Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen BINDEND ADVIES. : A te B, als wettelijk vertegenwoordiger van C vs D te E

Vergelijkbare documenten
ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

Anoniem Bindend advies

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES. : Hulpmiddelen, sta-opstoel Zaaknummer : ANO Zittingsdatum : 9 april /6

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM ADVIES. : A te B vs. C te D : Hulpmiddelenzorg, siliconen armprothese Zaaknummer : Zittingsdatum : 27 augustus 2008

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

Anoniem Bindend Advies

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

BINDEND ADVIES. Partijen : A te B, tegen C te E Zaak : Hulpmiddelenzorg, hulphond Zaaknummer : Zittingsdatum : 7 juli 2010

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

Transcriptie:

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen BINDEND ADVIES Partijen : A te B, als wettelijk vertegenwoordiger van C vs D te E Zaak : Hulpmiddelen, computer Zaaknummer : 2006.0275 Zittingsdatum : 28 juni 2006

Zaak 2006.00275, Hulpmiddelen, computer BINDEND ADVIES Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof. mr. A.I.M. van Mierlo (voorzitter) en mr. J.H.A. Teulings) (art. 11 Zvw, 2.9 Bzv en 2.6 jo 2.26 Rzv) 1. Partijen A te B hierna te noemen verzoeker, als wettelijk vertegenwoordiger van C, hierna te noemen verzekerde, tegen D te E, hierna te noemen de zorgverzekeraar. 2. De bestreden beslissing Verzoeker komt op tegen het besluit van de zorgverzekeraar van 3 februari 2006 inzake het niet in bruikleen verstrekken van een computer ten behoeve van verzekerde. 3. Ontstaan en verloop van het geding 3.1 Verzekerde is bij de zorgverzekeraar verzekerd tegen ziektekosten op basis van de Zorgverzekering, een verzekering gebaseerd op de Zorgverzekeringswet (Zvw). 3.2 Bij brief van 3 februari 2006 heeft de zorgverzekeraar verzoeker bericht dat de kosten van de computer niet worden vergoed. 3.3 Verzoeker heeft de zorgverzekeraar om heroverweging gevraagd, waarna deze hem bij brief van 21 maart 2006 heeft medegedeeld zijn standpunt te handhaven. 3.4 Bij brief van 5 april 2006 heeft verzoeker de Geschillencommissie Zorgverzekeringen (hierna: de commissie) gevraagd te bepalen dat de zorgverzekeraar de bovengenoemde kosten dient te vergoeden. 3.5 Na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft verzoeker het verschuldigde entreegeld ad 37,00 voldaan, waarna de commissie de zorgverzekeraar de mogelijkheid heeft geboden op de stellingen van verzoeker te reageren. 3.6 De zorgverzekeraar heeft daarvan gebruik gemaakt en heeft de commissie op 2 mei 2006 zijn nadere standpunt kenbaar gemaakt. 3.7 Op 3 mei 2006 is verzoeker een afschrift van de reactie van de zorgverzekeraar gezonden. Tevens zijn verzoeker en de zorgverzekeraar in de gelegenheid gesteld zich te doen horen. 3.8 Bij brief van 15 mei 2006 heeft verzoeker aangegeven telefonisch gehoord te willen worden. De zorgverzekeraar heeft bij brief van 26 mei 2006 kenbaar gemaakt dat het horen achterwege kan blijven.

3.9 Verzoeker is op 28 juni 2006 telefonisch gehoord. Het verslag hiervan is partijen op 29 juni 2006 toegezonden. 3.10 Bij brief van 29 juni 2006 heeft de commissie het College voor zorgverzekeringen verzocht om advies, een en ander conform artikel 114 Zvw. 3.11 Het College voor Zorgverzekeringen heeft op 28 juli 2006, op de voet van artikel 114 lid 3 van de Zvw, gegeven. Een afschrift hiervan is aan partijen gezonden. 4. Het standpunt van verzoeker 4.1 Verzoeker heeft in 2005 een aanvraag ingediend voor een computer ten behoeve van verzekerde. Hierop is door de zorgverzekeraar afwijzend beslist. Verzoeker kan zich hier niet mee verenigen en vordert thans dat de computer in bruikleen wordt verstrekt. Verzoeker geeft aan dat hij reeds in 1998 een computer in bruikleen heeft gekregen van de zorgverzekeraar. Verzoeker is thans van mening dat deze computer zodanig verouderd is, dat deze aan vervanging toe is. In dat verband stelt hij dat verzekerde, in verband met diens handicap, aangewezen is op een computer. 4.2 Verzekerde is een tienjarige jongen die gediagnosticeerd is met cerebrale parese met spasticiteit, epilepsie en psychomotore retardatie. Verzekerde is op basis van zijn handicap ernstig motorisch beperkt. Hij kan zich alleen verplaatsten met een Adremorolstoel, dit is een elektrische rolstoel. Communiceren gebeurt uitsluitend door middel van kijken, mimiek en soms met geluid. Voorts geeft verzoeker aan dat verzekerde in december 2005 de beschikking heeft gekregen over 2 communicatoren. Dat zijn twee knoppen waarin door een ander een boodschap ingesproken kan worden, zodat betrokkene door middel van het klikken met de Adremohoofdsteun deze boodschap kan laten horen. Verzoeker geeft aan dat deze twee knoppen een heel andere functie hebben dan een computer. 5. Het standpunt van de zorgverzekeraar 5.1 De zorgverzekeraar verklaart dat verzekerde verzekerd is via de zorgverzekering. De zorgverzekeraar stelt ter zake dat in artikel 30 van de voorwaarden de aanspraak op vergoeding van kosten van hulpmiddelen is geregeld. Er bestaat aanspraak op vergoeding van de kosten van de bij Regeling zorgverzekering, als bedoeld in artikel 2.9 van het Besluit zorgverzekering, aangewezen functionerende hulp- en verbandmiddelen. 5.2 De zorgverzekeraar geeft aan wat de vereisten zijn voor aanspraak op vergoeding van de kosten en concludeert vervolgens dat er aanspraak bestaat op een computer met bijbehorende apparatuur voor lichamelijk gehandicapten, indien de lichamelijk gehandicapte voor informatie en communicatie of bediening van huishoudelijke hulpmiddelen geheel of nagenoeg geheel is aangewezen op deze middelen. De zorgverzekeraar geeft aan dat de computer is aangevraagd om daarmee aangepaste spelletjes te spelen en voor de ontplooiing en voorbereiding op het gebruik van communicatieapparatuur. De computer wordt niet gebruikt als communicatiemiddel. Voorts geeft de zorgverzekeraar aan dat uit de beschikbare gegevens blijkt dat een computer niet het enige of nagenoeg enige middel dat adequate communicatie voor betrokkene mogelijk maakt. Betrokkene heeft reeds twee communicatoren verstrekt gekregen welke als communicatiemiddel gebruikt worden.

5.3 De zorgverzekeraar heeft op last van de commissie nog nader onderzoek verricht met betrekking tot de gesteldheid van verzekerde. Hierop heeft de zorgverzekeraar contact opgenomen met de logopediste van verzekerde. 5.4 De zorgverzekeraar geeft nu aan op basis van het onder 5.3 bedoelde onderzoek dat het niveau van verzekerde op dat van een 3-jarige ligt. Hij kan noch lezen noch schrijven. Verzekerde is alleen in staat eenvoudige spelletjes uit te voeren en te bedienen met de Adremohoofdsteun. De zorgverzekeraar geeft vervolgens aan dat een computer niet de enige manier is om te communiceren. Verzekerde gebruikt thans twee buttons voor eenvoudige communicatie; meer communicatiemogelijkheden kan hij momenteel niet aan. De zorgverzekeraar meent dat communicatie met een computer dan ook niet zinvol is. Indien op de in 1998 in bruikleen verstrekte computer 'PowerPoint' is geïnstalleerd, zou het aanbod van spelletjes geactualiseerd kunnen worden. Indien er een nieuwe computer verstrekt zou moten worden, zou het noodzakelijk zijn dat een I-Mouse en een Adremostekker geleverd worden; zonder deze attributen kan de computer door verzekerde niet bedient worden. Tot slot geeft de zorgverzekeraar aan dat de logopediste heeft aangegeven dat verzekerde altijd door middel van symbolen zal blijven communiceren. Noch lezen noch schrijven behoren tot de communicatiemogelijkheden. 6. De bevoegdheid van de commissie De commissie is bevoegd van het onderhavige geschil kennis te nemen en daarover bindend advies uit te brengen. Daarbij beperkt de bevoegdheid van de commissie zich tot de uitvoering van de tussen partijen gesloten zorgverzekering. De aanvullende verzekering blijft in dit kader buiten beschouwing 7. De beoordeling van het geschil 7.1 De voorganger van verweerder was als publiekrechtelijk orgaan belast met de uitvoering van een ziektekostenregeling voor ambtenaren. Met ingang van 1 januari 2006 is sprake van een naamloze vennootschap die als zorgverzekeraar opereert. 7.2 Tussen partijen is met ingang van 1 januari 2006 een verzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:925 van het BW tot stand gekomen. Deze verzekeringsovereenkomst betreft een zorgverzekering. Een 'zorgverzekering' in de zin van artikel 1 onder d van de Zvw, dient te voldoen aan de wettelijke eisen van de Zorgverzekeringswet. De aard en omvang van de in de zorgverzekering op te nemen verzekerde prestaties zijn omschreven in Hoofdstuk 3, de artikelen 10 tot en met 14a van de Zvw en de daarop gebaseerde regelgeving, met name het Besluit zorgverzekering (Bzv) en de Regeling zorgverzekering (Rzv). Slechts voor zover de verzekering voldoet aan de wettelijke eisen - dat wil zeggen niet meer en niet minder biedt - is sprake van een zorgverzekering en heeft de verzekerde, door deze verzekering te sluiten, voldaan aan de op hem rustende verzekeringsplicht. Waar het vervolgens gaat om de onderhavige kosten, geldt het volgende 7.3 Waar het vervolgens gaat om de onderhavige kosten, geldt het volgende. Vergoeding voor hulpmiddelen is geregeld in artikel 30 van de voorwaarden van de zorgverzekering. Artikel 30 regelt wanneer aanspraak op vergoeding van de kosten van hulpmiddelen bestaat. 7.4 De zorgverzekering is volgens artikel 1 onder 62 van het Algemene deel van de voorwaarden een tussen de zorgverzekeraar en de verzekeringnemer ten behoeve van een verzekeringsplichtige gesloten schadeverzekering, die voldoet aan hetgeen

daarover bij of volgens de Zvw is geregeld, en waarvan de verzekerde prestaties het bij of volgens de wet geregelde niet te boven gaan. 7.5 Voor de beoordeling van het onderhavige geschil zijn de navolgende wettelijke bepalingen relevant. Op grond van artikel 10 sub a van de Zvw omvat het krachtens de Zvw te verzekeren risico onder andere de hulpmiddelenzorg. Artikel 11 lid 1 onderdeel a van de Zvw bepaalt vervolgens dat aanspraak bestaat op zorg en overige diensten en onderdeel b bepaalt dat aanspraak bestaat op vergoeding van de kosten voor deze zorg en overige diensten. Waar het gaat om hulpmiddelenzorg is een en ander, conform lid 3 van artikel 11 Zvw, naar aard en omvang omschreven in de artikelen 2.9 Bzv, 2.6 en 2.12 Rzv. 7.6 In artikel 2.9 van het Bzv is de aanspraak op vergoeding van kosten van hulpmiddelen geregeld. Dit wordt als volgt omschreven: "1. Hulpmiddelenzorg omvat bij ministeriële regeling aangewezen, functionerende hulpmiddelen en verbandmiddelen, waarbij kan worden geregeld: a. (...) in welke gevallen de verzekerde recht heeft op die zorg; b.(...) vergoeding van bij die regeling aangewezen kosten in verband met thuisdialyse". In artikel 2.6 lid 1 onder t van de Rzv is bepaald dat aanspraak bestaat op vergoeding van hulpmiddelen voor communicatie, informatievoorziening en signalering als omschreven in artikel 2.26 lid 1 onder a van de Rzv. In dit artikel staat dat hulpmiddelen als bedoeld in artikel 2.6 lid 1 onderdeel tomvatten: "Computers met bijbehorende apparatuur voor lichamelijk gehandicapten, indien de lichamelijk gehandicapte voor informatie en communicatie of bediening van huishoudelijke hulpmiddelen geheel of nagenoeg geheel op deze middelen is aangewezen. " 7.7 De commissie constateert dat de in de polis opgenomen regeling strookt met de toepasselijke regelgeving. 7.8 De commissie stelt vervolgens vast dat verzekerde niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 2.26 lid 1 onder a van de Rzv. Uit de beschikbare gegevens blijkt immers dat de aangevraagde computer niet als enig of nagenoeg enig middel adequate communicatie, zoals bedoeld in de regelgeving, mogelijk maakt voor betrokkene. De computer is ook niet bedoeld voor omgevingsbesturing. Uit de aanvraag blijkt ook dat de computer op dit moment voornamelijk voor spelletjes wordt gebruikt. Daarbij merkt de commissie op dat verzekerde een niveau heeft van een 3- jarige en lezen en schrijven met de computer in de toekomst niet tot de communicatiemogelijkheden behoren. Hierbij is gegeven het feit dat niet vaststaat dat de computer voor verzekerde een communicatiemiddel is dat bijdraagt aan (de ontwikkeling van) een adequate communicatie in de toekomst. 7.9 Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek dient te worden afgewezen. 8. Het bindend advies 8.1 De commissie wijst het verzoek af.

December 2006