Les 7 voor 12 augustus 2017
Hoe verhouden de wet en het geloof zich tot elkaar? Wat is hun rol in het verlossingsplan? Wat betekent onder de wet zijn? Is de wet ongeldig nadat we Christus door het geloof hebben aanvaard? De wet en de belofte. Galaten 3:21. Gevangen en onder de wet bewaakt. Galaten 3: 22-23. De wet als onze leermeester. Galaten 3:24. De wet en de gelovige. Galaten 3:25.
Is dan de wet in strijd met de beloften van God? Volstrekt niet! Want als er een wet gegeven was die in staat was levend te maken, dan zou de gerechtigheid werkelijk uit de wet zijn. (Galaten 3:21) Paulus verdedigde de superioriteit van de belofte (dat is Christus door geloof te aanvaarden) boven de wet; hij zei niet dat de wet niet meer nodig was. Geloof en wet hebben verschillende rollen in het verlossingsplan. De Farizeeën dachten dat de wet leven zou kunnen brengen omdat er geschreven stond: De mens die ze houdt, zal erdoor leven" (Leviticus 18:5). Maar de wet kan geen geestelijk leven brengen, omdat alleen God dat door Christus kan doen. Daarom legde Paulus de rol van de wet in ons leven uit.
Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de gelovigen gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus. Voordat het geloof echter kwam, werden wij door de wet bewaakt, als gevangenen opgesloten, totdat het geloof geopenbaard zou worden. (Galaten 3: 22-23) Paulus zei dat de Joden "onder de wet" waren voordat Jezus kwam. Die uitdrukking kan op twee verschillende manieren worden begrepen: Onder de wet zijn als: een alternatief voor verlossing (Galaten 4:21). Onder de wet zijn als: door de wet te zijn veroordeeld vanwege onze zonden (Galaten 3:10; Romeinen 6: 14-15). De wet is als een gevangenbewaarder die iedereen, die ooit de wet heeft overtreden, gevangen zet en vanwege zijn of haar zonden tot de dood veroordeeld wordt.
GEVANGEN EN ONDER DE WET BEWAAKT Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de gelovigen gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus. Voordat het geloof echter kwam, werden wij door de wet bewaakt, als gevangenen opgesloten, totdat het geloof geopenbaard zou worden. (Galaten 3: 22-23) We kunnen een positieve betekenis vinden van de woorden "bewaakt worden" en "opgesloten zijn. BEWAAKT WORDEN: Beschermd of bewaard zijn (Filippenzen 4: 7; 1 Petrus 1: 5) OPGESLOTEN ZIJN: Bijeen zijn gebracht, veilig gesteld zijn (Lukas 5: 6; Romeinen 11:32) De wet was geen vloek maar een zegen. Het verwees naar zonde en het introduceerde Christus als de weg naar redding (door offers). Het beschermde ook Israël tegen de ondeugden die andere mensen tot lichamelijke en morele vernietiging hebben geleid.
Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden. (Galaten 3:24) De leermeester was verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen tot ze groot waren. Die opvoeding dekte alle aspecten van het leven en omvatte berispingen en straffen als de kinderen ongehoorzaam waren. Waarom is de wet onze leermeester geweest? De wet werd gegeven om te wijzen op de behoefte aan verlossing van de zondaar.
Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een leermeester. (Galaten 3:25) Christus maakt ons vrij van de veroordeling van de wet en schrijft zijn wet in onze harten (Hebreeën 8:10). Wat betekent dat? Wij zijn vergeven, we zijn niet meer onder de veroordeling van de wet maar onder de genade (Romeinen 6:14). De wet is nu in onze harten geschreven en we laten het zien wanneer we het karakter van Jezus in ons leven laten zien, omdat de wet een afschrift is van Zijn karakter (zie Mattheüs 5-7). Hoe werken we samen wanneer God Zijn wetten in ons hart schrijft?
Er moet niet zozeer naar de Wet van de Tien Geboden worden gekeken vanuit de kant van verbod, maar meer vanuit de kant van genade. Haar verboden zijn de zekere garantie voor vreugde in gehoorzaamheid. Als zijnde in Christus ontvangen, bewerkstelligt het in ons de reinheid van karakter die ons blijdschap zal voortbrengen door de eeuwen heen. Voor de gehoorzame is het een beschermmuur. Wij zien daarin de goedheid van God, die door de onveranderlijke beginselen van gerechtigheid aan de mensen te openbaren, hen probeert te beschermen tegen het kwaad dat het gevolg is van overtreding." E.G. White (Selected Messages, deel. 1, hoofdstuk 31 De Morele Wet, blz. 235 Christus en Zijn Leerstellingen, De Wet in Galaten, In het bijzonder de Morele Wet ). De laatste zin is toegevoegd.