ten hoogste Afl ,-" vervangen door: of geldboete van de vierde categorie; ingevoegd, luidende:

Vergelijkbare documenten
2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 11 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 75 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

==================================================================== Artikel 1

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================

(T/ ../"0"..diA4AVAI STATEN VAN ARUBA. 04-tAA.J5-ct, Volg / /1 B-14 ()AA) C. D,,01 - o Li- 4.0

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

==================================================================== Artikel 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

pn,~ ~ Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2013 no. 65 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

motorrijtuigcategorie: categorie van motorrijtuigen vastgesteld op grond van artikel 118 van de Wegenverkeerswet 1994.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr...;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2012 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 27 december 2012 houdende regels inzake het houden van honden (Hondenverordening)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vindplaats : AB 2000 no. 28 (Inwtr. AB 2001 no. 106) ==================================================================== Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2018 no. 81 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van vul in datum advies RvS, no. vul in nummer advies RvS);

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 *************************

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2013 no. 96 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

A 2012 N 19 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

==================================================================== Artikel 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

************************* AB 1989 no. GT 31 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 21 oktober 2013 *************************

*PDOC01/85346* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ;

Transcriptie:

%Ct7L- 013-4 1.9 Landsverordening houdende bepalingen in verband met de invoering van een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba, alsmede tot aanpassing van diverse landsverordeningen met het oog op de modernisering, het aanbrengen van correcties en het herstel van omissies (invoering Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 2012 no. 24) en reparatie bijzondere wetgeving) NOTA VAN WIJZIGING MAO. Het ontwerp wordt gewijzigd als volgt: A. artikel IX worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. onderdeel B, onder ten 1, komt te luiden: 1. in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a. in de aanhef wordt de zinsnede "of een geldboete van ten hoogste Afl. 25.000,-" vervangen door: of geldboete van de vierde categorie; b. onder verlettering van onderdelen d tot en met g tot d tot en met i worden na onderdeel a twee nieuw onderdelen ingevoegd, luidende: b. het binnen de gestelde termijn aanvragen van aangifte als bedoeld in artikel 7, vierde lid, en dat niet binnen de gestelde termijn heeft gedaan; c. het binnen de gestelde termijn aanvragen van aangifte als bedoeld in artikel 8, derde lid, en dat niet binnen de gestelde termijn heeft gedaan; 2. onderdeel C komt te luiden:

C. in artikel 70 vervalt de aanduiding "7, vierde lid" en wordt de zinsnede "een geldboete van ten hoogste Afl. 10.000,-" vervangen door: geldboete van de derde categorie; B. in artikel XXV komt onderdeel A to luiden als volgt: A. in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in de eerste volzin wordt de zinsnede "met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van ten hoogste tienduizend florin" vervangen door: met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie; 2. in de tweede volzin wordt de zinsnede "wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van ten hoogste vijfentwintigduizend forme vervangen door: wordt gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie; C. artikel LXII wordt de punt na onderdeel B vervangen door een puntkomma en wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende: C. in artikel 10 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. in het eerste en tweede lid wordt telkens de zinsnede "de bij zich bevindende voorwerpen" vervangen door: de zich bij deze personen bevindende voorwerpen; 2. in het derde lid, eerste en derde volzin, wordt na het woord "kleding" telkens een komma ingevoegd, gevolgd telkens door de zinsnede "alsmede de zich bij deze personen bevindende voorwerpen,"; 2

D. in artikel LXXVIII komt onderdeel A te luiden: A. in artikel 22, eerste lid, wordt de zinsnede "van ten hoogste honderdduizend florin" vervangen door: van de vijfde categorie. E. artikel LXIX komt te luiden: Artikel LXIX Artikel 40 van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. 18) komt te luiden: Artikel 40 1. Overtreding van artikel 4, eerste lid, wordt gestraft met: a. gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood; b. gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht. 2. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt overtreding van artikel 4, eerste lid, gestraft met: a. gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood; b. gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht. 3. Indien de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 5, eerste of tweede lid, dan wel na het feit 3

niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 24 of artikel 26, eerste lid, of indien het feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat hij een krachtens deze landsverordening vastgestelde maximumsnelheid in ernstige mate heeft overschreden, dan wel zeer dicht achter een ander voertuig is gaan rijden, geen voorrang heeft verleend of gevaarlijk heeft ingehaald kunnen de in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraffen met de helft worden verhoogd of geldboete van de naasthogere categorie worden opgelegd. 4. Hij die handelt in strijd met een verbod als bedoeld in de artikelen 3, 4, tweede of derde lid, 5, 6, 7 en 10, eerste of tweede lid, en 17, eerste of tweede lid, of een gebod als bedoeld in de artikelen 26, tweede lid, en 27, eerste, derde of vierde lid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie. 5. Hij die handelt in strijd met een verbod als bedoeld in de artikelen 2, 4, vierde lid, 16, eerste en tweede lid, 18, of een gebod als bedoeld in de artikelen 20, tweede lid, 21, 22, tweede en derde lid, 24, 28, eerste lid, en 43, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie. 6. Hij die handelt in strijd met voorschriften in de in deze landsverordening genoemde landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, voor zover die overtreding uitdrukkelijk als strafbaar feit is aangemerkt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie. 7. De in het eerste tot en met vierde lid strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als misdrijven; de feiten, strafbaar gesteld in het vijfde lid en krachtens het zesde lid, worden beschouwd als overtredingen. 4

F. in artikel CLVI wordt het punt na onderdeel H vervangen door een puntkomma en wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende: I. in artikel 1:68, eerste lid, komt onderdeel a te luiden als volgt: a. die geheel of ten dele ten eigen bate kunnen worden aangewend en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het stralbare feit zijn verkregen; G. na artikel CLIX wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel CLIXa Voor de toepassing van de artikelen 1:166, eerste lid, en 1:174, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt, tot op het moment van inwerkingtreding van de Landsverordening penitentiaire beginselen, een inrichting als bedoeld in voormelde artikelen aangewezen door de minister, belast met justitie. TOELICHTING In onderdeel A wordt een tweetal wijzigingen aangebracht in artikel IX, inhoudende de wijziging van de Algemene landsverordening belastingen (ALB). De wijziging onder ten 1 heeft betrekking op artikel 68, eerste lid, van de ALB. In onderdeel a wordt in de aanhef de geldboetecategorie ingevoerd, conform de in het algemeen deel van de toelichting in 8.1 vermelde uitgangpunten. Onderdeel b is nieuw en met de toevoeging van twee nieuwe onderdelen aan de opsomming in het eerste lid van artikel 68 wordt beoogd om de bedreigde straf voor de belastingplichtige die niet voldoet aan zijn plicht om binnen de voorgeschreven termijn aangifte te doen, gelijk te trekken. Momenteel is er een verschil in de bedreigde straf voor de belastingplichtige die artikel 6 overtreedt en de belastingplichtige die 5

artikel 7, vierde lid, overtreedt. De overtreding van artikel 6 is op grond van artikel 68 strafbaar, terwijl de overtreding van artikel 7, vierde lid, op grond van artikel 70 strafbaar is. In de praktijk is evenwel gebleken dat het nadeel dat aan het Land kan worden toegebracht, voor de overtreding van deze artikelen even groot kunnen zijn. De ondergetekenden achten het niet wenselijk om een verschil in de bedreigde straffen te behouden, terwijl de overtreding hiervan even grote nadeel aan het Land kan berokkenen. De nieuwe onderdelen b en c in artikel 68, eerste lid, voorzien in de rechtrekking daarvan. De onder 2 aangebrachte wijziging van artikel 70 van de ALB is noodzakelijk in verband met de wijziging onder 1. De verwijzing naar artikel 7, vierde lid, dient te vervallen. De invulling van de geldboetecategorie is conform de uitgangpunten opgenomen het algemeen deel van de toelichting in 8.1. Met de in onderdeel B aangebrachte wijziging wordt de bedreigde vrijheidsstraf verhoogd voor de in artikel 11, eerste lid, van de Vuurwapenverordening geregelde gedraging. Deze verhoging is wenselijk, aangezien recentelijk het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curacao, Sint Maarten en voor Bonaire, St. Eustatius en Saba bepaald heeft dat het bezit van vuurwapens (met name op de openbare weg) niet langer een feit betreft, waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De ondergetekenden zijn van oordeel dat het illegale bezit van vuurwapens moet worden ontmoedigd en daartoe de nodige stappen moeten worden ondernomen. Met de verhoging van de vrijheidsstraf wordt beoogd te bewerkstelligen dat dit strafbare feit onder de werking van artikel 101, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering komt te vallen. De geldboetecategorie is overeenkomstig de indeling van het nieuwe Wetboek van Strafrecht gekoppeld aan de bedreigde vrijheidsstraf. In onderdeel C wordt een omissie die in artikel 10 van de Landsverordening verdovende middelen is geslopen, hersteld. Deze 6

omissie heeft betrekking op de mogelijkheid van onderzoek van de voorwerpen dat een persoon bij zich heeft, in het geval dat deze persoon zich in een gebied bevindt dat aangewezen is als een gebied waarin preventief gefouilleerd kan worden. In de praktijk loopt de politie op tegen het feit dat zij de betrokkene wel aan de kleding kan fouilleren, maar niet in een tas dat de betrokken bij zich heeft kan controleren op het bezit van verdovende middelen. Een verzoek van een politieambtenaar om in een tas die de betrokken bij zich heeft te kij ken, wordt in de meeste gevallen geweigerd. Hierdoor worden de politieambtenaren in hun taakuitoefening gehinderd en kan het doel waarvoor deze bevoegdheid in het Leven is geroepen, niet voldoende worden nagestreefd. In onderdeel D wordt een onderdeel A van artikel LXXVIII herschreven. Reden hiervoor is allereerst om een verbetering aan te brengen in de voormelde wijziging. Het geldboetebedrag is Afl. 100.000,- en niet Afl. 3.000,-. Daarnaast wordt de geldboetecategorie ingevoegd, afwijkend van de systematiek van het nieuwe Wetboek van Strafrecht. Reden hiervoor is dat de koppeling geacht wordt mogelijk onvoldoende afschrikwekkende effect te hebben op de veelal kapitaalkrachtige luchtvaartmaatschappij en. Ter voldoening aan de internationale verdragen terzake is een effectieve strafbedreiging noodzakelijk. In onderdeel E wordt artikel 40 van de Landsverordening wegverkeer geherformuleerd. Feitelijk worden drie wijzigingen aangebracht in dat artikel. Het eerste lid van artikel 40 is geherformuleerd, maar inhoudelijk niet gewij zigd. Nieuw is het tweede lid van artikel 40 van de Landsverordening wegverkeer, waarin een aparte strafbaarstelling ingevoerd wordt voor dood alsook lichamelijk letstel door roekeloosheid. Dit is in overeenstemming met de strafbaarstelling in de artikelen 2:282 en 2:283 van het nieuwe Wetboek van Strafrecht. Met de toevoeging van deze strafbaarstelling wordt de systematiek van deze twee artikelen ook voor 7

de overtreding van artikel 4, eerste lid, van de Landsverordening wegverkeer van toepassing. Hierdoor wordt het mogelijk dat in geval van roekeloosheid, ten gevolge waarvan een dode in het verkeer valt, ook de ontzegging van de rijbevoegdheid kan worden toegepast. Dit zou anders zijn als deze wijziging achterwege zou blijven, waardoor de algemene regel vastgelegd in de voormelde artikelen van het nieuwe Wetboek van Strafrecht van toepassing zouden zijn. In dit kader zij nog vermeld dat met de toevoeging van dit artikellid de zwaarste vorm van het culpose delict - dat is waarbij de schuld bestaat in roekeloosheid - van een afzonderlijk strafmaximum wordt voorzien. Daarmee wordt beoogd een adequate bestraffing mogelijk to maken in de gevallen waarin sprake is van zeer onvoorzichtig gedrag waarbij welbewust en met ernstige gevolgen onaanvaardbare risico's worden genomen. In het nieuwe zevende lid wordt de kwalificatie van de feiten in verband met de toevoeging van een nieuw tweede lid aangepast. In onderdeel F wordt een nieuw onderdeel in artikel CLVI toegevoegd. Dit onderdeel heeft betrekking op de bijkomende straf van verbeurdverklaring van aan de veroordeelde behorende voorwerpen. Toegevoegd aan onderdeel a van artikel 1:68 zijn de woorden "die geheel of ten dele ten eigen bate kunnen worden aangewend". Met de nieuwe formulering van onderdeel a kunnen thans categorieen van voorwerpen aangeduid worden, die kunnen worden aangemerkt als opbrengst van een strafbaar feit. Zo kunnen ook voorwerpen die niet rechtstreeks afkomstig zijn van het strafbare feit waarvoor een veroordeling is uitgesproken, maar die uit de baten daarvan zijn verkregen, worden verbeurdverklaard. Ook voorwerpen die met de opbrengst van dit strafbare feit zijn aangeschaft komen zo voor verbeurdverklaring in aanmerking. In het wetgevingsoverleg gaf minister Donner als definitie: "De formulering van roekeloosheid is: de bewustheid van een onaanvaardbare groot risico zonder dat je zegt dat de gevolgen gewild zijn of als het ware vervuld zijn." (Kmst II 2003-2004, 28484, nr. 34). 8

In onderdeel G wordt een nieuw artikel toegevoegd, artikel CLIXa. Daarin is een overgangsregeling opgenomen ten aanzien van de artikelen 1:166, eerste lid, en 1:174, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht (AB 2012 no. 24). Daarmee wordt beoogd te bewerkstelligen dat voor de in die artikelen opgenomen verwijzing naar de Landsverordening penitentiaire beginselen, voor zolang deze nog niet in werking is getreden, niet een verhindering zou vormen om toepassing te geven aan de in die artikelen opgenomen voorschriften. Dit betekent dan ook dat de minister, belast met justitie, de inrichting zal kunnen aanwijzen om de jeugddetentie en de oplegging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen kan worden ten uitvoer gelegd. Be minister van Algemene Zaken, Wetenschap, Innovatie en Duarzame Ontwikkeling, De minister van Econ mmunicatie, Energie en Milieu, De minister van Ruimte ijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, De minister van Toerisme, Transpo 7 Or A k el ector en Cultuur, De minister va 0 nderwij s en Gezin, De minister van Volksgezon I. Ouder- - ie.-len Sport, 9

De mini -r van Fina ien en Qverheidsorganisatie, De min e van Sociale Zaken, Jeugd en Arbeid, niste van Justitie, 10