ECLI:NL:GHAMS:2015:3610 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4339 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4892 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:3576 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2063 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C03/1510 KA KG

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5409 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHAMS:2015:2851 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA5915 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 905/05

ECLI:NL:GHAMS:2014:4333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2015:1859

ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2015:4335 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9996 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:GHAMS:2015:1926 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:3536 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2014:1412

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:2322 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935

ECLI:NL:GHAMS:2017:3064 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2015:4078 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:300 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBLIM:2017:3542

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHSHE:2013:3466

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHAMS:2015:2719 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

zaak.nummer rechtbank Amsterdam : \ CV EXPL arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 december 2016

ECLI:NL:GHDHA:2014:3035

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ5210

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer


ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921

ECLI:NL:GHAMS:2014:3669 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR

ECLI:NL:GHDHA:2014:21

ECLI:NL:GHSHE:2017:2508

ECLI:NL:GHDHA:2013:4811

'141 SEP 201. de Rechtspraak. Gerechtshof Amsterdam. Afdeling civielrecht en belastingrecht. mr. L.C.J. Sprengers Postbus SC Utrecht

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2893

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBHAA:2009:BM7588

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:GHARN:2009:BJ1987

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235


ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:GHARL:2014:6765

ECLI:NL:GHAMS:2016:5064 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHAMS:2016:2310 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

Transcriptie:

ECLI:NL:GHAMS:2015:3610 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer 200.149.240/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Hoger beroep Arbeidsrecht. Uitleg cao. Part-time werkende piloot verzoekt ophoging van tewerkstellingspercentage. Werkgever wijst dat af op de grond dat geen vacatures openstaan maar stelt korte tijd daarna wel een aantal nieuwe gezagvoerders aan, maar boven sterkte en om eerste officieren te laten doorstromen. Werkgever handelt conform cao. Vindplaatsen Rechtspraak.nl AR-Updates.nl 2015-0874 AR 2015/1655 Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team I zaaknummer : 200.149.240/01 zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 593376 / CV EXPL 13-2343 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 1 september 2015 inzake [X], wonend te [woonplaats], Duitsland, appellante, advocaat: mr. E. van der Hoeden te Amsterdam,

tegen de commanditaire vennootschap [Y], gevestigd te [plaats], geïntimeerde, advocaat: mr. R.C.M. Andriessen te Amsterdam. 1 Het verloop van de procedure in hoger beroep Partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerde] genoemd. [appellante] is bij dagvaarding van 30 april 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, afdeling privaatrecht, sectie kanton, locatie Haarlem (hierna: de kantonrechter) van 20 februari 2014, onder bovenvermeld zaak-/ rolnummer gewezen tussen [appellante] als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde. Door partijen zijn de volgende stukken ingediend: - memorie van grieven (door [appellante] ); - memorie van antwoord (door [geïntimeerde] ). Partijen hebben de zaak op 25 februari 2015 door advocaten voornoemd doen bepleiten aan de hand van pleitnotities die daarbij zijn overgelegd. Hierna hebben partijen arrest gevraagd. [appellante] heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, haar (in eerste aanleg vermeerderde) vordering zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties. [geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep, met veroordeling van [appellante] in de kosten van het hoger beroep. 2 Feiten De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1 tot en met 17 een aantal feiten vermeld. De juistheid van deze feitenweergave is niet in geschil, zodat ook het hof van die, hierna te melden, feiten uitgaat.

1. [appellante], geboren [in] 1962, is [in] 1989 bij [geïntimeerde] in dienst getreden als verkeersvlieger in opleiding. Vanaf 26 februari 1990 heeft [appellante] de functie van first officer vervuld. Op 27 februari 1995 is [appellante] gepromoveerd tot gezagvoerder. 2. Op de arbeidsovereenkomst is de [naam cao] (hierna: de cao), gesloten tussen [geïntimeerde] en de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (hierna VNV), van toepassing. [appellante] is lid van de VNV. 3. In artikel 4.8 lid 5 van de cao is bepaald dat [geïntimeerde] jaarlijks in de periode van 1 april tot 1 november 4% aan vliegers van buitenaf in kan huren. 4. In artikel 5.3 van de cao is bepaald: Promotie, tewerkstelling op type, demotie, stationering en heraanstelling na ontslag ten gevolge van overtolligheid zullen plaatsvinden overeenkomstig de senioriteit van de werknemer, volgens regels vastgelegd in Bijlage 11, 13 en 18. 5. Artikel 2.1.3 van bijlage 18 (Regeling vliegers loopbaan) luidt: De benodigde aantallen vliegers in elke functie worden door de werkgever vastgesteld. De hieruit voortvloeiende vacatures worden vervuld met inachtneming van deze regeling (...). 6. In bijlage 26 van de cao is bepaald dat aanpassing van de arbeidsduur naar een voltijd tewerkstellingspercentage, dan wel een hoger tewerkstellingspercentage mogelijk is, mits er sprake is van vacature in de betreffende functiegroep. 7. Bij invoering van de pensioenregeling voor [geïntimeerde] -vliegers zijn [geïntimeerde] en de VNV (hierna: de sociale partners) een afbouwregeling overeengekomen in de vorm van een prepensioen voor vliegers die de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt. 8. Op 1 september 1995 hebben de sociale partners in het Protocol CAO Cockpitpersoneel 1995 (hierna: het Protocol 1995) afspraken vastgelegd over (onder andere) werken in deeltijd. Artikel 2.e van het Protocol 1995 luidt, voor zover van belang, als volgt: Een vlieger die gekozen heeft voor werken in deeltijd kan eenmalig terugkeren naar een voltijdcontract (...) mits er een vacature is. Dit geldt, in afwachting van de discussie ter zake vermeld onder punt g. van dit artikel, niet voor aanvang van de afbouwregeling (...). 9. [appellante] is per 1 juni 1996 75% van de arbeidstijd gaan werken. 10. Op 18 mei 2010 heeft [appellante] [geïntimeerde] verzocht haar arbeidsovereenkomst te verhogen naar 100% tewerkstelling. 11. Bij brief van 9 juni 2010 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] meegedeeld haar verzoek niet te kunnen honoreren. Gezien het feit dat [geïntimeerde].com geen vacatures voor vliegers heeft op dit moment en de daarmee samenhangende stagnerende groei ( ). 12. In mei en juni 2010 hebben de sociale partners overleg gevoerd over onder andere oplopende ontevredenheid bij first officers over het gebrek aan promotiekansen. Op 1 juni 2010 zijn de sociale partners overeengekomen dat acht first officers vervroegd worden gepromoveerd tot gezagvoerder. In de zogenoemde Protocol afspraak 1 juni 2010 staat bij punt 4: Ter bevordering van de doorstroom binnen het vliegerkorps zal [geïntimeerde] uiterlijk per 1 november 2010 8 eerste officieren vervroegd opleiden tot gezagvoerder. Hiermee wordt vervroegde promotie van 8 eerste officieren tot gezagvoerder per 1 januari 2011 bewerkstelligd. (...) Indien blijkt dat deze gevorderde gezagvoerders boventallig zijn, dan zullen in overleg met de VNV, in eerste instantie op basis van vrijwilligheid (...) gezagvoerders in de rechterstoel werkzaam zijn (...). 13. Op 11 februari 2011 heeft [appellante] bij [geïntimeerde] de aanvraag ingediend om vanaf 1 maart 2012 gebruikmakend van de afbouwregeling, 25 % minder te gaan werken. Zij heeft daarbij opgemerkt dat mijn verzoek om 100 % te werken parallel blijft lopen met deze aanvraag. 14. Eind 2011/begin 2012 hebben de sociale partners afspraken gemaakt over de combinatie van de afbouwregeling met werken in deeltijd. Zij hebben deze afspraken op 11 januari 2012 vastgelegd in bijlage 25 van de cao. Artikel 4.b) van bijlage 25 luidt, voor zover van belang, als volgt: Vliegers in dienst vóór 1 januari 2006 hebben recht op het maximale afbouwvolume van 200%, mits de gehele carrière voltijd is gewerkt. (...) Indien niet de gehele carrière vol tijd is gewerkt, wordt voor elke vlieger een individueel opbouwpercentage berekend ( ). 15. Bij brief van 18 december 2012 heeft [geïntimeerde] onder meer het volgende aan de gemachtigde van [appellante] meegedeeld: Naar het oordeel van [geïntimeerde].com is de afwijzing van het door uw cliënte gedane verzoek tot ophoging van haar arbeidspercentage op terechte gronden tot stand gekomen. Ten tijde van het verzoek

van uw cliënte had [geïntimeerde].com geen behoefte aan extra capaciteit voor een gezagvoerder. Het gegeven dat als gevolg van een cao-afspraak met de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers, met ingang van 1 januari 2011 wel promoties hebben plaatsgevonden, doet (...) aan het voorgaande niets af. Zoals ook aan u toegelicht tijdens het gesprek, is deze afspraak met de VNV tot stand gekomen op basis van een andere motivatie dan capaciteit. In het CAO overleg heeft VNV aangegeven afspraken te willen maken over bevordering van de doorstroom van eerste officieren naar de functie van gezagvoerder. De aanleiding voor deze wens was onvrede bij de achterban over de duur van promotie naar gezagvoerder. (...) Deze promoties hebben dus niets te maken met behoefte van [geïntimeerde] aan gezagvoerder capaciteit, maar betreft een eenmalige maatregel ter bevordering van de doorstroom als onderdeel van een totaalpakket. Tot op heden hebben geen reguliere bevorderingen c.q. ophogingen plaatsgevonden gelet op het feit dat hiervoor geen capaciteit nodig is. Ook in het geval dat de cao-afspraak niet was overeengekomen, was het verzoek van uw cliënte niet ingewilligd. (...) 16. Op 21 december 2012 heeft de gemachtigde van [appellante] onder meer het volgende geantwoord: Uit de mij ter beschikking staande informatie blijkt ( ) dat deze gezagvoerders niet slechts in naam zijn bevorderd maar ook feitelijk in de cockpit deze functie hebben bekleed. Dit betekent niet anders dan dat zij de bestaande vacatures met hun capaciteit hebben ingevuld. Naar mijn oordeel had u een van de vacatures met de door mevrouw [appellante] aangeboden capaciteit op basis van haar senioriteit door haar moeten laten vervullen. 17. Per 1 augustus 2013 is de tewerkstelling van [appellante] als gezagvoerder van 75% naar 100% verhoogd. 3 Beoordeling 3.1. Het onderhavige geschil heeft betrekking op het verzoek van [appellante] van 18 mei 2010 om haar tewerkstellingspercentage op te hogen van 75% naar 100%. Zij meent dat [geïntimeerde] dat verzoek op 9 juni 2010 ten onrechte heeft afgewezen. 3.2. [appellante] was werkzaam op basis van deeltijd. Op grond van bijlage 26 van de cao (zie hiervoor onder 2 sub 6) kan een aanpassing van de arbeidsduur naar een voltijd tewerkstellingspercentage worden aangevraagd en verkregen mits er sprake is van vacature in de betreffende functiegroep. [geïntimeerde] heeft het verzoek van [appellante] tot ophoging van het tewerkstellingspercentage afgewezen op de grond dat zij voor vliegers op dat moment geen vacature had. 3.3. [appellante] heeft het standpunt van [geïntimeerde], dat zij in de functiegroep van gezagvoerder (ten tijde van [appellante] voornoemde verzoek dan wel kort daarna) geen vacatures had, bestreden door erop te wijzen dat [geïntimeerde] ultimo 2010 acht first officers vervroegd heeft opgeleid tot gezagvoerder om te bewerkstelligen dat zij met ingang van 1 januari 2011 vervroegd tot gezagvoerder zouden worden gepromoveerd en dat deze acht werknemers vervolgens ook daadwerkelijk als gezagvoerder zijn ingezet. 3.4. Met juistheid heeft de kantonrechter hierover geoordeeld (r.o. 8 van het bestreden vonnis) dat, zonder onderbouwing die ontbreekt, die door [appellante] genoemde omstandigheid niet de conclusie rechtvaardigt dat er ten tijde van, of kort na het verzoek van [appellante], vacatures waren voor de functie van gezagvoerder. In hoger beroep heeft [appellante] niet bestreden dat [geïntimeerde] de acht eerste officieren niet heeft gepromoveerd omdat er vacatures voor de functie van gezagvoerder openstonden maar omdat zij de doorstroom van eerste officieren naar de functie van gezagvoerder (op verzoek van VNV) wenste te bevorderen, aangezien onder eerste officieren onvrede bestond over de (beperkte) mogelijkheden om door te stromen naar de hogere functie van gezagvoerder. De stelling van [geïntimeerde] dat zij de acht boven sterkte heeft laten vliegen, heeft [appellante] evenmin bestreden.

3.5. Uit de promotie van de acht first officers tot gezagvoerder kan dus niet worden afgeleid dat [geïntimeerde] in strijd heeft gehandeld met de hiervoor genoemde bepaling in bijlage 26 van de cao, die immers vooronderstelt dat een vacature openstaat. [geïntimeerde] heeft evenmin in strijd gehandeld met de door [appellante] meermaals genoemde senioriteitsregeling, opgenomen in artikel 2.1.3 van bijlage 18 (Regeling vliegers loopbaan), hierboven aangehaald onder 2 sub 5. Ook deze regeling vindt immers alleen toepassing bij het opvullen van een vacature. Meer in het bijzonder houdt die regeling dus niet in dat een werknemer met meer dienstjaren voor wat betreft de indeling en vervulling van zijn of haar functie (in casu als gezagvoerder) voorrang heeft boven een werknemer met minder dienstjaren in die functie, hetgeen [appellante] ten onrechte als kern van die regeling beschouwt (memorie van grieven onder 9.1). Zoals tussen partijen niet in geschil is, dient een cao in beginsel te worden uitgelegd aan de hand van de bewoordingen daarvan, gelezen in het licht van de gehele tekst en de eventueel daarop gegeven schriftelijke toelichting, en de uitleg die [appellante] voorstaat, is daarmee niet in overeenstemming. Ten slotte zij opgemerkt dat [geïntimeerde] genoegzaam heeft aangetoond en [appellante] ook onweersproken heeft gelaten, dat van vacatures voor de functie van gezagvoerder in de periode van 2010 tot medio 2013, ook indien de acht nieuwe gezagvoerders buiten beschouwing zouden worden gelaten, geen sprake was. In die periode waren er meer gezagvoerders dan er werk voor hen was, rekening houdend met de in de cao toegestane mogelijkheid voor [geïntimeerde] om in de zomermaanden 4% vliegers van buitenaf in te huren. Zodra de situatie zich in juli 2013 had gewijzigd, heeft [geïntimeerde] het verzoek van [appellante] tot verhoging van haar tewerkstellingspercentage ingewilligd. [appellante] heeft geen grond om te klagen over de aanvankelijke afwijzing door [geïntimeerde] van haar verzoek om haar voor 100% tewerk te stellen. 3.6. Op het bovenstaande stuiten alle grieven af. Zij behoeven geen afzonderlijke bespreking meer. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellante] terecht afgewezen. Het bestreden vonnis dient te worden bekrachtigd. De bewijsaanbiedingen van [appellante] zijn niet ter zake dienend en worden daarom gepasseerd. 3.7. [appellante] dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden verwezen in de proceskosten van het hoger beroep. 5 Beslissing Het hof: bekrachtigt het vonnis waarvan beroep; veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op 5.114,- aan verschotten en 7.896,- voor salaris. Dit arrest is gewezen door mrs. L.A.J. Dun, J.E. Molenaar en S.F. Schütz en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 1 september 2015.