432-x-ZEPKN 862-x-ZEPKN

Vergelijkbare documenten
432-x-IZEPKN 862-x-IZEPKN

XMS-2000 serie alarmmelders 432-x

432-G-I 862-G-I. XMS-2000 serie alarmmelders. Behuizing :

432-x-I 862-x-I. XMS-2000 serie alarmmelders. Behuizing :

Atlas8c-x-10. Atlas24c- Atlas. Behuizing standaard: Afmetingen (B x L x H) 160x80x80 Zonder antenne & wartels

Atlas8[c,H]-x-10 Atlas24[c,H]-x-10

Productportfolio dataloggers en alarmmelders

OPTILOG-290. Opticom Engineering B.V.

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

NL Manual GSM module RC-GBT8448BC V1.1. Handleiding GSM RC-GBT8448BC

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

Installatiehandleiding

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

Technische documentatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

OPTILOG-900 OPTILOG-900

AC CES 700XR HANDLEIDING P. 02

Optilog-V5 System-91-log-V5

DF405_V5 Universele uitlezing opbouw

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS)

ATP2S200. rev Toegangscontrole Module. Handleiding. thinks outside the box!

Gebruiksaanwijzing TTA /+150 C (1) VDH doc Versie: V1.1 Datum:

OPTILOG-990 OPTILOG-990-SWO

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Alfanet PC-interface 2e gen.

Gebruiksaanwijzing ALFANET TEMPLOGGER 16x PT1000 Module

Adapter voor KNX en relais

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

Gebruiksaanwijzing LMS Controller Module Remote-Switch t.b.v. ALFANET

Handleiding Acces 700XR V2.3 NL

Optilog-V4 System-91-log-V4

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Handleiding Apache 700XR SNEL AAN DE SLAG

Gebruiksaanwijzing TTA DEUR. Typenummer (meting per 0,1C)

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

Installatie & Snelstart Gids iais Wireless(draadloos) AIS Ontvanger en NMEA Server

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Data sheet. MJK Automation B.V. Castricummer Werf 144 NL-1901 RS Castricum Tel.: Fax:

Installatiehandleiding

Contact aansluitingen. MultiOpener GSM

MC 785D-6p in- en opbouw

Espa 443 Converter. Beschrijving van de Espa 444 naar Espa 443 Converter.


Productinformatie. CYGNUS-V Ventilatiecomputer 1 afdeling

Productinformatie. ORION-VS Klimaatcomputer met centrale regelingen (SIRIUS)

Gebruiksaanwijzing DSC785 Dry/Store Controller

VOEDING aps-612_nl 03/17

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Emotron M20 Asbelastingsmonitor

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn:

Sinthesi Deuropenermodule

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009)

HANDLEIDING. FlashBox

IDAgeChecker BDX118T11xx Manual V02.00

ELEKTRONISCHE KWH-TELLERS MET MID IJKING ENERGIE INDUSTRIE GEBOUWEN INSTALLATIE KABEL DATA VERLICHTING

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GEBRUIKSAANWIJZING PORTADIAL INTERFACE TYPE 5. Toepasbaar vanaf software versie: V1.4

BES External Signaling Device

Alfanet IP-interface RS485 naar Ethernet

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

DATA SHEET C2-20. Besturing voor elektrische actuators. DATA SHEET C2-20 A&E Trading b.v. 1

Productvergelijking en bijbehorende accessoires. EasyCon GSM. ProCon GSM. Proline GSM. GSM Modules

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Handleiding GSM kiezer TKGSM-431 versie 13V1.2. Afmeting breedte circa 20,4 cm hoogte circa 14 cm.

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz

EM4000. Universele meetwaarde omvormer

Installatie instructies

EC Vent Installatie-instructies

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

Optinet-MX-V2. Ethernet IO-modules. Opticom Engineering B.V.

MultiPlus-II 48/3000/ V (voorheen MultiGrid-II)

Productinformatie. SmartLink-(RM) Communicatie-interface (Remote+ module)

OMI-5 METALEN BEHUIZING

Draadloos dataloggersysteem

Installatie-instructie

Introductie Capa Switch KLS Algemeen

Duifmelden. nl Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1

LET OP: PIN BLOKKERING EN VOIC UITSCHAKELEN!

Installatie Handleiding CONNECT ROUTE - KM ADMINISTRATIE

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C

LMS RS485 Modbus Interface

Multi Purpose Converter 20A

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Montagevoorschriften

WiFi dataloggersysteem

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e

+31 (0) E:

Handleiding TS Connect

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Chatter DATALOGGER MET BATTERIJ EN MODEM BROCHURE NL 6.10 CHATTER BROCHURE 1401

+31 (0) E:

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing

DATALOGGERS. Technolog - Cello 8-kanaals CELLO 8 KANAALS SMS/GPRS DATALOGGER

Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar

DATA SHEET C2-10. Besturing en bescherming van elektrische actuators. DATA SHEET C2-10 A&E Trading b.v. 1

Transcriptie:

Optimodem datalogger Technische gegevens Behuizing : Afmetingen (B x L x H) Materiaal Bevestiging Beschermingsklasse (wartels) Gewicht 240x185x120 mm ABS Driepunt schroef of DIN rail IP54 ± 1.5 Kg D02-0174-16 Jan 2010 Wijzigingen voorbehouden Omgevingscondities: Werktemperatuur -10 tot 50 C Atmosferische vochtigheid max. 80% RV ( niet condenserend) Opslag temperatuur -20 tot 60 C Voeding: Spanning 230 VAC 50Hz (-20% to +10%) Verbruik < 5VA Aansluitklemmen 0.5-2.5 mm 2 12V Noodvoeding (optie N): Laadspanning 13.7V Laadstroom max. 40mA Digitale ingangen: Reed contact of transistor uitgang Open klemspanning 12VDC ± 1V Status indicatie rode LED Schakelstroom max. 5mA Pulsduur (aan & uit) elk min. 10msec. Pulsfrequentie max. 25 Hz. Actieve sensor Type PNP Voedingsspanning 12VDC ± 1V Status indicatie rode LED Schakelstroom max. 5 ma Schakelpunt 6V, 2mA. Pulsduur (aan & uit) elk min. 10msec. Pulsfrequentie max. 25 Hz. Maximaal te leveren stroom totaal 100mA Temperatuur ingangen: Type Bereik Resolutie Nauwkeurigheid Derating ( C) ( C) ( C) ( C/ C) STR100 0 45 0,25 ± 1,0 ± 0,02 STO100-32 45 0,5 ± 1,0 ± 0,01 STRD100 0 120 1,05 ± 2,0 ± 0,01 STC100 0 120 1,0 ± 2,0 ± 0,01 STP100 0 120 1,0 ± 2,0 ± 0,01 De nauwkeurigheid is gegeven bij 25 C en de derating ten opzichte van 25 C. Open klemspanning 5V Maximale kabel lengte 100m bij 0.5 mm2 200m bij 1.0 mm2 De uitgelezen waarde is het gemiddelde van 60 metingen gedurende de sample periode. Relais uitgangen: Type: Normaal geopend Max. schakelspanning 230VAC Max. schakelstroom 2A (Ohms belast) Aansluitklemmen 0.5-1.5mm 2 PO Box 442 www.alectryon.nl Phone +31 (0)74 250 08 55 7550 AK Hengelo info@alectryon.nl Fax. +31 (0)74 242 96 01 Holland 1

Optimodem datalogger Technische gegevens Seriële meter poorten (optie Z): 0/20 ma signaal c.f DIN 66348/1 Logisch 0 0.. 3 ma Logisch 1 12..30 ma Open klemspanning 12Vdc Nominale stroom 20mA Maximale kabellengte 100 meter D02-0174-16 Wijzigingen voorbehouden Communicatie modules: Analoge PSTN modem (optie M): Zie document D02-0174-05 2400 Baud V22bis TBR21 Kabel inclusief connector minimum 1 meter True ISDN modem (optie D): Zie document D02-0174-20 9600 Baud V110 Kabel inclusief connector minimum 1 meter RS485 (optie R): Zie document D02-0174-04 TCP/IP (optie T): Zie document D02-0174-36 Kabel inclusief connector minimum 1 meter GSM (optie G): Zie document D02-0174-24 Kleine tweeband binnenhuis staafantenne meegeleverd WiFi (optie W): C.f. IEEE802.11b, Binnenhuis antenne meegeleverd Gevoeligheid 82 dbm Voor meer omvattende Wifi oplossingen, zie document D02-0174-48 2

Optimodem datalogger Aansluitgegevens Meter sync Digital inputs DIG1 - DIG8 Port 1 Port 2 - + - + - + Analogue input AN1 - AN6 COMMON COMMON 12V LED - COMMON + Relay output RY1 RY2 Power Energy meters 1..10 DC1 DC2 - + 12V Battery meter IEC-1107 CS - CS + SER1+ Interface TCSC-R - A + B GND + - 12VDC SER2+ EGA Water temp. sensor EGRL Room temp. sensor EGU Outdoor temp. sensor DIG2 DIG1 DIG3 SER1- SER2- DIG- - + Active PNP sensor Relay or Reed contact - + Transistor pulse output DIG+ DIG+ DIG+ RY1A RY1B RY2A RY2B GND N L D02-0174-16 Wijzigingen voorbehouden Bevestiging: Eén schroef in het midden aan de achterkant van de kast en twee schroeven in de hoeken van het kabelcompartiment. Voeding: 230VAC Aansluitklemmen N & L Veiligheidsaarde Aansluitklem GND 12V Noodvoeding (optie N): Accu + Aansluitklem DC1 Accu - Aansluitklem DC2 Zolang de netspanning aanwezig is zal de Optimodem de accu laden.. Digitale ingangen Maximale kabellengte 100m bij 0.5 mm2 200m bij 1.0 mm2 a) Relais en reed contacten (voorbeeld ingang 2) Aansluitklem DIG + Aansluitklem DIG1.. DIG8 b) Transistor uitgang (voorbeeld ingang 1) + aansluiting Aansluitklem DIG + - aansluiting Aansluitklem DIG1.. DI8 c) Actieve sensor type PNP (voorbeeld ingang 3) + aansluiting Aansluitklem DIG + - aansluiting Aansluitklem DIG - Signaal Aansluitklem DIG1.. DIG8 Relais uitgangen Relais 1 Aansluitklem RY1A, RY1B Relais 2 Aansluitklem RY2A, RY2B Temperatuur ingangen: De ingangen zijn bedoeld voor NTC weerstand sensoren. Ze zijn vooringesteld voor een specifiek sensor type door middel van afsluitweerstanden achter de aansluitklemmen overeenkomstig onderstaande tabel. De gebruikte sensoren kennen geen polariteit. Ingang / type sensor Terminal connectors 1 STO100 buitentemperatuur Common - AN1 2 STR100 ruimtetemperatuur Common - AN2 3 STC100 watertemperatuur Common - AN3 4 STC100 watertemperatuur Common - AN4 * 5 STC100 watertemperatuur Common - AN5 * 6 STC100 watertemperatuur Common - AN6 * * = alleen voor 862-x- type Optimodems Om een ingang aan te passen voor een ander type sensor zie blad 5: Wijzigen van het sensor type Seriële meter poort 1, (optie Z): CS + Aansluitklem SER1+ CS - Aansluitklem SER1 - Seriële meter poort 2, (optie Z): CS + CS - Aansluitklem SER2+ Aansluitklem SER2-3

D02-0174-16 Wijzigingen voorbehouden Optimodem datalogger Configuratie gegevens Communicatie module: Optie M (analoog PSTN modem) Geleverd met aansluitkabel en connector geschikt voor een standaard PTT aansluiting passen. Optie D (ISDN modem) Geleverd met aansluitkabel en connector geschikt voor een standaard PTT aansluiting passen. Optie T (TCP/IP module) Geleverd met aansluitkabel en connector geschikt voor een standaard HUB Optie G & P (GSM of GPRS module) Geleverd met een klein staafantenne die past in de SMA connector aan de zijkant van de Optimodem. Een SMA-FME adapter is beschikbaar voor de aansluiting van een externe buitenantenne. Optie R (RS485 module) Zie document D02-0174-04. Optie W (WiFi Module) Geleverd met een klein staafantenne die past in de SMA connector aan de zijkant van de Optimodem. Digitale ingangen Fabrieksinstelling: Alle digitale ingangen zijn af fabriek ingesteld als pulsingangen.de pulsen op elke ingang worden in een bij de ingang behorende tellend register verzameld. Gasmeters In de meeste gevallen zijn gasmeters uitgerust met een (magnetisch) reedcontact. Aansluiten volgens voorbeeld 2. Controleer de ingang door de draden bij de meter even kort te sluiten De corresponderende ingangsled moet aan gaan. Noteer de meterstand, de datum en tijd en de conversieconstante (d.w.z. het aantal pulsen per m3 of liter). Soms wordt het omgekeerde getal genoemd, bijvoorbeeld 1 puls = 0,01 m3. Elektriciteitsmeters In de meeste gevallen zijn elektriciteitsmeters uitgerust met een transistor pulsuitgang. Sluit die aan als in voorbeeld 1. Controleer de ingang door de draden bij de meter even kort te sluiten De corresponderende ingangsled moet aan gaan. Noteer de meterstand, de datum en tijd en de conversieconstante (d.w.z. het aantal pulsen per kwh). Soms wordt het omgekeerde getal genoemd, bijvoorbeeld 1 puls = 0,001 kwh. In veel gevallen is de meter aangesloten via stroomtransformatoren. Noteer dan ook de overzetverhouding, bijv 100/5. Deze getallen zijn nodig voor het OPTIMOD2000 programma. Tarief contact In een tweetarieven systeem is het mogelijk om het energieverbruik in twee aparte tellers top te slaan. Om dit te bewerkstelligen moet u de verbruikspuls aansluiten op ingang 1, 3, 5 enz. en het tariefcontact op ingang 2, 4, 6.. De pulsen zullen dan worden geteld in tellers 1 of, dan wel 3 of 4, afhankelijk van de toestand van het tariefcontact. De ingangen moeten als zodanig geconfigureerd worden door Het OPTIMOD2000 programma. Pulssommator De pulsen van een aantal ingangen kunnen worden gesommeerd in een totaalregister. Tijdmeting Om bijvoorbeeld bedrijfsuren van een motor te meten is een relaiscontact nodig. Sluit dit aan als in voorbeeld 2 en stel de ingang via het OPTIMOD2000 programma als a seconden teller. Alarmingangen Digitale ingangen kunnen worden ingesteld als alarmingangen. Het openen, sluiten, veranderen (of juist niet veranderen) van de ingang genereert na een instelbare tijdvertraging (1 seconden tot 99 uur) een interne alarmvoorwaarde. Dit alarm kan naar het Alarm module van OPTIMOD2000 worden verzonden of als SMS bericht naar een mobiele telefoon (Alleen met optie G). Relais uitgangen Fabrieksinstellingen: Beide relais zijn af fabriek ingesteld als afstand bestuurd. Elk relais kan individueel worden geconfigureerd voor een specifieke functie.. Afstand besturing: tijdens een online verbinding met de centrale PC kan het relais in- en uitgeschakeld worden door middel van commando s vanaf het toetsenbord.. Kalender besturing: het relais zal gedurende een instelbare periode (minimaal 1 minuut, maximaal 23 uur 59 minuten) inschakelen. Dit kan elke dag of op een te bepalen datum. Astronomische klok: het relais schakelt in bij zonsondergang en weer uit bij zonsopgang, met een instelbare vertraging bij ondergang en vervroeging bij opgang. Alarm: het relais schakelt in wanneer er een alarmsituatie in het Optimodem optreedt. Alarmen kunnen optreden bij het schakelen van een digitale ingang of wanneer de gemeten waarde op een analoge ingang onder of boven een ingesteld schakelpunt komt. Ook een defecte sensor (bijv kortsluiting of een open ingang) een analoge (te,mepratuur) kan tot een alarmsituatie leiden. Piekbewaking alarm / waarschuwing (in combinatie met optie P). Het relais schakelt in wanneer het voorspelde (waarschuwing) of actuele (alarm) energieverbruik te hoog dreigt te worden of reeds is geworden. 4

D02-0174-16 Wijzigingen voorbehouden Optimodem datalogger Configuratie gegevens Analoge temperatuur ingangen Ten behoeve van dit type Optimodem is een geschikte serie NTC temperatuursensoren verkrijgbaar. STO100 buitentemperatuur sensor Voor bevestiging op een buitenmuur. De aansluitkabel moet vanaf onderen door de wartel worden gevoerd. De sensor heeft beschermingsklasse IP54. STR100 ruimtetemperatuur sensor Voor bevestiging op een binnenmuur. De sensor heeft beschermingsklasse IP31. STC100 (/ STC120 warm watertemperatuur sensoren De STC100 is een aanleg temperatuursensor voor directe bevestiging op buizen via een trekband constructie. Beschermingsklasse IP54. De STC120 is een soortgelijke sensor echter bedoeld voor dunne buizen (diameter 10...15 mm). Beschermingsklasse IP67. STP100 serie dompel temperatuur sensoren De STP100 serie zijn dompeltemperatuur sensoren voor gebruik in ketels enz. Leverbaar met twee lengtes dompel pijp. Beschermingsklasse IP54. STR100-200 luchtkanaal temperatuur sensor De STR100 wordt gebruikt om de temperatuur in luchtkanalen te meten. De meetpijp heeft een lengte van 200 mm. Sensor controle Nadat een sensor is bevestigd kan er een eerste controle op de goede werking worden uitgevoerd door de ohmse weerstand te meten. Maak de draden los van de klemmen bij het Optimodem en meet of gis de actuele temperatuur van de sensor. Meet vervolgens de weerstand en controleer volgens onderstaande tabel. Temperatuur Gemeten weerstand [ C] [Ohm] -10 8202-5 6446 0 5111 5 4087 10 3293 15 2674 20 2186 25 1800 30 1491 35 1243 40 1042 45 879 50 745 55 635 60 543 65 467 70 404 75 350 80 305 85 266 Wijzigen van het type sensor Wanneer er een ander type sensor op de Optimodem moet worden aangesloten kan het nodig zijn om de interne afsluitweerstand te vervangen. Deze weerstanden zitten bevestigd in kleine plugjes direct boven de aansluitklemmen. Zie onderstaande tekening. Meter sync Port 1 Port 2 - + - + - + Analogue input AN1 - AN6 COMMON Digital inputs DIG1 - DIG8 12V LED COMMON - COMMON + Relay output Onderstaande tabel geeft de voor elk type sensor benodigde weerstand. Sensor Weerstand Kleurcode STO100 5K11 groen/bruin/bruin/bruin/bruin/rood STR100 5K11 groen/bruin/bruin/bruin/bruin/rood STC100 1K00 bruin/zwart/zwart/bruin/bruin/rood STC120 1K00 bruin/zwart/zwart/bruin/bruin/rood STP100 1K00 bruin/zwart/zwart/bruin/bruin/rood STR100 1K00 bruin/zwart/zwart/bruin/bruin/rood Zoals uit de tabel blijkt is het niet altijd nodig om te vervangen. De voor elke sensor benodigde weerstand wordt meegeleverd in een plastic zakje bij de sensor. Het vervangen van een weerstand gaat als volgt: Verwijder het metalen front van de Optimodem Verwijder het deksel van het kabel compartiment Zoek de weerstand op en trek hem uit de plug met behulp van een klein tangetje. Zet de nieuwe weerstand er voor in de plaats. Sluit de nieuwe sensor aan Bevestig het deksel en de frotnplaat opnieuw. Let op de groene aardedraad waarvan het bevestigingsoogje onder de rechter bevestigingsschroef van de frontplaat moet komen te zitten. Gebruik hiervoor een kleine schroevendraaier. Zie nevenstaande foto Wijzig het sensortype nu ook in het OPTI- MOD2000 programma. Let op!! Na het wijzigen van het sensortype in het programma moet de nieuwe configuratie in het Optimodem worden geladen. Dit kan direct via een online verbinding gebeuren of automatisch gedurende de eerstvolgende uitlezing van historische gegevens. RY1 RY2 Power 5

D02-0174-16 Wijzigingen voorbehouden Optimodem datalogger Configuratie gegevens Analoog PSTN modem (Optie M): De modem mag parallel aan een ander apparaat worden aangesloten zoals een gewone telefoon. Er moet voor gezorgd worden dat wanneer de Optimodem gebeld wordt voor uitlezing de lijn beschikbaar is als een directe lijn, d.w.z. zonder tussenkomst van een telefoniste of een fax die opneemt.. Alle oproep parameters kunnen worden ingesteld met het OPTIMOD2000 beheerprogramma. Het advies is om dit te doen voor het apparaat wordt geïnstalleerd. Als test vooraf kunt u, zodra de Optimodem is geïnstalleerd, ter plekke het apparaat bellen met een mobiele telefoon. Als de installatie goed is gedaan zal de Optimodem na opnemen en wordt het specifiek geluid van een modem die een verbinding wil opbouwen hoorbaar. Dit is een eenvoudige test om de telefoonverbinding met de Optimodem te controleren. Wanneer de Optimodem (ook) gebruikt gaat worden om alarmmeldingen te verzenden is een direct toegankelijke buitenlijn nodig. Sluit een gewone telefoon aan op het aansluitpunt van de Optimodem en bel daarmee uw eigen mobiele telefoon. Als u verbinding krijgt is de aansluiting in orde. Fabrieksinstellingen: Bel venster begin: Belvenster einde Alarmen verzenden 01:00 uur 06:00 uur niet actief ISDN modem (Optie D): Sluit dit modem alleen aan op een zogenaamde true ISDN aansluiting. Veel ISDN centrales maken gebruik van een aangepast protocol waarmee een Optimodem niet kan werken. Als er een verlengkabel nodig is zorg er dan voor dat er geen kruisingen in zitten, speciaal wanneer de Optimodem parallel aan andere ISDN apparatuur wordt gebruikt. Om de ISDN lijn te testen moet het front van de Optimodem worden losgenomen. Het ISDN modem is het kleine elektronica bord wat boven de hoofdprintplaat is gemonteerd. Dit bord bevat twee rode led s die de status van de lijn weergeven. Sluit de net spanning aan op de Optimodem en kijk naar de led s. De ene zal direct continue gaan branden, de andere gaat een paar seconden knipperen in een redelijk langzaam tempo. Daarna moet deze led ook continue gaan branden. Dit geeft aan dat de lijn in orde is. Elke afwijking van dit patroon duidt op een probleem. Let op: bovenstaande test is alleen geldig als er geen draaiingen in de kabel zitten (in combinatie met andere ISDN apparaten). Bel venster begin: 01:00 uur Belvenster einde 06:00 uur Alarmen verzenden niet actief Communicatie opties R, G, T en W Zie de eerder genoemde relevante documentatie Seriële meters aansluiten (Optie Z): Sluit een seriële meter aan overeenkomstig het schema in dit document. Dit schema is geldig voor alle seriële meters met een current loop (CS) interface. Meters met een RS485 interface moeten worden aangesloten via de TCSC-R interface module. Zie document D02-0174-26. Als de meter is aangesloten en er spanning op de datalogger wordt gezet zal de rode LED achter de schroefklemmen zwak oplichten. Na enkele seconden zal de datalogger de aangesloten meter gaan uitlezen. De rode led zal nu helderder gaan knipperen in het ritme van de dataoverdracht. Afhankelijk van de data overdrachtssnelheid en de grootte van de buffer in de meter kan dit wel 20 seconden duren. Daarna zal de led weer continue zwak blijven branden. Fabrieksinstelling Beide seriële poorten zijn ingesteld voor meters met het IEC1107 protocol. Om andere meters te configureren wordt verwezen naar document D02-0174-35 Overige fabrieksinstellingen Algemene toegangscode Alleen lezen toegangscode Sample frequentie OPTIMOD+ OPTIMOD+ 15 minuten Herstellen van alle fabrieksinstellingen Om de Optimodem weer terug te zetten naar de fabrieks instellingen moet u op het kleine rode knopje aan de linkerkant in het kabel aansluit compartiment drukken, terwijl de voeding van de Optimodem wordt aangezet 6