ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

LJN: AV7838,Sector kanton Rechtbank Haarlem, / VV EXPL Print uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBHAA:2006:AV7336

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBALM:2011:BP3985

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5351 Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C03/1510 KA KG

ECLI:NL:RBLIM:2017:2557

ECLI:NL:RBNHO:2016:10670

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ9611

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

ECLI:NL:RBMNE:2016:5693

ECLI:NL:RBLIM:2017:3542

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

Wederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373

ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079


ECLI:NL:GHDHA:2017:1150

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

pagina 2 van 6 voorbijgegaan aan het door de regering genoemde voordeel van de regeling dat de werkgever de pensioengerechtigde werknemer na het berei

ECLI:NL:RBMNE:2016:1475 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer UE VERZ GD/947

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2016:280

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBGRO:2011:BU9709

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1278

ECLI:NL:GHDHA:2014:21

ECLI:NL:RBOBR:2017:2702

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1235

ECLI:NL:RBHAA:2009:BM7588

ECLI:NL:RBNNE:2016:3629

ECLI:NL:RBDOR:2008:BF0767

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ5210

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBOVE:2017:1417

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBDHA:2017:364

ECLI:NL:RBLIM:2016:11367

ECLI:NL:RBHAA:2008:BF5730

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

Uitspraak vonnis RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD. Sector civiel recht. Vonnis in kort geding van 16 juli 2010

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBAMS:2014:290

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:CRVB:2017:2462

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN6904

ECLI:NL:RBOVE:2017:3287

ECLI:NL:OGEAC:2017:86

ECLI:NL:RBROT:2017:6076

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBHAA:2010:BL8963

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105

ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0610

Transcriptie:

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 05-06-2008 Datum publicatie 16-06-2008 Zaaknummer 383212 VV EXPL 08-102 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt op grond van de toepasselijke CAO van rechtswege bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd door werkneemster in oktober 2007. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat de vervolgens gesloten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is geïndigd op 1 maart 2008 en niet op 1 april 2008, zoals werkgeefster betoogd heeft. In maart is werkneemster nog ingeroosterd is en heeft zij doorgewerkt. Door zonder voorafgaande zekerheid over de einddatum van het dienstverband werkneemster voor de maand maart 2008 in te roosteren heeft werkgeefster het risico genomen dat dit door werkneemster als een signaal zou worden opgevat dat de werkgever de arbeidsovereenkomst wilde voortzetten. Vooralsnog moet ervan worden uitgegaan dat de arbeidsovereenkomst vanaf 1 maart 2008 stilzwijgend is verlengd voor dezelfde duur van vijf maanden, tot 1 augustus 2008. Vindplaatsen Rechtspraak.nl AR-Updates.nl 2008-0387 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem zaak/rolnr.: 383212 VV EXPL 08-102 datum uitspraak: 5 juni 2008 VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING inzake [eiseres] te [woonplaats] eisende partij

hierna te noemen [eiseres] gemachtigde mr S.C. de Lange tegen De Stichting STICHTING INTERCONFESSIONEEL SPAARNE ZIEKENHUIS te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer gedaagde partij hierna te noemen Spaarne Ziekenhuis gemachtigde mr M. Middeldorp De procedure Spaarne Ziekenhuis is vrijwillig verschenen op de concept-dagvaarding van [eiseres]. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 mei 2008, tezamen met de behandeling van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek van Spaarne Ziekenhuis. De gemachtigden hebben zich bediend van pleitnotities. Partijen hebben nog stukken in het geding gebracht. De feiten a. [eiseres], 65 jaar oud, is sinds 1 november 1991 bij het Spaarne Ziekenhuis in dienst, laatstelijk in de functie van verpleegkundige tegen een salaris van 1.734,75 bruto per maand exclusief vakantiegeld en overige emolumenten. b. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO-Ziekenhuizen (hierna: de CAO) van toepassing. Volgens de CAO eindigt de arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd op de eerste dag van de kalendermaand volgende op de verjaardag van de werknemer (het zogenaamde pensioenbeding). c. Bij brief van 23 augustus 2004 schrijft Spaarne Ziekenhuis aan [eiseres] onder meer het volgende: Na nader onderzoek heb ik vastgesteld dat het juridisch niet mogelijk is meerdere jaren achtereen een tijdelijk contract te verstrekken aan medewerkers. ( ) Een en ander betekent dat u ( ) voor onbepaalde tijd tot uiterlijk de eerste dag van de kalendermaand volgend op die waarin u verjaart, in uw geval dus per 1 oktober 2007, in dienst van het Spaarne Ziekenhuis zult zijn. ( ) d. De brief van 24 augustus 2004 van het Spaarne Ziekenhuis aan [eiseres] luidt, voor zover van belang: Hiermee bevestig ik dat met ingang van 1 oktober 2002 uw arbeidsovereenkomst omgezet wordt naar onbepaalde tijd. Dit betekent tot de eerste dag van de kalendermaand volgend op die waarin u 65 jaar wordt, de ouderdomspensioengerechtigde leeftijd. Uitdiensttreding per 1 oktober 2007. e. In de zomer van 2007 hebben partijen afgesproken dat [eiseres] na haar 65e in dienst zou blijven van het Spaarne Ziekenhuis, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, ingaand op 1

oktober 2007. f. Het Spaarne Ziekenhuis beschikt over een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die niet door [eiseres] is ondertekend en waarin als einddatum 31 maart 2008 is vermeld. [eiseres] beschikt over een schriftelijke arbeidsovereenkomst, door beide partijen ondertekend, met als einddatum 29 februari 2008. g. Het verslag van het gesprek van partijen op 14 februari 2008 luidt onder meer: De aanleiding voor dit gesprek is het aflopen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van mevrouw W. [eiseres] op 1 maart 2008 ( ) Mevrouw [XXX] opent het gesprek en vermeld dat het onderwerp van gesprek is het aflopen van het arbeidscontract van mevrouw [eiseres] met het Spaarne Ziekenhuis op 1 maart aanstaande. Mevrouw [eiseres] zegt dit gesprek in te gaan met het doel te spreken over het verlengen van het contract. Zij wil graag blijven werken op de afdeling. Door de leidinggevenden van 2E wordt aangegeven dat zij het dienstverband niet wensen te verlengen na 1 maart 2008 om de volgende redenen: ( ) De wetenschap bij de leidinggevenden dat het dienstverband eindig was, heeft ertoe bijgedragen dat mevrouw [eiseres] door de leidinggevenden niet altijd is aangesproken op haar niveau van functioneren. Tevens heeft dit bij de leidinggevenden teweeggebracht dat zij geen functioneringsgesprekken met mevrouw hebben gevoerd en zijn er geen gesprekken schriftelijk vastgelegd. h. Bij brief van 19 februari 2008 schrijft Spaarne Ziekenhuis aan [eiseres] onder meer: Bijgaand treft u het verslag aan van ons gesprek van 14 februari 2008. In dit verslag is per abuis 1 maart 2008 als einddatum van uw arbeidsovereenkomst genoemd. De juiste einddatum is 31 maart 2008. De vordering [eiseres] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van Spaarne Ziekenhuis tot: 1. toelating tot de arbeid en inroostering van gemiddeld 24 uur per week, op straffe van een dwangsom van 500,-- per dag dat Spaarne Ziekenhuis niet aan dit bevel voldoet; 2. doorbetaling van het loon van 1.734,75 bruto per maand vanaf 1 april 2008. [eiseres] stelt daartoe het volgende. De (laatste) arbeidsovereenkomst is na het verstrijken van de afgesproken duur van vijf maanden na 1 maart 2008 voortgezet. Spaarne Ziekenhuis weigert [eiseres] vanaf 1 april 2008 in te roosteren. In de arbeidsovereenkomst die tussen partijen geldt vanaf 1 oktober 2002 is een einddatum afgesproken en daarmee eindigt deze van rechtswege op die einddatum, te weten 1 oktober 2007. Doordat deze arbeidsovereenkomst vervolgens is verlengd, moet de laatste arbeidsovereenkomst ingevolge artikel 7:668a BW geacht worden voor onbepaalde tijd te zijn aangegaan. Voor beëindiging is toestemming van het CWI nodig en inachtneming van een opzegtermijn van (voor Spaarne Ziekenhuis) vier maanden. De arbeidsovereenkomst is niet opgezegd en loopt dus voor onbepaalde tijd door. Het verweer Spaarne Ziekenhuis betwist de vordering Zij voert hiertoe het volgende aan.

De arbeidsovereenkomst die van rechtswege afliep op de pensioendatum van [eiseres] (zij werd 65 jaar op 22 september 2007) is voor onbepaalde tijd gesloten. Deze overeenkomst is gevolgd door een arbeidscontract voor bepaalde tijd. De Ragetlie-regel is hier niet van toepassing zodat de laatste overeenkomst zonder opzegging eindigt op de overeengekomen einddatum, te weten 1 april 2008. Als de arbeidsovereenkomst zou hebben geduurd tot 1 maart 2008, dan heeft Spaarne Ziekenhuis niet de wil gehad om de overeenkomst te verlengen, en in dat geval is de arbeidsovereenkomst dan ook geëindigd op 1 maart 2008. De beoordeling van het geschil 1. Partijen verschillen in de eerste plaats van mening over de vraag of voor een rechtsgeldig einde van de laatste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die is ingegaan op 1 oktober 2007, opzegging vereist is (standpunt [eiseres]) of dat deze van rechtswege is geëindigd op 1 maart -dan wel 1 april- 2008 (standpunt Spaarne Ziekenhuis). Volgens [eiseres] gold tot 1 oktober 2007 tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Ingevolge toepassing van artikel 7:668a BW was sprake van een reeks van (in elk geval) twee opeenvolgende arbeidsovereenkomsten, die tezamen meer dan 36 maanden hebben geduurd, aldus [eiseres]. De laatste arbeidsovereenkomst die is aangegaan per 1 november 2007 geldt dan voor onbepaalde tijd en moet dus worden opgezegd. 2. Dit standpunt van [eiseres] kan niet worden gevolgd. In haar hierboven aangehaalde brieven van 23 en 24 augustus 2004 heeft Spaarne Ziekenhuis aan [eiseres] bevestigd dat de arbeidsovereenkomst tussen hen met ingang van 1 oktober 2002 zal gelden voor onbepaalde tijd. Dat hierbij een einddatum is genoemd (te weten de pensioendatum van [eiseres]) betekent niet dat partijen voor dit individuele geval een einddatum hebben afgesproken. De overeenkomst eindigt immers op grond van de CAO van rechtswege op de pensioendatum. Ook zonder vermelding van deze einddatum in de brief van 24 augustus 2004 zou het dienstverband tussen partijen op 1 oktober 2007 aflopen. Tussen partijen heeft van 1 oktober 2002 tot 1 oktober 2008 dus een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gegolden. 3. Partijen hebben aansluitend, per 1 oktober 2007, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten. Ingevolge artikel 7:667 lid 4 BW moet een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als voortzetting van een voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst worden opgezegd, tenzij het dienstverband voor onbepaalde tijd door rechtsgeldige opzegging of ontbinding door de rechter is geëindigd. Spaarne Ziekenhuis stelt zich op het standpunt dat deze zogenaamde Ragetlie-regel in dit geval toepassing mist. 4. De aanvankelijk tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is niet door een geldige opzegging of ontbinding geëindigd, zodat de Ragetlie-regel naar de letter van de wet zou moeten worden toegepast. Dit zou betekenen dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tegen het einde (1 maart 2008 of 1 april 2008) moet worden opgezegd. 5. Met Spaarne Ziekenhuis is de kantonrechter evenwel van oordeel dat de Ragetlie-regel door de wetgever niet is bedoeld om aan [eiseres] in de gegeven omstandigheden ontslagbescherming te bieden bij de afloop van deze laatste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. [eiseres] wist immers dat haar contract voor onbepaalde tijd op grond van de CAO en daarmee van rechtswege zou eindigen op haar 65e verjaardag. Dit is ook nog eens uitdrukkelijk bij brief van 24 augustus 2004 door Spaarne Ziekenhuis aan haar bevestigd. Redelijkerwijs kan niet gezegd worden dat [eiseres] met dit einde van de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2007 -bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd- onvoldoende ontslagbescherming heeft genoten. Om deze reden moet dit einde van rechtswege worden gelijkgesteld met beëindiging door opzegging of ontbinding, en is voor de beëindiging van de opvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geen opzegging nodig. Gevolg hiervan is dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt op de

einddatum (behoudens eventuele voortzetting van die overeenkomst). 6. Over die einddatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd vanaf 1 oktober 2007 zijn partijen het ook niet eens. Volgens [eiseres] is de arbeidsovereenkomst voor vijf maanden gesloten (tot 1 maart 2008) en volgens Spaarne Ziekenhuis geldt de overeenkomst voor zes maanden (tot 1 april 2008). 7. Uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst die [eiseres] in het geding heeft gebracht blijkt dat deze is gesloten voor bepaalde tijd tot en met 29 februari 2008. Het hiertegenover door Spaarne Ziekenhuis overgelegde arbeidscontract vermeldt op dezelfde plaats als duur van de overeenkomst bepaalde tijd tot en met 31 maart 2008. Deze laatste overeenkomst is evenwel niet door [eiseres] ondertekend, en het bestaan hiervan is door [eiseres] betwist. Spaarne Ziekenhuis heeft hiertegenover de gelding van het contract tot 1 april 2008 vooralsnog niet aannemelijk gemaakt. Op dit punt zal Spaarne Ziekenhuis haar stelling door middel van bewijs moeten staven. Voor bewijslevering is in kort geding evenwel geen plaats. Het moet er daarom in dit geding vooralsnog voor worden gehouden dat partijen de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2007 hebben verlengd met een contract voor de bepaalde tijd van vijf maanden, is tot 1 maart 2008. 8. Deze arbeidsovereenkomst eindigt in beginsel op de einddatum, 1 maart 2008. [eiseres] stelt echter dat de laatste arbeidsovereenkomst is voortgezet na 1 maart 2008, dat dit blijkt uit het feit dat Spaarne Ziekenhuis haar heeft ingeroosterd gedurende de hele maand maart en dat [eiseres] ook volgens rooster die volle maand heeft gewerkt. 9. Het antwoord op de vraag of de arbeidsovereenkomst zonder tegenspraak na 1 maart 2008 is voortgezet, hangt ervan af of aan of [eiseres] op grond van de gedragingen van Spaarne Ziekenhuis heeft mogen aannemen dat de arbeidsovereenkomst na afloop van de tijd waarvoor deze was aangegaan stilzwijgend werd voortgezet. 10. Uit het feit dat Spaarne Ziekenhuis [eiseres] gedurende de gehele maand maart 2008 heeft ingeroosterd -en zij alle geplande diensten ook heeft gewerkt- heeft [eiseres] in redelijkheid mogen begrijpen dat Spaarne Ziekenhuis het dienstverband wilde voortzetten. In het licht van de hierboven aangehaalde brief van 19 februari 2008 is het overigens niet onbegrijpelijk dat Spaarne Ziekenhuis ervan uitging dat de arbeidsovereenkomst op 1 april 2008 zou eindigen. Zoals hiervoor is geoordeeld is van een rechtsgeldige arbeidsovereenkomst tot 1 april 2008 evenwel niet gebleken, en is Spaarne Ziekenhuis dus van een onjuiste veronderstelling uitgegaan. Door zonder voorafgaande zekerheid over de einddatum van het dienstverband [eiseres] voor de maand maart 2008 in te roosteren heeft Spaarne Ziekenhuis het risico genomen dat dit door [eiseres] als een signaal zou worden opgevat dat de werkgever de arbeidsovereenkomst wilde voortzetten. De enkele zin in de brief van 19 februari 2008 over de -volgens Spaarne Ziekenhuis juiste- einddatum van het contract is tegenover de herhaalde vermelding van 1 maart als einddatum in het gespreksverslag van 14 februari 2008, onvoldoende grond om te veronderstellen dat [eiseres] wel zou hebben begrepen dat haar contract uiteindelijk op 1 april 2008 eindigde. [eiseres] heeft de inroostering voor de maand maart dan ook als een contractsverlenging mogen opvatten, en dat heeft zij blijkens haar toelichting ook zo begrepen. De gevolgen van deze handelwijze van Spaarne Ziekenhuis komen voor haar rekening. Gelet op het hierboven onder 7. gegeven oordeel over de overeengekomen einddatum, betekent dit dat er vooralsnog van moet worden uitgegaan dat de arbeidsovereenkomst vanaf 1 maart 2008 stilzwijgend is verlengd voor dezelfde duur van vijf maanden, tot 1 augustus 2008. 11. Uit het voorgaande volgt dat de gevraagde voorziening om [eiseres] toe te laten tot haar werk als

verpleegster in een rooster van gemiddeld 24 uur per week, en doorbetaling van het loon vanaf 1 april 2008, een en ander tot het rechtsgeldig einde van de arbeidsovereenkomst, moet worden toegewezen. 12. De vordering om aan het bevel tot toelating tot het werk een dwangsom van 500,-- per dag te verbinden is toewijsbaar, zij het dat hieraan een maximum van 10.000,-- wordt gesteld. 13. De proceskosten komen voor rekening van Spaarne Ziekenhuis omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. Beslissing De kantonrechter: - veroordeelt Spaarne Ziekenhuis bij wijze van voorlopige voorziening tot: a. toelating van [eiseres] tot de arbeid en inroostering van [eiseres] voor gemiddeld 24 uur per week; b. doorbetaling aan [eiseres] van het loon van 1.734,75 bruto per maand vanaf 1 april 2008; een en ander tot het rechtsgeldige einde van de arbeidsovereenkomst; - bepaalt dat Spaarne Ziekenhuis een dwangsom verbeurt van 500,-- voor iedere dag dat deze de hiervoor (onder a.) gegeven beslissing niet nakomt, tot een maximum van 10.000,--; - veroordeelt Spaarne Ziekenhuis tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd: vastrecht 201,-- salaris gemachtigde 400,--; - verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; - wijst af hetgeen meer of anders mocht zijn gevorderd. Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Dubois en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.