Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841


ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1202

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBGEL:2017:2637

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBOVE:2016:914

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

FlexExpert B.V. EquiPlus Mennagement B.V. DomJur

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBOVE:2014:4818

ECLI:NL:RBOVE:2014:5578

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBOVE:2016:593

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBROT:2015:8694

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBALM:2011:BU1896

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBOVE:2014:5435

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBROT:2017:5469

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

In naam van de Koning. zaaknummer / rolnummer: C/05/ / KG ZA

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBOVE:2013:1759

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBOVE:2017:2151

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak

NMLK Didio DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA SP/PV Datum:21 mei In de zaak van

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

Vonnis in kort geding van 2 februari 2007, bij vervroeging,

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ter zake van een spoedgeschil tussen J.J., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, L.H., H.O.D.N. BOUWBEDRIJF H., hierna te noemen: aannemer,

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBAMS:2007:BC1778

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

EJEA ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/13/ / KG ZA

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 29 maart 2010 in de zaak van

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBOVE:2017:3127

Transcriptie:

pagina 1 van 6 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2014:2110 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18042014 Datum publicatie 01052014 Zaaknummer C08154198 KG ZA 14124 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Omschrijving: Weigering uitbetaling bankgarantie. Voldaan aan voorwaarden bankgarantie? Sprake van een frauduleuze claim? Beginsel van strikte conformiteit. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak vonnis RECHTBANK OVERIJSSEL Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Almelo zaaknummer / rolnummer: C/08/154198 / KG ZA 14124 Vonnis in kort geding van 18 april 2014 (lm) in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam], gevestigd te [woonplaats], eiseres,

pagina 2 van 6 advocaat mr. B. van de Kam te Zwolle, tegen de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK CENTRAAL TWENTE U.A., gevestigd te Hengelo, verweerster, advocaat mr. H.A.J. WesselKrijger te Doesburg. Partijen zullen hierna [eiseres] en Rabobank genoemd worden. 1 De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: de (niet betekende) dagvaarding de vrijwillige verschijning van de Rabobank de mondelinge behandeling de pleitnota van [eiseres] de pleitnota van de Rabobank. 1.2. Ten slotte is vonnis gevraagd. Het vonnis is bepaald op vandaag. 2De feiten 2.1. [eiseres] heeft in opdracht en voor rekening van Stichting CoVoa (thans Stichting Achterhoek VO, hierna: Achterhoek VO) een school inclusief sporthal gebouwd te Doetinchem. Voor de realisatie van de aluminiumgevelconstructie heeft [eiseres] Alkondor B.V. (hierna: Alkondor) ingeschakeld. 2.2. Alkondor heeft het werk in het najaar van 2006 aan [eiseres] opgeleverd. 2.3. Bij de oplevering hebben partijen als opleverpunt lekkage aan de gevel genoteerd. 2.4. Alkondor heeft na de oplevering aanvullende werkzaamheden verricht aan de gevel. 2.5. Alkondor heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de lekkage wordt veroorzaakt door ontwerpfouten van de architect en heeft [eiseres] begin 2009 om betaling van de laatste termijn van 119.000,00 inclusief BTW gevraagd. 2.6. [eiseres] is hiermee akkoord gegaan op de voorwaarde dat Alkondor ter zekerheid van nakoming van haar verplichtingen een afroepgarantie zou stellen ter hoogte van de slottermijn. [eiseres] stelt zich daarbij op het standpunt dat de lekkage (mede) haar oorzaak vindt in niet goed en deugdelijk werk van Alkondor. 2.7. Op 23 april 2009 heeft de Rabobank zich, in opdracht van [eiseres] ter nakoming door Alkondor van haar verplichtingen uit de overeenkomsten die zijn gesloten ter zake de oplevering van aluminium kozijnen en vliesgevels ten behoeve van de bouw en de sporthal te Doetinchem, garant gesteld ten behoeve van [eiseres] tot een bedrag van 115.000,00.

pagina 3 van 6 2.8. [eiseres] heeft vervolgens de laatste slottermijn betaald aan Alkondor. 2.9. In 2009 is Achterhoek VO een arbitrageprocedure gestart jegens de verzekeraar van het inmiddels gefailleerde architectenbureau. Achterhoek VO stelt de architect aansprakelijk voor onder meer de problematische gevel. 2.10. Op 17 december 2009 heeft Alkondor Hengelo B.V. [eiseres] bericht dat zij de bedrijfsactiviteiten van Alkondor bij haar heeft ondergebracht en dat zij ook voor alle verdere activiteiten de contractspartij van [eiseres] zal zijn. 2.11. [eiseres] heeft begin 2011 een pro forma arbitrageprocedure aanhangig gemaakt jegens Alkondor, ter voorkoming van verval en verjaring van haar aanspraken jegens Alkondor. De zaak staat op de parkeerrol. 2.12. In de arbitrageprocedure tussen Achterhoek VO en de verzekeraar van de architect is uiteindelijk een schikking getroffen. 2.13. Achterhoek VO heeft vervolgens de discussie met [eiseres] over het benodigde herstel van de gevel en haar aanspraken daarop heropend. Achterhoek VO heeft in dat kader besloten een deskundige onderzoek te laten doen naar de oorzaken van de lekkage van de gevel. 2.14. Uit dat onderzoek (uitgevoerd door TGM Technisch Gevelbouw Management B.V. te Doetinchem) van 17 januari 2014 is onder meer naar voren gekomen dat er sprake is van uitvoeringsfouten. 2.15. Bij brief van 23 januari 2014 heeft Achterhoek VO [eiseres] aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van de geconstateerde uitvoeringsfouten. Ook heeft zij [eiseres] bericht dat zij op korte termijn vervolg zal geven aan de reeds gestarte pro forma arbitrageprocedure, in het kader waarvan zij vooruitlopend daarop om een spoedplaatsopneming zou verzoeken. 2.16. Op 14 maart 2014 heeft de spoedplaatsopneming door de Raad van Arbitrage voor de Bouw plaatsgevonden, in het bijzijn van onder meer Achterhoek VO en [eiseres] en hun advocaten, waarvan procesverbaal is opgemaakt. 2.17. [eiseres] heeft Alkondor van de ontwikkelingen op de hoogte gesteld en heeft voorts kennis genomen van het feit dat Alkondor (Hengelo) is geliquideerd per 21 december 2012. 2.18. Bij brief van 5 februari 2014, en wederom bij brief van 12 februari 2014, heeft [eiseres] aan de Rabobank verzocht om uitbetaling van de bankgarantie. 2.19. De Rabobank weigert tot uitbetaling van de bankgarantie over te gaan. 3 Het geschil 3.1. [eiseres] vordert samengevat veroordeling van de Rabobank om een bedrag van 115.000,000 aan haar te betalen, op verbeurte van een dwangsom. 3.2. De Rabobank voert verweer. 3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4 De beoordeling 4.1. [eiseres] heeft, gelet op het karakter van de vordering, een spoedeisend belang bij haar eis.

pagina 4 van 6 4.2. De vraag die in dit geding dient te worden beantwoord is, of [eiseres] recht en belang heeft bij uitbetaling van de bankgarantie, anders gezegd of de bank gerechtigd is uitbetaling van de bankgarantie te weigeren. De vraag spitst zich daarop toe of al dan niet aan de in de bankgarantie omschreven voorwaarden is voldaan, dan wel of er al dan niet sprake is van een frauduleuze claim van [eiseres]. 4.3. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de drie partijen bij de bankgarantie, opdrachtgever/begunstigde ([eiseres]), opdrachtnemer (Alkondor) en de bank (Rabobank) er belang bij hebben dat de voorwaarden uit de bankgarantie strikt worden gehanteerd. Het is omwille van de rol van de bankgarantie als zekerheidsdocument in het handelsverkeer van belang dat er zo weinig mogelijk discussies ontstaan over de vraag of de bank gehouden is tot uitbetaling over te gaan of niet. 4.4. Het zogenoemde beginsel van strikte conformiteit vormt het uitgangspunt bij de beoordeling van de vraag of Rabobank al dan niet gehouden is tot uitbetaling van de bankgarantie over te gaan (zie HR 9 juni 1995, NJ 1995, 639). Een uitzondering op het beginsel is echter niet uitgesloten en kan zich op grond van de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid onder meer voordoen in het geval sprake is van bedrog of willekeur aan de zijde van de opdrachtgever (zie HR 26 maart 2004, NJ 2004, 309). 4.5. De tekst van de bankgarantie luidt voor zover hier van belang : ( ) overeenkomsten zijn gesloten ter zake van de oplevering aluminium kozijnen en vliesgevels ten behoeve van het project Metzo collega te Doetinchem. dat de opdrachtgever tot meerdere zekerheid voor de stipte nakoming door de opdrachtnemer van zijn verplichtingen uit bovengenoemde overeenkomsten, een bankgarantie verlangt: verklaart zich onherroepelijk garant te stellen tegenover de opdrachtgever voor de stipte nakoming door de opdrachtnemer van zijn verplichtingen uit bovengenoemde hoofde, verbindende de ondergetekende zich op eerste schriftelijk verzoek van de opdrachtgever aan deze te zullen voldoen al hetgeen hij ingevolge enige bepalingen van bovengenoemde aannemingsovereenkomsten van de opdrachtnemer verklaart de vorderen te hebben zich door deze tot een maximum bedrag van 115.000,00 zegge: tweehonderd negenenvijftig duizend eenhonderd tweeëntwintig euro, zulks zonder voorafgaande ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst. Deze garantie eindigt zodra door de opdrachtgever schriftelijk aan de opdrachtnemer is medegedeeld, dat de opdrachtnemer aan haar verplichtingen heeft voldaan. ( ). 4.6. [eiseres] wenst uitbetaling van de bankgarantie. In haar visie is aan de voorwaarden van de bankgarantie voldaan. Zij heeft de Rabobank verzocht tot uitbetaling over te gaan en dat bij herhaald verzoek als volgt gemotiveerd: ( ) Ter zake de aannemingsovereenkomsten gesloten tussen Alkondor B.V. (opdrachtnemer) en [naam] (opdrachtgever) voor wat betreft de aluminium kozijnen en vliesgevels ten behoeve van het project Metzo College te Doetinchem verklaart [naam] hierbij dat zij van opdrachtnemer in ieder geval het bedrag van 115.000, excl. btw van Alkondor B.V. te vorderen heeft. ( ). 4.7. De Rabobank weigert tot uitbetaling van de bankgarantie over te gaan, in de eerste plaats op grond dat het werk dat voortvloeit uit de aannemingsovereenkomsten, waarnaar in de bankgarantie wordt verwezen, al in 2006 is opgeleverd en de laatste termijnfactuur van Alkondor door [eiseres] is voldaan. In de tweede plaats weigert de Rabobank betaling op grond dat er geen vordering is van [eiseres] op Alkondor. Er is derhalve sprake van een frauduleuze claim, aldus de Rabobank. De garantie is gesteld voor het geval [eiseres] alsnog aansprakelijk is jegens haar opdrachtgever (Achterhoek VO) voor schade aan de reeds (op)geleverde kozijnen en vliesgevels. Daarvan is (nog) geen sprake. 4.8. De voorzieningenrechter is van oordeel dat, gelet op hetgeen hij hiervoor onder 4.6. en 4.7. heeft overwogen, aan de voorwaarden van de bankgarantie is voldaan.

pagina 5 van 6 De Rabobank dient, gelet daarop, het geclaimde bedrag aan [eiseres] uit te betalen. Daaraan kan niet afdoen de stelling van de Rabobank dat het werk al in 2006 is opgeleverd en dat [eiseres] het laatste termijnbedrag heeft voldaan (waardoor van (nakoming van) een verplichting uit hoofde van de in de bankgarantie genoemde aannemingsovereenkomsten in de visie van de Rabobank geen sprake meer kan zijn). De Rabobank is niet betrokken bij de onderliggende verhouding tussen [eiseres] en Alkondor en is in beginsel verplicht noch bevoegd om onderzoek te doen naar de materiële gegrondheid van de claim. Het voeren van die discussie is voorbehouden aan [eiseres] en Alkondor als contractspartijen van de aannemingsovereenkomst(en). 4.9. De combinatie van enerzijds de oplevering van het werk in 2006 en de betaling van het laatste termijnbedrag aan Alkondor en anderzijds de liquidatie van Alkondor, vormt naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorts geen omstandigheid die maakt dat de Rabobank nader onderzoek moest c.q. had moeten doen of aan de materiële voorwaarden van het betalingsverzoek was voldaan, zoals de Rabobank stelt. Uit die combinatie vloeit naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet reeds voort dat (direct zonneklaar is dat) sprake is van een frauduleuze claim, zoals de Rabobank stelt. De Rabobank had uitbetaling van de bankgarantie op die grond dan ook niet achterwege mogen laten. (Nadere) uitleg van de bankgarantie was dan ook niet geboden. 4.10. Dat de omvang van de schade aan de zijde van [eiseres] nog niet vast staat en dat derhalve nog niet duidelijk is of [eiseres] daadwerkelijk een vordering heeft op Alkondor, zoals de Rabobank stelt, maakt het voorgaande niet anders en kan evenmin leiden tot een gegronde weigering tot uitbetaling van de bankgarantie over te gaan, al was het maar omdat voorshands aannemelijk is dat die schade naar verwachting een veelvoud zal kunnen zijn van het bedrag van de bankgarantie. 4.11. Ook de stelling van de Rabobank dat Alkondor jegens de Rabobank zou hebben verklaard dat sprake is van verjaring, doet niet ter zake. Een beoordeling van een mogelijk beroep op verjaring hoort thuis in de rechtsverhouding [eiseres]alkondor. 4.12. De voorzieningenrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de Rabobank zich er niet met vrucht op kan beroepen dat zij niet gehouden is tot uitbetaling van de bankgarantie over te gaan. De Rabobank dient dus te betalen, zodat de vordering van [eiseres] zal worden toegewezen. 4.13. De aanvankelijk gevorderde dwangsom zal, gelet op hetgeen de raadsman van [eiseres] daarover ter zitting heeft verklaard, als ingetrokken worden beschouwd. 4.14. De Rabobank zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op: griffierecht 3.829,00 salaris advocaat 816,00 Totaal 4.645,00. 5 De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. veroordeelt de Rabobank om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres] te betalen een bedrag van 115.000,00 (honderdvijftienduizend euro), 5.2. veroordeelt de Rabobank in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op 4.645,00, 5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. Hangelbroek en in het openbaar uitgesproken op

pagina 6 van 6 18 april 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.