te bewerkstelligen dat het contract met Eneco op naam van de (onder)huurder werd gesteld, hetzij de elektriciteitsvoorzieningen in de woning regelmatig te controleren. [gedaagde] heeft zulks kennelijk nagelaten. 4.2. Voor de toegebrachte schade heeft Eneco verwezen naar het proces-verbaal van aangifte dat onder meer vermeldt dat de elektriciteitsmeter is gedemonteerd en beschikbaar wordt gehouden voor een in te stellen onderzoek. Gelet hierop heeft [gedaagde] de noodzaak voor het aanbrengen van een nieuwe meter onvoldoende gemotiveerd bestreden. Daargelaten dat [gedaagde] zijn stelling dat de nieuwe meter een grotere waarde heeft dan de verwijderde meter niet heeft onderbouwd, volgt - gelet op het voorafgaande - zonder nadere toelichting daaruit niet dat Eneco door vergoeding van de kosten van de meter ad 57,22 voordeel zal genieten. Bij gebreke van die toelichting faalt het door [gedaagde] gevoerde verweer tegen de gevorderde vergoeding van die kosten. 4.3. Naast voormelde materiaalkosten maakt Eneco aanspraak op vergoeding van 396,- aan arbeidskosten voor de vaststelling en afhandeling van de schade, waaronder het herstel daarvan. Daarbij heeft Eneco 4,5 uur berekend voor haar fraudemedewerker en 1,5 uur voor haar fraudeadministratie. Uitgaande van de in redelijkheid te verwachten tijd die gemoeid is met de inspectie van de aangetroffen situatie, de aangifte bij de politie, het herstel van de schade en administratieve werkzaamheden komt dit aantal uren - in tegenstelling tot hetgeen [gedaagde]

betoogt - redelijk voor. Anders is het met het door Eneco berekende arbeidsloon van 66,- per uur dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, onredelijk hoog voor komt. De schade aan arbeidskosten zal derhalve bij wijze van schatting worden vastgesteld op 180,-. Het verweer van [gedaagde] tegen de hoogte van de gevorderde arbeidskosten slaagt in zoverre. 4.4. Tevens is [gedaagde] op grond van het vorenstaande gehouden de buiten de meter om afgenomen elektriciteit aan Eneco te vergoeden. Eneco heeft de voor de hennepkwekerij buiten de meter om afgenomen elektriciteit per dag berekend op 253,92 kwh. Deze berekening is niet bestreden, zodat van de juistheid daarvan kan worden uitgegaan. 4.5. Eneco stelt dat de in de woning aangetroffen hennepplanten 63 dagen oud waren en dat in de woning 3 volledige hennepoogsten hebben plaatsgevonden, zodat bij de berekening van de in totaal buiten de met afgenomen elektriciteit van een periode 273 dagen dient te worden uitgegaan. [gedaagde] heeft voldoende gemotiveerd bestreden dat van een langere periode dan 60 dagen dient te worden uitgegaan. De door Eneco overgelegde aangifte en foto's van de aangetroffen situatie leveren tegenover de door [gedaagde] overgelegde schriftelijke verklaringen onvoldoende bewijs van haar stelling op. Eneco zal derhalve (nader) bewijs daarvan dienen te leveren. 4.6. In de berekening van de kosten van de buiten de meter om afgenomen elektriciteit heeft Eneco een bedrag van 0,0497 per kwh ter zake van levering energie opgenomen. De niet bestreden stelling van [gedaagde] dat Eneco voor levering van energie in 2005 0,042 per kwh als laagste tarief hanteerde en 0,074 als hoogste tarief hanteerde, laat onverlet dat 0,0497 per kwh als redelijk tarief bij de berekening van de schade kan worden gehanteerd. Voor het overige heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd tegen de wijze waarop Eneco de kosten van de buiten de meter om afgenomen elektriciteit heeft berekend. Bij de berekening van de kosten van de in totaal buiten de meter om afgenomen elektriciteit kan derhalve die berekeningswijze van Eneco worden gehanteerd. 4.7. Eneco heeft weliswaar gesteld dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten geen betrekking hebben op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten, maar uit de door haar gegeven omschrijving van deze werkzaamheden dient het tegendeel te worden afgeleid. De door [gedaagde] bestreden vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ad 904,- moet daarom worden afgewezen. 5. De beslissing De rechtbank draagt Eneco op te bewijzen, desgewenst door middel van getuigen, dat de in de woning aangetroffen hennepplanten 63 dagen oud waren en dat in de woning 3 volledige hennepoogsten hebben plaatsgevonden; verwijst de zaak naar de rolzitting van 7 maart 2007 om Eneco in de gelegenheid te stellen alsdan bij akte bewijsstukken over te leggen en/of de namen en woonplaatsen van de voor te brengen getuigen op te geven en de verhinderdata van die getuigen en van beide partijen en hun raadslieden in de daaropvolgende vier maanden mede te delen; bepaalt dat het eventuele getuigenverhoor zal worden gehouden voor mr. C.H. Kemp-Randewijk, die daartoe zal overgaan op een nader te bepalen datum en tijdstip in het gebouw van de rechtbank aan het Steegoversloot 36 te Dordrecht; houdt elke nadere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2007.