Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Vergelijkbare documenten
Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2000-I

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1,2

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Groepsopdracht: Groeiseizoen

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Opmerking Als de punten A en B op de juiste plaats getekend zijn, maar iedere toelichting ontbreekt, drie punten toekennen.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Kaas. foto 1 figuur 1. geheel aantal cm 2.

Examen HAVO. Wiskunde B1

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Eindexamen wiskunde B havo I

Eindexamen wiskunde B havo II

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Correctievoorschrift HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO. wiskunde B1,2

wiskunde B bezem havo 2017-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 19 mei uur

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-I

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei uur

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B 1,2

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VBO-MAVO-D. Wiskunde

Eindexamen wiskunde B havo II

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

-Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VBO-MAVO-D Wiskunde

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B1

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-I

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

leeftijd kwelder (in jaren)

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Examen VBO-MAVO-D. Wiskunde

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde C. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Transcriptie:

Wiskunde B1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 23 mei 13.30 16.30 uur 00 Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Voor de uitwerking van de vragen 6 en 13 is een bijlage toegevoegd. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord meestal geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. 000008 24 Begin

Bioritme Op een pagina op Internet staat te lezen dat ons leven beheerst wordt door een drietal toestanden, namelijk door onze fysieke, onze emotionele en onze intellectuele toestand. Op de ene dag voel je je fysiek (lichamelijk) beter dan op een andere dag. Deze fysieke toestand kunnen we weergeven op een schaal van 50 (fysiek op dieptepunt) tot +50 (fysiek opperbest). Deze fysieke toestand varieert in de tijd volgens een sinusoïde. Ook de emotionele toestand en de intellectuele toestand variëren op een schaal van 50 tot +50 volgens een sinusoïde. Zie figuur 1. figuur 1 +50 toestand Legenda: fysiek (23d) emotioneel (28d) intellectueel (33d) 0-50 0 5 10 15 25 30 35 40 45 aantal dagen vanaf de geboorte Bij de geboorte van een mens zou elke cyclus zich in dezelfde begintoestand bevinden, zoals is weergegeven in figuur 1. Tezamen bepalen de drie cycli het zogenaamde bioritme van een mens. Sommigen beweren dat het bioritme volledig vastlegt tot welke prestaties een mens op een bepaald moment in staat is. Zo zou je bijvoorbeeld kunnen uitrekenen op welke dag je het best kunt solliciteren. Voor de fysieke cyclus is de periode 23 dagen, voor de emotionele cyclus 28 dagen en voor de intellectuele cyclus is de periode 33 dagen. Het bioritme in figuur 1 betreft een pasgeboren baby. E is de emotionele toestand van de baby t dagen na de geboorte. Hierbij hoort een formule van de vorm E = a sin bt. 3p 1 Geef de waarden van a en b. Zodra de emotionele toestand beneden 25 komt, zou het moeilijker worden om de emoties onder controle te houden. 5p 2 Hoeveel procent van een periode heeft de emotionele toestand een waarde die kleiner is dan 25? Licht je antwoord toe. F is de fysieke toestand van de baby. 5p 3 Onderzoek of F op de eerste verjaardag een dalend of een stijgend verloop heeft. Annelies is op 1 januari 1983 geboren. Op 1 januari 01 wordt ze dus 18 jaar. Vanaf die dag mag ze rijexamen doen. Ze wil dat doen op een dag waarop zowel haar fysieke als haar intellectuele toestand positief is. (De jaren 1984, 1988, 1992, 1996 en 00 hebben een dag extra, dus 366 dagen.) 7p 4 Onderzoek welke de eerste drie dagen van januari 01 zijn die voor het rijexamen in aanmerking komen. 000008 24 2 Lees verder

Trailer-tafel foto De tafel op de foto hierboven bestaat uit een rechthoekig blok en een glazen plaat in de vorm van een kwart cirkel. De glazen plaat is gemonteerd op een metalen buizenconstructie met drie poten. Eén van de poten is bevestigd in het blok. De afstand van deze poot tot de twee dichtstbijzijnde ribben van het blok is cm; de afstand tot de rechte zijden van de glasplaat is ook cm. Enkele maten van blok en glasplaat zijn aangegeven in het bovenaanzicht in figuur 2. In deze opgave wordt de dikte van de poten verwaarloosd. In figuur 3 is dit schematisch aangegeven. P, Q en R zijn de punten op de glasplaat recht boven de poten. De glasplaat kan draaien om de poot in het blok (onder het punt Q). 60 figuur 2 figuur 3 100 60 P Q R 4p 5 Bereken hoe lang PQ en RQ in figuur 3 minimaal moeten zijn om draaien van de glasplaat over 360 mogelijk te maken. Rond je antwoord naar boven af op een geheel aantal centimeters. In een kamer wordt de tafel met een zijvlak van het blok tegen een muur gezet. Op de bijlage bij vraag 6 is een bovenaanzicht van het blok met punt Q en de muur weergegeven, met schaal 1:15. Er zijn twee punten A en B waar de glasplaat tegen de muur kan komen. 6p 6 Teken A en B in de figuur op de bijlage. Licht je antwoord toe. 6p 7 Bereken de afstand tussen de twee punten A en B waar de glasplaat tegen de muur kan komen. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig. 000008 24 3 Lees verder

Fruitvliegjes Bij een experiment met fruitvliegjes in een afgesloten ruimte heeft men vastgesteld dat het aantal fruitvliegjes per m 3 bij benadering beschreven kan worden met de volgende formule: 3500 F = 1 + 34 0,87 t Hierin is t de tijd in dagen vanaf de start van het experiment en F het aantal fruitvliegjes per m 3 op tijdstip t. 3p 8 Na hoeveel dagen vanaf het begin van het experiment zijn er voor het eerst meer dan 2500 fruitvliegjes per m 3? Licht je antwoord toe. Het aantal fruitvliegjes per m 3 neemt toe tot een grenswaarde. 3p 9 Hoe groot is deze grenswaarde? Licht je antwoord toe. Het aantal fruitvliegjes neemt eerst steeds sneller en later steeds langzamer toe. 5p 10 Op hoeveel dagen neemt het aantal fruitvliegjes per dag met meer dan 75 per m 3 toe? Licht je antwoord toe. Als bij het experiment de tijd t niet gemeten wordt in dagen maar in uren, geldt voor het aantal fruitvliegjes per m 3 een andere formule. De tijd in uren vanaf het begin van het experiment is T. 3p 11 Stel een formule op voor het aantal fruitvliegjes F op tijdstip T. Voor kleine waarden van t kan het aantal fruitvliegjes per m 3 3500 gegeven door F = 1 + 34 0,87 t 3500 benaderd worden met de formule F = 34 0,87 t Deze laatste formule kan ook geschreven worden in de vorm F = b g t. 5p 12 Bereken b en g. Rond b af op een geheel getal en geef g in twee decimalen nauwkeurig. 000008 24 4 Lees verder

Lichaam In de kubus ABCD.EFGH met ribbe 6 cm past een lichaam L met hoekpunten A, B, C, D, P, Q, G en H. P is het snijpunt van AF en BE, Q is het snijpunt van EG en FH. Zie figuur 4. In figuur 5 is L apart getekend. figuren 4 en 5 H figuur 4 figuur 5 H G G E Q Q F D P D P C C A A B B Op de bijlage bij vraag 13 is een begin getekend van de uitslag van L, schaal 1:2. 7p 13 Maak de tekening van deze uitslag af. Zet de letters erbij. 5p 14 Bereken de inhoud van L. Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina. 000008 24 5 Lees verder

Wortelfuncties Gegeven is de functie figuur 6 f(x) = 1 + 10x x 2. De grafiek van f heeft de eindpunten A en B. Zie figuur 6. y f 5p 15 Los op: f(x) > = x. Rond niet-gehele grenswaarden af op één decimaal. 6p 16 Bereken met behulp van differentiëren de helling van de grafiek van f in het punt P(2, 5). A O B x Voor elke waarde van a, met a > 0, is gegeven de functie h(x) = 1 + ax x 2. Als a = 10 ontstaat de functie f. Het domein van h hangt af van a. 5p 17 Onderzoek voor welke waarde van a het domein van h het interval [0, 100] is. Als je voor enkele waarden van a de grafiek van h tekent, blijkt dat de toppen van deze grafieken op een rechte lijn liggen. 5p 18 Geef een vergelijking van deze lijn. Licht je antwoord toe. Einde 000008 24 6