Dak en Gevel. NEW STONIT lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 2 van 3. Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking

Vergelijkbare documenten
Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 2 van 3. Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE ENKELVOUDIGE HORIZONTALE DEKKING OF ZWITSERSE DEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE ENKELVOUDIGE HORIZONTALE DEKKING OF ZWITSERSE DEKKING

Dak en Gevel. ALTERNA ruitlei NT TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1. Plaatsing enkelvoudige dekking met ruitleien

Dak en Gevel. NEW STONIT NT lei. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3

MENUISERITE NT - Onderdakplaat

Dak en Gevel. ALTERNA lei NT. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 1 van 3

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE RUITDEKKING KLASSIEKE PLAATSING EN PLAATSING IN DAMBORDPATROON

Deel 1 Algemene technische gegevens

ONDERDAKEN MENUISERITE EXTRA NT DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO

ONDERDAKEN ETERWOOD DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

ONDERDAKEN MENUISERITE EXTRA NT DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

Dak en Gevel. BRUGSE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

Dak en Gevel. PALACE ROYAL-pan TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING OF MAASDEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING MET OPEN VOEG OF LEUVENSE DEKKING

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE QUARTO

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

ONDERDAKEN ONDERDAKFOLIES DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE DUBBELE DEKKING VOLGENS HET CASSETTESYSTEEM

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND SCHUIN ONDER HELLING GEPLAATST OP GEVEL

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS VOLGENS PLAATSINGSMETHODE HALFSTEENSVERBAND

KLEITEGELPANNEN TYPE HAWKINS DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

BETONDAKPANNEN - STONEWOLD ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN - PALACE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

KLEITEGELPANNEN TYPE ACME DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEINFORMAAT KLEITEGELPAN

Golfplaten profiel ARDEX NT

KLEITEGELPANNEN TYPE AMBIENTE DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER GROOTFORMAAT KLEITEGELPAN

HULPSTUKKEN - METALEN NOK- EN HOEKKEPERSTUK VOOR PALACE STONEWOLD DOMINO DAKPANNEN TECHNISCHE FICHE

Menuiserite DG windscherm: niet structureel TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

LEIEN. Plaatsingsgids

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

LEIEN. Plaatsingsgids

ONDERDAKEN ETERROOF DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

BETONDAKPANNEN HORIZON ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

ONDERDAKEN ETER 160 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

BETONDAKPANNEN BRUGSE ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN SNELDEK ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

KLEIDAKPANNEN - HARMONIE NEW DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

ONDERDAKEN DUO LONGLIFE EXTRA DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

KLEIDAKPANNEN - MAXIMA NEW RG9 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

BETONDAKPANNEN - STORMPAN 16/20 ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE GROOTFORMAAT KLEITEGELPANNEN

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

ONDERDAKEN TRIO DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

KLEIDAKPANNEN - DOMINO DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER KLEIDAKPAN

Eterspan: steunplaat dakbedekking TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Duurzaam bouwen. Het geïsoleerde hellend dak

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE GROOTFORMAAT KLEITEGELPANNEN

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

Deel 2 Specifieke technische gegevens per kleidakpan

BETONDAKPANNEN HORIZON ROYAL DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

Lerarenopleiding Demodag 1 - Daken

ONDERDAKEN - MENUISERITE EXTRA NT-G EN MENUISERITE EXTRA NT-DG DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE VEZELCEMENTLEIEN

KLEIDAKPANNEN: DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEIDAKPANNEN

Daken Platte daken Hellende daken Metalen daken. Warm dak Omgekeerd dak

Plaatsingsvoorschriften DELTA -VITAXX S PLUS

BETONDAKPANNEN - CONCRETO VERONA DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

KLEITEGELPANNEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE KLEINFORMAAT KLEITEGELPANNEN

thermische isolatie HELLENDE DAKEN SARKING Plaatsingsrichtlijn Efisarking BETV NL v04 Pagina 1/17

Wind- en vochtdicht isolatieschild met de IKO enertherm ALU NF isolatieplaat

éénvoudig te verleggen!

HULPSTUKKEN - ETERFLEX LOODVERVANGER TECHNISCHE FICHE

Tel. 015/ Fax 015/ B E S C H R I J V I N G

Door een stijgende passie voor het vak en om u nog beter te dienen, werden onze diensten recent uitgebreid. Zo bieden wij vanaf heden ook aan:

INFOFICHE BOUWADVIES

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

BETONDAKPANNEN - DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE ROYAL BETONDAKPANNEN

UITVOERING Instructies COVERSYS ALPHA SIERRA DELTA. Project3Nederlands :57 Pagina 1 DAKCONCEPT VOORBEREIDING BEVESTIGING

ONDERDAKEN - MENUISERITE EXTRA NT DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

Plaatsingsvoorschriften voor DELTA -ALPINA bij pannendaken in beton of gebakken aarde in BENELUX

ardonit montana Technische gegevens leien

Wooncomfort begint bij uw dak.

BETONDAKPANNEN - CONCRETO S DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS PER BETONDAKPAN

BETONDAKPANNEN. Plaatsingsgids EDITIE 15.1 BE

ZONNEPANELEN: SOLESIA - ZONNELEI QUARTO DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

Verwerkingsvoorschriften

CONSTRUCTIES 1: BZL-TAAK

VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN

Ubbink indak bevestigingssysteem voor zonnepanelen

BUtgb. Onderdakfolie DELTA-MAXX 04/2615. Geldig van tot B E S C H R I J V I N G

LEG- EN MANIPULATIE INSTRUCTIES ALGEMEEN

ARDONIT - MONTANA FASONIT

Instructies bij het plaatsen van stalen CAST-PMR ramen

VEZELCEMENTLEIEN DEEL 1 ALGEMENE TECHNISCHE GEGEVENS GELDIG VOOR ALLE VEZELCEMENTLEIEN

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

ZONNEPANELEN: SOLESIA - ZONNELEI DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

NAUTRACOM BV. Inleiding.

MONIER CLIMA COMFORT PLUS Verwerkingsvoorschriften

Transcriptie:

Dak en Gevel NEW STONIT lei NT TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1 - Deel 2 van 3 Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking 1 ALGEMEENHEDEN Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de plaatsing van vezelcementleien op een houten draagstructuur. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven, die de mensen worden opgelegd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij Eternit. 2 DAKBEDEKKINGSMATERIAAL Voor productgegevens en de verwerking van de vezelcementleien wordt verwezen naar de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Eternit. 3 TOEPASSINGSGEBIED De enkelvoudige horizontale dekking is een dekmethode die geschikt is voor daken en gevels. Deze methode maakt gebruik van rechthoekige leien die bevestigd worden op horizontale houten panlatten. De leien worden met hun langste zijde quasi evenwijdig met de panlatten geplaatst. De regendichtheid wordt bekomen door de horizontale en verticale overlapping van de leien onderling waardoor een schubpatroon verkregen wordt. 4 PLAATSINGSGEGEVENS Fig. 23: Formaat 45/30 (afbeelding met overlappen toepasselijk bij hellingen tussen 40 en 70 ) 1 Deze toepassingsrichtlijnen vervangen alle voorgaande uitgaven. ETERNIT houdt zich het recht voor deze richtlijnen te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. De richtlijnen in dit document zijn niet-limitatief. De garanties zijn enkel van toepassing indien de toepassingsrichtlijnen worden gevolgd. Bij afwijkende toepassingen is het aangewezen een advies te vragen aan ETERNIT. ETERNIT, Technical Service Center 1/12

Conform de norm NBN B 44-001 moet de helling minstens 30 graden bedragen, gemeten op de geplaatste lei. Het is aan te raden steeds een onderdak bestaande uit Menuiserite platen te plaatsen om alle risico van infiltratie van regen, poedersneeuw of stof te vermijden en tevens de winddichtheid van de ganse dakstructuur te verbeteren. Deze verbeterde luchtdichtheid verhoogt aanzienlijk de stormvastheid van het dak. Bij de plaatsing moet rekening gehouden worden met de overheersende windrichting. Door de leien op deze wijze te schikken bekomt men een prijsgunstige dakbedekking, die bovendien alle positieve kenmerken van een dak uit Eternit vezelcementmateriaal combineert. Deze methode is niet aangewezen voor daken van hoge gebouwen of voor gebouwen die aan extreme weersomstandigheden blootgesteld zijn. Voor deze situaties is de methode van dubbele dekking meer geschikt. Normalisatie Deze methode wordt uitgevoerd met het formaat 45 x 30. De gaten voor de bevestiging van de leien worden door de plaatser voorzien. De overlappen worden haaks gemeten op de zijkanten van de lei en moeten volgens de norm NBN B 44-001 als volgt variëren in functie van de dakhelling. Tabel 3 Helling Horizontale overlap (mm) Verticale overlap (mm) a >= 70 70 60 40 >= a < 70 110 100 30 >= a < 39 130 120 Bij daken die op extreme wijze aan de weersomstandigheden blootgesteld zijn dient men steeds de grootste overlap (130 mm) te nemen. De zijdelingse overlap wordt tegengesteld aan de dominante windrichting genomen. Fig. 24 geeft het verband tussen de helling van het dak uitgedrukt in: graden ( ) procent (%) cm / m werkelijke dakvlaklengte per meter horizontale projectie. ETERNIT, Technical Service Center 2/12

Fig. 24: Helling in graden en procenten Montagevoorschriften De leien worden aangebracht op een houten draagstructuur die bestaat uit horizontale panlatten. Bij voorkeur worden op de kepers of spanten eerst Menuiserite onderdakplaten aangebracht en hierop verticale tengellatten. De houtkwaliteit van de panlatten bestemd voor dit toepassingsgebied moet conform de norm NBN 225 zijn. Bovendien moeten de panlatten duurzaam beschermd worden tegen de aantasting door schimmels en insecten conform de norm NBN 471. De minimale afmetingen van de panlatten bedraagt 26 x 52 mm. De latafstanden worden uitgezet van de goot naar de nok. De afstand tussen de onderkant van de dakvoetplank en de bovenzijde van de eerstvolgende panlat wordt als volgt berekend: leihoogte (d.w.z. de kleinste lei-afmeting) + 1 cm - gewenste oversteek (vb. 4 à 5 cm). De extra centimeter is nodig om de leihaak in de bovengelegen panlat te kunnen bevestigen. ETERNIT, Technical Service Center 3/12

Fig. 25: Plaatsing enkelvoudige horizontale dekking (pijl bovenaan geeft de overheersende windrichting aan, pijl onderaan de plaatsingsrichting) De positie van de leien op het dak wordt vastgelegd met behulp van smetlijnen, aangebracht op de panlatten. Deze uitlijning gebeurt schuin op de panlatten, vertrekkende vanaf de dakgoot. De helling van de smetlijnen ten opzichte van de panlatten is afhankelijk van de horizontale en verticale overlap van de leien (en dus ook van de dakhelling) en wordt bepaald door de getallen A en B in onderstaande tabel. De onderlinge afstand tussen de evenwijdige smetlijnen is gelijk aan de grootste lei-afmeting min de horizontale overlap (getal C in de tabel). Helling (graden) Horizontale overlap (mm) Verticale overlap (mm) Tabel 4 L (mm) A (cm) B (cm) C (cm) Aantel leien per m² a >= 70 70 60 240 120 39.0 38 11.0 40 >= a < 70 110 100 200 100 58,5 34 14.70 30 >= a < 40 130 120 180 90 68,5 32 17.4 Fig. 26: Uitlijning bij de horizontale enkelvoudige dekking (pijl bovenaan geeft de overheersende windrichting aan, pijl onderaan de plaatsingsrichting) ETERNIT, Technical Service Center 4/12

Op de dakvoetplank worden leidelen geplaatst met de gekozen oversteek. De leidelen worden naast elkaar geplaatst en bevestigd met twee nagels. Bij het plaatsen van de eerste rij volledige leien dient men er voor te zorgen dat de voeg tussen twee leidelen niet samenvalt met de voeg tussen de bovengelegen leien. Bij het plaatsen van de leien vertrekt men afgewend van de overheersende windrichting. Op deze wijze komt de zijdelingse overlap volgens de windrichting te liggen, zodat een optimale afdichting verzekerd is. Verwerking De leien worden bevestigd met een leihaak (Fig. 27 en 28) en twee koperen nagels (Fig. 29). De lengte van de leihaak is steeds gelijk aan de verticale overlap plus 1 cm en is dus functie van de dakhelling. Haken van een ander type of afwerking evenwaardig aan de voormelde haken mogen ook worden toegepast. Fig. 27: Koperen haak met bultje Fig. 28: Inox haak type Crosinus Fig. 29: Koperen nagel Bij hellingen tot en met 70 worden haken met bultje of van het Crosinus -type gebruikt. ETERNIT, Technical Service Center 5/12

5 PRINCIPEDETAILS Dakvoetafwerking Hoger werd de opbouw van de onderrand van de dakafwerking reeds besproken. Er moet steeds nauwkeurig op gelet worden dat de druiprand zich boven de goot bevindt en vooral dat het Menuiserite onderdak het dooiwater of eventuele infiltratiewater in de goot kan afvoeren (Fig. 30). De opening tussen onderdak en dakbedekking moet afgesloten worden met een dichtingskam in kunststof om nestvorming in deze ruimte te beletten of te voorkomen dat droge bladeren erin opgehoopt worden door de wind waardoor de waterafvoer over het onderdak onmogelijk wordt. Nok Fig. 30: Dakvoetafwerking: 1. Zinken slab of dichtingskam 2. Menuiserite-onderdak 3. Tengellat 4. Panlat Nokafwerking met leien en lood (Fig. 33) Voor de afwerking met loodslabben en leien (Strackort) moet men eerst een aantal leien snijden en boren volgens de schets in Fig. 32. De opeenvolgende stappen bij de plaatsing zijn weergegeven in Fig. 31. Het aantal leien met een uitgewerkte lei 40/27 (versneden uit 45/30) bedraagt voor deze afwerking per lopende meter 12,9 stuks). Fig. 31: Opeenvolgende stappen bij het plaatsen van de Strackort nok ETERNIT, Technical Service Center 6/12

Fig. 32: Basismodel van een Strackort lei Hoekkeper Fig. 33: Nokafwerking met Strackort-uitvoering 1. Bebordingsplank 2. Versneden lei 3. Panlat 4. Panhaak Afwerking met leien De Strackort -methode (Fig. 34) Langs beide zijden van de hoekkeper wordt een bebordingsplank aangebracht. De panlatten laat men doorlopen tot tegen deze bebordingsplank. Als de leien aangebracht worden op de panlatten snijdt men ze af gelijklopend met de bebordingsplank. Voor deze afwerkingsmethode gebruikt men conische leidelen die versneden worden uit bijvoorbeeld een lei 40x27. (zie Fig. 32). Deze leien worden met behulp van een leihaak en twee nagels op de bebordingsplank aangebracht. Tussen twee opeenvolgende rijen van leien wordt steeds een loden slab bevestigd die over de hoekkeper geplooid wordt. Fig. 34: Afwerking van de hoekkeper met de Strackort-methode ETERNIT, Technical Service Center 7/12

Kielgootafwerking (Fig. 35) Langsheen de kiellijn wordt een zinken binnengoot aangebracht onder de onderdakplaten van beide dakhellingen. Langs beide zijden van de kiellijn worden bovenop de tengellatten bebordingsplanken aangebracht. Hierop wordt dan een goot geplaatst in metaal of kunststof. De leien worden evenwijdig met de kiellijn versneden maar overlappen de randen van de goot minstens 80 mm. De leien worden aan de rand met een bijkomende haak bevestigd. Fig. 35: Kielgootafwerking 1. Zinken binnengoot 2. Menuiserite-onderdak 3. Bebording 4. Zink of kunststof goot Schouwaansluiting (Fig. 36 en 37) Het eventuele water dat over het onderdak afloopt wordt door een metalen afleidingsplaat, geplooid in V-vorm, zijdelings van de dakdoorvoer afgeleid. Ze wordt boven de dakdoorgang ter plaatse van de overlapping van de Menuiserite platen ingeschoven. De schouw wordt rondom afgewerkt met een metalen profiel. De zijranden zijn voorzien van een opgelast Z- vormig profiel waaronder de leien vastgekneld zitten. Nadien worden de metalen delen aan de opstaande kant overdekt met een slab die ingewerkt wordt in de voegen van het metselwerk. ETERNIT, Technical Service Center 8/12

Fig. 36: Schouwafwerking bovenkant Fig. 37: Schouwafwerking - zijkant Dakvenster (Fig. 38) 1. Lei 1. Zinken profiel 2. Panlat 2. Lei 3. Panhaak 3.Panlat 4. Tengellat 4. Menuiserite-onderdak 5. Bebordingsplank 5.Tengellat 6. Zinken goot 7. Menuiserite-onderdak Dakvensters worden met de nodige toebehoren toegeleverd. De aansluiting van de onderregel met de leien wordt gerealiseerd met een metalen slab. Vervolgens worden zijdelingse onderliggende hulpstukken aangebracht waarover leien of leidelen geplaatst worden. Aansluitend wordt de bovenregel van het raam met een bijgeleverde metalen slab afgewerkt. Het eventuele water dat over het onderdak afloopt wordt door een metalen afleidingsplaat, geplooid in V-vorm, zijdelings van de dakopening afgeleid. Ze wordt boven de dakdoorgang ter plaatse van de overlapping van de Menuiserite platen ingeschoven. Fig. 38: Inbouw van een dakvenster in een enkelvoudige horizontale dekking ETERNIT, Technical Service Center 9/12

De zijrand (Fig. 39) Op de zijrand van het dak worden eerst leidelen naast elkaar geplaatst, waarbij men er zorg voor draagt dat de voegen tussen de leidelen niet samenvallen met de horizontale voegen tussen de leien zelf. De oversteek van de leidelen ten opzichte van de dakrand bedraagt ongeveer 40 mm. Bij het plaatsen van de leien zelf zorgt men ervoor dat de randlei samenvalt met het ondergelegen leideel. De randleien worden bevestigd met een extra leihaak die horizontaal geplaatst wordt. De hoek van de randlei aan de zijrand wordt afgeschuind. Facultatief kan er tegen de dakboord een lei bevestigd worden. Fig. 39: Zijrandafwerking met enkelvoudig dekking ETERNIT, Technical Service Center 10/12

6 DAKOPBOUW Fig. 40 geeft een algemeen beeld van een dakopbouw. De dakbedekking met leien, panlatten en tengellatten werd hiervoor reeds uitvoerig besproken. Hiernavolgend schenken we wat meer aandacht aan onderdak, isolatie en binnenafwerking. We willen er op wijzen dat de ganse dakconstructie van binnen tot buiten een geheel vormt en dat fouten in een deel ervan problemen in een ander deel kunnen veroorzaken. Fig. 40: Dakopbouw 1. Menuiserite-onderdak 2. Warmte-isolatie 3. Luchtscherm 4. Leidingenspouw 5. Binnenafwerking Onderdak Het onderdak wordt uitgevoerd met Menuiserite platen. Meer gedetailleerde montagevoorschriften staan vermeld in de toepassingrichtlijnen van de onderdakplaat. Uitvoerige testen aan de K.U. Leuven hebben aangetoond dat capillaire onderdakplaten zoals Menuiserite producten zijn die in de praktijk bij de constructie van geïsoleerde hellende daken bij woningen geen aanleiding geven tot druppelvorming onderaan de platen als gevolg van condensatie. Dit in tegenstelling met niet-capillaire folies. Dit is uitermate belangrijk om het nat worden van isolatie als gevolg van afdruipend vocht te voorkomen. Hierbij speelt niet enkel de lage mu -waarde (waterdampdiffusieweerstandsgetal) een belangrijke rol maar vooral het vermogen van de plaat om water tijdelijk in de poriën op te slaan. De combinatie van de eigenschappen dampopen, capillair en hygroscopisch maken Menuiserite tot een onovertroffen onderdakplaat. ETERNIT, Technical Service Center 11/12

Isolatie Het is algemeen aan te raden de isolatie te plaatsen zonder restspouwen, m.a.w. geen opening laten tussen binnenafwerking en isolatie, tussen isolatie en onderdak en zeker niet tussen de isolatieplaten onderling. Restspouwen leiden namelijk tot rotatiestromen rondom de isolatieplaten wat grote warmteverliezen en vochttransport naar het onderdak tot gevolg heeft. Binnenafwerking De allervoornaamste eis die aan de binnenafwerking moet gesteld worden, is haar luchtdichtheid. Dit heeft voor gevolg dat open voegen en doorboringen onaanvaardbaar zijn. Indien men toch elektrica in de dakopbouw wil integreren, moet men de binnenafwerking opsplitsen in een luchtscherm en een afwerkingslaag (Fig. 40). De leidingen en de eventuele apparatuur kunnen dan in de tussenliggende leidingenspouw opgenomen worden. Wat het dampscherm betreft: in de publicatie TV 134 van het WTCB wordt uitdrukkelijk vermeld dat in de klimaatklasses I tot III aan het dampscherm geen specifieke eisen worden gesteld indien het onderdak uitgevoerd is met Menuiserite (capillaire onderdakplaten). In klimaatklasse IV (vb. zwemdok, gaarkeukens, ) is in elk geval een specifieke studie van de dakopbouw vereist. ETERNIT nv, Afdeling Dak Kuiermansstraat 1, B-1880 Kapelle-op-den-Bos. 0032 15 717356 * 0032 15 717319 e-mail: info.dak@eternit.be website: www.eternit.be HR B 633715 BTW BE 466 059 066 ETERNIT, Technical Service Center 12/12