TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG Gegevens onderneming : De besloten vennootschap JABRE B.V., statutair gevestigd te Tiel en volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel kantoorhoudende te Heerewaarden aan de Hoge Waard 21. Inschrijfnummer KvK: 34181402 Faillissementsnummer : 07/592 F Datum uitspraak : 31 oktober 2007 Curator : mr. J.M.A.J. Thielen Rechter-commissaris : mr. F.M.T. Quaadvliet Datum verslag : 10 maart 2007
Pagina 2 Activiteiten onderneming : Het verzorgen van (inter-)nationale goederenstromen en de distributie van goederen. Deze activiteiten worden verricht in eigen beheer danwel door expeditiewerkzaamheden te laten door derden, op- en overslag, promotie voor derden. Omzetgegevens : 2003: 60.921,-- 2004: 392.093,-- 2005: 555.278,-- 2006: onbekend Personeel : vermoedelijk 10 Verslagperiode : 4 december 2007 t/m 9 maart 2008 Bestede uren in verslagperiode : 38 uur en 42 minuten Bestede uren totaal : 86 uur en 6 minuten
Pagina 3 1. Inventarisatie: 1.4 Lopende procedures: Enige tijd vóór faillissement zou Jabre BV nog een procedure hebben gevoerd tegen een Belgisch bedrijf en haar vennoten. Jabre BV stelde een geldvordering te hebben en had ook conservatoir beslag gelegd onder een derde en voorts op een tweetal onroerende zaken. Jabre BV is in het ongelijk gesteld door de rechtbank en een globale lezing van de inhoud van de zaak wees uit dat hoger beroep weinig zin had. De beslagen moesten dan ook worden doorgehaald. Curator is op dit moment in overleg met de advocaat van de wederpartij om te komen tot doorhaling van de onroerend-goedbeslagen. 1.6 Huur: De huurovereenkomst met betrekking tot de kantoorunits is in overleg met de verhuurder, De Kleijn BV, nog niet beëindigd. Het ziet ernaar uit dat er zich in deze onregelmatigheden hebben voorgedaan en in de units bevinden zich nog "gevoelige zaken". Ook zijn er overigens nog onduidelijkheden over de vraag wie rechthebbende is op zaken die zich in de units bevinden. 1.7 Oorzaak faillissement: In het vorig verslag is uitgebreid uiteengezet wat de oorzaak zou zijn geweest van het faillissement in de visie van voormalig bestuurder, de heer Van Brenk. Inmiddels is gebleken dat verklaringen van de heer Van Brenk niet altijd serieus kunnen worden genomen. De kwestie met Artstone BV waarover werd gesproken, was onderwerp van een procedure. In die procedure is Jabre BV echter in het ongelijk gesteld. Op grond ook van eigen inhoudelijk onderzoek, moest geoordeeld worden dat hoger beroep geen zin had.
Pagina 4 3. Activa: Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving: In het eerste verslag is al aangegeven dat er veel onduidelijkheid waren en dat de verklaringen van de heer Van Brenk niet altijd juist bleken te zijn. Daarin is weinig verandering gekomen. Curator heeft diverse informatie ontvangen die erop zou kunnen wijzen dat er meer bedrijfsmiddelen zouden moeten zijn dan door de heer Van Brenk aangegeven. Met name lijken er kort voor faillissement diverse zaken van eigenaar gewisseld te zijn (zie verder ook hoofdstuk "Rechtmatigheid"). Voorraden/onderhanden werk 3.9 Beschrijving: In eerste instantie heeft curator de heer Van Brenk uitdrukkelijk gevraagd naar mogelijke diensten die nog niet zouden zijn uitgefactureerd. Met uitzondering van een kleinigheidje gaf hij aan dat er in het geheel niets meer gedeclareerd kon worden. Inmiddels is gebleken dat hij toen niet de waarheid heeft gesproken. Uit diverse bronnen kreeg curator de informatie dat er voor een groot bedrag niet uitgefactureerd zou zijn en dat de heer Van Brenk zou trachten dit door een andere entiteit uit te laten declareren (zie hierover hoofdstuk "Rechtmatigheid"). 4. Debiteuren: 4.1 Omvang debiteuren: De boekhouding en administratie is allesbehalve ordentelijk. Het is de vraag of de stukken die curator aanvankelijk heeft gekregen, een juiste weergave vormen van de werkelijkheid.
Pagina 5 Er moeten nog afspraken worden gemaakt met de bank die pandrechten heeft op debiteuren. Daarbij zal ook de kwestie moeten worden betrokken die hierna nog zal worden besproken onder 7.6 "paulianeus handelen". 4.2 Opbrengst: Voor zover bekend zijn er geen debiteurenbetalingen ná faillissementsdatum binnen gekomen. Op enig moment bleek er echter wel een positief saldo te staan op een rekening bij ABN AMRO Bank. Later werd ook duidelijk dat gefailleerde de debiteurenbetalingen "omgeleid" had. Betalingen op de facturen geschiedde niet op de rekening van de Rabobank, zoals ook met haar overeengekomen, doch op de ABN AMRO Bank. Werkzaamheden: Curator dient nog onderzoek te doen naar de post debiteuren en hierover overleg te voeren met de bank. Daarbij zal de kwestie onder punt 7.6 betrokken worden. 5. Bank/Zekerheden: 5.1 Vordering van de bank: Volgens een opgave van de Rabobank had deze bij aanvang van het faillissement te vorderen een bedrag van 248.015,11. Zoals in het vorig hoofdstuk al aangegeven, bleek bij ABN AMRO Bank uiteindelijk een positief saldo te staan van 6.528,49 dat overgemaakt is op de boedelrekening. Bij de Postbank staat slechts een gering tekort van slechts 37,49. 5.2 Leasecontracten: Eerder werd al aangegeven dat er een aantal leasecontracten waren met betrekking tot vrachtwagens. Bij de afwikkeling van één van die
Pagina 6 leasecontracten bleek er voor de boedel een vorderingsrecht te resteren. Dit heeft ertoe geleid dat aan de boedel is betaald een bedrag van 4.585,63. 5.3 Zekerheden: Eerder wel al aangegeven dat de Rabobank tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van Jabre BV pandrechten had gevestigd op inventaris en vorderingen op derden. Omdat de situatie in deze door diverse verwikkelingen erg chaotisch is geworden, konden en kunnen de zekerheden vooralsnog niet worden uitgewonnen. Op ieder item blijken er steeds meerdere rechthebbenden te zijn, hetgeen betekent dat er eerst duidelijkheid moet worden verkregen. Gezien het geringe belang dat bij die kwesties is gemoeid, verloopt de afwikkeling ook erg traag. 5.4 Separatistenpositie: De Rabobank neemt als pandhouder de positie van separatist in. Gezien de onzekere situatie ten aanzien van diverse zaken, kan er helaas noch door de bank, noch door de curator doortastend worden opgetreden. 5.6 Eigendomsvoorbehouden: Er zijn diverse (rechts)personen die een beroep hebben gedaan op hun eigendomsvoorbehoud. Dit kon helaas niet gehonoreerd worden, omdat er op de zaak alweer andere rechten zouden zijn gevestigd danwel omdat de zaak alweer verkocht zou zijn (zie hierover later meer bij "Rechtmatigheid"). 5.9 Overige rechten van derden: In het eerste verslag werd al gemeld dat afgezien van de Rabobank er ook pandrechten waren gevestigd door De Lage Landen Financial Services BV op alle huidige en toekomstige inventaris en de huidige en toekomstige voorraden. Daarnaast blijkt Jabre BV tot zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen ook pandrechten te hebben verstrekt aan haar toenmalig raadsman. Afgezien van het feit dat deze gelden terzake verleende diensten te vorderen had, had deze ook een lening aan Jabre BV verstrekt.
Pagina 7 Werkzaamheden: Op dit punt dient nog veel werk te worden verricht. Met name dienen er nog praktische afspraken te worden gemaakt met de bank om te komen tot afwikkeling van de diverse pandrechten. Eventueel moeten daar andere pandhouders bij betrokken worden. 6. Doorstart/voortzetten: Voortzetten 6.2 Financiële verslaglegging: In het eerste verslag werd aangegeven dat volgend de heer Van Brenk over de periode na 31 oktober 2007 nog een bedrag gefactureerd zou kunnen worden van 2.100,--. Inmiddels is gebleken dat er veel diensten door Jabre BV zijn verricht, die niet uitgefactureerd zijn en derhalve nog steeds gefactureerd zouden kunnen worden. Daarbij zou het soms ook kunnen gaan over de periode na 31 oktober 2007. Nader onderzoek zal dit moeten uitwijzen. 7. Rechtmatigheid: 7.1 Boekhoudplicht: In het eerste verslag werd al aangegeven dat de administratie zoals die werd aangetroffen een chaos was. Ook bij de nadere behandeling is gebleken dat de boekhouding en administratie niet ordentelijk en compleet is. Er is niet voldaan aan wettelijke eisen en verplichtingen. 7.4 Stortingsverplichting aandelen: Op dit punt dient nog onderzoek plaats te vinden.
Pagina 8 7.5 Onbehoorlijk bestuur: Enkel op grond van de niet-nakoming van de boekhoud- en administratieplicht kan al geoordeeld worden dat er sprake is van onbehoorlijke taakvervulling. Ook op allerlei ander terrein lijkt deze conclusie getrokken te kunnen worden, zie ook hierna. 7.6 Paulianeus handelen: Curator heeft op enig moment aanwijzingen gekregen dat er door Jabre BV diensten waren verricht terzake waarvan nog geen facturen waren verzonden. Het zou de bedoeling van de heer Van Brenk zijn deze over het faillissement heen te tillen en deze later door een andere entiteit te laten uitfactureren. Volgens de eerste gegeven zou het daarbij in totaal om een bedrag van zo'n 75.000,-- gaan. Korte tijd nadat hierover informatie was ontvangen, kwam curator in contact met een bedrijf dat een factuur had ontvangen van een bepaalde rechtspersoon en wel voor diensten die destijds door Jabre BV waren verricht. Curator heeft de betreffende rechtspersoon hierop aangesproken en deze heeft direct volledig inzicht gegeven in al die facturen die door haar verzonden zouden zijn voor diensten die waren verricht door Jabre BV. De betreffende rechtspersoon had nog vorderingen op Jabre BV en de heer Van Brenk had aangeboden op deze wijze tegemoet te komen aan die vorderingen. De heer Van Brenk zou gezegd hebben dat alles in overleg met curator en de debiteur zou zijn. Ook op allerlei andere vlakken wordt curator geconfronteerd met feiten en omstandigheden die wijzen op paulianeus en/of onrechtmatig handelen waarbij steeds de heer Van Brenk op enigerlei wijze betrokken is. Omdat ook sprake is van strafbare feiten is er inmiddels aangifte gedaan. Curator heeft begrepen dat ook andere slachtoffers aangifte zullen doen.
Pagina 9 8. Crediteuren: 8.1 Boedelvorderingen: Tot op heden is er geen boedelvordering ingedien. 8.2 Preferente vordering van de fiscus: Bij gelegenheid van het vorig verslag werd melding gemaakt van een vordering van de Belastingdienst van 187.280,--. Nadien zijn er nog vele (ambtshalve) aanslagen binnen gekomen. Niet onwaarschijnlijk is dat op grond van ontdekkingen die tijdens het onderzoek in dit faillissement worden gedaan, nog aanslagen zullen worden opgelegd. 8.3 Preferente vordering van het UWV: Nog onbekend. 8.4 Andere preferente crediteuren: Nog niet bekend. 8.5 Aantal concurrente crediteuren: Tot op dit moment hebben 54 crediteuren hier hun vordering ingediend. 8.6 Bedrag concurrente crediteuren: Tot nu toe is er voor een totaalbedrag van 420,456,07 aan vorderingen in dit faillissement ingediend. De verwachting is dat dit nog zal toenemen. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling: Zoals uit bijgevoegd financieel verslag blijkt, is er een gering batig saldo. Dat saldo is niet toereikend ter bestrijding van de boedelkosten. Er wordt echter nog veel onderzoek gedaan en zoals hiervoor al aangegeven is
Pagina 10 gebleken dat er mogelijk nog diensten gefactureerd kunnen worden. Het is dan ook moeilijk nu al aan te geven hoe er zal worden afgewikkeld. Werkzaamheden: Het faillissement is en blijft chaotisch. Ook als het gaat om schuldvorderingen is er vaak grote onduidelijkheid. Er zal dan ook nog verder gecorrespondeerd moeten worden met diverse crediteuren om te komen tot vaststelling van de posities. 9. Overig: 9.1 Termijn afwikkeling faillissement: Het is nog steeds te vroeg om hierover uitspraak te doen. Het is echter de verwachting dat de definitieve afwikkeling, gezien alle geconstateerde onregelmatigheden, nog lang op zich zal kunnen laten wachten. 9.2 Plan van aanpak: De curator zal verder onderzoek doen naar de diverse geconstateerde onregelmatigheden. Voor zover mogelijk zullen er acties worden ondernomen om onttrokken gelden veilig te stellen. Ook zullen er nog afspraken moeten worden gemaakt met de bank over wie nu welke acties zal instellen. Verder zal curator Justitie behulpzaam zijn bij het onderzoek naar strafbare feiten. 9.3 Indiening volgend verslag: 10 juni 2008 Tiel, 10 maart 2008 J.M.A.J. Thielen curator