Liturgie voor de doopdienst op zondag 2 maart 2014 Dorpskerk De Bilt Gedoopt wordt Elsa Louise Cirkel 1
Gezang 457: 1 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig, vroeg in de morgen word' U ons lied gewijd. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt. 3 Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister, geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt. Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister, één en al vuur en liefde en majesteit. 4 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt. 2 Votum en groet Zingen: met Muziekgroep: (Opwekking 411) Geprezen zij de Here. die God is ons heil. Dag aan dag draagt Hij ons; Want een verbroken hart veracht Hij die God is ons heil. niet. Want het geknakte riet verbreekt Hij Al wat vernederd is, verhoogt Hij op niet zijn tijd. Al wat beschadigd is herstelt Hij op Hij troost de treurenden, den duur. de zwakke beurt Hij op. Wat walmt dat dooft Hij niet, Barmhartig schenkt Hij ons want Hij kent ons verdriet. zijn goedertierenheid Barmhartig schenkt Hij ons Geprezen zij de Here. zijn warmte en zijn vuur. Dag aan dag draagt Hij ons; Geprezen zij de Here. die God is ons heil. Dag aan dag draagt Hij ons; Psalm 68:20 Geprezen zij de Heer, dag aan dag, deze God draagt ons en redt ons, sela Jesaja 42:3 Het geknakte riet breekt Hij niet af, de kwijnende vlam zal Hij niet doven. Het recht zal Hij zuiver doen kennen. Zingen: met Muziekgroep: (Opwekking 518) Heer U doorgrondt en kent mij, Mijn zitten en mijn staan. En U kent mijn gedachten, Mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond O Heer die zijn voor U bekend. En waar ik ook naartoe zou gaan, Ik weet dat U daar bent. Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, En U bent voor mij, En naast mij, En om mij heen. Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, En U bent voor mij, En naast mij, En om mij heen. Elke dag. Heer U doorgrondt en kent mij,
Want in de moederschoot. Ben ik door U geweven, U bent oneindig groot! Ik dank U voor dit wonder heer, Dat u mijn leven kent. En wat er ook gebeuren zal, Dat U steeds bij mij bent! Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, En U bent voor mij, En naast mij, En om mij heen. Heer U bent altijd bij mij, U legt U handen op mij, En U bent voor mij, En naast mij, En om mij heen. Elke dag! Psalm 139: 1 HEERE, U doorgrondt en kent mij. 2 Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. De wet van het leven Een nieuwtestamentische bewerking van de Tien Woorden met een accent op het leven (tekst van ds. Jos Douma, Fonteinkerk Haarlem) Ik ben de HEER, uw God, ik ben de Levende. Waar mijn leven stroomt, daar is de ware vrijheid. Mijn geboden wijzen de weg naar het nieuwe leven. 1e gebod: Leer het leven dat God u geeft, door Hem alleen te vertrouwen en te gehoorzamen. 2e gebod: Leer het leven dat God u geeft, door Hem te zien in Christus alleen, Gods eigen beeld. 3e gebod: Leer het leven dat God u geeft, door zijn naam zorgvuldig en liefdevol te gebruiken. 4e gebod: Leer het leven dat God u geeft, door te genieten van de rust die Hij u geeft. 5e gebod: Leef het leven dat God u geeft, door uw vader en moeder te eren als de ouders die Hij u gaf. 6e gebod: Leef het leven dat God u geeft, door in daden, woorden en gedachten uw naaste voluit te respecteren. 7e gebod: Leef het leven dat God u geeft, door trouw te zijn in uw huwelijk en zuiver om te gaan met uw lichaam. 8e gebod: Leef het leven dat God u geeft, door het welzijn van uw naaste te bevorderen. 9e gebod: Leef het leven dat God u geeft, door eerlijk en oprecht over uw naaste te spreken. 10e gebod: Leef het leven dat God u geeft, door uw naaste te gunnen wat God aan hem schenkt. Zo ontdekt u de weg van het eeuwige leven. En dit is het eeuwige leven: dat u de enige ware God kent, en hem die door God gezonden is, Jezus Christus! (Johannes 17:3) Psalm 81: 4 God heeft ons gezegd nooit gehoorde dingen. Heilig is 't en recht 3 nu en t'allen tijd Hem die ons bevrijdt vrolijk toe te zingen.
8 Ik ben HIJ DIE IS: God wil Ik u wezen. Uit de duisternis van de slavernij maakte Ik u vrij: hebt gij nog te vrezen? 9 Leef uit mijn verbond. Vraag van Mij vrijmoedig. Open wijd uw mond. Al wat u ontbreekt, al waar gij om smeekt geef Ik overvloedig. 4 Gebed Moment voor de KinderNevenDienst Schriftlezing Exodus 3: 1 En Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Jethro, de priester van Midian. Hij dreef het kleinvee tot voorbij de woestijn, en hij kwam bij de berg van God, de Horeb. 2 En de Engel van de HEERE verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een doornstruik. Hij keek toe, en zie, de doornstruik brandde in het vuur, maar de doornstruik werd niet verteerd. 3 Mozes zei: Laat ik nu naar dat indrukwekkende verschijnsel gaan kijken, waarom de doornstruik niet verbrandt. 4 Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik! 5 En Hij zei: Kom hier niet dichterbij. Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilige grond. 6 Hij zei verder: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken. 7 De HEERE zei: Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed. 8 Daarom ben Ik neergekomen om het volk te redden uit de hand van de Egyptenaren, en het te leiden uit dit land naar een goed en ruim land, naar een land dat overvloeit van melk en honing, naar het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten. 9 Nu dan, zie, het geschreeuw om hulp van de Israëlieten is tot Mij gekomen. En Ik heb ook de onderdrukking gezien waarmee de Egyptenaren hen onderdrukken. 10 Nu dan, ga op weg. Ik zal u naar de farao zenden, en u zult Mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden. 11 Mozes zei echter tegen God: Wie ben ik, dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? 12 En Hij zei: Voorzeker, Ik zal met u zijn, en dit zal voor u het teken zijn dat Ík u gezonden heb: Als u het volk uit Egypte geleid hebt, zult u God dienen op deze berg. 13 En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen? 14 En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden. 15 Toen zei God verder tegen Mozes: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: De HEERE, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van
Jakob, heeft mij naar u toe gezonden. Dit is voor eeuwig Mijn Naam, dit is Mijn Naam ter gedachtenis, van generatie op generatie. 16 Ga, verzamel de oudsten van Israël en zeg tegen hen: De HEERE, de God van uw vaderen, is aan mij verschenen, de God van Abraham, Izak en Jakob. Hij zei: Ik heb zeker naar u omgezien en naar wat u in Egypte wordt aangedaan. 17 Daarom heb Ik gezegd: Ik zal u uit de onderdrukking van Egypte leiden naar het land van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten, naar het land dat overvloeit van melk en honing. 18 Dan zullen zij naar uw stem luisteren, en u zult gaan, u en de oudsten van Israël, naar de koning van Egypte, en u moet tegen hem zeggen: De HEERE, de God van de Hebreeën, is naar ons toe gekomen. Nu dan, laat ons toch drie dagreizen ver de woestijn intrekken, opdat wij de HEERE, onze God, offers brengen. 19 Maar Ík weet dat de koning van Egypte u niet zal laten gaan, ook niet door een sterke hand. 20 Daarom zal Ik Mijn hand uitstrekken en Egypte treffen met al Mijn wonderen die Ik te midden daarvan doen zal. Daarna zal hij u laten gaan. 21 En Ik zal dit volk genade geven in de ogen van de Egyptenaren. En het zal gebeuren dat u, als u weggaat, niet met lege handen gaat. 22 Elke vrouw moet aan haar buurvrouw en aan haar huisgenote zilveren en gouden voorwerpen vragen, en kleren, die u uw zonen en dochters te dragen moet geven. Zo zult u Egypte beroven. Psalm 105: 1 Looft God den HEER, en laat ons blijde zijn glorierijke naam belijden. Meldt ieder volk en elk geslacht de wonderen die God volbracht. Gij die van harte zoekt den HEER, verblijdt u, geeft zijn naam de eer. 5 2 Vraagt naar des HEREN grote daden; zoekt zijn nabijheid, zijn genade. Gedenkt hoe Hij zijn oordeel velt, zijn wonderen ten teken stelt, volk dat op Abram u beroemt, met Jakobs nieuwe naam genoemd Heidelbergse Catechismus Zondag 47, vraag 122: Wat is de eerste bede? Antwoord: Uw Naam worde geheiligd. Dat wil zeggen: geef ons ten eerste dat wij U op de juiste wijze kennen en U heiligen, roemen en prijzen om al uw werken, waaruit uw almacht, wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid helder stralen. Vervolgens dat wij ons gehele leven, onze gedachten, woorden en werken, daarop richten dat uw naam om onzentwil niet gelasterd maar geëerd en geprezen wordt. Verkondiging: Uw Naam worde geheiligd. Gezang 446: 1 O Jezus, hoe vertrouwd en goed klinkt mij uw naam in 't oor, uw naam die mij geloven doet: Gij gaat mij reddend voor; 2 uw naam die onze wonden heelt en ons met manna spijst, die onze dood en zonde deelt en onze vrees verdrijft.
3 Mijn herder en mijn held, mijn vriend, mijn koning en profeet, mijn priester die mijn schuld ontbindt, mijn weg waarop ik treed; Dooponderricht Jezus Christus heeft gesproken: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld. In de Heilige Doop verbindt God zijn Naam met onze naam. Wij allen delen in zonde, schuld en oordeel en wij kunnen alleen in Gods rijk komen als wij opnieuw geboren worden uit water en Geest. Als wij gedoopt worden in de naam van de Vader, geeft God ons het teken en zegel van het verbond van zijn genade. Wij mogen zijn kinderen zijn en erfgenamen van zijn belofte. Zo wil Hij altijd voor ons zorgen. Als wij gedoopt worden in de naam van de Zoon, verzekert Hij ons van de afwassing van al onze zonden door zijn bloed. Wij zijn met Christus gestorven en begraven. Zoals Hij uit de dood is opgewekt, zo zullen wij leven met Hem. Als wij gedoopt worden in de naam van de Heilige Geest, belooft de Heilige Geest dat Hij bij ons wil wonen en dat Hij dagelijks ons leven wil vernieuwen. In het verbond worden wij van onze kant opgeroepen om God te gehoorzamen, te vertrouwen en lief te hebben, voor altijd. We hoeven aan Gods genade niet te twijfelen want zijn verbond is een eeuwig verbond en zijn goedheid duurt in eeuwigheid. In deze geweldige belofte mogen ook onze kinderen delen, al begrijpen zij nu nog niet wat er met hen gebeurt. Ook de kinderen horen immers bij het verbond. Zo sprak de HERE God al tot Abraham: Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. Nu bent u als ouders geroepen om uw kinderen vertrouwd te maken met het geloof en hen bij de Here te brengen. Jezus sprak zelf: Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan. Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen. Dankgebed en gebed voor de doop Zingen Gezang 334: 1 Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U, wil uw zegen ons verlenen, waar de roepstem wordt vernomen: laat de kindren tot Mij komen. 4 Herder, neem uw schaapje aan. Hoofd, maak het een van uw leden. Wees zijn weg, wijs het zijn baan. Vredevorst, wees Gij zijn vrede. Wijnstok, laat dit rankje bloeien, dat er eens veel vruchten groeien. 6
5 Al het onz' is U gewijd, 't liefste wat Ge ons toevertrouwde wordt als offer U bereid. 7 Gij alleen kunt het behouden. Schrijf de naam door ons gegeven in het levensboek ten leven. De kinderen van de KinderNevenDienst komen binnen Zingen, wanneer Elsa binnengebracht wordt, Psalm 105: 5 God zal Zijn waarheid nimmer Tot in het duizendste geslacht. krenken, 't Verbond met Abraham, Zijn vrind, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Bevestigt Hij van kind tot kind. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht, Doopgeloften (de doopouders gaan staan) Geliefden in de Here Jezus, nu u gehoord hebt wat de betekenis en de bedoeling van de Heilige Doop is, verzoek ik u oprecht voor Gods aangezicht en ten aanhore van vele getuigen te antwoorden op de volgende vragen: 1.Gelooft u dat het evangelie van Gods genade in Jezus Christus, zoals dat in Gods Woord bekend is gemaakt en door de kerk in haar belijdenis is samengevat, het enige fundament van onze redding is? 2.Belijdt u dat Elsa, hoewel zij met ons deelt in zonde, schuld en oordeel, in Christus geheiligd is, maar ook deel heeft aan Gods verbond en dat hij daarom behoort gedoopt te zijn? 3.Belooft u, ieder met de gaven die God u heeft gegeven, Elsa voor te gaan op de weg van de Here opdat zij haar doop leert verstaan en zich verbonden zal weten aan de gemeente van Christus? Wat is daarop uw antwoord? Ja. Bediening van de doop Dooptekst: Jesaja 43: 1 Welnu, dit zegt de HEER: Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij! 2 Moet je door het water gaan ik ben bij je; of door rivieren je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien. 3 Want ik, de HEER, ben je God, de Heilige van Israël, je redder. Zingen (staande): Psalm 134: 3 + lofprijzing (ds. A. F. Troost) Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Die naam draagt nu een nieuw Zijn gunst uit Sion u bestraal'; geslacht. Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer; Heer, Gij zijt goed voor ons geweest, Looft, looft dan aller heren HEER. lof zij U, Vader, Zoon en Geest. Uw naam zij glorie toegebracht! Vraag voor de gemeente: Gemeente, wilt u Elsa, die gedoopt is, opdragen in uw gebeden, opnemen in uw midden en naar uw vermogen helpen groeien in geloof en voorgaan in het volgen van Jezus Christus? Wat is daarop uw antwoord? Ja, dat beloof ik. (hierna gaat de gemeente zitten)
Kinderen zingen (met muziekgroep) Op Toonhoogte 402 Refrein (2x): En weet je wat zo mooi is; God kent jou vanaf het begin. bij Jezus voel je je vrij Helemaal van buiten en van om helemaal jezelf te zijn, binnenin. want Hij houdt van jou. Hij kent al je vreugde en al je Ja, Hij houdt van jou. verdriet. Ja, Hij houdt van jou en mij. Want Hij ziet de dingen die een Refrein (2x) ander niet ziet. Dankgebed voor de doop Collecten Psalm 68: 2 Maar 't vrome volk, in U verheugd, Zal huppelen van zielevreugd, Daar zij hun wens verkrijgen; Hun blijdschap zal dan, onbepaald, Door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt, Ten hoogsten toppunt stijgen. Heft Gode blijde psalmen aan; Verhoogt, verhoogt voor Hem de baan; Laat al wat leeft Hem eren; Bereidt den weg, in Hem verblijd, Die door de vlakke velden rijdt; Zijn naam is HEER der heren. Zegen, bevestigd door te zingen Gezang 456:3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer! 10 Geloofd zij God met diepst ontzag! Hij overlaadt ons, dag aan dag, Met Zijne gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid; Wie zou die hoogste Majesteit Dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil; Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, Ons 't eeuwig, zalig leven; Hij kan, èn wil, èn zal in nood, Zelfs bij het naad'ren van den dood, Volkomen uitkomst geven. Deze Liturgie is een uitgave van de Herv. Wijkgemeente Dorpskerk De Bilt. Redactie: Henk van de Bunt. Predikant: ds. G.J. Codée. P.R. Theo Aalbers. Website: www.dorpskerkdebilt.nl. Websitebeheer: beheerderwebsite@dorpskerkdebilt.nl 8