Toelichting en instructies bij de Modelmarktverordening VNG 2013

Vergelijkbare documenten
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

c. standplaats: de ruimte die voor de duur van een markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Marktverordening 2016

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2013, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Marktverordening 2013

e. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van

Artikel 2, Toepassingsgebied Deze verordening is van toepassing op alle door Burgemeester en wethouders ingestelde algemene warenmarkten.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

c. en de afmetingen van de standplaatsen; voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Leerdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

MARKTVERORDENING GEMEENTE DORDRECHT

RAADSBESLUIT. Datum en nummer 11 december 2014, nummer. De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van 4 november 2014,

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

Marktverordening Gooise Meren 2017

Marktverordening gemeente Heerhugowaard Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Marktverordening Westvoorne 2012

Gelet op artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007, nummer 104; b e s l u i t :

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Bedum 2006

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Collegevergadering : 28 april 2015 Agendapunt : 13. Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : J.E. Lubben Telefoon :

Marktverordening Leeuwarderadeel 2006 Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

VERORDENING. Archiefexemplaar. Marktverordening weekmarkt Aalten 2016

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

Artikel 1. Toepassingsgebied Deze verordening is van toepassing op de door burgemeester en wethouders ingestelde weekmarkt in Aalten.

Gezien het voorstel inzake de vaststelling van de Marktverordening (Gem. blad Afd. A 2004, no. 116);

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Haren 2012

Van: C.M. van Dam Tel nr: 8661 Nummer: 16A.01014

Algemene bepalingen marktverordening lelystad 2015 gemeente

Artikel 3 Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Losser 2003

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 maart 2007;

Inrichtingsplan weekmarkt 2017

Artikel 3. Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

ONTWERP. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2005, bijlage nr.: ;

gelezen het voorstel van het college van 14 februari 2006, nummer 104; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

Vaststellen Verordening op de Weekmarkt in Waterland. Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van 4 november 2010, volgnr ; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit Marktverordening Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2008

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007; STZ 07/24389; raadsstuk ;

Verordening op de warenmarkt(en) gemeente Grootegast 2010

Marktverordening gemeente Terneuzen 2011

1.0 INLEIDENDE BEPALINGEN

In behandeling genomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

MARKTREGLEMENT 2012 BEHORENDE BIJ MARKTVERORDENING GEMEENTE HELLENDOORN 2012

Marktverordening Papendrecht 2000

Inrichtingsplan voor de donderdag- en zaterdagmarkt te Zaandam

1. De Marktverordening 2014 gemeente s-hertogenbosch als volgt vast te stellen:

17bb5622. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017

ALGEMENE TOELICHTING MARKTREGLEMENT

Marktverordening Oosterhout 2003

Marktverordening 2014 gemeente s-hertogenbosch

De belangrijkste wijzigingen zijn het afschaffen van de wacht- en de anciënniteitlijst.

Vergadering d.d. : 22 november Agendapunt : 6.2. Registratienummer : Onderwerp : Marktverordening 2011

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening Den Haag december Officiële uitgave van gemeente 's-gravenhage.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 4

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

Marktverordening gemeente Valkenswaard 2007

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Marktverordening Gulpen-Wittem 2007

1. De Marktverordening 2004 in te trekken. 2. De Marktverordening 2007 vast te stellen, conform bijgevoegd voorstel. Voorstel aan de Raad

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Dordrecht 2004

CVDR. Nr. CVDR279340_1. Marktverordening 2013 gemeente Amstelveen HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Zundertse Regelgeving

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT; overwegende

Nadere regels op grond van artikel 4 Marktverordening Nijmegen 2007

Jaar: 2006 Nummer: 76 Besluit: Gemeenteraad 7 november 2006 Gemeenteblad. MARKTVERORDENING 2006 Raadsbesluit 7 november 2006, bijlage 132

BESLUIT: vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Middelburg.

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Heumen 2010, de Algemene wet bestuursrecht;

Inrichtingsplan woensdagmarkt Centrum

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

Rechtsmiddelen Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.

Marktverordening gemeente Castricum 2005

MARKTVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK

Reglement weekmarkt. Reglement weekmarkt. Paragraaf 1 De markt in de kern Hardinxveld-Giessendam

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2011, nummer 146; b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2017, raadsstuk 17bb8677;

CVDR. Nr. CVDR401827_1. Marktverordening Leiden Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Hilversum 2011, de Algemene wet bestuursrecht;

Gemeente Den Haag VASTSTELLING MARKTREGLEMENT DEN HAAG 2013 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

CVDR. Nr. CVDR56243_1. Verordening op de markt

De verordening treedt in werking op de dag na deze bekendmaking. nadere informatie bij team Ruimtelijke Ontwikkeling, tel

Bijlagen: 1. Marktverordening

Inrichtingsplan en nadere regels voor de weekmarkt in Aalten 2016

TOELICHTING OP DE MARKTVERORDENING GEMEENTE HARDINXVELD- GIESSENDAM

MARKTVERORDENING SITTARD-GELEEN 2011

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp. Besluiten:

Bundel van de BOB Besluitvormend van 16 december 2014

Toelichting op de Marktverordening gemeente Hillegom 2008

Toelichting Marktreglement 2008 ALGEMENE TOELICHTING

Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg, gelet op artikel 2 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2019,

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011, met kenmerk AP 020; raadsstuk l;

Transcriptie:

Dit document behelst de toelichting van de CVAH op de VNG modelmarktverordening. Het betreft de zienswijze die de CVAH heeft ontwikkeld naar aanleiding van de modelmarktverordening van de VNG uit 2013. In dit document heeft de CVAH haar standpunt omtrent diverse punten van de VNG aangepast conform de congresbesluiten van de CVAH. Voor het originele modelmarktverordening van de VNG, kunt u deze link gebruiken: http://www.vng.nl/files/vng/brieven/2013/20130725_ledenbrief_modelmarktverordening-2013.pdf Wij adviseren u echter wel, namens de leden van de CVAH, om de zienswijze van de CVAH hierin mee te nemen. Toelichting en instructies bij de Modelmarktverordening VNG 2013 In 2013 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten een nieuwe modelmarktverordening opgesteld. Bij de voorbereiding was de CVAH betrokken, net als het HBD en een aantal gemeentes. Uit de discussie is een model gekomen waarin gemeentes kunnen kiezen in welke mate zij willen dereguleren of juist vast willen houden aan de oude bepalingen. Alle beleidsuitgangspunten van de CVAH zijn inpasbaar in de nieuwe Verordening. Voor een aantal er van zult u gebruik moeten maken van de keuzemogelijkheden die de Verordening biedt. Deze toelichting is daarbij een hulpmiddel. Deze toelichting wil een instructie geven hoe de beleidsuitgangspunten van de verenging kunnen worden verwerkt. Artikel 1 In deze bepaling wordt aangegeven dat de Verordening geldt voor de markten in de gemeente. Desgewenst kan hier nog ingevuld worden dat hij niet geldt voor andere evenementen die door de gemeente worden georganiseerd, bijvoorbeeld een jaarmarkt. Artikel 2 Bij de VNG-modelverordening uit 2008 bestond er naast de Verordening ook nog een Marktreglement, waarin het College van Burgemeester en Wethouders praktische invulling gaf aan de in de Marktverordening gestelde regels. Het Marktreglement is in deze samenstelling echter vervallen. In de plaats daarvan is het zogenaamde inrichtingsplan gekomen, dat in dit artikel wordt geregeld. Voor iedere markt wordt in een inrichtingsplan vastgelegd waar en wanneer de markt plaatsvindt, of op de markt een ancienniteitsstelsel geldt, op welke wijze er vergunningen voor de markt worden verstrekt en of er een zogenaamde bedienvergunning geldt voor de ondernemer die de ondernemers van koffie en thee voorziet. Van het inrichtingsbesluit maakt een kaart deel uit. In het tweede artikellid wordt geregeld wat er allemaal van de kaart moet zijn af te lezen: de grenzen, de plaatsen, eventuele branche-gerelateerde plaatsen, voor zover van toepassing plaatsen die apart zijn bestemd voor dagplaatsvergunningen of standwerkvergunningen. Als de gemeente er voor kiest om plaatsen die niet op tijd zijn ingenomen, uit te geven als dagplaatsen, dan moet dat ook in het inrichtingsplan zijn opgenomen. Het inrichtingsplan moet op de markt beschikbaar zijn. Artikel 3

Artikel 3 bepaalt dat de vergunninghouder een vergunning moet hebben om op de markt actief te mogen zijn en onder welke voorwaarde een vergunning kan worden verleend. Als de gemeente het systeem van de bedienvergunning invoert, dan moet het vijfde artikellid worden opgenomen in de verordening. In het zevende artikellid is nog de keuze beschikbaar of de vergunninghouder twee vergunningen mag hebben in de betreffende gemeente, of zelfs op de zelfde markt. Als daar beperkingen op gesteld worden, moeten die keuzemogelijkheden worden verwerkt in de tekst. Artikel 4 Het inrichtingsplan is een dermate belangrijke bevoegdheid dat het College van Burgemeester en Wethouders die zelf zal moeten uitvoeren. De bevoegdheid kan niet worden overgedragen aan een ambtenaar. De bevoegdheid tot het verlenen van een standplaats- of bedienvergunning kan wel worden gemandateerd, maar niet aan de marktmeester of een toezichthouder op de markt. De vrees is namelijk dat zij onder druk komen te staan van de op de markt actieve ondernemers. Artikel 5 In artikel 5 is het ancienniteitsstelsel opgenomen. De gemeente moet kiezen of het het ancienniteitsstelsel wenselijk acht. Die keuze wordt gemaakt in het inrichtingsplan (artikel 2, lid 1 onder c). Het beleidsuitgangspunt van de CVAH is dat de ancienniteit in de meeste gevallen een billijk middel is voor plaatsverbetering, maar het betreft nadrukkelijk maatwerk ter plekke. De keuze is nu aan de gemeente of het het stelsel wil toepassen of niet. Als er op geen enkele markt in de gemeente een ancienniteit wordt toegepast, dan kan het gehele artikel ook verdwijnen. Keuze tussen artikel 6, 7 en 8 Hier MOET worden gekozen. Deze drie artikelen zijn de mogelijkheden om tot toewijzing van een nieuwe vaste standplaatsvergunning te komen. Om tot een sluitend systeem te komen, heeft het gemeentebestuur de keuze tussen een wachtlijst (artikel 6), het selectiesysteem (artikel 7) of loting (artikel 8). Beleidsuitgangspunt van de CVAH is om te komen tot handhaving en waar mogelijk verbetering van het kwaliteitsniveau op de markten. Uitgangspunt van de CVAH is daarbij net als in de modelverordening van de CVAH te kiezen voor de selectie van nieuwe vergunninghouders, omdat de gemeente (in samenspraak met de marktadviescommissie) daarbij invloed heeft welke vergunningvrager uiteindelijk de vergunning zal krijgen. Artikel 6: Wachtlijst Beleidsuitgangspunt van de CVAH is dat wachtlijsten worden afgeschaft. Wij raden u dus aan om niet te kiezen voor toepassing van dit artikel. Als het gemeentebestuur toch kiest voor het invoeren van een wachtlijst, dan is er in dat artikel nog een tweetal keuzeopties: in het vijfde artikellid kan er voor worden gekozen om een vergunningvrager van de wachtlijst af te voeren als hij een bepaald aantal keren heeft afgezien van een aan hem toegewezen vaste standplaatsvergunning. Daarmee wordt de wachtlijst opgefrist, slapende vergunningvragers worden op een gegeven moment afgevoerd. In het zesde artikellid moet de gemeente aangeven binnen welke termijn de hoogstgeplaatste op de wachtlijst daadwerkelijk zijn verzoek om vergunningverlening moet indienen bij het gemeentebestuur. Dat geeft duidelijkheid aan iedereen en voorkomt mogelijk stroperigheid.

Artikel 7: selectiestelstel Zoals in de toelichting op de keuze tussen artikel 6, 7 en 8 al aangegeven is: beleidsuitgangspunt van de CVAH is te kiezen voor het selectiestelsel. Dat geeft de beste keuzemogelijkheden om de markt op een kwalitatief hoogstaand peil te houden. In het vierde artikellid zijn de selectiecriteria opgenomen om tot toewijzing van een vergunning te komen. Als gemeentebestuur kan daarin nog gekozen worden. Ook andere criteria kunnen worden opgenomen. Ook de puntenaantallen voor de aspecten kunnen worden veranderd, zolang dat van te voren maar een duidelijke uitkomst heeft. Het vijfde artikellid betreft een keuze: Burgemeester en Wethouders kunnen zelf de selectie doen, maar kunnen ook een commissie benoemen die hen adviseert. Dat laatste heeft wel onze voorkeur, waarbij het ook wenselijk is dat de marktondernemers in deze commissie zijn vertegenwoordigd. Artikel 8: Loting Artikel 8 kent een loting voor de toewijzing van vaste standplaatsvergunningen. Het criterium is volstrekt objectief, maar een sturingsmiddel op kwaliteit ontbreekt. Zoals aangegeven: De CVAH heeft een voorkeur voor het selectiemodel. Artikel 9: overschrijven vaste standplaatsvergunning Het oude artikel over de overdracht van een vaste standplaatsvergunning is uitgebreid. De huidige vergunninghouder kan zelf kiezen om niet langer gebruik te maken van zijn vergunning. Nieuw is ook dat bij onder curatelestelling de vergunning kan worden overgedragen aan de echtgenoot, de geregistreerde partner, de persoon met wie de vergunninghouder duurzaam samenwoont of zijn kind. In het tweede artikellid moet vervolgens worden gekozen. Overschrijving op dezelfde gronden kan ook plaatsvinden aan de medewerker of de mede-eigenaar, onder de voorwaarde dat een bepaalde periode is samengewerkt. Als er een selectiestelstel geldt, kan ook voor het alternatief worden gekozen. Dan wordt gekeken of de gegadigde op grond van de selectiecriteria in aanmerking komt. Het beleidsuitgangspunt van de CVAH is overdracht zonder voorafgaande voorwaarden, maar onder lokaal maatwerk. Er kan vervolgens ook in het zesde lid een keuze gemaakt worden: als de nieuwe vergunninghouder al een vaste standplaatsvergunning voor die markt heeft, wordt deze ingetrokken. Daarmee kan de gemeente desgewenst voorkomen dat er een vergunninghouder met meer dan een vergunning op de markt staat. Artikel 10 Dit artikel bevat de gronden waarop de vergunning kan worden ingetrokken. Het artikel kent een tweetal keuzeverplichtingen: in lid 2 onder c is een bepaling opgenomen dat er wordt ingetrokken als de vergunninghouder een bepaalde tijd geen gebruik heeft gemaakt van zijn vergunning. In het vierde lid is vervolgens bepaald hoe laat een vaste standplaatshouder aanwezig moet zijn. Als hij er dan niet is, dan is zijn vergunning uitsluitend voor die dag ingetrokken en kan er een dagplaatsvergunning worden verleend. Artikel 11: Persoonlijk aanwezig of niet? Artikel 11 kent in het model twee varianten. Het beleidsuitgangspunt van de CVAH is dat de vergunninghouder persoonlijk verantwoordelijk is voor het gebeuren op en rond zijn standplaats, maar dat hij niet persoonlijk aanwezig hoeft te zijn. De tweede variant past

daarom beter bij de beleidsuitgangspunten dan de eerste. In de tweede variant kan nog een percentage worden gekozen hoe vaak de vervanger de plaats van de vergunninghouder mag innemen. Dat is lokaal maatwerk: wat de CVAH betreft hoeft de vergunninghouder sowieso niet zelf aanwezig te zijn, maar dient hij uitsluitend zelf verantwoordelijk te zijn voor de gang van zaken op zijn standplaats. Artikel 12 In dit artikel worden de voorwaarden voor een dagplaatsvergunning en de toekenning er van geregeld. Het eerste keuzemiddel zit in lid 2: de gemeente kan invoeren dat er een maximum aantal dagplaatsvergunningen aan de vergunningvrager bepalen in een bepaalde periode, maar dat moet dan hier worden opgenomen. Verder is nieuw dat een dagplaats niet kan worden verleend als een vergunningvrager zich in de vier vorige marktdagen schuldig heeft gemaakt aan wangedrag, bedrog of een bepaling uit de marktverordening dan wel zijn marktgeld niet heeft betaald. In het vierde lid wordt vervolgens bepaald hoe de dagplaatsen worden verstrekt. Er kan worden gekozen tussen toewijzing op grond van de volgorde van aanvraag of loting. Er kan dan nog een bepaling worden opgenomen dat branchevreemde producten voorrang hebben boven artikelen die al wel op de markt verhandeld worden. Als CVAH zijn wij voorstander van een dergelijke bepaling, omdat een branchevreemd artikel een toevoeging is aan het aanbod op de markt. Artikel 13: standwerkvergunningen Ook bij dit artikel moet een keuze worden gemaakt. Er zijn drie methodes om een standwerkersvergunning voor een dag toe te kennen, die in de modelverordening allemaal als keuzemogeljkheid worden geboden. De eerste methode is dat dezelfde manier wordt gekozen als bij de dagplaatsvergunningen (uit artikel 12). Daarnaast kan er ook gekozen worden voor toewijzing via loting (alternatief lid 1A) of toewijzing op volgorde van de aanvraag (alternatief lid 1B). Daarnaast kan daarbij nog worden gekozen een bepaling op te nemen dat branchevreemde artikelen voorrang hebben boven artikelen die al op de markt verkocht worden. Artikel 14: Bedienvergunning In artikel 2 is al gesproken over de bedienvergunning. De bedienvergunning is de vergunning die het schenken van koffie, thee en bijvoorbeeld koeken en broodjes uitsluitend aan de daarvoor aangewezen ondernemer toestaat. In de praktijk is gebleken dat dat ook nog wel eens vanuit een horecagelegenheid gebeurt. Het is aan de gemeente om te kijken of men deze nieuwe regeldruk ook daadwerkelijk wil toepassen. Als CVAH vinden wij deze bepaling geen noodzakelijke bepaling. Artikel 15 Deze bepaling spreekt voor zich en kan zonder meer worden opgenomen. De vergunninghouder kan zich bij zijn werk ook laten bijstaan door werknemers of familieleden.. Artikel 16 De vergunninghouder is verplicht om zich te legitimeren, zodra de toezichthouder daarom vraagt.

Artikel 17 In dit artikel moet worden aangegeven vanaf welke tijd de marktondernemer op het marktterrein aanwezig moet zijn en wanneer hij uiterlijk zijn standplaats moet hebben ontruimd. Op grond van het tweede lid is ook bepaald dat hij tot de sluitingstijd van de markt zijn standplaats moet innemen. Artikel 18 De ondernemer is gehouden zijn standplaats schoon te houden en zijn afval mee te nemen. Artikel 19 De marktmeester en de door B&W verder nog aangewezen toezichthouders zijn belast met de uitvoering van de marktverordening en het inrichtingsbesluit. Artikel 20 Als een ondernemer zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog, dan wel een andere bepaling uit de marktverordening overtreedt, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de vergunninghouder onmiddellijk wordt verwijderd. Deze bepaling is nodig, om te voorkomen dat overlastgevende ondernemers van de markt kunnen worden verwijderd. In de praktijk zal hij heel terughoudend moeten worden toegepast, want voorkomen moet worden dat ondernemers zomaar worden verwijderd van de markt. Artikel 21 In deze bepaling zijn de maximumstraffen voor schending van de marktverordening opgenomen. Als CVAH zijn wij geen voorstander van het toepassen van een vrijheidsstraf wegens overtreding van de marktverordening. In de praktijk is dat gelukkig ook nog nooit gebeurd. Artikel 22 Dit artikel is een procesrechtelijk artikel. Uiteraard wordt eerst de oude marktverordening ingetrokken. Het tweede artikellid bevat overgangsrecht, maar daarvoor is wel van belang of de gemeente gekozen heeft voor een ancienniteitslijst (artikel 5) en een wachtlijst (artikel 6). Als daar niet voor is gekozen, dan kan er ook geen overgangsrechtelijke bescherming worden geboden. Het derde lid bepaalt dat een vergunning op grond van de oude verordening nu geldt als een marktvergunning op basis van de nieuwe. Als nog niet op een aanvraag is besloten, dan wordt nu op basis van de nieuwe verordening besloten. Het vijfde artikellid is nog een keuze: je kunt er nog voor kiezen om een jaar nawerking te geven aan de werking van de ancienniteits- en wachtlijst, ook als deze is afgeschaft. Artikel 23 De naamgeving van de nieuwe verordening spreekt voor zich.

Zeewolde, mei 2014/mb.