GEMEENTE KAMPENHOUT PROVINCIE VLAAMS-BRABANT

GEMEENTE KAMPENHOUT PROVINCIE VLAAMS-BRABANT PROCES-VERBAAL VAN DE GEMEENTERAAD VERGADERING VAN 17 DECEMBER 2009 Tegenwoordig : J. Meeus Burgemeester Voorzitter K. Leaerts, S. Peremans, G. Willems, S. Imbrechts, G. De Vroe Schepenen V. Peeters, P. Van Roy, J. Aerts, W. Merckx, E. Tytgat, S. Vranckx, E. Torbeyns, J. Vos, M. Fannes, E. Grauwels, R. Van Ingelgom, P. Woekier, M. Habils, M. Janssens, G. Smetsers Raadsleden D.Coucke Gemeentesecretaris Verontschuldigd: Raadslid P. Woekier De gemeenteraadszitting wordt door de Voorzitter om 19u30 open verklaard. De voorzitter deelt mee dat de buitengewone algemene vergadering dd. 17.12.2009 van de intercommunale Haviland, waarvoor de agenda werd goedgekeurd in vergadering van 12.11.2009 en waarin ook de afgevaardigden werden aangeduid, is verplaatst naar 19.01.2010. De aangeduide afgevaardigden zullen op 19.01.2010 de gemeente vertegenwoordigen op de buitengewone algemene vergadering van de intercommunale Haviland. 1. GOEDKEURING P.V. VORIGE ZITTING ( 12.11.2009) De gemeenteraad, De Voorzitter vraagt naar eventuele opmerkingen over het P.V. van vorige zitting. Vervolgens wordt het P.V. van vorige zitting dd. 12.11.2009 goedgekeurd met algemene stemmen. 2. VOORSTEL GOEDKEURING BRUGDAGEN 2010. De Gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen; Gelet op artikel 86 van het Gemeentedecreet; Gelet op de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen; Gelet op het K.B. van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende feestdagen; Gelet op het B.V.R. van 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de

rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op artikel 233 van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel; In uitvoering van de bovenvermelde reglementeringen werden de volgende feestdagen vastgelegd in artikel 233 van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel De kalender voor 2010 ziet er als volgt uit : Datum Feestdag Nieuwjaar vrijdag 01 januari 2010 Tweede nieuwjaarsdag zaterdag 02 januari 2010 Paasmaandag maandag 05 april 2010 Dag van de Arbeid zaterdag 01 mei 2010 O.L.H. Hemelvaartsdag donderdag 13 mei 2010 Pinkstermaandag maandag 24 mei 2010 Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap zondag 11 juli 2010 Nationale Feestdag woensdag 21 juli 2010 O.L.V.-Tenhemelopneming zondag 15 augustus 2010 Allerheiligen maandag 1 november 2010 Allerzielen dinsdag 2 november 2010 Wapenstilstand donderdag 11 november 2010 Kerstmis zaterdag 25 december 2010 2 de Kerstdag zondag 26 december 2010 Er zijn zes feestdagen die in een weekeinde vallen, namelijk ; Datum Feestdag Tweede nieuwjaarsdag zaterdag 02 januari 2010 Dag van de Arbeid zaterdag 01 mei 2010 Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap zondag 11 juli 2010 O.L.V.-Tenhemelopneming zondag 15 augustus 2010 Kerstmis zaterdag 25 december 2010 2 de Kerstdag zondag 26 december 2010 Deze feestdagen dienen vervangen te worden door een gewone werkdag. Deze compensatiedagen worden ofwel toegevoegd bij het saldo jaarlijkse verlofdagen of kunnen aangewend worden om een brugdag te voorzien. Voorstel brugdagen : Voor een optimale organisatie en goede werking van de gemeentediensten stel ik voor om de vier van de bovenvermelde feestdagen aan te wenden om volgende brugdagen vast te leggen : De feestdag van de Arbeid (01.05.2010) te voorzien op vrijdag 14 mei 2010. De feestdag van O.L.V.-Tenhemelopneming (15.08.2010) te voorzien op vrijdag 12 november 2010. De feestdag van Kerstmis (25.12.2010) te voorzien op vrijdag 24 december 2009. De feestdag ter gelegenheid van 2 de Kerstdag (26.12.2010) te voorzien op vrijdag 31 december 2010 Samengevat :

Feestdag Datum Nieuwjaar vrijdag 01 januari 2010 Tweede nieuwjaarsdag zaterdag 02 januari 2010 Paasmaandag maandag 05 april 2010 O.L.H. Hemelvaartsdag donderdag 13 mei 2010 Compensatiedag (01.05.2010) vrijdag 14 mei 2010 Pinkstermaandag maandag 24 mei 2010 Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap zondag 11 juli 2010 Nationale Feestdag woensdag 21 juli 2010 Allerheiligen maandag 1 november 2010 Allerzielen dinsdag 2 november 2010 Wapenstilstand donderdag 11 november 2010 Compensatiedag (15.08.2010) vrijdag 12 november 2010 Compensatiedag (25.12.2010) vrijdag 24 december 2010 Kerstmis zaterdag 25 december 2010 2 de Kerstdag zondag 26 december 2010 Compensatiedag (26.12.2010) vrijdag 31 december 2010 Aandachtspunt 1 : - Door bepaalde feestdagen én deze brugdagen is het gemeentehuis tijdens volgende periodes gedurende 3 of 4 opeenvolgende dagen gesloten. van donderdag 13 mei tot en met zondag 16 mei 2010. van zaterdag 22 mei tot en met maandag 24 mei 2010. van zaterdag 30 oktober tot en met dinsdag 2 november 2010 van donderdag 11 november tot en met zondag 14 november 2010. van vrijdag 24 december tot en met zondag 26 december 2010. van vrijdag 31 december 2010 tot en met zondag 2 januari 2011. Gedurende deze periode dient er voor de dienst Burgerlijke Stand een permanentie voorzien te worden. (per beurtrol een wachtdienst voorzien zodat bij overlijden de begrafenisondernemers contact kunnen opnemen met een personeelslid van de desbetreffende dienst) Aandachtspunt 2 :!!! Wanneer een personeelslid om een andere reden op één van de brugdagen afwezig is, heeft hij/zij geen recht op een compensatiedag. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij de deeltijdse tewerkstelling, verlof om dwingende reden of ziekteverlof.!!! Omgekeerd geldt dat wanneer een personeelslid wegens de aard van zijn opdracht op een dag van dienstvrijstelling toch moet werken, hij/zij deze dag later kan opnemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof. Beslist: met algemene stemmen Artikel 1: De feestdag van de Arbeid (01.05.2010) te voorzien op vrijdag 14 mei 2010. De feestdag van O.L.V.-Tenhemelopneming (15.08.2010) te voorzien op vrijdag 12 november 2010. De feestdag van Kerstmis (25.12.2010) te voorzien op vrijdag 24 december 2009.

De feestdag ter gelegenheid van 2 de Kerstdag (26.12.2010) te voorzien op vrijdag 31 december 2010 Artikel 2: Gedurende deze periode dient er voor de dienst Burgerlijke Stand een permanentie voorzien te worden. (per beurtrol een wachtdienst voorzien zodat bij overlijden de begrafenisondernemers contact kunnen opnemen met een personeelslid van de desbetreffende dienst) Artikel 3: Wanneer een personeelslid om een andere reden op één van de brugdagen afwezig is, heeft hij/zij geen recht op een compensatiedag. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij de deeltijdse tewerkstelling, verlof om dwingende reden of ziekteverlof. Omgekeerd geldt dat wanneer een personeelslid wegens de aard van zijn opdracht op een dag van dienstvrijstelling toch moet werken, hij/zij deze dag later kan opnemen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof. Artikel 4: Een afschrift van dit besluit over te maken aan het secretariaat en aan de aangeduide leden van het managementteam. 3. A)VOORSTEL GOEDKEURING INTREKKING RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTEPERSONEEL. De Gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen; Gelet op het BVR van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Gelet op het BVR van 16 januari 2009 tot wijziging van het BVR van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Gelet op de goedkeuring dd. 18.12.2008 van de (nieuwe) Rechtspositieregeling voor het Gemeentepersoneel dat van kracht wordt op 01.01.2009; Gelet op het schrijven dd. 23 januari 2009 van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant betreffende de gedeeltelijke schorsing van de Rechtspositieregeling; Gelet op de goedkeuring dd. 12.02.2009 van de Rechtspositieregeling voor het Gemeentepersoneel dat van kracht wordt op 01.02.2009; Gelet op het schrijven dd. 01.07.2009 vanwege de gouverneur Vlaams-Brabant betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling maar het verzoek tot rechtzetting van een aantal redactionele fouten; Gelet op het KB van 27.03.2009 tot wijziging van het KB van 29.10.1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan; Overwegende dat bovenstaand KB de modaliteiten van het ouderschapsverlof wijzigt waarbij de leeftijd van het kind

opgetrokken wordt tot 12 jaar en geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen valide en minder valide kinderen; Gelet op artikel 30 quater van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten in het kader van pleegverlof; Gelet op het KB van 27.10.2008, verschenen in het BS van 13.11.2008 dat de nadere modaliteiten vastlegt waaronder dit pleegzorgverlof kan worden opgenomen. Gelet op de collegebeslissing dd.14.04.2009 mbt. aanpassing van de toekenning van jaarlijkse verlofrechten van statutairen op proef vanaf 2009 op voorstel van het managementteam; Gelet op het vakbondsoverleg dd. 09.11.2009 tussen de 3 representatieve vakbonden, het OCMW en de gemeente Kampenhout; Beslist : met algemene stemmen ART.1.- goedkeuring te geven om de bestaande rechtspositieregeling aan te passen zoals aangegeven ART.2.- de gemeenteraadsbeslissing dd. 12.02.2009 houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel in te trekken ART.3.- deze beslissing en het bijhorende dossier aan de toezichthoudende overheid over te maken 3 B)VOORSTEL GOEDKEURING RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTEPERSONEEL. De Gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen; Gelet op het BVR van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Gelet op het BVR van 16 januari 2009 tot wijziging van het BVR van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Gelet op de goedkeuring dd. 18.12.2008 van de (nieuwe) Rechtspositieregeling voor het Gemeentepersoneel dat van kracht wordt op 01.01.2009; Gelet op schrijven dd. 23 januari 2009 van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant betreffende de gedeeltelijke schorsing van de Rechtspositieregeling; Gelet op de goedkeuring dd. 12.02.2009 van de Rechtspositieregeling voor het Gemeentepersoneel dat van kracht wordt op 01.02.2009; Gelet op het schrijven dd. 01.07.2009 vanwege de gouverneur Vlaams-Brabant betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling maar het verzoek tot rechtzetting van een aantal redactionele fouten; Gelet op de raadsbeslissing dd.17.12.2009 betreffende de intrekking van de rechtspositieregeling ten gevolge van de wijzende modaliteiten van het ouderschapsverlof, het pleegzorgverlof en de toekenning van jaarlijkse verlofrechten van statutairen op proef;

Gelet op het vakbondsoverleg dd. 09.11.2009 tussen de 3 representatieve vakbonden, het OCMW en de gemeente Kampenhout; Beslist : met 14 stemmen akkoord en 2 onthoudingen (M. Fannes, M. Janssens Vlaams Belang). ART.1.- De voorliggende rechtspositieregeling voor het personeel van de gemeente Kampenhout wordt met onmiddellijke ingang goedgekeurd. ART.2.- De wijzigingen welke het resultaat zijn van artikel 1 worden opgenomen in het arbeidsreglement van de gemeente Kampenhout. ART.3.- Deze beslissing en het bijhorende dossier wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid. 4. VOORSTEL GOEDKEURING PRESENTIEGELDEN RAADSLEDEN De Gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd 2/01/2001, houdende vaststelling van de presentiegelden vanaf 1/01/2001 en welke gekoppeld zijn aan het indexcijfer; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd 21/02/2002, houdende de omzetting van de presentiegelden in euro; Gelet op art.17 $1 en 273 $ 3 van het gemeentedecreet dat bepaalt dat het presentiegeld minimaal 28.57 en maximaal 124.98 mag bedragen en gekoppeld is aan de spilindex 138.01; Gelet op de raadsbeslissing dd. 08.02.2007 mbt. goedkeuring huishoudelijk reglement van orde van de gemeenteraad; Gelet op de raadsbelissing dd.15.02.2007 mbt. tot de vaststelling van de presentiegelden raadsleden; Overwegende dat op heden de raadsbeslissing 15.02.2007 voorrang heeft op de beslissing van 08.02.2007 mbt. de berekening van de presentiegelden van de gemeenteraad; Beslist : met algemene stemmen. Artikel 1: Het presentiegeld voor de gemeenteraadszittingen wordt vastgesteld op het bedrag dat overeenstemt met het presentiegeld toegekend aan de provincieraadsleden, zoals dit gekoppeld is aan de index der consumptieprijzen. Artikel 2: Het presentiegeld voor de raadscommissies wordt vastgesteld op de helft van het bedrag dat overeenstemt met het presentiegeld toegekend aan de provincieraadsleden, zoals dit gekoppeld is aan de index der consumptieprijzen. Artikel 3: Het in artikel 1 vermelde presentiegeld wordt niet uitgekeerd aan de leden van het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 4: Het presentiegeld wordt betaald volgens hun aanwezigheid in de vergadering. Aan ieder raadslid mag per dag slechts één maal presentiegeld worden toegekend. Artikel 5: Onderhavige beslissing treedt in werking met terugwerkende kracht dd.01.09.2009 Raadslid J. Vos vervoegt de zitting.

5. VOORSTEL GOEDKEURING INTERNE KREDIETAANPASSINGEN VAN DE BUITENGEWONE DIENST 2009. De Gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig de voorschriften van de wet en in geheime zitting; Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid artikel 155; Gelet op het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit, artikelen 1,5 en 16bis; Beslist: met 14 stemmen akkoord en 3 onthoudingen (M. Fannes, M. Janssens Vlaams Belang - J. Vos SP.a, laattijdig aanwezig). Artikel 1: De gemeenteraad beslist dat interne kredietaanpassingen in de buitengewone dienst zijn toegestaan voor zover het totaal van de kredieten van de artikelen met dezelfde twee eerste cijfers van de functionele code niet wijzigt. Artikel 2: De gemeenteraad beslist dat interne kredietaanpassingen in de buitengewone dienst enkel mogelijk zijn voor kredieten die resteren nadat alle erop voorziene projecten volledig zijn aangerekend. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen brengt de gemeenteraad, de gemeenteontvanger en, in voorkomend geval, de betrokken budgethouders onverwijld op de hoogte van deze interne kredietaanpassingen. 6. VOORSTEL GOEDKEURING OPHEFFING BESLUITEN BELASTINGSREGLEMENTEN. De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen, Gelet op het gemeentedecreet van 15.07.2005, en volgende wijzigingen, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 20.12.2001 betreffende de retributie huur sporthal Kampenhout en sportzaal Berg, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams- Brabant op 04.02.2002, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 24.06.2004 betreffende de belasting voor de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant op 06.08.2004, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 24.06.2004 betreffende de belasting voor de exploitatie van taxidiensten, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant op 06.08.2004, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 02.01.2007 betreffende de belasting op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk met handelskarakter, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant op 05.03.2007, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 12.06.2008 betreffende de contantbelasting op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen, goedgekeurd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant op 11.08.2008, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 18.12.2008 betreffende de gemeentelijke tussenkomst voor de vernieuwing van

het rijbewijs voor de personen met een fysieke of geestelijke beperking, Aangezien bovenvermelde reglementen moeten worden aangepast aan de nieuwe wetgeving terzake, Na beraadslaging, Beslist : met algemene stemmen ARTIKEL 1 De bovenvermelde belastingreglementen worden opgeheven vanaf 1 januari 2010 met uitzondering van het reglement betreffende gemeentelijke tussenkomst voor de vernieuwing van het rijbewijs voor de personen met een fysieke of geestelijke beperking dat wordt opgeheven vanaf 1 november 2009. Artikel 2 Dit besluit wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. 7. VOORSTEL GOEDKEURING AANVULLENDE BELASTING OP DE PERSONENBELASTING. De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen, Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen, Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelasting, Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42 3, art. 43 2, 15, art. 187 en art. 253 1, 3, Na beraadslaging, Beslist : met 15 stemmen akkoord en 2 onthoudingen (M. Fannes, M. Janssens Vlaams Belang). ARTIKEL 1 Voor het aanslagjaar 2010 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. ARTIKEL 2 De belasting wordt vastgesteld op 6 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3 De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. ARTIKEL 4 Deze verordening wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. 8. VOORSTEL GOEDKEURING OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen,

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen, Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42 3, art. 43 2, 15, art. 187 en art. 253 1, 3, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, meer bepaald het artikel 298 en het artikel 464,1, Gelet op het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het W.I.B. voor wat betreft de onroerende voorheffing, in werking getreden op 1 januari 1999, Na beraadslaging, Beslist : met 15 stemmen akkoord en 2 onthoudingen (M. Fannes, M. Janssens Vlaams Belang). Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2010 worden er, ten bate van de gemeente, 950 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd. Artikel 2 Deze verordening wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. Raadslid E. Torbeyns vervoegt de zitting. 9. VOORSTEL GOEDKEURING BELASTING OP DE OPCENTIEMEN OP DE DOOR HET VLAAMSE GEWEST GEHEVEN HEFFING TER BESTRIJDING VAN VERKROTTING VAN GEBOUWEN EN/OF WONINGEN De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen, Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen, Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42 3, art. 43 2, 15, art. 187 en art. 253 1, 3, Gelet op het decreet van 22 december 1995, gewijzigd bij decreten van 7 mei 2004, 24 mei 2004, 24 juni 2005, 23 december 2005 en door het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004, Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, Na beraadslaging, Beslist : met 17 stemmen akkoord en 1 onthouding (E. Torbeyns, Groen! laattijdig aanwezig). Artikel 1 Er worden 50 opcentiemen geheven op de hoofdsom van de gewestelijke heffing. ARTIKEL 2 Deze verordening geldt voor het aanslagjaar 2010. ARTIKEL 3 De gemeente doet een beroep op de medewerking van de administratie van het agentschap van de Vlaamse belastingdienst van de Vlaamse overheid. ARTIKEL 4 1 Deze verordening wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. 2 Deze beslissing wordt vóór 31.01.2010 bij aangetekende brief bezorgd aan het agentschap van de Vlaamse belastingdienst van de Vlaamse overheid.

10. VOORSTEL GOEDKEURING BELASTING OP LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen, Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen, Gelet op de grondwet, meer bepaald art. 170 4, Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42 3, art. 43 2, 15, art. 187 en art. 253 1, 3, Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna kamerdecreet genoemd, Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden, Na beraadslaging, Beslist : met 15 stemmen akkoord, 2 onthoudingen (M. Fannes, Vlaams Belang E. Torbeyns, Groen!)en 1 stem niet akkoord (M. Janssens, Vlaams Belang). Artikel 1 1. Er wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid. De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.2 van het decreet zijn toepasselijk, evenals de andere definities van artikel 1.2 van het decreet. Leegstaande gebouwen zijn gebouwen omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet. Leegstaande woningen zijn woningen omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet. 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 2 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaand gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

Ingeval er recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. De kopie bevat minstens de volgende gegevens : naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel datum van de akte, naam en standplaats van de notaris nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van 1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 3 De belasting bedraagt : 1300 euro voor een volledig gebouw of woonhuis 100 euro voor een individuele kamer of studentenkamer in de zin van artikel 2, 3, van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers 400 euro voor elke overige woongelegenheid De belasting wordt vermeerderd met onderstaande bedragen per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of woning op de inventaris staat. 130 euro voor een volledig gebouw of woonhuis 10 euro voor een individuele kamer of studentenkamer in de zin van artikel 2, 3, van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers 40 euro voor elke overige woongelegenheid Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning. Artikel 4 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld : 1. de belastingplichtige die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige ander woning. 2. de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname. de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf (minimum 1 jaar) werd opgenomen in een psychiatrische

instelling of ziekenhuis. Het bewijs van het langdurige verblijf wordt geleverd door de instelling of ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft. 3. de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. 4. de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het aanslagjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning : 5. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan. 6. geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 7. krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument. 8. deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stadsof dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap. 9. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. 10. onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechterlijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. 11. gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning. 12. het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18 2 van de Vlaamse wooncode. 13. indien de houder van het zakelijk recht : - een sociale huisvestingspaatschappij is, die door de VMSW (Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen) erkend is ; - een andere sociale woonorganisatie is ; - een autonoom gemeentebedrijf is ; - de gemeente, het O.C.M.W. of een intergemeentelijke vereniging is. 3. Indien de heffingsplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de heffingsplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens vrijstelling verleend. Artikel 5

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de afgifte van het aanslagbiljet. Artikel 7 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9 Dit reglement is geldig van 01.01.2010 tot en met 31.12.2013. Artikel 10 Deze beslissing wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. 11. VOORSTEL GOEDKEURING CONTANTBELASTING OP DE INZAMELING, HET HERGEBRUIK, DE RECYCLAGE, DE NUTTIGE TOEPASSING EN DE VERWIJDERING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen, Raadslid M. Fannes vraagt of er tarieven zijn voor grote gezinnen. Schepen S. Peremans: Neen, de tarieven zijn vastgesteld per gewicht en niet per persoon. Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen, Gelet op de grondwet, meer bepaald art. 170 4, Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42 3, art. 43 2, 15, art. 187 en art. 253 1, 3, Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij decreet van 20 april 1994, inzonderheid op artikel 15; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het nieuwe Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer (VLAREA); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 tot vaststelling van het uitvoeringsplan milieuverantwoord

beheer van huishoudelijke afvalstoffen 2008-2015 (Belgisch Staatsblad 7 januari 2008), Gelet op de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen; Overwegende dat bepaalde huishoudelijke afvalstoffen (bv. restafval, papier) aan huis worden opgehaald volgens een steeds weerkerende frequentie, Overwegende tal van andere huishoudelijke afvalstoffen (bv. zoals textiel, elektrische toestellen, bouw- en sloopafval, KGA) op het containerpark selektief worden ingezameld, Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën, Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen verhaald worden op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting, Overwegende dat de invoering van een gedifferentieerde contantbelasting de gemeente toelaat het principe de vervuiler betaalt toe te passen, waarbij prioriteit verleend wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen wordt gestimuleerd, Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de contantbelasting op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen van de gemeenten die deel uitmaken van de intercommunale INTERZA zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen. Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 oktober 2009, Na beraadslaging, Beslist : met 17 stemmen akkoord en 1 onthouding (E. Torbeyns,, Groen!). Artikel 1 Er wordt een contantbelasting gevestigd op de volgende ingezamelde fracties van huishoudelijke oorsprong : 1. Huis-aan-huis ophaling : a) verwijderen van restafval b) recyclage van plastieken verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD) c) recyclage van groenten, fruit en tuinafval (GFT) 2. Aanvoer, aanbieding op containerpark : a) inzameling en verwijdering van grofvuil b) inzameling en recyclage van bouw- en sloopafval c) inzameling en recyclage van gebonden asbesthoudend afval d) inzameling en recyclage van groenafval Artikel 2 Het bedrag van de contantbelasting wordt voor de huis-aan-huis ophaling als volgt vastgesteld : a) restafval 1, 50 euro per 60 liter zak 0,75 euro per 30 liter zak b) plastieken verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD) 0,125 euro per 60 liter zak c) groenten, fruit en tuinafval (GFT)

1 ste container van 140 liter per ophaalpunt 15 euro 1 ste container van 240 liter per ophaalpunt 25 euro Het dubbele tarief voor een 2 de container van dezelfde inhoud per ophaalpunt. Artikel 3 Het bedrag van de contantbelasting voor aanvoer van afval op het containerpark is afhankelijk van het type voertuig en het soort afval. Voertuigen worden al naargelang de afmetingen van de gebruikte laadruimte ingedeeld in 3 categorieën. Categorie 1 Laadlengte tot 1,5 meter : kleine camionetten met achterbank monovolumes met achterbank gewone personenwagens Categorie 2 Laadlengte tussen 1,5 meter en 2 meter : grote camionetten met achterbank kleine camionetten zonder achterbank kleine aanhangwagens monovolumes zonder achterbank Categorie 3 Laadlengte groter dan 2 meter : grotere camionetten grote aanhangwagens pick-ups De contantbelasting wordt als volgt vastgesteld : a) grof vuil categorie 1 : 5 euro categorie 2 : 20 euro categorie 3 : 40 euro b) bouw- en sloopafval categorie 1 : gratis categorie 2 : 5 euro categorie 3 : 10 euro c) groenafval categorie 1 : gratis categorie 2 : 5 euro categorie 3 : 10 euro d) gebonden, asbesthoudend afval categorie 1 : 5 euro categorie 2 : 20 euro categorie 3 : 40 euro Artikel 4 1. De contantbelasting vermeld in de artikels 2a, 2b en 2c zijn verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake de huis-aan-huis ophaling van restafval, PMD en GFT. 2. De contantbelasting vermeld in artikels 3a, 3b, 3c en 3d zijn verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening op het containerpark inzake aanbieding, aanvoer, inzameling van grof vuil, bouw- en sloopafval, groenafval en gebonden asbesthoudend afval. Artikel 5 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaatsen.

2. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor GFT-afval zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaatsen. Men is verplicht zijn adres aan te brengen op de sticker. 3. De personen die voor de aanbreng van afvalstoffen gebruik maken van het gemeentelijk containerpark zijn de in artikel 3 vermelde contantbelasting verschuldigd. De betaling gebeurt aan de betaalautomaat van het containerpark. Voor het vastgesteld bedrag wordt een ontvangstticket uitgereikt. 4. Ieder gezinshoofd woonachtig in de gemeente op 1 januari van het kalenderjaar ontvangt éénmalig per kalenderjaar een vrijstelling ten bedrage van maximum 20 euro bij aanvoer van gebonden asbesthoudend afval. Artikel 6 Bij ontstentenis van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt het een kohierbelasting en volgt de regelgeving hieromtrent. Artikel 7 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9 Dit reglement is geldig van 01.01.2010 tot en met 31.12.2013. Artikel 10 Dit besluit wordt voor goedkeuring overgemaakt aan de toezichthoudende overheid. Tevens wordt dit besluit voor kennisgeving overgemaakt aan OVAM en AMINAL. 12. VOORSTEL GOEDKEURING BELASTING OP DE HUIS-AAN-HUIS VERSPREIDING VAN NIET-GEADRESSEERD DRUKWERK MET HANDELSKARAKTER De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen, Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen, Gelet op de grondwet, meer bepaald art. 170 4, Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42 3, art. 43 2, 15, art. 187 en art. 253 1, 3,

Gelet op decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, met latere wijzigingen, inzonderheid art. 10, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA), met latere wijzigingen, Gelet op de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst reclamedrukwerkafvalstoffen van 18 juli 2008, Na beraadslaging, Beslist : met 14 stemmen akkoord en 4 onthoudingen (J. Vos, SP.a E. Torbeyns, Groen! M. Fannes, M. Janssens, Vlaams Belang). Artikel 1 Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid. Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan : alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief. Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd. Artikel 2 De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 3 De tarieven bedragen : 0,005 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk tot en met 10 gram 0,010 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 10 gram en tot en met 75 gram 0,020 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 75 gram en tot en met 225 gram 0,030 euro per bedeeld exemplaar voor reclamedrukwerk van meer dan 225 gram Per verspreiding bedraagt de heffing minimum 15 euro. Artikel 4 Er is een vrijstelling van belasting : 14. wanneer de in artikel 2 bedoelde opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, de federale, de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van de verkiezing. 15. wanneer de verspreide drukwerken of gelijkgestelde producten hoofdzakelijk verband houden met een gemeentelijke volksraadpleging, en dit voor zover de drukwerken of producten verspreid worden in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 206 van het gemeentedecreet en de beslissing van de

gemeenteraad (of de districtraad) om op een dergelijk verzoek niet in te gaan, of in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 206 van het gemeentedecreet en de dag van de volksraadpleging of in de periode tussen de beslissing van de gemeenteraad (of de districtraad) op eigen initiatief en de dag van de volksraadpleging. 16. voor de belastingplichtigen die in het Vlaamse gewest de reële kostprijs van de inzameling en de recyclage van het oud papier afkomstig van hun drukwerken betalen via het fonds oud papier dat in het kader van de milieubeleidsovereenkomst reclamedrukwerkafvalstoffen werd ingesteld. 17. voor drukwerken en gelijkgestelde producten van socioculturele en sportverenigingen, erkende gemeentelijke verenigingen en vormings- en onderwijsinstellingen. 18. voor drukwerken van de middenstand. Artikel 5 De belastingplichtige moet binnen de veertien dagen na de verspreiding aangifte doen bij het gemeentebestuur. Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of het gelijkgesteld product. Ingeval van periodieke verspreidingen kan een aangifte binnen de veertien dagen na de eerste verspreiding, ook gelden voor de daaropvolgende verspreidingen tijdens hetzelfde aanslagjaar. In dit geval, kan de belastingplichtige tussen 1 en 15 december een regularisatie-aangifte voor het ganse aanslagjaar indienen. De belastingplichtige die vrijgesteld is overeenkomstig artikel 4 3, moet binnen de veertien dagen na de eerste verspreiding van het aanslagjaar, aangifte doen bij het gemeentebestuur. In deze aangifte verklaart hij dat hij aangesloten is bij het fonds oud papier dat in het kader van de milieubeleidsovereenkomst reclamedrukwerkafvalstoffen werd ingesteld en dat hij in het Vlaamse gewest de reële kostprijs van de inzameling en recyclage van het oud papier afkomstig van zijn drukwerken bij het fonds oud papier betaalt. Het fonds oud papier maakt één keer per jaar, voor 15 mei, aan de gemeenten de lijst bekend van haar leden die de reële kostprijs van de inzameling en de recyclage van hun drukwerken betaald hebben. Artikel 6 Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurig aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichte, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 7 De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100 %. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 8

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 9 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de afgifte van het aanslagbiljet. Artikel 10 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. Artikel 11 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 12 Dit reglement is geldig van 01.01.2010 tot en met 31.12.2013. Artikel 13 Deze beslissing wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. 13. VOORSTEL GOEDKEURING BELASTING OP DE EXPLOITATIE VAN TAXIDIENSTEN De gemeenteraad, Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen, Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen, Gelet op de grondwet, meer bepaald art. 170 4, Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42 3, art. 43 2, 15, art. 187 en art. 253 1, 3, Gelet op decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, Gelet op het besluit van 18 juli 2003 van de Vlaamse regering betreffende de taxidiensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, Gelet op het decreet van 21 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, zoals gewijzigd, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 24.06.2004 betreffende het reglement voor de exploitatie van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, meer bepaald art. 3, Overwegende dat het gemeentebestuur de nodige vergunningen moet afleveren, Na beraadslaging,

Beslist : met 17 stemmen akkoord en 1 onthouding (E. Torbeyns, Groen!). Artikel 1 Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op het afleveren van vergunningen tot het exploiteren van een taxidienst. Artikel 2 De belasting is verschuldigd door elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst. Artikel 3 De belasting wordt vastgesteld op : 250 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig wanneer de exploitant geen gebruik maakt van standplaatsen op de openbare weg. 450 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig wanneer de exploitant gebruik maakt van standplaatsen op de openbare weg. Dit bedrag wordt aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000. Artikel 4 Een bijkomende belasting wordt vastgesteld op : 75 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig ten laste van de exploitanten van taxidiensten zonder standplaats op de openbare weg maar waarvan de voertuigen voorzien zijn van radiotelefonie. Artikel 5 De belasting is verschuldigd voor het hele jaar onafhankelijk van het moment waarop de vergunning afgegeven werd. Ze zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning. Artikel 6 De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de exploitatie met één of meer voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingsteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van één of meer voertuigen voor welke reden dan ook. Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de belasting niet op. Artikel 7 De belasting moet contant worden betaald bij de aflevering van de vergunning. Er wordt een betalingsbewijs afgeleverd. Zoniet wordt de belasting ingekohierd en wordt het een kohierbelasting en volgt de regelgeving hieromtrent. Artikel 8 Dit reglement is geldig van 01.01.2010 tot en met 31.12.2013. Artikel 9 Deze beslissing wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid overgemaakt. 14. VOORSTEL GOEDKEURING BELASTING OP DE EXPLOITATIE VAN DIENSTEN VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER