Welkom en mededelingen VOORBEREIDING V: De Heer zij met u. G: Ook met u zij de Heer. V: Onze hulp is in de naam des Heren G: die hemel en aarde gemaakt heeft. Drempelgebed Lied 139: 1 en 2 1 Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, t ligt alles open voor uw ogen. 2 Gij zijt zo diep vertrouwd met mij: wie weet mijn wegen zoals Gij? Gij kent mijn leven woord voor woord, Gij hebt mij voor ik spreek gehoord. Ja overal, op al mijn wegen en altijd weer komt Gij mij tegen. Kyriegebed Glorialied: Lied 150a: 1 t/m 4 Zondag 20 augustus 2017 Voorganger: ds. A. Parmentier, Hilversum Ouderling: Bob van Rheenen Lector: Bob van Rheenen Diaken: Wijny Braamskamp Organist: Jan van Veldhuizen Koster: Theo Schaap 1 Geprezen zij God! Gij engelenkoor dat steeds naar Hem hoort, prijs Hem om zijn Woord! Gij hemelen, loof Hem wiens hand alles schiep, die allen daarboven tot dankzegging riep. 2 Geprezen zij God! Gij allen op aard, aanbid Hem die u als kinderen aanvaardt. Loof Hem die uw Heer is met juichende stem. Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem! 1
3 Geprezen zij God! Laat alles wat leeft nu zingen voor Hem die alles ons geeft. Laat jubelen het orgel, laat harp en trompet de glorie doen klinken van Hem die ons redt. 4 Geprezen zij God! Ons lied is gewijd aan Hem die altijd ons helpt en geleidt. Om zijn goede schepping, om hemels genot, zijn gunst en vergeving: geprezen zij God! DIENST VAN HET WOORD Gebed bij de opening van de Schrift Eerste lezing Jesaja 56: 1-7 1 Dit zegt de HEER: Handel rechtvaardig, handhaaf het recht; de redding die ik breng is nabij, en weldra openbaar ik mijn gerechtigheid. 2 Gelukkig de mens die zo handelt, het mensenkind dat hieraan vasthoudt; hij neemt de sabbat in acht en ontwijdt hem niet, hij weerhoudt zijn hand van het kwaad. 3 De vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden, laat hij niet zeggen: De HEER zondert mij zeker af van zijn volk. En laat de eunuch niet zeggen: Ik ben maar een dorre boom. 4 Want dit zegt de HEER: De eunuch die mijn sabbat in acht neemt, die keuzes maakt naar mijn wil, die vasthoudt aan mijn verbond, 5 hem geef ik iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken en een naam in mijn tempel en binnen de muren van mijn stad. Ik geef hem een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is. 6 En de vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden om hem te dienen en zijn naam lief te hebben, om dienaar van de HEER te zijn ieder die de sabbat in acht neemt en niet ontwijdt, ieder die vasthoudt aan mijn verbond, 7 hem breng ik naar mijn heilige berg, hem schenk ik vreugde in mijn huis van gebed; zijn offers zijn welkom op mijn altaar. Mijn tempel zal heten Huis van gebed voor alle volken. Lied 146c: 1, 3, 4 1 Alles wat adem heeft love de Here, zinge de lof van Israëls God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. 3 Welgelukzalig is ieder te noemen, die Jakobs God als helper heeft! Wat zou hem schaden, wie zou hem verdoemen, die dag aan dag met Christus leeft? Wie met de Heer te rade gaat, die staat Hij bij met raad en daad. 2
4 Hij is t, die hemelen, zeeën en aarde, die al wat is tot aanzijn riep, de enige God die zijn macht openbaarde, Hem is gehoorzaam wat Hij schiep. Hij, die het al heeft in zijn hand, houdt ook ons zwak geloof in stand. Tweede lezing Matteüs15: 21-28 21 En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. 22 Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon. 23 Maar hij keurde haar geen woord waardig. Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen hem dringend: Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen. 24 Hij antwoordde: Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël. 25 Maar zij kwam dichterbij, wierp zich voor hem neer en zei: Heer, help mij! 26 Hij antwoordde: Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren. 27 Ze zei: Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen. 28 Toen antwoordde Jezus haar: U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren. En vanaf dat moment was haar dochter genezen. Lied 647: 1 t/m 4 1 Voor mensen die naamloos, kwetsbaar en weerloos ontwaakt hier nieuw leven, wordt kracht gegeven: wij krijgen een naam. 2 Voor mensen die roepend, tastend en zoekend verschijnt hier een teken, brood om te breken: wij kunnen bestaan. 3 Voor mensen die vragend, wachtend en wakend weerklinken hier woorden, God wil ons horen: wij worden verstaan. 3
4 Voor mensen die hopend, wankel gelovend herstelt God uit duister Adam in luister: wij dragen zijn naam. Verkondiging Lied 221: 1 t/m 3 1 Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo als een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht, ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en op handen dragen. 2 Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen. 3 Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden. Gebeden Collecte Slotlied: Lied 422: 1 t/m 3 1 Laat de woorden die we hoorden klinken in het hart. Laat ze vruchten dragen alle, alle dagen door uw stille kracht. 4
2 Laat ons weten, nooit vergeten hoe U tot ons spreekt: sterker dan de machten zijn de zwakke krachten, vuur dat U ontsteekt. 3 Laat ons hopen, biddend hopen, dat de liefde wint. Wil geloof ons geven dat door zo te leven hier Gods rijk begint. Wegzending en zegen 5