Micro Motion Transmitters van model 2200S

Vergelijkbare documenten
Micro Motion model 775

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

ATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters

Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Installatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703

Installatie van Micro Motion Sensors. Handleiding CE-vereisten MMI , Rev AB April 2014

ATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren

Micro Motion Model 2400S transmitters

Micro Motion CNG050 sensoren

Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A Juli ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1500 en 2500

CE-vereisten P/N MMI , Rev. AA Januari Micro Motion 9739 MVD-transmitters CE-vereisten

Rosemount 5400 Series

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Rosemount golfgeleide radar

Model 5700 transmitters Micro Motion. CE-vereisten MMI , Rev AA September 2014

ES-S7B. Buitensirene.

Micro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller

ATEX installatieinstructies. Micro Motion D- en DL-sensoren

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Micro Motion model 3700 transmitter (MVD) of model 3350 randapparatuur

Model RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie

Rosemount 5400 niveautransmitter

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Installatietekeningen en instructies ATEX zone 2 en 22

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E

Instructies voor het bijwerken van de sensor Voor gasdetectiesensoren niveau 1

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

Micro Motion F-serie-sensor

FACILA DP093. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

MONTAGE & INSTALL ATIE. MultifunctioneleBUVA. Ergo-Motion MFB. besturingsmodule

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50

Handleiding voor VAT810-CO2/SD-B Luchtkwaliteit monitor

Installatie instructies

ACS-30-EU-PCM2-x-32A

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

Installatie Instructies P/N , Rev. C Juni Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

CE-vereisten MMI , Rev AA April Micro Motion -transmitters uit de en 2000-serie

Reliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

installatiehandleiding CO2 SENSOR MCOHome MH9-CO2-WD MH9-CO2-WA

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

Productnietlangerleverbaar'

Installatiehandleiding

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de zijkant van het product.

ES-S8A. Sirene op zonne-energie.

SS / / / ATEX 94 / 9EG

Rosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L

MINI INBOUW SCHAKELAAR

ES-S7A. Buitensirene.

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding 3 fase test adapter

HDMI-UITBREIDINGSSET EN SPLITTER, 1X4

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

ES-D1A. Draadloze bewegingsdetector.

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

PACK TYXIA 541 et 546

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017

Model Isolatie Nuldoorgangsfunctie Indicatie Toegestane uitgangsbelasting. G3PA-210B-VD 10 A bij 19 tot 264 VAC 24 VAC

Installatiehandleiding

BES External Signaling Device

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

ELEKTRONISCHE KWH-TELLERS MET MID IJKING ENERGIE INDUSTRIE GEBOUWEN INSTALLATIE KABEL DATA VERLICHTING

SATD1 DIN RAIL VEILIGHEIDS EN ISOLATIETRANSFORMATOR. Montage & gebruiksvoorschriften

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

NEXHO-PS Zonweringmodule Instructies voor assemblage en bediening

Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen

Montagehandleiding Elektrische aandrijving. Garage- en bedrijfsdeuren voor zelfmontage

Installatie & onderhouds instructies KAPTIV. Niveau gestuurde condensaat aftap zonder persluchtverlies 09/09

Rosemount 415 Fire Pump

Micro Motion Voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14

Weerstandsthermometer Type TR55, met geveerde meetpunt

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Modem. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Installatie handleiding Emergency Battery System.

DS200 Magmeter. Elektromagnetische flowmeter met USB-interface

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13

Druktransmitter voor algemene industriële toepassingen

Gebruikershandleiding. Kleine elektrische muursteun

ComfoFan S 425 Handleiding voor de installateur Manuel de l installateur

Online-datasheet TBS-1BSGT1006NM TBS TEMPERATUURSENSOREN

SUI Bedieningspaneel

Installatie & Onderhoudsinstructies

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Transcriptie:

Installatiehandleiding Onderdeelnr. MMI-20024689, Rev. BA Februari 2009 Micro Motion Transmitters van model 2200S Installatiehandleiding

2009, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. ELITE en ProLink zijn gedeponeerde handelsmerken en MVD en MVD Direct Connect zijn handelsmerken van Micro Motion, Inc., Boulder, Colorado, VS. Micro Motion is een gedeponeerd handelsmerk van Micro Motion, Inc., Boulder, Colorado, VS. De logo s van Micro Motion en Emerson zijn handelsmerken en servicemerken van Emerson Electric Co. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van de betreffende eigenaren.

Inhoud Hoofdstuk 1 Voordat u begint.................................... 1 1.1 Overzicht........................................................... 1 1.2 Veiligheid........................................................... 1 1.3 Uw modelnummer begrijpen............................................ 1 1.4 Overzicht van de flowmeteronderdelen en installatiestructuur.................. 2 1.4.1 Transmitter................................................. 2 1.4.2 ma-uitgang en schaalwijzigingen................................ 2 1.5 Overzicht transmitterinstallatie.......................................... 4 1.6 Documentatie flowmeter............................................... 5 1.7 Klantenservice....................................................... 5 Hoofdstuk 2 Aandachtspunten inzake installatie....................... 7 2.1 Overzicht........................................................... 7 2.2 Voedingsvereisten transmitter........................................... 7 2.3 Barrièrevereisten..................................................... 8 2.3.1 Voedingsvereisten zener-barrière............................... 8 2.3.2 Zener-barrières van een ander merk, die door Micro Motion zijn geverifieerd............................................. 8 2.4 De locatie van de onderdelen bepalen.................................... 9 2.5 Installatietips........................................................ 9 Hoofdstuk 3 Installatie van transmitter en zener-barrière................ 11 3.1 Overzicht.......................................................... 11 3.2 Het verlengstuk installeren............................................ 11 3.3 De transmitter roteren op de sensor (optioneel)........................... 13 3.4 De gebruikersinterfacemodule roteren op de transmitter (optioneel)............ 14 3.5 De transmitter aarden................................................ 15 3.6 De Micro Motion-adapterbarrière installeren............................... 15 3.7 Een zener-barrière van een ander merk installeren......................... 15 Hoofdstuk 4 Bedrading....................................... 17 4.1 Overzicht.......................................................... 17 4.2 Bedrading voor installaties zonder zener-barrière of adapterbarrière............ 17 4.3 Bedrading voor installaties met zener-barrière van een ander merk of Micro Motionadapterbarrière 18 Installatiehandleiding i

Inhoud Bijlage A Afmetingen en specificaties........................... 23 A.1 Afmetingen........................................................ 23 A.2 Fysieke specificaties................................................. 24 A.3 Voeding........................................................... 24 A.4 Elektrische aansluitingen............................................. 24 A.5 Gebruikersinterface.................................................. 24 A.6 In- en uitgangssignalen............................................... 25 A.7 Digitale communicatie................................................ 25 A.8 Hostinterface....................................................... 25 A.9 Grenswaarden omgeving............................................. 25 A.10 Effecten op omgeving en milieu........................................ 25 A.11 Classificaties voor explosiegevaarlijke omgevingen......................... 26 Bijlage B Micro Motion-adapterbarrière.......................... 27 B.1 Overzicht.......................................................... 27 B.2 Over de Micro Motion-adapterbarrière................................... 27 B.3 Afmetingen en specificaties........................................... 28 B.4 De Micro Motion-adapterbarrière monteren en verwijderen................... 30 B.5 De Micro Motion-adapterbarrière ontgrendelen en vergrendelen............... 30 B.6 De actieve of passieve kringvoeding configureren.......................... 30 B.7 De ma-uitgang van de Micro Motion-adapterbarrière kalibreren............... 31 B.8 De fabriekskalibratiewaarden van de Micro Motion-adapterbarrière herstellen.... 32 Bijlage C Retourneringsbeleid................................ 33 C.1 Algemene richtlijnen................................................. 33 C.2 Nieuwe en ongebruikte apparatuur...................................... 33 C.3 Gebruikte apparatuur................................................ 33 Register................................................... 35 ii Micro Motion -transmitters van model 2200S

Hoofdstuk 1 Voordat u begint Voordat u begint 1.1 Overzicht In dit hoofdstuk krijgt u richtlijnen voor het gebruik van deze handleiding. In deze handleiding worden de installatieprocedures beschreven voor de transmitter van model 2200S. Als u van plan bent de transmitter te installeren in een explosiegevaarlijke omgeving, moet u ervoor zorgen dat de transmitter voor die omgeving is goedgekeurd. 1.2 Veiligheid Verspreid over deze handleiding treft u veiligheidsmeldingen aan ter bescherming van het personeel en de apparatuur. Lees elke veiligheidsmelding zorgvuldig door voordat u met de volgende stap begint. Raadpleeg als u de transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving installeert de goedkeuringsinstructies van Micro Motion, die zijn meegeleverd met het product en tevens te vinden zijn op de website van Micro Motion. Onjuiste installatie in een explosiegevaarlijk gebied kan een explosie veroorzaken. Volg alle instructies op. Onjuiste installatie kan meetfouten of flowmeterdefecten veroorzaken. 1.3 Uw modelnummer begrijpen De opties voor de transmitter van model 2200S worden met een code aangeduid in het modelnummer op het label van de transmitter. Het modelnummer is een tekenreeks die er als volgt uitziet: 2200S*(H of K)******** In deze tekenreeks: H = Micro Motion-adapterbarrière niet met de transmitter meegeleverd K = Micro Motion-adapterbarrière wel met de transmitter meegeleverd Opmerking: Zie het productgegevensblad voor informatie over de overige tekens in het modelnummer. Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 1

Voordat u begint 1.4 Overzicht van de flowmeteronderdelen en installatiestructuur De installatie van model 2200S omvat de volgende onderdelen: Transmitter Sensor Micro Motion-adapterbarrière of zener-barrière van een ander merk (optioneel) Als de flowmeter wordt gebruikt in een explosieveilige omgeving, is er geen zener-barrière nodig tussen de flowmeter en externe apparaten. Als de flowmeter wordt gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving, kan er een zener-barrière nodig zijn tussen de flowmeter en externe apparaten. Zie paragraaf 1.4.2 en 2.3 voor meer informatie over barrièreopties en -vereisten. 1.4.1 Transmitter De transmitter van model 2200S is gemonteerd op een Micro Motion-sensor op een van de twee montagewijzen: integraal of op verlengstuk. Zie afbeelding 1-1 en 1-2. Afbeelding 1-1 Transmitters van model 2200S integrale montage Kabelbuisopeningen Deksel transmitterbehuizing Sensorbehuizing Ringklem Afbeelding 1-2 Transmitters van model 2200S montage op verlengstuk Deksel transmitterbehuizing Kabelbuisopeningen Verlengstuk Sensorbehuizing Ringklem 1.4.2 ma-uitgang en schaalwijzigingen Bij installaties zonder zener-barrière of met een zener-barrière van een ander merk wordt het ma-signaal dat door het externe apparaat wordt ontvangen opgeschaald van 12 ma naar 20 ma. Eventuele schaalwijzigingen moeten worden doorgevoerd in het externe apparaat. Bij installaties met de Micro Motion-adapterbarrière ontvangt het externe apparaat een signaal van 4 20 ma. 2 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Voordat u begint Deze installatiestructuren worden in de volgende afbeeldingen geïllustreerd: Installaties van type 1 (afbeelding 1-3) installatie in explosieveilige omgeving met uitgangsschaal van 12 20 ma Installaties van type 2 (afbeelding 1-4) installatie in explosiegevaarlijke omgeving met een zener-barrière van een ander merk en met een uitgangsschaal van 12 20 ma Installaties van type 3 (afbeelding 1-5) installatie in explosiegevaarlijke omgeving met de Micro Motion-adapterbarrière en met een uitgangsschaal van 4 20 ma Voordat u begint Afbeelding 1-3 Afbeelding 1-4 Afbeelding 1-5 Installaties van type 1 installatie in explosieveilige omgeving 12 20 ma 2-aderige kabel Voeding en signaal Installaties van type 2 installatie in explosiegevaarlijke omgeving met een zener-barrière van een ander merk Explosiegevaarlijke omgeving 2-aderige kabel Voeding en signaal HART-variabelen ma-ontvangend instrument DCS Installaties van type 3 installatie in explosiegevaarlijke omgeving met Micro Motion-adapterbarrière Explosiegevaarlijke omgeving 2-aderige kabel Voeding en signaal Explosieveilige omgeving Zener-barrière Explosieveilige omgeving Micro Motionadapterbarrière 12 20 ma HART-variabelen 4 20 ma HART-variabelen ma-ontvangend instrument DCS ma-ontvangend instrument DCS Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 3

Voordat u begint 1.5 Overzicht transmitterinstallatie Het stroomschema in afbeelding 1-6 biedt een overzicht van de installatiestappen. In de volgende hoofdstukken vindt u aanvullende informatie en instructies. Afbeelding 1-6 Overzicht installatie Hoofdstuk 2 Aandachtspunten inzake installatie overwegen Montagetype transmitter Integrale montage Montage op verlengstuk Hoofdstuk 3 Verlengstuk installeren Transmitter roteren op de sensor (optioneel) Gebruikersinterfacemodule roteren op de transmitter (optioneel) Barrière of adapterbarrière? Geen Barrières van een ander merk Micro Motion adapterbarrière Barrière installeren Adapterbarrière installeren Hoofdstuk 4 Transmitter aansluiten op DCS Transmitter aansluiten op barrière Barrière aansluiten op DCS Barrière aansluiten op voeding Transmitter aansluiten op adapterbarrière Adapterbarrière aansluiten op DCS Adapterbarrière aansluiten op voeding Bijlage B Adapterbarrière configureren (indien nodig) Adapterbarrière kalibreren (indien nodig) Klaar 4 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Voordat u begint 1.6 Documentatie flowmeter Tabel 1-1 vermeldt de informatiebronnen voor andere vereiste informatie. Tabel 1-1 Onderwerp Informatiebronnen flowmeter Installatie sensor Installatie in een explosiegevaarlijke omgeving Configuratie transmitter Transmitter opstarten en gebruiken Problemen met de transmitter oplossen Document Sensordocumentatie meegeleverd met de sensor Zie de goedkeuringsdocumentatie die wordt meegeleverd met de transmitter of download de betreffende documentatie van de website van Micro Motion (www.micromotion.com) Micro Motion -transmitters van model 2200S: Configuratie- en gebruikshandleiding 1.7 Klantenservice Neem voor technische ondersteuning telefonisch contact op met de afdeling Klantenservice van Micro Motion: In de VS: tel. 800-522-MASS (800-522-6277) (gratis) In Canada en Latijns-Amerika: tel. +1 303-527-5200 (VS) In Azië: - In Japan: tel. 3 5769-6803 - In andere landen: tel. +65 6777-8211 (Singapore) In Europa: - In het Verenigd Koninkrijk: tel. 0870 240 1978 (gratis) - In andere landen: tel. +31 (0) 318 495 555 (Nederland) Klanten buiten de VS kunnen ook per e-mail contact opnemen met de klantenservice van Micro Motion via International.MMISupport@EmersonProcess.com. Voordat u begint Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 5

6 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Hoofdstuk 2 Aandachtspunten inzake installatie Voordat u begint 2.1 Overzicht In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan bod: Voedingsvereisten transmitter zie paragraaf 2.2 Barrièrevereisten zie paragraaf 2.3 Locatie onderdeel zie paragraaf 2.4 Installatietips zie paragraaf 2.5 2.2 Voedingsvereisten transmitter De vereiste voedingsspanning voor de transmitter van model 2200S is afhankelijk van de totale weerstand in de ma-kring. Deze omvat alle sensorweerstand en draadweerstand. Bepaal aan de hand van het schema in afbeelding 2-1 de vereiste voedingsspanning op basis van de kringweerstand. Afbeelding 2-1 Voedingsspanning (V) 28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 Minimale kringvoedingsspanning versus kringweerstand Transmitter 15 0 100 200 300 400 500 600 Kringweerstand ( ) (Voor HART-communicatie, 250 600 vereist) Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 7

Aandachtspunten inzake installatie 2.3 Barrièrevereisten Als een zener-barrière vereist is, zijn er twee mogelijkheden: Micro Motion-adapterbarrière (weergegeven in afbeelding 2-2). Dit onderdeel biedt galvanisch geïsoleerde, intrinsiek veilige voeding voor de transmitter van model 2200S en vormt de schaal van de transmitter van model 2200S om van een uitgang van 12 20 ma naar 4 20 ma. Zener-barrière van een ander merk De zener-barrière is via een 2-aderige kabel op de transmitter aangesloten. Deze kabel levert stroom aan de transmitter en geeft ook het ma/hart-signaal door vanaf de transmitter aan de zener-barrière. De zener-barrière wordt via een 2-aderige kabel die het ma/hart-signaal overdraagt aangesloten op externe apparaten. Afbeelding 2-2 Micro Motion-adapterbarrière Intrinsiek veilige aansluitklemmen Niet intrinsiek veilige aansluitklemmen 2.3.1 Voedingsvereisten zener-barrière De zener-barrière of adapterbarrière moet worden gevoed. Voor de Micro Motion-adapterbarrière is een voeding van 18 42 V d.c. vereist. Zie voor zener-barrières van andere merken de door de fabrikant meegeleverde documentatie. De zener-barrière of adapterbarrière kan zowel actief als passief zijn: Actief de kring tussen de zener-barrière en de host wordt gevoed door de zener-barrière Passief de kring tussen de zener-barrière en de host wordt niet gevoed door de zener-barrière Een zener-barrière van een ander merk moet bij de transmitteraansluitklemmen de volgende spanning kunnen leveren: 17 V (minimaal) bij 12 ma 12,25 V (minimaal) bij 20 ma 2.3.2 Zener-barrières van een ander merk, die door Micro Motion zijn geverifieerd Tabel 2-1 vermeldt zener-barrières van andere merken die door Micro Motion met de transmitter van model 2200S zijn geverifieerd. Raadpleeg voor andere zener-barrières het gegevensblad van de fabrikant. 8 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Aandachtspunten inzake installatie Tabel 2-1 Zener-barrières van een ander merk, die door Micro Motion zijn geverifieerd Leverancier Zener-barrière MTL 3046 5042 706S+ 787S+ Pepperl & Fuchs KFD2-STC1-EX1 (max. 300 aan systeemkant) KFD2-STC4-EX1 PR Electronics 5106 Voordat u begint 2.4 De locatie van de onderdelen bepalen Volg de volgende richtlijnen als u voor onderdelen de locatie bepaalt: Raadpleeg de installatiehandleiding bij de sensor voor informatie over het bepalen van de plaats voor de sensor met elektronica voor integrale montage of voor montage op verlengstuk. Zorg ervoor dat elk onderdeel de vereiste goedkeuringen heeft voor de locatie waar het wordt ingezet en dat alle kabels voldoen aan de van toepassing zijnde vereisten voor explosiegevaarlijke omgevingen. Installeer onderdelen niet op locaties waar de grenswaarden voor temperatuur, luchtvochtigheid of trillingen worden overschreden. De maximale afstand tussen onderdelen is afhankelijk van de diameter van de bedrading, het type draad en de voeding. Zorg dat de transmitteraansluitklemmen voldoende stroom ontvangen. 2.5 Installatietips Het gebruik en de betrouwbaarheid van de flowmeter optimaliseren: Installeer de sensor en de transmitter op een zodanige locatie en in een zodanige oriëntatie dat de aansluitklemmen en het display goed toegankelijk zijn. Beperk de hoeveelheid vocht of condensatie binnen in de behuizing van de transmitter tot een minimum. Vocht binnen in de behuizing van de transmitter kan de transmitter beschadigen, met meetfouten of een defecte flowmeter als gevolg. Hiervoor moet u het volgende doen: - Zorg dat de kabelwartel niet naar boven zijn gericht. - Controleer of alle pakkingen en O-ringen onbeschadigd zijn. - Breng druppellussen aan op de doorvoerbuis of kabel. - Dicht ongebruikte kabelwartel af. - Zorg dat alle deksels volledig zijn dichtgedraaid. Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 9

10 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Hoofdstuk 3 Installatie van transmitter en zener-barrière Voordat u begint 3.1 Overzicht In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen en procedures aan bod: Het verlengstuk installeren (indien vereist) zie paragraaf 3.2 De transmitter roteren op de sensor (optioneel) zie paragraaf 3.3 De gebruikersinterfacemodule roteren op de transmitter (optioneel) zie paragraaf 3.4 De transmitter aarden zie paragraaf 3.5 De Micro Motion-adapterbarrière installeren (indien vereist) zie paragraaf 3.6 Zener-barrière van een ander merk installeren (indien vereist) zie paragraaf 3.7 3.2 Het verlengstuk installeren Opmerking: Deze stap is alleen vereist voor apparaten die op het verlengstuk zijn gemonteerd. De transmitter is vooraf op het verlengstuk geïnstalleerd. Het verlengstuk op de sensor installeren: 1. Zie ook afbeelding 3-1: a. Verwijder de metalen ringklem van de voet van de doorvoer en leg deze voor later gebruik terzijde. b. Verwijder de plastic beschermdop voor de doorvoerpennen en werp deze weg. 2. Zie ook afbeelding 3-2: a. Verwijder de plastic plug aan de binnenkant van de voet van het verlengstuk en gooi deze weg. b. Plaats het verlengstuk op de doorvoer en draai het rond totdat de inkepingen op de doorvoer in elkaars verlengde liggen. c. Druk het verlengstuk voorzichtig op de doorvoer totdat de pennen volledig zijn ingebracht. LET OP! De doorvoerpennen niet verdraaien, verbuigen of beschadigen. 3. Breng de ringklem weer aan op de doorvoer. Draai de schroef vast tot 1,5 2 Nm (13 18 in-lbs). LET OP! Zorg dat de aansluiting tussen het verlengstuk en de sensor vochtbestendig is. Inspecteer alle pakkingen en O-ringen en vet ze in. Vocht in de elektronische delen kan meetfouten of flowmeterdefecten veroorzaken. Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 11

Installatie van transmitter en zener-barrière Afbeelding 3-1 Doorvoer, plastic dop en ringklem Plastic dop verwijderen en wegwerpen Ringklemschroef Ringklem verwijderen maar niet wegwerpen Doorvoer Inkepingen doorvoer Afbeelding 3-2 Het verlengstuk op de sensor monteren Transmitter Verlengstuk Ringklemschroef Plastic plug verwijderen en wegwerpen Doorvoer 12 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Installatie van transmitter en zener-barrière 3.3 De transmitter roteren op de sensor (optioneel) Voor een makkelijkere toegang tot de gebruikersinterface of de bedradingsaansluitklemmen kan de transmitter op de sensor worden geroteerd in stappen van 45, in acht verschillende hoeken. De transmitter roteren op de sensor: 1. Verwijder de metalen ringklem van de voet van de doorvoer. Zie ook afbeelding 3-3. 2. Til de transmitter op de doorvoer voorzichtig op tot hij loskomt uit de inkepingen op de doorvoer. De transmitter kan niet geheel worden verwijderd. 3. Draai de transmitter in de gewenste stand. LET OP! Draai de behuizing niet meer dan 360. Overmatig draaien kan de bedrading beschadigen, met meetfouten of een defecte flowmeter als gevolg. 4. Breng de transmitter omlaag door hem in de inkepingen op de doorvoer te schuiven. 5. Breng de ringklem weer aan op de doorvoer. Draai de schroef vast tot 1,5 2 Nm (13 18 in-lbs). LET OP! Zorg dat de aansluiting tussen de transmitter en de sensor vochtbestendig is. Inspecteer alle pakkingen en O-ringen en vet ze in. Vocht in de elektronische delen kan meetfouten of flowmeterdefecten veroorzaken. Afbeelding 3-3 Ringklem De transmitter roteren op de sensor Doorvoer Inkepingen doorvoer Voordat u begint Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 13

Installatie van transmitter en zener-barrière 3.4 De gebruikersinterfacemodule roteren op de transmitter (optioneel) Voor een makkelijkere toegang kan de gebruikersinterfacemodule maximaal 360 op de transmitter worden gedraaid in stappen van 90. Om de gebruikersinterfacemodule te roteren op de transmitter: 1. Haal de stroom van de transmitter. 2. Verwijder het deksel van de transmitterbehuizing en de gebruikersinterfacemodule (zie hiervoor ook afbeelding 3-4): a. Draai de vier schroeven van het deksel van de transmitterbehuizing los. b. Verwijder het deksel van de transmitterbehuizing. c. Draai de twee schroeven van de gebruikersinterface los. d. Til de gebruikersinterfacemodule voorzichtig op tot hij loskomt van de gebruikersinterfaceconnector op de transmitter. 3. Achter op de gebruikersinterfacemodule bevinden zich vier connectors voor de gebruikersinterface. Draai de gebruikersinterfacemodule in de gewenste stand en steek hem in de gebruikersinterfaceconnector op de transmitter. 4. Draai de schroeven van de gebruikersinterface vast. 5. Plaats het deksel van de transmitterbehuizing terug en draai de schroeven van het deksel vast. 6. Schakel de voeding naar de transmitter weer in. Afbeelding 3-4 De gebruikersinterfacemodule roteren op de transmitter 4 schroeven voor deksel transmitterbehuizing (komen niet los) Gebruikersinterfacemodule Deksel transmitterbehuizing 2 schroeven gebruikersinterface (komen niet los) 14 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Installatie van transmitter en zener-barrière 3.5 De transmitter aarden De transmitter van model 2200S wordt geaard via de sensor. Zie voor de vereisten en procedures voor aarding de installatiehandleiding bij de sensor. Extra aarding is niet nodig. Zorg voor een correcte aarding van de flowmeter. Een ondeugdelijke aarding kan leiden tot meetfouten. 3.6 De Micro Motion-adapterbarrière installeren Opmerking: Deze stap is alleen vereist voor installaties met de the Micro Motion-adapterbarrière. Installeer de Micro Motion-adapterbarrière volgens de instructies in bijlage B. De adapterbarrière staat bij levering op actief ingesteld. D.w.z. dat de adapterbarrière de kring naar de host voedt. Als u niet wilt dat de adapterbarrière de kring voedt, moet u de adapterbarrière opnieuw configureren. Instructies hiervoor vindt u in paragraaf B.6. 3.7 Een zener-barrière van een ander merk installeren Opmerking: Deze stap is alleen vereist voor installaties met een zener-barrière van een ander merk. Als u een zener-barrière van een ander merk gebruikt, moet de zener-barrière worden geïnstalleerd en geconfigureerd volgens de instructies van de betreffende fabrikant. Voordat u begint Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 15

16 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Hoofdstuk 4 Bedrading Voordat u begint 4.1 Overzicht In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen en procedures aan bod: Bedrading voor installaties zonder zener-barrière of adapterbarrière zie paragraaf 4.2 Bedrading voor installaties met zener-barrière of adapterbarrière zie paragraaf 4.3 De bedrading moet minimaal voldoen aan de van toepassing zijnde wettelijke vereisten. Als een apparaat in een explosiegevaarlijke omgeving niet correct is bedraad of geïnstalleerd, bestaat de kans op een explosie. 4.2 Bedrading voor installaties zonder zener-barrière of adapterbarrière Bij deze installaties wordt de 2200S-transmitter rechtstreeks op de host aangesloten. De transmitter op de host aansluiten: 1. Zie het bedradingsschema in afbeelding 4-1. 2. Gebruik standaard afgeschermde draad met getwiste aderen. 3. Let erop dat de lengte van geen van de draden de maximale draadlengte, te bepalen aan de hand van de kringweerstand, overschrijdt. 4. Bij de transmitter van model 2200S: a. Verwijder het deksel van de transmitterbehuizing en de gebruikersinterfacemodule zoals beschreven in paragraaf 3.4, Stap 2. b. Schroef de schroef van het waarschuwingsklepje los en duw het waarschuwingsklepje omhoog. c. Sluit de draden aan op aansluitklem 1 en 2. Aansluitklem 1 en 2 zijn polariteitsneutraal. d. Beweeg het waarschuwingsklepje omlaag en draai de schroef van het waarschuwingsklepje aan. e. Plaats de gebruikersinterfacemodule en het deksel van de transmitterbehuizing terug. 5. Sluit bij de host de draden aan op de ma-aansluitklemmen. Zie de documentatie van de fabrikant voor hulp bij het identificeren van de aansluitklemmen. 6. Zorg dat de kring voeding ontvangt en voeg de eventueel vereiste weerstand toe. Aandachtspunten inzake installatie Installatie van transmitter Bedrading en zener-barrière Installatiehandleiding 17

Bedrading Afbeelding 4-1 Waarschuwingsklepje (open) Bedrading voor installaties zonder zener-barrière of adapterbarrière Max. 30 V. d.c. Aansluitklem 1 Aansluitklem 2 Transmitteraansluitklem 1 en 2 zijn niet polariteitsneutraal. + ma-ontvangend instrument DCS + 600 maximale lusweerstand Voor HART-communicatie 250 600 vereist 4.3 Bedrading voor installaties met zener-barrière van een ander merk of Micro Motion-adapterbarrière Bij deze installaties wordt de transmitter van model 2200S aangesloten op de zener-barrière of Micro Motion-adapterbarrière. Vervolgens wordt de zener-barrière aangesloten op de host en een externe voeding. De voedings- en weerstandsvereisten zijn afhankelijk van de zener-barrière en de host. Pas de plaatselijke installatievereisten toe. Opmerking: Pas de volgende instructies aan aan uw zener-barrière (bij gebruik van een zener-barrière van een ander merk) en uw host. Afbeelding 4-5 en 4-6 tonen gebruikelijke bedradingsscenario s voor zener-barrières van een ander merk, maar uw geval kan afwijken. Zie de documentatie van de fabrikant voor hulp bij het identificeren van de aansluitklemmen en voor specifieke vereisten voor de bedrading, voeding en weerstand. De transmitter op de host aansluiten via een zener-barrière van een ander merk of Micro Motion-adapterbarrière: 1. Gebruik standaard afgeschermde draad met getwiste aderen. 2. Let erop dat de lengte van geen van de draden de maximale draadlengte, te bepalen aan de hand van de kringweerstand, overschrijdt. 3. Raadpleeg het voor uw zener-barrière en voedingstype relevante bedradingsschema: Raadpleeg voor een actieve Micro Motion-adapterbarrière (de adapterbarrière voedt de kring) afbeelding 4-2. Actief is de instelling bij levering. Raadpleeg voor een passieve Micro Motion-adapterbarrière (de adapterbarrière voedt de kring niet) afbeelding 4-3. Zorg dat u de adapterbarrière opnieuw hebt geconfigureerd zodat deze op passief staat ingesteld. Zie afbeelding 4-5 voor een actieve zener-barrière van een ander merk. Zie afbeelding 4-6 voor een passieve zener-barrière van een ander merk. 18 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Bedrading Afbeelding 4-2 4. Bij de transmitter van model 2200S: a. Verwijder het deksel van de transmitterbehuizing en de gebruikersinterfacemodule zoals beschreven in paragraaf 3.4, Stap 2. b. Schroef de schroef van het waarschuwingsklepje los en duw het waarschuwingsklepje omhoog. c. Sluit de draden aan op aansluitklem 1 en 2. Aansluitklem 1 en 2 zijn polariteitsneutraal. d. Beweeg het waarschuwingsklepje omlaag en draai de schroef van het waarschuwingsklepje aan. e. Plaats de gebruikersinterfacemodule en het deksel van de transmitterbehuizing terug. 5. Bij de zener-barrière of adapterbarrière: a. Sluit de intrinsiek veilige aansluitklemmen op de component aan op aansluitklem 1 en 2 op de transmitter van model 2200S. Aansluitklem 1 en 2 zijn polariteitsneutraal. b. Sluit de niet intrinsiek veilige aansluitklemmen op de component aan op de ma-aansluitklemmen op het ma-ontvangende instrument en voeg de eventueel vereiste weerstand toe. c. Sluit een voedingsdraad aan op de zener-barrière. Aansluitklem 11 en 12 op de Micro Motion-adapterbarrière zijn polariteitsneutraal. Als u een zener-barrière van een ander merk gebruikt, dient u de door die fabrikant meegeleverde documentatie te raadplegen voor informatie over de polariteit. 6. Als u een passieve zener-barrière of adapterbarrière hebt, dient u de kring aan te sluiten op een externe voeding en de eventueel vereiste weerstand toe te voegen. Waarschuwingsklepje (open) Aansluitklem 1 Bedrading voor installaties met Micro Motion-adapterbarrière, actief Explosiegevaarlijke omgeving Aansluitklem 2 Transmitteraansluitklem 1 en 2 zijn niet polariteitsneutraal. 2 Micro Motion-adapterbarrière Explosieveilige omgeving Aansluitklem 11 en 12 zijn polariteitsneutraal. 1 12 11 23 24 + Max. 18 42 V d.c. ma-ontvangend + instrument R kring max. 820 Voor HART-communicatie 250 600 vereist DCS Voordat u begint Aandachtspunten inzake installatie Installatie Installatie van van transmitter transmitter Bedrading en en zener-barrière zener-barrière Installatiehandleiding 19

Bedrading Afbeelding 4-3 Bedrading voor installaties met Micro Motion-adapterbarrière, passief Waarschuwingsklepje (open) Explosiegevaarlijke omgeving Explosieveilige omgeving Aansluitklem 11 en 12 zijn polariteitsneutraal. + 18 42 V d.c. Aansluitklem 1 Aansluitklem 2 1 Transmitteraansluitklem 1 en 2 zijn niet polariteitsneutraal. 2 12 11 23 24 + V kring ma-ontvangend + instrument DCS Micro Motion-adapterbarrière Zie afbeelding 4-4 voor de waarde van R kring Voor HART-communicatie 250 600 vereist Afbeelding 4-4 Minimale kringvoedingsspanning vs. kringweerstand Micro Motion-adapterbarrière, passief 40 36 32 Voedingsspanning (V) 28 24 20 16 12 8 4 0 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 Kringweerstand ( ) 20 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Bedrading Afbeelding 4-5 Gangbare bedrading voor installaties met een zener-barrière van een ander merk, actief Waarschuwingsklepje (open) Aansluitklem 1 Afbeelding 4-6 Explosiegevaarlijke omgeving Waarschuwingsklepje (open) Aansluitklem 1 Aansluitklem 2 Transmitteraansluitklem 1 en 2 zijn niet polariteitsneutraal. Actieve zener-barrière Explosieveilige omgeving Gangbare bedrading voor installaties met een zener-barrière van een ander merk, passief Explosiegevaarlijke omgeving Aansluitklem 2 Transmitteraansluitklem 1 en 2 zijn niet polariteitsneutraal. Explosieveilige omgeving + V d.c. zoals vereist ma-ontvangend instrument DCS R kring zoals vereist Voor HART-communicatie 250 600 vereist + V d.c. zoals vereist ma-ontvangend instrument DCS R kring zoals vereist Voor HART-communicatie 250 600 vereist Passieve zener-barrière Voordat u begint Aandachtspunten inzake installatie Installatie Installatie van van transmitter transmitter Bedrading en en zener-barrière zener-barrière Installatiehandleiding 21

22 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Bijlage A Afmetingen en specificaties Specificaties Opmerking: De informatie in deze bijlage is van toepassing op de op een ELITE -sensor geïnstalleerde transmitter van model 2200S. Zie het productgegevensblad voor aanvullende informatie over de sensor. Zie bijlage B voor informatie over de Micro Motion-adapterbarrière. A.1 Afmetingen Afbeelding A-1 geeft de afmetingen weer van transmittermodel 2200S. Afbeelding A-1 Afmetingen in mm (inch) 119,1 (4.690) 79,7 (3.140) Afmetingen transmitter 20,3 (0.800) 115,4 (4.545) 79,7 (3.140) 40,6 (1.600) Vooraanzicht 130,2 (5.124) Zijaanzicht Micro Motion-adapterbarrière Retourneringsbeleid Register Installatiehandleiding 23

Afmetingen en specificaties A.2 Fysieke specificaties Behuizing Montage Gewicht NEMA 4X (IP67) gegoten aluminium, gelakt met polyurethaan of 316L roestvast staal Leverbaar met kabelbuisaansluitingen van 1/2 NPT of M20 Integraal of op verlengstuk De transmitter kan op het montagepunt in acht verschillende hoeken worden gedraaid in stappen van 45 Zie productgegevensblad A.3 Voeding Gelijkstroom 17 36 V d.c. Kringweerstand max. 600 Max. 0,8 W A.4 Elektrische aansluitingen Aansluitingen in- en uitgangen Administratieve verbinding voor digitale communicatie Eén paar bedradingsaansluitklemmen voor in-/uitgang van de transmitter, digitale communicatie en voeding. In de schroefklemmen passen massieve en getwiste aders van 0,14 tot 2,5 mm 2 (26 tot 14 AWG). Twee clips voor tijdelijke aansluiting op de HART/Bell 202-aansluitklemmen. Op de hoofdaansluitklemmen is een kringweerstand vereist. Op tijdelijke aansluitingen mag geen weerstand worden aangesloten. A.5 Gebruikersinterface Standaard gebruikersinterface met lcd-paneel Geschikt voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving. De gebruikersinterfacemodule kan 360 draaien op de transmitter, in stappen van 90. Twee clips voor HART/Bell 202-aansluitingen (hiervoor moet het deksel van de transmitterbehuizing worden verwijderd). Twee membraanknoppen voor plaatselijke bediening (hiervoor moet het behuizingsdeksel van de transmitter worden verwijderd). Afhankelijk van de aangeschafte optie heeft het deksel van de transmitterbehuizing een lens van glas of kunststof. Gebruikersinterfacemodule inclusief lcd-paneel. Op regel 1 van de lcd wordt de procesvariabele weergegeven; op regel 2 de meeteenheid met optionele alarmsignalering. De gebruiker kan zelf de scrolsnelheid van de weergavelijst op het lcd-paneel instellen. De weergavelijst bevat door de gebruiker geselecteerde procesvariabelen en als optie alle actieve alarmen. De updatefrequentie van het display kan door de gebruiker worden geconfigureerd: 100 tot 10.000 milliseconden. 24 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Afmetingen en specificaties A.6 In- en uitgangssignalen Kanaal A Eén passieve uitgang van 12-20 ma Geïsoleerd tot ±50 V d.c. vanaf de aarde Maximale belasting: 600 Externe voeding: 17 tot 36 V d.c. Melding van massaflow, volumeflow, standaard volumeflow van gas, dichtheid, temperatuur of aandrijvingsversterking Uitgang is lineair met proces vanaf 11,9 tot 20,25 ma Intrinsiek veilig (aanschafoptie) Specificaties A.7 Digitale communicatie HART/Bell 202 A.8 Hostinterface HART DD-bestand ProLink II v2.8 A.9 Grenswaarden omgeving Grenswaarden omgevingstemperatuur Grenswaarden luchtvochtigheid Grenswaarden trillingen A.10 Effecten op omgeving en milieu Effecten elektromagnetische interferentie Het HART-signaal wordt over de milliampère-uitgang heen gelegd en is beschikbaar voor interface met een hostsysteem: Frequentie: 1,2 en 2,2 khz Amplitude: tot 1,0 ma 1200 baud, één stopbit, oneven pariteit Adres: 0 (standaard), configureerbaar Vereist weerstand van 250 tot 600 Ondersteunt volledige apparaatconfiguratie en -functionaliteit Ondersteunt volledige apparaatconfiguratie en -functionaliteit Vereist HART/Bell 202-aansluiting (geen ondersteuning voor RS-485- aansluitingen) Bedrijf en opslag: 40 tot +60 C ( 40 to +140 F) Onder 20 C ( 4 F) neemt de reactietijd van de lcd af en kan de lcd moeilijk af te lezen zijn. Boven 55 C (131 F) kan het lcd-paneel enigszins donker kleuren. 5 tot 95% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend bij 60 C (140 F) Voldoet aan IEC68.2.6, duurzaamheidsproef, 5 tot 2000 Hz, 50 testcycli bij 1,0 g Voldoet aan de EMC-richtlijn 2004/108/EG conform EN 61326 industrieel Voldoet aan NAMUR NE21 versie: 08.22.2007 Effect omgevingstemperatuur Op ma-uitgang: ±0,005% van de meetbreedte per C Micro Motion-adapterbarrière Retourneringsbeleid Register Installatiehandleiding 25

Afmetingen en specificaties A.11 Classificaties voor explosiegevaarlijke omgevingen CSA C-US ATEX IECEx 0575 Omgevingstemperatuur 40 tot +60 C ( 40 tot +140 F) Klasse I, div. 1, groep C en D Klasse I, div. 2, groep A, B, C en D Klasse II, div. 1 groep E, F en G II 2G Ex ib IIB/IIC T4 II 2D Ex ibd 21 T70 C II 3G Ex na II T4 II 3D Ex td A22 IP66/67 T70 C Ex ib IIB/IIC T4 Ex na II T4 26 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Bijlage B Micro Motion-adapterbarrière Specificaties B.1 Overzicht In deze bijlage komen de volgende onderwerpen en procedures aan bod: Zie paragraaf B.2 voor een inleiding over de Micro Motion-adapterbarrière Zie paragraaf B.3 voor afmetingen en specificaties Zie paragraaf B.4 voor het monteren en verwijderen van de Micro Motion-adapterbarrière Zie voor instructies over het vergrendelen en ontgrendelen van de Micro paragraaf B.5 Motion-adapterbarrière Zie voor informatie over het configureren van de Micro paragraaf B.6 Motion-adapterbarrière voor actieve of passieve kringvoeding Zie paragraaf B.7 voor instructies over het kalibreren van de Micro Motion-adapterbarrière Zie voor instructies over het herstellen van de fabriekskalibratiewaarden van de Micro paragraaf B.8 Motion-adapterbarrière B.2 Over de Micro Motion-adapterbarrière De Micro Motion-adapterbarrière biedt galvanisch geïsoleerde, intrinsiek veilige voeding voor de transmitter van model 2200S. Aan de veldzijde is de adapterbarrière aangesloten op een Micro Motion-sensor. Aan de systeemzijde is de adapterbarrière aangesloten op een host. De adapterbarrière wijzigt de schaal van de transmitter van model 2200S van een uitgang van 12 20 ma naar 4 20 ma. De adapterbarrière is standaard ingesteld op actief, d.w.z. dat de zener-barrière de kring aan de systeemzijde voedt. De configuratie van de adapterbarrière kan worden gewijzigd in passief, d.w.z. dat de zener-barrière de kring aan de systeemzijde niet voedt. De ma-uitgang van de adapterbarrière naar de host kan worden gekalibreerd en de fabriekskalibratiewaarden kunnen worden hersteld. Het apparaat kan worden geconfigureerd en gekalibreerd via de schakelaars en knoppen op de adapterbarrière. Het voorpaneel van de adapterbarrière staat afgebeeld in afbeelding B-1. Bij normaal gebruik is de adapterbarrière vergrendeld. Als de adapterbarrière vergrendeld is, moet u deze eerst ontgrendelen voordat u deze kunt configureren of kalibreren. Micro Motion-adapterbarrière Retourneringsbeleid Register Installatiehandleiding 27

Micro Motion-adapterbarrière Afbeelding B-1 Gebruikersinterface Knop pijl omhoog LED1 3 4 5 2 6 Knop pijl omlaag Draaischakelaar LED2 1 0 7 B.3 Afmetingen en specificaties Afbeelding B-2 Afmetingen in Afmetingen mm (inch) Vooraanzicht Zijaanzicht 111,8 (4.4) 99,1 (3.9) 22,9 (0.9) 28 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Micro Motion-adapterbarrière Tabel B-1 Specificaties 12 20 ma tot 4 20 ma zener-barrière met HART-doorvoer Fysiek IP20 Montagetype DIN-rail: DIN 46277 Gewicht: 0,15 kg (0.33 lb.) Kan naast elkaar worden gestapeld Specificaties Grenswaarden temperatuur Grenswaarden luchtvochtigheid Omgevingstemperatuur: 40 tot +60 C ( 40 tot +140 F) Temperatuurdrift: < 0,005% van de meetbreedte/ C 5 tot 95% relatieve luchtvochtigheid, niet-condenserend bij 60 C (140 F) Elektriciteit Isolatiespanning Voeding (aansluitklem 11 en 12) Veldzijde (aansluitklem 1 en 2) Hostzijde (aansluitklem 23 en 24) Effecten elektromagnetische interferentie Tabel B-2 Draaddoorsnede: min. 0,2 mm 2 (24 AWG), max. 2,5 mm 2 (14 AWG) Voeding aan veldzijde: > 1500 V a.c. Voeding aan hostzijde: > 500 V a.c. Veld aan hostzijde: > 1500 V a.c. 18 42 V d.c. Maximaal voedingsstroom: 170 ma Maximaal vermogen: 3 W Eén passieve ingang van 12 20 ma Bereik boven/onder: 11 21 ma HART-doorvoer Kringvoeding: > 25 V HART-conforme impedantie: > 250 Conformiteit intrinsieke veiligheid: ATEX, CSA, IECEx Eén actieve of passieve uitgang van 4 20 ma Bereik boven/onder: 2 22 ma Maximale belasting (actieve uitgang): < 1 k Maximale kringspanning (passieve ingang): < 36 V Responstijd: < 7 ms Trimbare eindpunten (0% en 100%) Lineariteit: < 0,05% van de meetbreedte Voldoet aan NAMUR NE43 (februari 2003) (afhankelijk van de transmitterconfiguratie) Voldoet aan NAMUR NE21 versie: 08.22.2007 Classificaties voor explosiegevaarlijke omgevingen CSA C-US Klasse I, div. 1, groep C en D (1) ATEX IECEx 0575 Klasse I, div. 2, groep A, B, C en D Klasse II, div. 2 groep F en G II (2) G [Ex ib] IIB/IIC II (2) D [Ex ibd] [Ex ib] IIB/IIC Micro Motion-adapterbarrière Retourneringsbeleid Register (1) Bij installatie in een geschikte behuizing. Installatiehandleiding 29

Micro Motion-adapterbarrière B.4 De Micro Motion-adapterbarrière monteren en verwijderen De Micro Motion-adapterbarrière is ontworpen voor montage op een DIN-rail. De adapterbarrière kan op de DIN-rail worden vastgeklikt. U verwijdert de adapterbarrière van de rail door de veerklem met behulp van de losmaaklus van de veerklem van de zener-barrière weg te trekken. Zie afbeelding B-3. Afbeelding B-3 Montage en verwijderen van de Micro Motion-adapterbarrière Veerklem DIN-rail Losmaaklus veerklem B.5 De Micro Motion-adapterbarrière ontgrendelen en vergrendelen Als de adapterbarrière vergrendeld is, is configuratie of kalibratie van het apparaat niet mogelijk. Druk drie seconden lang op de pijl omhoog om de adapterbarrière te ontgrendelen. Zodra het apparaat is ontgrendeld, gaat LED2 branden. 4 De adapterbarrière kan op twee manieren worden vergrendeld: 3 5 2 6 Automatisch Draai de draaischakelaar terug (zie afbeelding B-1) naar stand 7. 1 7 0 De adapterbarrière wordt na twee minuten automatisch vergrendeld. LED2 gaat dan uit. Snelvergrendeling Draai de draaischakelaar terug naar stand 7 en druk op de pijl omlaag. De adapterbarrière wordt onmiddellijk vergrendeld en LED2 gaat uit. Als de draaischakelaar zich niet in stand 7 bevindt, kan de adapterbarrière niet worden vergrendeld. B.6 De actieve of passieve kringvoeding configureren De adapterbarrière is standaard ingesteld op actief, d.w.z. dat de zener-barrière de kring aan de hostzijde voedt. De instelling voor de kringvoeding van de adapterbarrière configureren (indien vereist): 1. Ontgrendel indien nodig de adapterbarrière (zie paragraaf B.5). 3 4 5 2 6 2. Zet de draaischakelaar in stand 5. 1 7 0 3. Druk afhankelijk van uw keuze op de pijl omhoog of de pijl omlaag en houd deze drie seconden lang ingedrukt. Met de pijl omhoog selecteert u actieve voeding. Na drie seconden gaat LED2 branden. Met de pijl omlaag selecteert u passieve voeding. Na drie seconden gaat LED2 uit. 30 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Micro Motion-adapterbarrière 4. Vergrendel de adapterbarrière (zie paragraaf B.5). B.7 De ma-uitgang van de Micro Motion-adapterbarrière kalibreren Door de ma-uitgang van de adapterbarrière te kalibreren, kunt u ervoor zorgen dat het door het apparaat verstuurde ma-signaal correct door de host wordt ontvangen. De ma-uitgang kan worden gekalibreerd op de eindpunten 0% en 100%. Opmerking: Micro Motion raadt aan deze kalibratieprocedure uit te voeren als onderdeel van een aantal procedures voor testdoeleinden en eerste ingebruikname. Zie het document Micro Motion-transmitters van model 2200S: Configuratie- en gebruikshandleiding. De ma-uitgang van de adapterbarrière kalibreren: 1. Ontgrendel indien nodig het apparaat (zie paragraaf B.5). 4 2. Het 0%-signaal kalibreren: 3 5 2 6 a. Stel bij de adapterbarrière de draaischakelaar op stand 1. 1 7 0 b. Zet bij de 2200S-transmitter de ma-uitgang vast op 12 ma. c. Controleer de ma-meting bij de host vanaf de adapterbarrière. Het ma-signaal hoort 4 ma aan te geven, anders zou de host de geconfigureerde LRV moeten ontvangen. d. Stel bij de adapterbarrière de ma-uitgang vanaf de adapterbarrière zo in dat de ma-meting bij de host binnen het tolerantiebereik ligt. Druk op pijl omhoog om de waarde te verhogen. Druk op pijl omlaag om de waarde te verlagen. 4 3. Het 100%-signaal kalibreren: 3 5 2 6 a. Zet bij de adapterbarrière de draaischakelaar op stand 2. 1 7 0 b. Zet bij de 2200S-transmitter de ma-uitgang vast op 20 ma. c. Controleer de ma-meting bij de host vanaf de adapterbarrière. Het ma-signaal hoort 20 ma aan te geven, anders zou de host de geconfigureerde URV moeten ontvangen. d. Stel bij de adapterbarrière de ma-uitgang vanaf de adapterbarrière zo in dat de ma-meting bij de host binnen het tolerantiebereik ligt. Druk op pijl omhoog om de waarde te verhogen. Druk op pijl omlaag om de waarde te verlagen. 4. Vergrendel de adapterbarrière (zie paragraaf B.5). 5. Ontgrendel bij de 2200S-transmitter de ma-uitgang. Specificaties Micro Motion-adapterbarrière Retourneringsbeleid Register Installatiehandleiding 31

Micro Motion-adapterbarrière B.8 De fabriekskalibratiewaarden van de Micro Motion-adapterbarrière herstellen De fabriekskalibratiewaarden van de adapterbarrière herstellen: 1. Ontgrendel indien nodig de adapterbarrière (zie paragraaf B.5). 2 3 4 5 6 2. Zet de draaischakelaar in stand 0. 1 7 0 3. Druk de pijl omhoog en de pijl omlaag gelijktijdig in en houd ze tien seconden lang ingedrukt. Als de instellingen zijn hersteld, beginnen LED1 en LED2 te knipperen. 4. Vergrendel de adapterbarrière (zie paragraaf B.5). 32 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Bijlage C Retourneringsbeleid Specificaties C.1 Algemene richtlijnen Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Micro Motion worden aangehouden. Deze procedures zorgen dat aan de vervoersrichtlijnen van overheidswege wordt voldaan en dragen bij tot een veilige werkomgeving voor medewerkers van Micro Motion. Als de procedures van Micro Motion niet worden aangehouden, wordt de levering van uw apparatuur geweigerd. Informatie over retourneringsprocedures en de bijbehorende formulieren zijn beschikbaar via onze website voor klantondersteuning op www.micromotion.com, of telefonisch bij de klantenservice van Micro Motion. C.2 Nieuwe en ongebruikte apparatuur Alleen apparatuur die niet is verwijderd uit de oorspronkelijke transportverpakking wordt beschouwd als nieuw en ongebruikt. Voor nieuwe en ongebruikte apparatuur is een ingevuld toestemmingsformulier voor het retourneren van materiaal nodig. C.3 Gebruikte apparatuur Alle apparatuur die niet geldt als nieuw en ongebruikt, wordt beschouwd als gebruikt. Dergelijke apparatuur moet voor het retourneren volledig worden ontsmet en gereinigd. Bij gebruikte apparatuur moet een ingevuld toestemmingsformulier voor het retourneren van materiaal en een verklaring van ontsmetting worden meegezonden voor alle procesvloeistoffen die met de apparatuur in aanraking zijn gekomen. Als er geen verklaring van ontsmetting kan worden ingevuld (bijv. voor procesvloeistoffen van levensmiddelkwaliteit), moet een ontsmettingsverklaring worden bijgesloten waarin alle stoffen worden genoemd die met de apparatuur in aanraking zijn gekomen. Micro Motion-adapterbarrière Retourneringsbeleid Register Installatiehandleiding 33

34 Micro Motion -transmitters van model 2200S

Register A Adapterbarrière Zie Micro Motion-adapterbarrière Afmetingen Micro Motion-adapterbarrière 28 transmitter 23 B Barrière actief vs. passief 8, 18, 30 barrières van een ander merk, die door Micro Motion zijn geverifieerd 8 en ma-uitgangsschaal 2 installatie barrière van een ander merk 15 Micro Motion-adapterbarrière 15 installatiestructuur barrière van een ander merk 3 Micro Motion-adapterbarrière 3 vereisten 8 Zie ook Micro Motion-adapterbarrière Bedrading 17 actieve vs. passieve barrière 18 barrière van een ander merk 18 geen barrière 17 Micro Motion-adapterbarrière 18 Bedrading ma-uitgang Zie Bedrading D Documentatie 5 F Flowmeter documentatie 5 onderdelen 2 G Gebruikersinterfacemodule roteren 14 I Installatie aarding 15 barrière barrière van een ander merk 15 Micro Motion-adapterbarrière 15, 30 bedrading barrière van een ander merk 18 geen barrière 17 Micro Motion-adapterbarrière 18 de locatie van de onderdelen bepalen 9 gebruikersinterfacemodule op de transmitter roteren 14 overzicht 4 structuren 2 tips 9 transmitter roteren op de sensor 13 verlengstuk 11 Intrinsiek veilige barrière Zie Barrière K Kalibratie de fabriekskalibratiewaarden herstellen 32 Micro Motion-adapterbarrière 31 Klantenservice 5 Specificaties Micro Motion-adapterbarrière Retourneringsbeleid Register Installatiehandleiding 35

Register M ma-uitgang kalibratie 31 vanaf barrière van een ander merk 2 vanaf Micro Motion-adapterbarrière 2 vanaf transmitter 2 ma-uitgangstrim Zie Micro Motion-adapterbarrière, de ma-uitgang kalibreren Micro Motion-adapterbarrière actief vs. passief 8, 30 afmetingen 28 bij modelnummer 1 de fabriekskalibratiewaarden herstellen 32 de ma-uitgang kalibreren 31 en ma-uitgangsschaal 2, 27 installatie 15, 30 montage en verwijdering 30 ontgrendelen en vergrendelen 30 overzicht 27 specificaties 29 Modelnummer 1 R Retourneringsbeleid 33 S Schaal Zie ma-uitgangsschaal Sensor 2 Specificaties Micro Motion-adapterbarrière 29 transmitter 23 T Transmitter 2 afmetingen 23 documentatie 5 gebruikersinterfacemodule roteren 14 modelnummer 1 montageopties 2 oriëntatie 13 overzicht installatie 4 roteren op de sensor 13 specificaties 23 type 1 voedingsvereisten 7 V Veiligheidsbarrière Zie Barrière Veiligheidsmeldingen 1 Vereisten barrière 8 voeding naar barrière 8 voeding voor transmitter 7 Vereisten voor aarding 15 Verlengstuk 2 installatie 11 Voeding barrièrevereisten 8 vereisten transmitter 7 Voedingskabels Zie Bedrading Voedingsvereisten 8 36 Micro Motion -transmitters van model 2200S

2009, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. Onderdeelnr. MMI-20024689, Rev. BA *MMI-20024689* Kijk voor de meest recente Micro Motion-productspecificaties onder PRODUCTS op onze website, www.micromotion.com Emerson Process Management BV Nederland Patrijsweg 140 2289 EZ Rijswijk T +31 (0) 70 413 6607 F +31 (0) 70 413 6603 www.emersonprocess.nl Emerson Process Management Micro Motion Europa Neonstraat 1 6718 WX Ede Nederland T +31 (0) 318 495 555 F +31 (0) 318 495 556 Micro Motion Inc. USA Wereldwijd hoofdkantoor 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301, VS T +1 303-527-5200 +1 800-522-6277 F +1 303-530-8459 Emerson Process Management nv/sa België De Kleetlaan 1831 Diegem België T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 gratis nummer klantendienst debietmetingen T 0800 75 345 www.emersonprocess.be Emerson Process Management Micro Motion Azië 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republiek Singapore T +65 6777-8211 F +65 6770-8003 Emerson Process Management Micro Motion Japan 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo 140-0002 Japan T +81 3 5769-6803 F +81 3 5769-6844