ECLI:NL:RBAMS:2017:5266

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2017:3317

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBNNE:2014:131

ECLI:NL:RBAMS:2014:290

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBAMS:2017:3578

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

ECLI:NL:RBAMS:2016:3562

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8864

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

vonnis X wonende te Utrecht eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie nader te noemen: X gemachtigde: mr. F. Kersch

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBUTR:2009:BL0337

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBGEL:2013:4571

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

ECLI:NL:RBNNE:2016:1062

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBROT:2016:6095

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBROT:2016:6088

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBALK:2012:BX5783


ECLI:NL:GHSHE:2016:746

ECLI:NL:OGEAC:2017:93

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2013:11296

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBAMS:2016:38

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:RBAMS:2017:3729

EtSER vonnis. In naam van de Koning

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:RBZWB:2014:7153

ECLI:NL:RBROT:2016:5048

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3910

ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBAMS:2016:4933

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBROT:2017:3541

ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6817

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:RBMID:2008:BD7099

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBAMS:2014:8805

JHV 2016/41, Rechtbank Amsterdam, , ECLI:NL:RBAMS:2016:5652, CV EXPL , (annotatie)

ECLI:NL:RBROT:2015:1801

ECLI:NL:RBGRO:2009:BK5682

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBGEL:2016:7158

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBGRO:2008:BD2039

Transcriptie:

ECLI:NL:RBAMS:2017:5266 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-07-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Zaaknummer 5566036 CV EXPL 16-35180 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig De gemeente heeft voldoende maatregelen genomen om diefstal uit een van haar parkeergarages te voorkomen. Dat oordeelt de kantonrechter in een zaak die was aangespannen door een autobezitter die van de gemeente een plek huurde in het besloten deel van de parkeergarage in Amsterdam-Zuidoost. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer: 5566036 CV EXPL 16-35180 vonnis van: 24 juli 2017 vonnis van de kantonrechter i n z a k e [eiser], wonende te [woonplaats], eiser, nader te noemen: [eiser],

gemachtigde: DAS Rechtsbijstand, t e g e n Gemeente Amsterdam, afdeling RVE Parkeren, gevestigd te Amsterdam, gedaagde, nader te noemen: de gemeente, gemachtigde: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. VERLOOP VAN DE PROCEDURE In het dossier bevinden zich: - de dagvaarding van 29 november 2016, met producties; - de conclusie van antwoord, met producties; - het instructievonnis van 27 februari 2017; - de dagbepaling van de comparitie. [eiser] heeft voorafgaand aan de comparitie nog aanvullende producties (12 tot en met 18) overgelegd. De comparitie heeft plaatsgevonden op 14 juni 2017. [eiser] is in persoon verschenen, vergezeld door mr. A. Snipper namens de gemachtigde. Voor de gemeente is verschenen mr. A. Berends, advocaat, [naam schadebehandelaar], schadebehandelaar, en [naam teamleider techniek], teamleider techniek. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald. GRONDEN VAN DE BESLISSING Feiten 1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast: 1.1. De parkeergarage [naam parkeergarage] (hierna: de parkeergarage), gelegen te [plaats], beschikt over een openbaar voor een ieder toegankelijk gedeelte en over een besloten gedeelte. 1.2. Het besloten gedeelte is van het openbare gedeelte afgesloten. De toegang naar het besloten gedeelte kan worden verschaft door middel van een knoopcel. Alleen personen die bij de gemeente een parkeerplek huren ontvangen een knoopcel.

1.3. Per 1 april 2007 huurt [eiser] van de gemeente een parkeerplek met nummer [nummer] in de parkeergarage. 1.4. De huurprijs voor de parkeerplek bedraagt laatstelijk 37,74 per maand. 1.5. In of omstreeks januari 2016 is de auto van [eiser] gestolen uit de parkeergarage. 1.6. Naar aanleiding van een melding bij de meldkamer van de gemeente is een medewerker van de technische dienst op 30 december 2015 naar de parkeergarage gegaan. Geconstateerd werd dat de toegangspoort en -deuren naar het besloten gedeelte van de parkeergarage niet geforceerd waren en naar behoren werkten. 1.7. [eiser] heeft op 14 januari 2016 aangifte gedaan van de diefstal van zijn auto. 1.8. Bij brief van 25 juli 2016 heeft de gemachtigde van [eiser] de gemeente aansprakelijk gesteld voor de door [eiser] geleden schade wegens - kort gezegd - tekortschieten in het nemen van de juiste veiligheids- en voorzorgsmaatregelen om diefstal vanuit de parkeergarage te voorkomen. 1.9. De gemeente heeft bij e-mail van 3 augustus 2016 de aansprakelijkheid afgewezen. Vordering 2. [eiser] verzoekt de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en na wijziging van eis tijdens de comparitie: - te verklaren voor recht dat de gemeente jegens [eiser] schadeplichtig is voor de door hem geleden schade wegens diefstal in de parkeergarage in of omstreeks januari 2016; - de gemeente te veroordelen tot betaling van 6.000,00 dan wel in goede justitie te bepalen redelijke vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van opeisbaarheid, althans in ieder geval vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening; - de gemeente te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, begroot op 767,98 vermeerderd met 161,28 aan btw; - de gemeente te veroordelen in de kosten van de procedure, het salaris van de gemachtigde van [eiser] daaronder begrepen. 3. [eiser] stelt daartoe dat de gemeente tekort is geschoten in het nemen van benodigde voorzorgsmaatregelen om diefstal en/of vernielingen in de parkeergarage zoveel mogelijk te voorkomen, althans de kans daarop te verkleinen. Voorzorgsmaatregelen zijn niet in acht genomen dan wel waren niet toereikend. [eiser] huurt van de gemeente een beveiligde parkeergarage. Het slot van de parkeergarage was voor een derde vrij eenvoudig te forceren en de toegangsdeur was niet (extra) beveiligd, waardoor de diefstal vrij eenvoudig plaats heeft kunnen vinden. De camerabeveiliging stond op de dag of nacht van de diefstal uit. [eiser] mocht in alle redelijkheid van de gemeente verwachten dat zij, voor zover mogelijk, in ieder geval de nodige voorzorgsmaatregelen in acht zou nemen om de kans op diefstal te voorkomen. 4. Het niet (voldoende) in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen dient te worden aangemerkt als (ernstig) nalatig handelen aan de zijde van de gemeente, vooral nu eerdergenoemde voorzorgsmaatregelen zonder meer mogelijk waren. De gemeente heeft niet aan haar zorgplicht voldaan noch als een goed huisvader gedragen. Daarom is de gemeente jegens [eiser] toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiend uit de huurovereenkomst. Verweer

5. De gemeente betwist de vordering en voert - kort gezegd - het volgende aan. Primair heeft [eiser] zijn klachtplicht als bedoeld in artikel 6:89 BW geschonden. Subsidiair geldt dat de gemeente niet betwist dat de auto van [eiser] uit de parkeergarage is gestolen, maar wel dat de gemeente voor deze diefstal aansprakelijk is. De gemeente heeft de aansprakelijkheid in de algemene voorwaarden uitgesloten. De algemene voorwaarden zijn van toepassing en komen niet voor vernietiging in aanmerking. Meer subsidiair heeft de gemeente aan haar verplichtingen als verhuurder voldaan en haar zorgplicht niet geschonden. Van een gebrek aan het gehuurde is niet gebleken. 6. Hetgeen partijen voor het overige hebben aangevoerd komt, voor zover van belang, in de boordeling terug. Beoordeling 7. Als uitgangspunt gelden de bepalingen zoals neergelegd in de tussen partijen gesloten huurovereenkomst. Uit de huurovereenkomst volgt niet dat [eiser] een beveiligde parkeerplek in de parkeergarage huurt. Dat op de website mogelijk anders staat vermeld doet niet af aan wat partijen uitdrukkelijk zijn overeengekomen. Wel bevindt de parkeerplek zich in een besloten deel van de parkeergarage, waar huurders van een parkeerplek kunnen komen door middel van een knoopcel. Van de gemeente mag als verhuurder worden verwacht dat zij maatregelen neemt die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om diefstal zoveel mogelijk te voorkomen. Dat de gemeente daarin tekort is geschoten heeft [eiser] niet, dan wel onvoldoende onderbouwd. 8. Van belang is of [eiser] de gemeente voorafgaand aan de diefstal heeft laten weten dat zij naar zijn oordeel tekort is geschoten in haar verplichtingen als verhuurder. Dat is niet het geval. [eiser] heeft pas na de diefstal van zijn auto gesteld dat sprake is van gebreken aan het gehuurde. Op een huurder rust de plicht om de verhuurder op de hoogte te stellen van gebreken aan het gehuurde, zodat de verhuurder in de gelegenheid is deze te herstellen. Indien [eiser] gebreken aan het gehuurde had ontdekt die hem in zijn huurgenot zouden storen, dan diende hij de gemeente daarvan onverwijld kennis te geven. Dat heeft [eiser] nagelaten. 9. Nadat bij de gemeente eind december 2015 meldingen van vernieling en diefstal binnenkwamen, heeft een technisch specialist van de gemeente de parkeergarage vervolgens uitvoerig gecontroleerd. Door de technisch specialist zijn toen geen onregelmatigheden of defecten aan de toegangspoort of toegangsdeur geconstateerd. Van een geforceerd slot was ook geen sprake. [eiser] heeft de stellingen van de gemeente dat het toegangssysteem ten tijde van de diefstal naar behoren functioneerde onweersproken gelaten, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid daarvan. De gemeente had geen aanleiding om een naar behoren werkend systeem te vervangen. [eiser] heeft onvoldoende concreet onderbouwd dat er voor de diefstal klachten waren over een disfunctionerend toegangssysteem. 10. De gemeente heeft verder als onweersproken gesteld dat na de verrichte controles naar aanleiding van enkele eerdere meldingen van incidenten in de periode 2009 en 2015, nooit gebreken aan de parkeergarage zijn geconstateerd aangaande de mate van beveiliging. De mate van beveiliging is tot de aansprakelijkheidsstelling op 25 juli 2016 niet eerder als gebrek of tekortschieten aangemerkt. Bovendien kende [eiser] de mate van beveiliging in de parkeergarage reeds bij het aangaan van de huurovereenkomst. De stelling van [eiser] dat op de bewuste dag of nacht van de diefstal de camerabeveiliging uitgeschakeld was gaat niet op, nu de gemeente gemotiveerd uiteen heeft gezet dat ten tijde van de diefstal in het geheel nog geen beveiligingscamera s aanwezig waren. [eiser] heeft dit verder onweersproken gelaten. 11. Mede gelet op de maandelijkse door [eiser] te betalen huurprijs van 37,74 heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd op grond waarvan hij redelijkerwijs kan verlangen dat er 24-uursbewaking

in de parkeergarage aanwezig is of dat hem volledige garantie kan worden gegeven dat zijn goederen niet uit de parkeergarage zullen worden gestolen. Bovendien kan de gemeente niet voorkomen dat (andere) huurders van een parkeerplek derden toelaten in het besloten gedeelte van de parkeergarage. 12. Niet valt in te zien dat de gemeente tekort is geschoten in haar verplichtingen als verhuurder met betrekking tot de door haar te nemen voorzorgs- en beveiligingsmaatregelen in de parkeergarage. De gemeente kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de door [eiser] geleden schade. 13. Gelet op het voorgaande dient de vordering van [eiser] te worden afgewezen. 14. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden belast met de proceskosten gevallen aan de zijde van de gemeente. BESLISSING De kantonrechter: I. wijst de vordering van [eiser] af; II. veroordeelt [eiser] in de proceskosten gevallen aan de zijde van de gemeente, tot op heden begroot op 500,00 aan salaris gemachtigde; III. veroordeelt [eiser] tot betaling van een bedrag van 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw; IV. verklaart de veroordelingen onder II. en III. uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juli 2017 in tegenwoordigheid van de griffier. De griffier De kantonrechter