RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad Voorstel nummer Datum 21 september 2017 340516 22 augustus 2017 Afdeling Wijk- en Stadsbeheer Onderwerp Programma Verbetering parkeerbeleid Fysieke leefomgeving Inlichtingen bij Telefoonnummer (0318) 538357 E-mailadres Henk.ter.Elst@veenendaal.nl Aan de leden van de raad, Beslispunten 1. De zone-indeling in het centrum (verder) te vereenvoudigen door uit te gaan van één zone. 2. De Parkeerverordening Veenendaal vast te stellen conform bijgevoegd besluit. 3. Kennis te nemen van de door het college overwogen maatregelen om de uitvoering van het parkeerbeleid verder te verbeteren. Waarom naar de raad? Binnen de kaders van de in 2013 vastgestelde parkeervisie worden door het collegemaatregelen voorgesteld die leiden tot een meer eenduidige, duidelijke en begrijpelijke uitvoering van het parkeerbeleid. Om de voorgestelde maatregelen mogelijk te maken, is het gewenst dat de Parkeerverordening wordt aangepast. Dit is een bevoegdheid van de raad. Samenvatting De parkeerregulering in het centrum en de schil rondom het centrum wordt door bewoners en gebruikers als onduidelijk ervaren. Ook ervaart men op verschillende plaatsen een grote parkeerdruk. Om te komen tot een beter uitlegbare en handhaafbare regulering is met bewoners en ondernemers gezocht naar de verbeterpunten en de mogelijke oplossingen daarvoor. Voorgesteld wordt daarom de parkeerregulering in het centrum en de schil daar omheen te vereenvoudigen. Dit betekent dat in het centrum (binnen de ring) voor het straatparkeren (inclusief het terrein Theater) alleen sprake is van betaald parkeren (incl. parkeren voor vergunninghouders). Buiten de centrumring, in de schil, wordt in principe gebruik gemaakt van een vergunningensysteem indien sprake is van parkeerdruk. De verbeterpunten en mogelijke oplossingen zijn nader beschreven in de notitie 'Verbetering parkeerbeleid'. Inleiding Parkeren heeft een grote invloed op de leefbaarheid van de bewoners van het centrum en de schil rondom het centrum. Hierover is gesproken met ondernemers en bewoners van de schil en het centrum (het parkeerpanel). Tevens is een doorsnede gemaakt van de vragen en opmerkingen die het college heeft ontvangen over het parkeren. Dit betreft onder andere parkeerdruk in een aantal straten in het centrum en in de schil, onduidelijkheid wie nu wel of niet een vergunning krijgt en waarvoor, de
Raadsvoorstel van 22 augustus 2017, nr. 340516 beperkte mogelijkheden in het centrum om uit te wijken naar andere gebieden en het uitwijken van personeel dat werkzaam is in het centrum naar de schil om parkeerkosten te besparen. Daarnaast zijn er opmerkingen gemaakt over een efficiënte mantelzorgregeling. Ook wil het college de visiteregeling (nu de kraskaarten) digitaliseren. In de bijgaande notitie 'Verbetervoorstellen parkeerbeleid' is ingegaan op het proces dat is doorlopen, de opmerkingen die zijn gemaakt en de maatregelen die hiervoor kunnen worden genomen. Op basis van dit proces en de uitkomsten daarvan stelt het college voor de Parkeerverordening in beperkte mate aan te passen. In dit voorstel zijn maatregelen opgenomen die ook een aanpassing van de Verordening parkeerbelastingen vragen. Deze aanpassingen zijn verwerkt in het separaat aangeboden voorstel over de verbetering van de parkeerexploitatie. Beoogd resultaat Een eenvoudige en eenduidige parkeerregulering waarbij balans is tussen de belangen van ondernemers, bezoekers en bewoners van het centrum en de schil. Argumenten 1.1. Het is een oplossing voor concrete knelpunten In overleg met het parkeerpanel, maar ook op basis van vragen en meldingen die binnenkomen via het meldingensysteem zijn concrete knelpunten benoemd en zijn vervolgens oplossingen geformuleerd, zoals: Het centrum volledig reguleren door middel van betaald parkeren in één zone; Het fiscaliseren van het terrein bij het Theater; Het reguleren van het parkeren in de schil door middel van een vergunningensysteem; Het verbeteren van de bezoekregelingen voor visite en mantelzorg. Deze oplossingen zijn weergegeven in de bijgevoegde notitie 'Verbetering parkeerbeleid'. 1.2. Een heldere zone-indeling zorgt voor meer duidelijkheid Door binnen de centrumring overal betaald parkeren in te voeren ontstaat een situatie die voor bezoekers en bewoners duidelijk is en ook door handhavers op een uitlegbare manier kan worden gehandhaafd. 1.3. Eén zone in het centrum zorgt voor een betere spreiding en vermindering van de parkeerdruk Voor bewoners en bezoekers in het centrum geldt dat zij op straatniveau overal binnen het centrum mogen parkeren. Dit zorgt voor een zo optimaal mogelijke benutting van het parkeerareaal. Dit wordt nog versterkt doordat het college ook op het terrein Theater straatparkeren wil invoeren. Dit terrein kan door bezoekers en visite van bezoekers worden gebruikt als uitwijkmogelijkheid, waardoor de parkeerdruk in het centrum lager zal worden. 1.4. Eén regime buiten de centrumring zorgt voor eenduidigheid Nu is buiten de centrumring zowel sprake van vergunninghouders (op basis van de Parkeerverordening) als betaald parkeren. In de praktijk betekent dit lege parkeerplaatsen daar waar betaald moet worden en een grote parkeerdruk in de gebieden daaromheen. Door te kiezen voor een zo uniform mogelijk regiem wordt een eenduidige situatie gerealiseerd waarbij 2
Raadsvoorstel van 22 augustus 2017, nr. 340516 de beschikbare openbare ruimte zo goed mogelijk wordt gebruikt. 2.1. De Parkeerverordening moet worden gewijzigd om vereenvoudiging van de uitvoeringsregels mogelijk te maken Het college wil de parkeerregulering in het centrum en de schil zoveel als mogelijk vereenvoudigen. Dit betekent dat in het centrum (binnen de ring) alleen sprake is van betaald parkeren. Buiten de centrum ring, in de schil, wordt in principe gebruik gemaakt van een vergunningensysteem indien sprake is van parkeerdruk. De straten buiten de centrumring waar nu nog sprake is van betaald parkeren worden opnieuw beoordeeld in overleg met de bewoners en ondernemers in deze straten. Het parkeren wordt hierdoor begrijpelijk, eenduidig en beter handhaafbaar. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk in de Parkeerverordening het centrumgebied als één zone aan te wijzen. Een overzicht van de doorgevoerde wijzigingen is bij de verordening gevoegd. 3.1. Het college neemt meer maatregelen om de uitvoering van het parkeerbeleid te verbeteren Na het vaststellen van de Verordening parkeerbelastingen en de Parkeerverordening neemt het college een aantal besluiten om invulling te geven aan een belangrijke doelstelling: parkeren wordt in Veenendaal duidelijker, simpeler, met meer flexibiliteit voor bewoners en een optimale benutting van de parkeerplaatsen. Onder deze maatregelen valt onder meer een efficiënte (digitale) mantelzorgregeling en een visiteregeling. De te nemen maatregelen en uit te voeren onderzoeken zijn beschreven in de bij dit voorstel gevoegde notitie 'Verbetervoorstellen parkeerbeleid'. Alternatieven Het alternatief is de voorgestelde wijzigingen in de Parkeerverordening niet door te voeren. In dat geval kan een deel van de voorgestelde vereenvoudigingen van het parkeerregime in het centrum en in de schil daaromheen niet worden gerealiseerd. Daarmee zou de gewenste vereenvoudiging en verduidelijking voor de inwoners, de ondernemers en de bezoekers niet optimaal worden gerealiseerd. De meeste maatregelen die door het college worden voorbereid zijn dan nog steeds mogelijk. Het beleid wordt echter wel minder eenduidig en blijft lastig uit te leggen. Kanttekeningen 3.1. Maatregelen worden alleen uitgevoerd na overleg met de bewoners Het invoeren van gereguleerd parkeren of het wijzigen van de nu bestaande regulering in de schil en het centrum heeft gevolgen voor de bewoners. Het college zal wijzigingen in de parkeerregulering alleen invoeren na overleg met en instemming van de bewoners. Indien de bewoners in meerderheid niet willen meewerken aan de wijzigingen, dan biedt de verordening de mogelijkheid om hieraan tegemoet te komen. De regelgeving wordt wel minder eenduidig en hiermee lastiger handhaafbaar. Participatie Ondernemers, vastgoedeigenaren en culturele instellingen in het centrum, bewoners (eigenaren en huurders) van zowel het centrum als de schil, het binnenstadsmanagement en het platform gehandicapten zijn via een parkeerpanel betrokken bij het benoemen van de verbeterpunten voor 3
Raadsvoorstel van 22 augustus 2017, nr. 340516 onze parkeerregulering en de oplossingsrichtingen die zijn geformuleerd. Het is de bedoeling van het college dat dit parkeerpanel ook betrokken blijft bij de implementatie van de verschillende maatregelen. Wat betekent dit besluit voor inwoners? Voor de bewoners en bezoekers van het centrum betekent dit besluit dat er een eenduidiger en begrijpelijker systeem van parkeerregulering ontstaat. Alle parkeerplaatsen in het centrum worden namelijk onder het fiscaal betaald parkeren gebracht waardoor er geen aparte 'vergunninghoudersplaatsen' meer zullen zijn. Bewoners en bezoekers hoeven daarom niet meer uit te zoeken onder welk regime een parkeerplaats valt. Voor de bewoners ontstaan daarnaast binnen de centrumring meer uitwijkmogelijkheden door het fiscaliseren van het parkeerterrein Theater en het vervallen van verschillende zones binnen het centrum. Voor het parkeren in de schil wordt pas na overeenstemming met betrokken bewoners besloten tot het invoeren van parkeerregulering. In de betreffende straat mag dan alleen nog maar door vergunninghouders worden geparkeerd. Bezoekers van het centrum kunnen geen gebruik meer maken van deze parkeerplaatsen. Aanpak I uitvoering Voor de uitvoering van de voorgestelde maatregelen op korte termijn wordt de onderstaande planning gehanteerd. De nieuwe uitvoerings-/aanwijzingsbesluiten met betrekking tot onder andere de uitgifte van parkeervergunningen worden in het najaar van 2017 voorbereid, zodat deze per 1 januari 2018 van kracht zijn. In de tussenliggende periode worden de uitvoeringsmaatregelen op straat (versimpeling parkeerbeleid) uitgewerkt en voorgelegd aan bewoners en andere belanghebbenden. Dit betreft met name de bewoners in het centrum en in de schil waarvoor beoogd is om het parkeerregime te veranderen (vergunninghoudersparkeren in het centrum wordt fiscaal betaald parkeren en fiscaal betaald parkeren in de schil wordt vergunninghoudersparkeren). Het streven is om deze maatregelen ook per 1 januari 2018 door te kunnen voeren als het gaat om de bestaande gereguleerde gebieden. Gebieden waar mogelijk, in overleg met de bewoners, de parkeerregulering wordt uitgebreid, komen in het eerste kwartaal van 2018 aan bod. Uitwerken uitvoerings-/aanwijzingsbesluiten Vaststellen besluiten college Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr -> Afstemming met parkeerpanel Afstemming met buurten (centrum en schil} Uitvoering maatregelen: Instellen parkeerregime centrum Uitbreiden straatparkeren met Theaterterrein Uitvoering nieuwe regels vergunningen 2018 4
Raadsvoorstel van 22 augustus 2017, nr. 340516 Sept Okt Nov Dec Jan Feb Mrt Apr -> 2018 Vernieuwing parkeerautomaten Uitbreiding belparkeerproviders Digitalisering bezoekersvergunning Mantelzorgvergunning Aanpassen regulering schil Nulmeting Monitoring. Parkeren grote voertuigen Parkeeronderzoek Communicatie over dit besluit De verordening wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Ook worden de deelnemers aan het parkeerpanel per mail geïnformeerd over uw besluit. Evaluatie De voortgang van het verbeteren van het parkeerbeleid wordt gemonitord in de P&C-cyclus. Kosten, baten, dekking De invoeringskosten worden uit de reguliere bedrijfsvoering gedekt. Burgemeester en wethouders, mevrouw drs. A.P.W. van de Klift secretaris de heer mr. A.W. Kolff burgemeester Bijlagen 1) Notitie 'Verbetering parkeerbeleid' inclusief bijlage 2) Wijzigingen Ter inzage 5
RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Veenendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 augustus 2017, nummer 340516; Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen aan het parkeren in verband met de parkeerregulatie in het centrum en de ring daarbuiten; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994; Besluit 1. De zone-indeling in het centrum (verder) te vereenvoudigen door uit te gaan van één zone. 2. De Parkeerverordening Veenendaal vast te stellen conform bijgevoegd besluit. 3. Kennis te nemen van de door het college overwogen maatregelen om de uitvoering van het parkeerbeleid verder te verbeteren. AFDELING 1. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden; b. autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate; c. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RW 1990 of gelegen is bin nen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RW 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd; d. bewoner: een persoon die blijkens de BRP ingeschreven staat op een adres in het gebied belanghebbenden parkeren; e. centrale computer: computer van de gemeente Veenendaal of de computer van het bedrijf waarmee de gemeente Veenendaal een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of webbrowser; f. het college van burgemeester college: en wethouders van de gemeente Veenendaal; degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken g. houder: ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens of degene die door middel van een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bezitter is van het motorvoertuig dat tijdens het parkeren op naam van de
h. motorvoertuigen: i. parkeerapparatuur: j. parkeerapparatuurplaats: k. parkeren : 1. RW 1990: m. vergunning: n. vergunninghouder: leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven; hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990; parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur; het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbenden plaats; de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend. AFDELING ll. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN Artikel 2 Aanwijzing plaatsen voor vergunninghouders l. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college is bevoegd dit te doen voor weggedeelten gelegen in de zones A en B, zoals weergegeven in de bij deze verordening horende zonekaart (zie bijlage 1 ). Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid. 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan. Artikel 3 Aanvragen en verlenen l. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. 2. Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning. 3. Een vergunning kan worden verleend aan: a. houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie I); b. houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie Il};
c. een houder die voor het verlenen van zorg, hulp of (onderhouds)werkzaamheden op één of wisselende plaatsen aanwezig moet zijn binnen een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie 111); d. houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie IV); e. een bewoner die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie V). 4. Het college kan in bijzondere gevallen ook een vergunning verlenen aan een houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde categorieën. 5. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per adres en per categorie vaststellen. 6. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor categorie IV kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik. Artikel 4 Termijn beslissing l. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning. 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 5 Gegevens vergunning l. Een vergunning wordt voor ten hoogste één kalenderjaar verleend. 2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens: a. de periode waarvoor de vergunning geldt; b. het gebied waarvoor de vergunning geldt; c. de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend. Artikel 6 Overschrijven en wijzigen van de vergunning l. De vergunning is niet overdraagbaar. 2. Vergunninghouder is verplicht elke wijziging in de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van een vergunning, onmiddellijk aan het college kenbaar te maken. 3. Wijziging van het motorvoertuig of van het kenteken van het motorvoertuig, van bedrijfsnaam of -adres van vergunninghouder dienen onmiddellijk aan het college te worden doorgegeven. Artikel 7 Intrekken of wijzigen Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de vergunninghouder; b. wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend; c. wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning; d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen; e. wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan; f. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften; g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;
h. om redenen van openbaar belang. Artikel 8 Weigeren vergunning Het college weigert een vergunning indien: a. niet wordt voldaan aan de voorwaarden, zoals gesteld bij of krachtens deze verordening; b. het vergunningenplafond van het desbetreffende adres is bereikt. AFDELING 111. VERBODSBEPALINGEN Artikel 9 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a. zonder geldige vergunning; b. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften. 2. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. 3. Het parkeren van de volgende motorvoertuigen wordt niet gereguleerd en heeft derhalve ontheffing van het bepaalde in het eerste lid: a. motorvoertuig van een gehandicapte, voor zover deze beschikt over een duidelijk zichtbaar aangebrachte geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart; b. als zodanig herkenbare politievoertuigen; c. als zodanig herkenbare brandweervoertuigen; d. als zodanig herkenbare ambulances; e. als zodanig herkenbare dierenambulances; f. als zodanig herkenbare dienstvoertuigen van de gemeente Veenendaal. Artikel 10 Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen. Artikel 11 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een voertuig, te plaatsen of te laten staan: a. op een parkeerapparatuurplaats; b. op een belanghebbendenplaats. 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. AFDELING IV. STRAFBEPALING Artikel 12 Overtreding van het bepaalde in afdeling 111 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
AFDELING V. OVERGANG$- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 13 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen. Artikel 14 l. De 'Parkeerverordening 201 O' vervalt zodra ze is uitgewerkt. 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. Ze is voor het eerst van toepassing op het aanvragen van een parkeervergunning voor het jaar 2018. 3. Op een parkeervergunning voor het jaar 2017 en het aanvragen daarvan blijft de 'Parkeerverordening 201 O' van toepassing. 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Veenendaal. Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 september 2017, mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk griffier <naam> voorzitter